„Zonder illustratie sprak hij niet tot hen”
’Jezus sprak tot de scharen door middel van illustraties. Ja, zonder illustratie sprak hij niet tot hen.’ — MATTHEÜS 13:34.
1, 2. (a) Waarom worden doeltreffende illustraties niet gemakkelijk vergeten? (b) Wat voor vormen van illustraties gebruikte Jezus, en welke vragen rijzen er omtrent zijn gebruik van illustraties? (Zie ook voetnoot.)
KUNT u zich een illustratie herinneren die u jaren geleden, misschien in een openbare toespraak, hebt gehoord? Doeltreffende illustraties worden niet gemakkelijk vergeten. Een schrijver merkte op dat illustraties „oren in ogen veranderen en het mogelijk maken dat luisteraars beelden voor de geest komen”. Omdat we vaak het beste in beelden kunnen denken, kunnen illustraties ertoe bijdragen begrippen gemakkelijker te vatten. Illustraties kunnen woorden tot leven brengen en ons lessen leren die stevig in ons geheugen worden geprent.
2 Geen onderwijzer op aarde is ooit bekwamer geweest in het gebruik van illustraties dan Jezus Christus. De vele gelijkenissen van Jezus worden bijna 2000 jaar nadat ze werden uitgesproken met gemak onthouden.a Waarom maakte Jezus veelvuldig gebruik van deze specifieke onderwijsmethode? En wat maakte zijn illustraties zo doeltreffend?
Waarom Jezus door middel van illustraties onderwees
3. (a) Wat is volgens Mattheüs 13:34, 35 één reden waarom Jezus zich van illustraties bediende? (b) Waardoor wordt aangetoond dat Jehovah deze onderwijsmethode wel naar waarde moet schatten?
3 De bijbel verschaft twee vermeldenswaardige redenen waarom Jezus zich van illustraties bediende. Ten eerste vervulde hij hierdoor profetieën. De apostel Mattheüs schreef: „Jezus [sprak] tot de scharen door middel van illustraties. Ja, zonder illustratie sprak hij niet tot hen, opdat vervuld zou worden hetgeen door bemiddeling van de profeet was gesproken, die zei: ’Ik wil mijn mond opendoen met illustraties’” (Mattheüs 13:34, 35). „De profeet” die door Mattheüs werd geciteerd, was de schrijver van Psalm 78:2. Die psalmist schreef onder inspiratie van Gods geest eeuwen voordat Jezus werd geboren. Is het niet opmerkelijk dat Jehovah honderden jaren van tevoren bepaalde dat zijn Zoon door middel van illustraties onderwijs zou geven? Jehovah moet deze onderwijsmethode beslist wel naar waarde schatten!
4. Hoe verklaarde Jezus waarom hij zich van illustraties bediende?
4 Ten tweede verklaarde Jezus zelf dat hij zich van illustraties bediende om degenen met een onontvankelijk hart uit te ziften. Nadat hij aan „grote scharen” de gelijkenis van de zaaier had verteld, vroegen zijn discipelen: „Waarom spreekt gij tot hen door middel van illustraties?” Jezus antwoordde: „U is het gegeven de heilige geheimen van het koninkrijk der hemelen te begrijpen, maar hun is het niet gegeven. Daarom spreek ik tot hen door middel van illustraties, omdat zij, ofschoon zij kijken, tevergeefs kijken, en ofschoon zij horen, tevergeefs horen, noch de betekenis ervan begrijpen; en ten aanzien van hen gaat de profetie van Jesaja in vervulling, welke luidt: ’Door te horen, zult gij horen, maar geenszins de betekenis ervan begrijpen, en door te kijken, zult gij kijken, maar geenszins zien. Want het hart van dit volk is onontvankelijk geworden.’” — Mattheüs 13:2, 10, 11, 13-15; Jesaja 6:9, 10.
5. Hoe brachten Jezus’ illustraties een zifting teweeg tussen de nederige en de trotse toehoorders?
5 Wat in verband met Jezus’ illustraties bracht een scheiding tussen mensen? In sommige gevallen moesten zijn toehoorders een grondig onderzoek instellen om de volledige betekenis van zijn woorden te begrijpen. Nederige personen werden ertoe bewogen meer inlichtingen in te winnen (Mattheüs 13:36; Markus 4:34). Jezus’ illustraties onthulden derhalve waarheid aan degenen wier hart ernaar hongerde; terzelfder tijd hielden zijn illustraties waarheid verborgen voor degenen die een trots hart hadden. Wat een opmerkelijke onderwijzer was Jezus! Laten we nu eens enkele van de factoren beschouwen die zijn illustraties zo doeltreffend maakten.
