Weerspiegel de geestesgesteldheid van Christus
„Moge . . . de God die volharding en vertroosting schenkt, geven dat gij onder elkaar dezelfde geestesgesteldheid hebt die Christus Jezus bezat.” — ROMEINEN 15:5.
1. Hoe kan iemands leven invloed ondervinden van zijn of haar houding?
IEMANDS houding of instelling maakt een groot verschil in het leven. Een nonchalante of vlijtige houding, een positieve of een negatieve houding, een strijdlustige of een meewerkende houding, een klagende of een dankbare houding — elk kan een krachtige invloed uitoefenen op de wijze waarop iemand met situaties omgaat en hoe andere mensen op hem reageren. Met een juiste geestesgesteldheid kan men zelfs in behoorlijk moeilijke situaties gelukkig zijn. Voor iemand die negatief is ingesteld schijnt niets goed te zijn, zelfs wanneer — van een objectief standpunt uit bezien — het leven goed is.
2. Hoe leert men houdingen aan?
2 Geesteshoudingen — goede of slechte — kunnen aangeleerd worden. In feite moeten ze worden geleerd. Sprekend over een pasgeboren kind zegt Collier’s Encyclopedia: „De geesteshouding die hij uiteindelijk zal bezitten, moet hij leren of zich eigen maken, ongeveer zoals hij een taal of elke andere vaardigheid moet leren of zich eigen moet maken.” Hoe komen wij aan een bepaalde geesteshouding? Hoewel vele dingen daartoe bijdragen, oefenen milieu en omgang grote invloed uit. De eerdergenoemde encyclopedie merkt op: „Wij maken ons de geesteshouding van degenen met wie wij nauwe omgang hebben, eigen of absorberen die, als door osmose.” Duizenden jaren geleden zei de bijbel iets soortgelijks: „Hij die met wijzen wandelt, zal wijs worden, maar wie zich met de verstandelozen inlaat, zal het slecht vergaan.” — Spreuken 13:20; 1 Korinthiërs 15:33.
Een voorbeeld van een juiste geestesgesteldheid
3. Wie was voorbeeldig met betrekking tot zijn geestesgesteldheid, en hoe kunnen wij hem navolgen?
3 Net als in alle andere dingen heeft Jezus Christus, ook wat geestesgesteldheid betreft, het beste voorbeeld gegeven. Hij zei: „Ik heb u het voorbeeld gegeven, opdat ook gij zoudt doen zoals ik u heb gedaan” (Johannes 13:15). Om als Jezus te zijn, moeten wij eerst over hem leren.a Wij bestuderen Jezus’ leven met de bedoeling te doen wat de apostel Petrus aanraadde: „Gij werdt . . . tot deze loopbaan geroepen, want ook Christus heeft voor u geleden, u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden” (1 Petrus 2:21). Ons doel is zoveel mogelijk als Jezus te zijn. Daartoe behoort ook het aankweken van zijn geestesgesteldheid.
4, 5. Welk aspect van Jezus’ geestesgesteldheid wordt in Romeinen 15:1-3 beklemtoond, en hoe kunnen christenen hem navolgen?
4 Wat wil het zeggen de geestesgesteldheid van Christus Jezus te bezitten? Hoofdstuk 15 van Paulus’ brief aan de Romeinen helpt ons die vraag te beantwoorden. In de eerste paar verzen van dit hoofdstuk verwijst Paulus naar een in het oog springende hoedanigheid van Jezus wanneer hij zegt: „Wij evenwel die sterk zijn, behoren de zwakheden te dragen van hen die niet sterk zijn en niet onszelf te behagen. Laat een ieder van ons zijn naaste behagen in datgene wat zijn opbouw ten goede komt. Want ook de Christus heeft zichzelf niet behaagd, maar zoals er staat geschreven: ’De smaadheden van hen die u smaadden, zijn op mij gevallen.’” — Romeinen 15:1-3.
