BIJBELVERZEN UITGELEGD
Mattheüs 11:28-30 — ‘Kom naar mij (…), dan zal ik jullie rust geven’
‘Kom bij mij als je vermoeid bent en gebukt gaat onder een zware last, dan zal ik je nieuwe kracht geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtaardig en nederig van hart. Dan zul je nieuwe kracht krijgen. Want mijn juk is makkelijk te dragen en mijn last is licht’ (Mattheüs 11:28-30, Nieuwewereldvertaling).
‘Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht’ (Mattheüs 11:28-30, De Nieuwe Bijbelvertaling).
Betekenis van Mattheüs 11:28-30
Jezus nodigde mensen vriendelijk uit om bij hem te komen. Hij verzekerde ze ervan dat ze door van hem te leren verlichting en nieuwe kracht zouden vinden.
‘Kom bij mij als je vermoeid bent en gebukt gaat onder een zware last.’ De mensen tot wie Jezus die vriendelijke uitnodiging richtte, gingen ‘gebukt’ onder alle regels en tradities van de religieuze leiders (Mattheüs 23:4; Markus 7:7). Daarnaast was het gewone volk bezorgd en vermoeid omdat ze lang en hard moesten werken om in hun onderhoud te kunnen voorzien.
‘Dan zal ik je nieuwe kracht geven.’ Jezus beloofde verlichting of rust te geven aan degenen die op zijn vriendelijke uitnodiging ingingen. Dat deed hij door ze te helpen begrijpen wat God echt van ze verlangde (Mattheüs 7:24, 25). Die kennis bevrijdde ze van slavernij aan verkeerde denkbeelden en onderdrukkende religieuze tradities (Johannes 8:31, 32). Hoewel het moeite kostte om wat Jezus onderwees te leren en toe te passen, gaf het nieuwe kracht.
‘Neem mijn juk op je en leer van mij.’ In Bijbelse tijden gebruikten arbeiders vaak een juk — een balk die op de schouders werd gelegd — om zware lasten te dragen. Het woord juk kreeg de betekenis van onderworpenheid aan de autoriteit en leiding van een ander (Leviticus 26:13; Jesaja 14:25; Jeremia 28:4). De uitdrukking ‘leer van mij’ kan ook worden vertaald als ‘word mijn discipel’ of ‘word mijn leerling’. Jezus spoorde mensen dus aan om zijn discipelen te worden door zijn voorbeeld te volgen (Johannes 13:13-15; 1 Petrus 2:21).
‘Dan zul je nieuwe kracht krijgen.’ Jezus bood mensen geen onmiddellijke bevrijding van alle onderdrukking en problemen. Maar hij hielp ze wel om troost en hoop te vinden (Mattheüs 6:25-32; 10:29-31). Degenen die zijn discipelen werden en accepteerden wat hij leerde, ontdekten dat God dienen geen last is maar echte voldoening geeft (1 Johannes 5:3).
‘Want mijn juk is makkelijk te dragen en mijn last is licht.’ In tegenstelling tot de religieuze leiders was Jezus nederig en zachtaardig (Johannes 7:47-49). Hij was nooit hard of veeleisend maar juist vriendelijk en benaderbaar. Hij was redelijk in wat hij van zijn volgelingen verwachtte (Mattheüs 7:12; Markus 6:34; Lukas 9:11). En hij liet ze zien hoe ze in aanmerking konden komen voor Gods vergeving en de verlichting die je voelt als je een goed geweten hebt (Mattheüs 5:23, 24; 6:14). Door zijn mooie eigenschappen voelden mensen zich tot hem aangetrokken en werden ze er zelfs toe bewogen zijn makkelijke juk te aanvaarden en zijn discipelen te worden.
Context van Mattheüs 11:28-30
Jezus sprak de woorden in Mattheüs 11:28-30 toen hij in het jaar 31 een tocht maakte door Galilea om zijn boodschap te verkondigen. De apostel Mattheüs is de enige evangelieschrijver die Jezus’ vriendelijke uitnodiging optekende. Omdat Mattheüs zelf een Jood was en een tollenaar was geweest, had hij met eigen ogen gezien dat het gewone volk werd onderdrukt, niet alleen door de Romeinse belastingen maar ook door het corrupte Joodse religieuze stelsel. Ongetwijfeld vond hij het bemoedigend te zien dat Jezus het gezag dat hij had gekregen van zijn Vader, Jehovah,a gebruikte om de nederige en onderdrukte mensen uit te nodigen bij hem te komen (Mattheüs 11:25-27).
Het evangelie van Mattheüs belicht de opvallende eigenschappen van Jezus als de beloofde Messias en de toekomstige Koning van Gods Koninkrijk (Mattheüs 1:20-23; Jesaja 11:1-5).
Bekijk deze korte video om een overzicht te krijgen van het boek Mattheüs.
a Jehovah is de persoonlijke naam van God (Psalm 83:18). Zie het artikel ‘Wie is Jehovah?’