Selectief gebruik van details
6-8. (a) In welke gunstige omstandigheid verkeerden de eerste-eeuwse toehoorders van Jezus nog niet? (b) Uit welke voorbeelden blijkt dat Jezus selectief was in zijn gebruik van details?
6 Hebt u zich ooit afgevraagd hoe het voor die eerste-eeuwse discipelen geweest moet zijn om Jezus rechtstreeks onderwijs te horen geven? Hoewel ze het voorrecht hadden de stem van Jezus te horen, verkeerden ze toch niet in de gunstige omstandigheid dat ze een geschreven verslag konden raadplegen om hun de dingen die hij had gezegd in herinnering te brengen. In plaats daarvan moesten ze Jezus’ woorden in hun geest en hart bewaren. Door zijn bekwame gebruik van illustraties maakte Jezus het gemakkelijker voor hen om te onthouden wat hij had onderwezen. In welk opzicht?
7 Jezus was selectief in zijn gebruik van details. Wanneer bijzonderheden van belang waren voor een verhaal of nodig waren voor nadruk, zag hij er nauwgezet op toe die te verschaffen. Hij zei dus precies hoeveel schapen werden achtergelaten terwijl de eigenaar naar een afgedwaald schaap zocht, hoeveel uur arbeiders in de wijngaard werkten en hoeveel talenten in beheer werden gegeven. — Mattheüs 18:12-14; 20:1-16; 25:14-30.
8 Terzelfder tijd liet hij niet ter zake doende details weg die een belemmering voor ons begrip van de betekenis van de illustratie zouden kunnen vormen. Zo werd in de gelijkenis van de onbarmhartige slaaf geen verklaring gegeven voor de wijze waarop die slaaf het voor elkaar had gekregen een schuld van 60.000.000 denarii te maken. Jezus beklemtoonde de noodzaak vergevensgezind te zijn. Wat telde was niet hoe de slaaf in de schulden raakte, maar hoe zijn schuld werd kwijtgescholden en hoe hij, op zijn beurt, een medeslaaf behandelde die hem betrekkelijk weinig geld schuldig was (Mattheüs 18:23-35). Insgelijks gaf Jezus in de illustratie van de verloren zoon geen verklaring waarom de jongere zoon plotseling zijn erfenis opeiste en waarom hij die verkwistte. Maar Jezus beschreef in bijzonderheden hoe de vader zich voelde en hoe hij reageerde toen zijn zoon een verandering van hart had ondergaan en naar huis terugkeerde. Zulke details over de reactie van de vader waren van essentieel belang voor het punt dat Jezus duidelijk wilde maken, namelijk dat Jehovah „rijkelijk” vergeeft. — Jesaja 55:7; Lukas 15:11-32.
9, 10. (a) Waarop vestigde Jezus de aandacht wanneer hij de personages in zijn illustraties uitbeeldde? (b) Hoe maakte Jezus het voor zijn toehoorders en anderen gemakkelijker zijn illustraties te onthouden?
9 Jezus was ook oordeelkundig in de manier waarop hij de personages in zijn gelijkenissen uitbeeldde. In plaats van gedetailleerde beschrijvingen te geven van het uiterlijk van de personages, vestigde hij vaak de aandacht op wat ze deden of hoe ze reageerden op gebeurtenissen die hij verhaalde. In plaats dat Jezus beschreef hoe de barmhartige Samaritaan eruitzag, verhaalde hij iets veel belangrijkers — hoe de Samaritaan een gewonde jood die op de weg lag, te hulp kwam. Jezus verschafte de details die nodig waren om te onderwijzen dat liefde voor de naaste zich dient uit te strekken tot personen die niet tot ons eigen ras of onze eigen nationaliteit behoren. — Lukas 10:29, 33-37.
10 Jezus’ selectieve gebruik van details hield zijn illustraties kort en ongecompliceerd. Hij maakte het aldus voor zijn eerste-eeuwse toehoorders — en talloze anderen die de geïnspireerde Evangeliën later zouden lezen — gemakkelijker die illustraties en de waardevolle lessen die ze bevatten, te onthouden.