5 Wanneer christenen Jezus’ geestesgesteldheid navolgen, worden zij aangemoedigd erop voorbereid te zijn nederig in de behoeften van anderen te voorzien in plaats van alleen zichzelf te willen behagen. Ja, zo’n nederige bereidheid om anderen te dienen, is een kenmerk van degenen „die sterk zijn”. Jezus, die geestelijk sterker was dan enig mens die ooit heeft geleefd, zei over zichzelf: „De Zoon des mensen [is] niet gekomen . . . om gediend te worden, maar om te dienen en zijn ziel te geven als een losprijs in ruil voor velen” (Mattheüs 20:28). Als christenen willen wij er eveneens naar streven om anderen te dienen, met inbegrip van degenen „die niet sterk zijn”.
6. Op welke wijze kunnen wij Jezus’ reactie op tegenstand en smaad navolgen?
6 Nog een voortreffelijke hoedanigheid waarvan Jezus blijk gaf, was dat hij dacht en handelde volgens een patroon dat altijd positief was. Nooit liet hij toe dat de negatieve houding van anderen invloed uitoefende op zijn eigen voortreffelijke instelling ten aanzien van het dienen van God; wij moeten dat evenmin doen. Toen Jezus werd gesmaad en vervolgd omdat hij God getrouw aanbad, verduurde hij dit geduldig zonder te klagen. Hij wist dat degenen die trachten hun naaste te behagen „in datgene wat zijn opbouw ten goede komt” tegenstand van een ongelovige en niet-begrijpende wereld kunnen verwachten.
7. Hoe gaf Jezus blijk van geduld, en waarom dienen wij hetzelfde te doen?
7 Jezus legde ook op andere manieren een juiste geestesgesteldheid aan de dag. Hij gaf nooit blijk van ongeduld ten aanzien van Jehovah, maar wachtte geduldig op de verwezenlijking van Zijn voornemens (Psalm 110:1; Mattheüs 24:36; Handelingen 2:32-36; Hebreeën 10:12, 13). Bovendien werd Jezus nooit ongeduldig met zijn volgelingen. Hij zei tot hen: „Leert van mij”; aangezien hij „zachtaardig” was, was zijn onderricht opbouwend en verkwikkend. En omdat hij „ootmoedig van hart” was, was hij nooit bombastisch of aanmatigend (Mattheüs 11:29). Paulus moedigt ons aan deze aspecten van Jezus’ instelling na te volgen wanneer hij zegt: „Bewaart die geestesgesteldheid in u welke ook in Christus Jezus was, die, alhoewel hij in Gods gedaante bestond, geen gewelddadige inbezitneming heeft overwogen, namelijk om aan God gelijk te zijn. Neen, maar hij heeft zichzelf ontledigd en de gedaante van een slaaf aangenomen en is aan de mensen gelijk geworden.” — Filippenzen 2:5-7.
8, 9. (a) Waarom dienen wij ons best te doen om een onzelfzuchtige geesteshouding aan te kweken? (b) Waarom dienen wij niet ontmoedigd te zijn als wij niet exact aan het door Jezus nagelaten voorbeeld voldoen, en hoe was Paulus hierin een goed voorbeeld?
8 Het is gemakkelijk te zeggen dat wij anderen willen dienen en hun behoeften boven die van onszelf willen stellen. Maar een eerlijk onderzoek van onze geestesgesteldheid kan onthullen dat ons hart daar niet geheel toe geneigd is. Waarom niet? In de eerste plaats omdat wij van Adam en Eva zelfzuchtige trekken geërfd hebben; ten tweede omdat wij in een wereld leven die zelfzucht bevordert (Efeziërs 4:17, 18). Een onzelfzuchtige houding ontwikkelen, betekent vaak het aankweken van een denkpatroon dat ingaat tegen onze aangeboren onvolmaakte natuur. Dat vergt vastberadenheid en inspanning.
