Maria in de Kerk en in de bijbel
VELEN, zelfs in katholieke kringen, hebben kritiek geuit op het groeiende aantal aan Maria verleende eretitels, en sommigen vrezen dat de huidige paus, na zijn recente zendbrief, een nieuw dogma zal formuleren betreffende „Maria, middelares van alle genaden”. Veel katholieke geleerden geven toe dat naarmate de Mariacultus in de loop der eeuwen groeide, ook het aantal eretitels groeide. (Zie middenkolom.)
In het boek La Vergine Maria (De Maagd Maria) wordt echter door de Franse theoloog René Laurentin, die beschouwd wordt als de grootste expert op het gebied van de mariologie, bevestigd dat er in de hele tweede eeuw G.T. vrijwel nooit van Maria gewag wordt gemaakt en dat er in de oude wereld vóór de derde eeuw geen spoor te vinden is van festiviteiten of gebeden ter ere van haar. Bovendien ontstonden de katholieke dogma’s betreffende Maria betrekkelijk laat in de geschiedenis en hebben ze geen bijbelse basis.
Voorbeelden:
De Kerk leert dat Maria de Theotokos („God-barende” of „Moeder van God”) is, een titel die haar pas na de vierde eeuw werd gegeven. Hij komt niet in de bijbel voor.
De Kerk beweert dat zij altijd maagd is gebleven. Hoewel de bijbel wel specifiek verklaart dat Maria „een maagd” was voordat zij Jezus baarde, „wordt in het Nieuwe Testament van maagdelijkheid na de geboorte geen gewag gemaakt”, schrijft de katholieke theoloog Laurentin. De bijbel geeft duidelijk te kennen dat zij kinderen bij Jozef kreeg. — Lukas 1:27; Matthéüs 13:53-56, The Jerusalem Bible.
Betreffende het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis verklaart Laurentin dat in de oudheid „talloze [Kerk]vaders er geen moeite mee hadden vast te stellen dat . . . de Moeder van Jezus zondig was”. In de 17de eeuw vond zelfs de Roomse inquisitie deze leer verdacht. „Het dogma van de onbevlekte ontvangenis van Maria werd geformuleerd zonder enig bijbels bewijs”, zegt de jezuïet John McKenzie.
Betreffende het dogma van de Tenhemelopneming stelt Laurentin dat het net als het vorige dogma ’geen uitdrukkelijke bijbelse grond’ heeft. Deze leer is gebaseerd op „de idee van de onsterfelijkheid van de met rede begaafde ziel, welke van platonische oorsprong is”, bevestigt het tijdschrift Concilium.
Maar wat is de zienswijze van de bijbel? Dient Maria beschouwd te worden als een ’onbereikbaar model’? De apostel Petrus zegt dat het model dat christenen moeten navolgen Christus is (1 Petrus 2:21). De bijbel beschrijft Maria als een gelovige vrouw die bereid was naar God te luisteren en geestelijke belangen de eerste plaats toe te kennen. Zij had waardering voor morele reinheid en was er zeer gewetensvol in haar kinderen in het Woord van God te onderwijzen. — Lukas 1:26-38; 2:41, 42, 46-49; Handelingen 1:14.
Zij kan echter niet worden beschreven als de „Moeder van God”, om de eenvoudige reden dat Jezus niet „God de Zoon”, maar „de Zoon van God” was. De drieëenheidsleer maakte geen deel uit van het oude Hebreeuwse geloof en wordt niet in de bijbel geleerd. — 1 Johannes 4:15; Lukas 1:35; Johannes 14:28; 1 Korinthiërs 11:3; 15:27, 28.
Is het juist te spreken van Maria’s eeuwigdurende maagdelijkheid? De bijbel maakt melding van Jezus’ „broers” en „zusters” (Matthéüs 13:53-56). De Katholieke Kerk beweert dat zij zijn neven en nichten waren. Maar de katholieke schrijver Jean Gilles wijst erop dat de christelijke Griekse Geschriften dezelfde termen gebruiken als wordt verwezen naar de broers en zusters van andere bijbelse figuren, zoals Petrus en Andreas, alsook Lazarus, Martha en Maria, en dat „zij echte broers en zusters waren. De Kerk heeft hen nooit anders voorgesteld”. Waarom zou men het dan over Jezus’ neven en nichten hebben als de Schrift spreekt over Jezus’ „broers” en „zusters”?
Was Maria onbevlekt, of zonder zonde, toen haar moeder zwanger van haar werd? Theologen leggen uit dat dit mogelijk was doordat zij een „verlossing vooraf” had ontvangen. Met andere woorden, de voordelen van Christus’ losprijs werden van tevoren op haar toegepast, zelfs voordat Jezus was verwekt en geofferd. Maar dit is in tegenspraak met de bijbelse leer dat „indien er geen bloed wordt vergoten, . . . er geen vergeving [geschiedt]” (Hebreeën 9:22). Het is daarom onjuist te spreken over een „verlossing vooraf” (Romeinen 5:12; vergelijk Lukas 2:22-24 met Leviticus 12:1-8). Dit dogma, zo besluit Laurentin, „is onbijbels”.
Werd Maria lichamelijk ten hemel opgenomen? ’De Schrift geeft geen bevestiging van de tenhemelopneming van Maria’, zegt de Nuovo dizionario di teologia en dat kan ook niet, omdat de bijbel expliciet verklaart dat „vlees en bloed het koninkrijk Gods niet kunnen beërven”. — 1 Korinthiërs 15:50, JB.
[Kader/Illustratie op blz. 11]
Enkele eretitels van Maria
Moeder van God
Koningin des hemels
Koningin der martelaren
Koningin der wereld
Koningin der barmhartigheid
Koningin der engelen
Koningin van het Paradijs
Koningin van het heelal
Onbevlekte koningin
Onbevlekte Maria
Soevereine prinses
Gezegende maagd
Onze gezegende vrouwe
Gezegende maagdelijke koningin
[Verantwoording]
Uit Ed Sibbett jr.’s Cathedral Stained Glass Coloring Book/Dover
[Illustraties op blz. 12]
Jezus’ moeder en broers kwamen hem zoeken