Ontleend aan het dagelijks leven
11. Geef voorbeelden van de wijze waarop Jezus’ gelijkenissen een weerspiegeling vormden van dingen die hij ongetwijfeld had waargenomen toen hij in Galilea opgroeide.
11 Jezus was een meester in het gebruik van illustraties die verband hielden met het leven van mensen. Veel van zijn gelijkenissen vormden een weerspiegeling van dingen die hij ongetwijfeld had waargenomen toen hij in Galilea opgroeide. Sta eens even stil bij zijn vroege levensjaren. Hoe vaak zou hij zijn moeder gegist brood hebben zien bereiden doordat ze een stukje van het gegiste deeg dat van een vorig baksel was overgebleven, nam en het als zuurdeeg gebruikte? (Mattheüs 13:33) Hoeveel maal zou hij hebben gadegeslagen dat de vissers hun netten neerlieten in het heldere blauwe water van de Zee van Galilea? (Mattheüs 13:47) Hoe vaak zou hij op de marktplaats kinderen hebben zien spelen? (Mattheüs 11:16) Jezus nam waarschijnlijk nota van andere gewone dingen die hij later in zijn illustraties gebruikte — zaad dat werd gezaaid, vreugdevolle bruiloften en in de zon rijpende korenvelden. — Mattheüs 13:3-8; 25:1-12; Markus 4:26-29.
12, 13. Hoe weerspiegelde Jezus’ gelijkenis van de tarwe en het onkruid dat hij bekend was met plaatselijke omstandigheden?
12 Het is dan ook niet vreemd dat omstandigheden en situaties uit het dagelijks leven overal in Jezus’ vele illustraties verwerkt zijn. Als we zijn bekwaamheid in het hanteren van deze onderwijsmethode beter willen begrijpen, is het dus nuttig te beschouwen wat zijn woorden voor zijn joodse toehoorders betekenden. Laten we eens twee voorbeelden bekijken.
13 Ten eerste vertelde Jezus in de gelijkenis van de tarwe en het onkruid dat een man voortreffelijke tarwe op zijn veld zaaide maar dat „een vijand” op het veld kwam en er onkruid overheen zaaide. Waarom koos Jezus die ongewoon vijandige daad uit? Houd in gedachte dat hij de illustratie bij de Zee van Galilea verhaalde, en de meeste Galileeërs waren klaarblijkelijk landbouwers. Wat zou voor een boer nadeliger kunnen zijn dan dat een vijand in het geheim op zijn veld zou komen en er schadelijk onkruid overheen zou zaaien? Wereldlijke wetten uit die tijd laten zien dat zulke aanvallen wel degelijk plaatsvonden. Is het niet duidelijk dat Jezus een situatie beschreef die zijn toehoorders aansprak? — Mattheüs 13:1, 2, 24-30.
14. Waarom is het in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan veelzeggend dat Jezus de weg die „van Jeruzalem naar Jericho” liep gebruikte om zijn punt in kwestie duidelijk te maken?
14 Ten tweede, breng u de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan eens te binnen. Jezus begon met te zeggen: „Een zeker mens daalde af van Jeruzalem naar Jericho en viel in de handen van rovers, die hem niet alleen uitkleedden, maar ook slagen toedienden en weggingen, terwijl zij hem halfdood lieten liggen” (Lukas 10:30). Veelzeggend is dat Jezus de weg die „van Jeruzalem naar Jericho” liep gebruikte om zijn punt in kwestie duidelijk te maken. Toen hij deze gelijkenis verhaalde, bevond hij zich in Judea, niet ver van Jeruzalem; dus kenden zijn toehoorders waarschijnlijk de genoemde weg. Die specifieke weg was berucht omdat hij zo gevaarlijk was, vooral voor iemand die alleen reisde. Hij slingerde door een eenzame streek die veel schuilplaatsen aan rovers bood.
15. Waarom zou niemand terecht de onverschilligheid van de priester en de leviet in de illustratie van de barmhartige Samaritaan kunnen rechtvaardigen?