9 Onze duidelijk aan de dag tredende onvolmaaktheid, die in schril contrast staat met het volmaakte voorbeeld dat Jezus ons heeft nagelaten, kan er soms de oorzaak van zijn dat wij ontmoedigd raken. Wij kunnen eraan gaan twijfelen of het zelfs wel mogelijk is dezelfde geestesgesteldheid te bezitten als die van Jezus. Maar merk Paulus’ aanmoedigende woorden op: „Ik weet dat er in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, niets goeds woont; want het vermogen om te wensen is wel bij mij aanwezig, doch niet het vermogen om dat wat voortreffelijk is uit te werken. Want het goede dat ik wens, doe ik niet, maar het slechte dat ik niet wens, dat beoefen ik. Naar de innerlijke mens schep ik werkelijk behagen in de wet van God, maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij in gevangenschap voert aan de wet der zonde, die in mijn leden is” (Romeinen 7:18, 19, 22, 23). Zeker, Paulus werd door zijn onvolmaaktheid herhaaldelijk verhinderd om, zoals hij wenste, Gods wil ten uitvoer te brengen, maar zijn geesteshouding — de wijze waarop hij over Jehovah en Zijn wet dacht — was voorbeeldig. De onze kan dat ook zijn.
Verkeerde houdingen corrigeren
10. Tot het aankweken van welke geestesgesteldheid moedigde Paulus de Filippenzen aan?
10 Is het mogelijk dat sommigen een verkeerde houding moeten corrigeren? Ja. Dit was kennelijk het geval met sommige christenen in de eerste eeuw. In zijn brief aan de Filippenzen sprak Paulus over het bezitten van de juiste geestesgesteldheid. Hij schreef: „Niet dat ik het [hemels leven door middel van de vroegere opstanding] reeds ontvangen heb of reeds tot volmaaktheid ben gebracht, maar ik streef ernaar om te zien of ik datgene waarvoor ik door Christus Jezus gegrepen ben, ook grijpen mag. Broeders, ik denk niet van mijzelf dat ik het al gegrepen heb, maar wel staat één ding vast: De dingen die achter mij liggen vergetend en mij uitstrekkend naar de dingen die vóór mij liggen, streef ik naar het doel om de prijs van de roeping naar boven, die God door bemiddeling van Christus Jezus doet toekomen. Laten wij dan, zovelen als er van ons rijp zijn, deze geestesgesteldheid hebben.” — Filippenzen 3:12-15.
11, 12. Op welke manieren openbaart Jehovah de juiste geestesgesteldheid aan ons?
11 Uit Paulus’ woorden blijkt dat een ieder die, nadat hij een christen is geworden, niet de noodzaak voelt vorderingen te maken een verkeerde geesteshouding bezit. Hij is in gebreke gebleven Christus’ geestesgesteldheid over te nemen (Hebreeën 4:11; 2 Petrus 1:10; 3:14). Bevindt zo’n persoon zich in een hopeloze situatie? Beslist niet. God kan ons helpen onze instelling te veranderen als wij dat werkelijk willen. Paulus vervolgt: „Indien gij in enig opzicht geestelijk anders geneigd zijt, zal God de bovengenoemde geestesgesteldheid aan u openbaren.” — Filippenzen 3:15.
12 Maar willen wij dat Jehovah de juiste geestesgesteldheid aan ons openbaart, dan moeten wij ons deel doen. Gebedsvolle studie van Gods Woord met behulp van christelijke publicaties die door „de getrouwe en beleidvolle slaaf” zijn verschaft, zullen degenen ’die geestelijk anders geneigd zijn’ in staat stellen een juiste geestesgesteldheid aan te kweken (Mattheüs 24:45). Christelijke ouderlingen die door heilige geest zijn aangesteld „om de gemeente van God te weiden”, zullen graag hulp bieden (Handelingen 20:28). Wat zijn wij dankbaar dat Jehovah onze onvolmaaktheden in aanmerking neemt en ons liefdevol hulp biedt! Laten wij die aanvaarden.
Van anderen leren
13. Wat leren wij over een juiste houding uit het bijbelverslag over Job?
13 In Romeinen hoofdstuk 15 legt Paulus uit dat het mediteren over historische voorbeelden ons kan helpen onze geesteshouding te wijzigen. Hij schrijft: „Alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben” (Romeinen 15:4). Sommige van Jehovah’s getrouwe dienstknechten in het verleden moesten bepaalde aspecten van hun geesteshouding corrigeren. In het algemeen bezat Job bijvoorbeeld een voortreffelijke geesteshouding. Hij schreef Jehovah nooit iets kwaads toe en niet één keer stond hij toe dat lijden zijn vertrouwen in God aan het wankelen bracht (Job 1:8, 21, 22). Toch was hij geneigd zichzelf te rechtvaardigen. Jehovah liet Elihu Job hulp bieden om deze neiging te corrigeren. In plaats van beledigd te zijn, aanvaardde Job nederig dat er een verandering in geesteshouding nodig was en maakte er prompt een begin mee die aan te brengen. — Job 42:1-6.
14. Hoe kunnen wij als Job zijn als wij raad over onze houding krijgen?
14 Zouden wij net als Job reageren als een medechristen ons vriendelijk zou zeggen dat wij er blijk van gaven een verkeerde houding te bezitten? Mogen wij, net als Job, ’God nooit iets onbetamelijks toeschrijven’ (Job 1:22). Laten wij, als wij onrechtvaardig lijden ondergaan, nooit klagen of Jehovah de schuld geven van onze moeilijkheden. Mogen wij het vermijden onszelf te willen rechtvaardigen en in gedachte houden dat ongeacht welke voorrechten wij in Jehovah’s dienst hebben, wij nog steeds slechts „onnutte slaven” zijn. — Lukas 17:10.
15. (a) Van welke verkeerde houding gaven enkele van Jezus’ volgelingen blijk? (b) Hoe legde Petrus een voortreffelijke houding aan de dag?
15 Gedurende de eerste eeuw legden sommigen die naar Jezus luisterden een verkeerde houding aan de dag. Bij een gelegenheid zei Jezus iets wat moeilijk te begrijpen was. „Toen velen van zijn discipelen dit . . . hoorden, zeiden zij [als antwoord daarop]: ’Deze rede is aanstootgevend; wie kan ernaar luisteren?’” Degenen die op deze wijze spraken, hadden duidelijk een verkeerde houding. En hun verkeerde geesteshouding leidde ertoe dat zij niet meer naar Jezus luisterden. Het verslag zegt: „Ten gevolge hiervan keerden velen van zijn discipelen zich tot de dingen die zij hadden achtergelaten en wandelden voortaan niet meer met hem.” Bezaten allen een verkeerde houding? Nee. Het verslag vervolgt: „Daarom zei Jezus tot de twaalf: ’Wilt ook gij niet heengaan?’ Simon Petrus antwoordde hem: ’Heer, tot wie zullen wij heengaan?’” In feite beantwoordde Petrus vervolgens zijn eigen vraag: „Gij hebt woorden van eeuwig leven” (Johannes 6:60, 66-68). Wat een voortreffelijke houding! Zou het, wanneer wij te maken krijgen met uitleggingen of verbeteringen van ons begrip van de Schrift die wij aanvankelijk misschien moeilijk kunnen aanvaarden, niet goed zijn de houding van Petrus aan de dag te leggen? Hoe dwaas zou het zijn om ermee op te houden Jehovah te dienen of te spreken op een wijze die indruist tegen „het patroon van gezonde woorden”, enkel omdat sommige dingen in het begin moeilijk te begrijpen zijn! — 2 Timotheüs 1:13.
16. Welke schokkende geesteshouding werd door de joodse religieuze leiders uit Jezus’ tijd aan de dag gelegd?
16 De joodse religieuze leiders uit de eerste eeuw bleven in gebreke de geestesgesteldheid aan de dag te leggen die Jezus bezat. Hun vaste besluit om niet naar Jezus te luisteren, bleek toen hij Lazarus uit de dood opwekte. Voor een ieder met een juiste geesteshouding zou dat wonder het absolute bewijs zijn geweest dat Jezus door God was gezonden. Wij lezen echter: „De overpriesters en de Farizeeën riepen daarop het Sanhedrin bijeen en zeiden toen: ’Wat staat ons te doen, want deze mens verricht vele tekenen? Als wij hem zo laten begaan, zullen zij allemaal geloof in hem stellen, en de Romeinen zullen komen en zowel onze plaats als onze natie wegnemen.’” Hun oplossing? „Van die dag af . . . beraadslaagden zij om hem te doden.” Behalve dat zij plannen smeedden om Jezus te doden, waren zij eropuit het levende bewijs te vernietigen dat hij een wonderdoener was. „De overpriesters beraadslaagden nu om ook Lazarus te doden” (Johannes 11:47, 48, 53; 12:9-11). Wat zou het weerzinwekkend zijn als wij een soortgelijke geesteshouding zouden aankweken en geïrriteerd of van streek zouden raken over dingen waar wij ons in werkelijkheid over dienen te verheugen! Ja, en hoe gevaarlijk!