15 Er is nog iets opmerkelijks in Jezus’ verwijzing naar de weg die „van Jeruzalem naar Jericho” afdaalde. Volgens de gelijkenis liep eerst een priester en vervolgens ook een leviet over deze weg — hoewel geen van beiden stopte om het slachtoffer te helpen (Lukas 10:31, 32). De priesters verrichtten dienst in de tempel in Jeruzalem, en de levieten assisteerden hen daarbij. Veel priesters en levieten woonden in Jericho als ze niet in de tempel werkzaam waren, want Jericho lag slechts 23 kilometer van Jeruzalem vandaan. Bijgevolg hadden ze ongetwijfeld reden om over die weg te reizen. Merk tevens op dat de priester en de leviet „van Jeruzalem” vandaan liepen, dus weg van de tempel.b Niemand zou dus terecht de onverschilligheid van deze mannen kunnen rechtvaardigen door te zeggen: ’Ze meden de gewonde man omdat hij dood leek en het aanraken van een dood lichaam hen tijdelijk ongeschikt zou maken om dienst te verrichten in de tempel’ (Leviticus 21:1; Numeri 19:11, 16). Is het niet duidelijk dat Jezus’ illustratie dingen weerspiegelde waarmee zijn toehoorders vertrouwd waren?
Ontleend aan de schepping
16. Waarom wekt het geen verbazing dat Jezus grondig bekend was met de schepping?
16 Een aantal van Jezus’ illustraties en gelijkenissen onthullen dat hij bekend was met planten, dieren en de weersomstandigheden (Mattheüs 6:26, 28-30; 16:2, 3). Waar had hij die kennis vandaan? Toen hij in Galilea opgroeide, heeft hij ongetwijfeld volop de gelegenheid gehad Jehovah’s scheppingswerken te observeren. Bovendien is Jezus „de eerstgeborene van heel de schepping” en heeft Jehovah hem als de „meesterwerker” gebruikt om alle dingen te scheppen (Kolossenzen 1:15, 16; Spreuken 8:30, 31). Wekt het dan verbazing dat Jezus zo grondig bekend was met de schepping? Laten we eens zien hoe hij deze kennis bekwaam gebruikte in zijn onderwijs.
17, 18. (a) Hoe onthullen Jezus’ woorden in Johannes hoofdstuk 10 dat hij vertrouwd was met de kenmerken van schapen? (b) Wat hebben bezoekers aan bijbelse landen waargenomen omtrent de band die er tussen herders en hun schapen bestaat?
17 Tot de meest gevoelige van Jezus’ illustraties behoort die welke staat opgetekend in Johannes hoofdstuk 10, waar hij de hechte verhouding waarin hij tot zijn volgelingen stond vergelijkt met die van een herder met zijn schapen. Jezus’ woorden onthullen dat hij heel vertrouwd was met de kenmerken van tamme schapen. Hij gaf te kennen dat schapen zich gewillig laten leiden, en dat ze hun herder trouw volgen (Johannes 10:2-4). De unieke band tussen herders en schapen is waargenomen door bezoekers van bijbelse landen. In de negentiende eeuw merkte de natuurkenner H. B. Tristram op: „Ik zag eens hoe een herder met zijn kudde speelde. Hij deed alsof hij wegliep; de schapen zetten de achtervolging in en omringden hem. . . . Ten slotte vormde heel de kudde een kring en dartelde om hem heen.”
18 Waarom volgen schapen hun herder? „Omdat ze zijn stem kennen”, zei Jezus (Johannes 10:4). Kennen schapen werkelijk de stem van hun herder? Op grond van persoonlijke waarnemingen schreef George A. Smith in zijn boek The Historical Geography of the Holy Land: „Soms genoten we van onze middagrust naast een van de Judese bronnen, waar drie of vier herders met hun kudden naar toe kwamen. De kudden vermengden zich en we vroegen ons af hoe elke herder zijn eigen kudde weer bijeen zou kunnen krijgen. Maar nadat de kudden gedrenkt waren en gespeeld hadden, gingen de herders een voor een naar verschillende delen van het dal en lieten elk hun eigen roep weerklinken; en de schapen van elke herder maakten zich van de massa los om hun eigen herder te volgen, en de kudden vertrokken even ordelijk als ze gekomen waren.” Jezus had nauwelijks een betere manier kunnen vinden om dit punt te illustreren. Als we zijn onderwijzingen erkennen en gehoorzamen en als we zijn leiding volgen, komen we onder de tedere en liefdevolle zorg van „de voortreffelijke herder”. — Johannes 10:11.