Christus’ positieve houding navolgen
17. (a) Onder welke omstandigheden toonde Daniël dat hij onbevreesd was? (b) Hoe betoonde Jezus zich moedig?
17 Jehovah’s dienstknechten bewaren altijd een positieve houding. Toen Daniëls vijanden een samenzwering smeedden om een wet te laten uitvaardigen waarin werd verboden in de loop van dertig dagen een smeekbede tot enige god of enig mens te richten behalve tot de koning, wist Daniël dat dit inbreuk maakte op zijn verhouding met Jehovah God. Zou hij er dertig dagen lang van afzien tot God te bidden? Nee, onbevreesd bleef hij zoals gewoonlijk driemaal per dag tot Jehovah bidden (Daniël 6:6-17). Insgelijks weigerde Jezus zich door zijn vijanden te laten intimideren. Op een zekere sabbatdag ontmoette hij een man met een verdorde hand. Jezus wist dat het vele daar aanwezige joden zou mishagen als hij iemand op de sabbat zou genezen. Hij vroeg hun op de man af zich over de kwestie te uiten. Toen zij dit weigerden, ging Jezus ertoe over de man te genezen (Markus 3:1-6). Jezus deinsde er nooit voor terug zijn opdracht te vervullen omdat hij besefte dat hij het juiste deed.
18. Waarom keren sommigen zich tegen ons, maar hoe dienen wij op hun negatieve houding te reageren?
18 Jehovah’s Getuigen in deze tijd zien in dat ook zij zich nooit moeten laten intimideren door de eventuele negatieve reacties van tegenstanders. Anders zullen zij Jezus’ geestesgesteldheid niet aan de dag leggen. Velen keren zich tegen Jehovah’s Getuigen, sommigen omdat zij niet op de hoogte zijn van de feiten en anderen omdat zij de Getuigen of hun boodschap haten. Maar laten wij nooit toestaan dat hun onvriendelijke houding invloed uitoefent op onze positieve instelling. Wij dienen ons nooit door anderen te laten voorschrijven op welke wijze wij aanbidden.
19. Hoe kunnen wij van een geestesgesteldheid als die van Jezus Christus blijk geven?
19 Jezus gaf altijd blijk van een positieve geestesgesteldheid jegens zijn volgelingen en ten aanzien van Gods regelingen, hoe moeilijk dit ook was (Mattheüs 23:2, 3). Wij dienen zijn voorbeeld na te volgen. Toegegeven, onze broeders en zusters zijn onvolmaakt, maar dat zijn wij ook. En waar kunnen wij betere metgezellen en echt loyale vrienden vinden dan in onze wereldomvattende broederschap? Jehovah heeft ons nog steeds geen volledig begrip van zijn geschreven Woord gegeven, maar welke religieuze groepering heeft meer inzicht? Laten wij altijd de juiste geestesgesteldheid bewaren, de geestesgesteldheid die Jezus Christus bezat. Dit houdt onder andere in dat wij weten hoe wij op Jehovah moeten wachten, zoals wij in het volgende artikel zullen bespreken.
[Voetnoot]
a De publicatie De grootste mens die ooit heeft geleefd, uitgegeven door het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, bespreekt het leven en de bediening van Jezus.
Kunt u dit uitleggen?
• Hoe wordt ons leven door onze geesteshouding beïnvloed?
• Beschrijf de geestesgesteldheid van Jezus Christus.
• Wat kunnen wij van Jobs geesteshouding leren?
• Wat is de juiste houding wanneer wij met tegenstand worden geconfronteerd?
[Illustraties op blz. 7]
Een christen met de juiste instelling doet er moeite voor anderen te helpen
[Illustratie op blz. 9]
Gebedsvolle studie van Gods Woord helpt ons Christus’ geestesgesteldheid over te nemen