Ontleend aan gebeurtenissen die bij zijn toehoorders bekend waren
19. Hoe maakte Jezus een doeltreffend gebruik van een plaatselijke tragedie om een vals denkbeeld te verwerpen?
19 Doeltreffende illustraties kunnen de vorm aannemen van ervaringen of voorbeelden waaruit lessen getrokken kunnen worden. Bij één gelegenheid gebruikte Jezus een recente gebeurtenis om het valse denkbeeld te verwerpen dat degenen die door een tragedie getroffen worden het verdienen. Hij zei: „Die achttien op wie de toren in Siloam viel, waardoor zij werden gedood; meent gij dat zij grotere schuldenaars [zondaars] bleken te zijn dan alle andere mensen die in Jeruzalem woonden?” (Lukas 13:4) Jezus sprak zich op welsprekende wijze uit tegen fatalistische redenatie. Die achttien zielen waren niet omgekomen wegens een of andere zonde die Gods misnoegen had opgewekt. In feite was hun tragische dood het gevolg van tijd en onvoorziene gebeurtenissen (Prediker 9:11). Aldus weerlegde hij een valse leer door te verwijzen naar een gebeurtenis die bij zijn toehoorders welbekend was.
20, 21. (a) Waarom veroordeelden de Farizeeën Jezus’ discipelen? (b) Welk schriftuurlijke verslag gebruikte Jezus om te illustreren dat Jehovah nooit een starre toepassing van de sabbatswet beoogd had? (c) Wat zal er in het volgende artikel besproken worden?
20 In zijn onderwijs maakte Jezus ook gebruik van schriftuurlijke voorbeelden. Denk eens aan de tijd dat de Farizeeën zijn discipelen veroordeelden omdat ze op de sabbat koren plukten en het opaten. In werkelijkheid overtraden de discipelen niet Gods Wet maar de strenge uitleg van de Farizeeën van wat onder onwettig werk op de sabbat verstaan werd. Om te illustreren dat God nooit zo’n al te strenge toepassing van zijn sabbatswet beoogd had, verwees Jezus naar een voorval dat in 1 Samuël 21:3-6 staat opgetekend. Toen David en zijn mannen honger hadden, stopten ze bij de tabernakel en aten de broden der voorzetting die vervangen waren. De oude broden mochten gewoonlijk alleen door de priesters gegeten worden. Toch werden David en zijn mannen in de gegeven omstandigheden niet veroordeeld omdat ze ervan aten. Het is opmerkelijk dat dit verslag het enige opgetekende voorval in de bijbel is waarbij niet-priesters van de oude broden gebruik maakten. Jezus wist precies het juiste verslag te gebruiken en ongetwijfeld waren zijn joodse toehoorders er vertrouwd mee. — Mattheüs 12:1-8.
21 Jezus was werkelijk een Groot Onderwijzer! We kunnen ons alleen maar verwonderen over zijn weergaloze vermogen om belangrijke waarheden over te dragen op een wijze die zijn toehoorders begrepen. Maar hoe kunnen we hem in ons onderwijs navolgen? Dit zal in het volgende artikel besproken worden.
[Voetnoten]
a Jezus’ illustraties werden in tal van vormen gepresenteerd, met inbegrip van voorbeelden, vergelijkingen en metaforen. Hij staat bekend om zijn gebruik van de gelijkenis, die gedefinieerd is als „een kort, meestal fictief verhaal waaraan een zedelijke of geestelijke waarheid wordt ontleend”.
b Jeruzalem lag hoger dan Jericho. Derhalve zou een reiziger die, zoals de gelijkenis vermeldt, „van Jeruzalem naar Jericho” reisde, ’afdalen’.
Kunt u zich dit herinneren?
• Waarom onderwees Jezus door middel van illustraties?
• Uit welk voorbeeld blijkt dat Jezus gebruik maakte van illustraties die zijn eerste-eeuwse toehoorders aanspraken?
• Hoe maakte Jezus in zijn illustraties een bekwaam gebruik van de kennis die hij over de schepping bezat?
• Op welke manieren maakte Jezus gebruik van gebeurtenissen die aan zijn toehoorders bekend waren?
[Illustraties op blz. 15]
Jezus vertelde over een slaaf die weigerde een betrekkelijk geringe schuld kwijt te schelden en over een vader die vergeving schonk aan een zoon die zijn hele erfenis had verkwist
[Illustratie op blz. 16]
Waar ging het in Jezus’ gelijkenis van de barmhartige Samaritaan om?
[Illustratie op blz. 17]
Kennen schapen werkelijk de stem van hun herder?