Hoofdstuk 22
De God van de „Vredevorst” wordt ’alles voor iedereen’
1. Waarin stelt Jezus Christus een voorbeeld voor alle andere schepselen in de hemel en op aarde?
KORT na zijn opstanding zei de „Vredevorst” tot een van zijn discipelen: „Ik stijg op naar mijn Vader en uw Vader en naar mijn God en uw God” (Johannes 20:17). Met deze woorden erkende hij dat zijn hemelse Vader tevens zijn God was, de Enige die hij aanbad. Door die exclusieve aanbidding stelde hij een voorbeeld voor alle andere schepselen overal in de hemel en op aarde.
2, 3. (a) Hoe beschrijft 1 Korinthiërs 15:24-26, 28 Jezus’ speciale daad van onderwerping aan zijn Vader? (b) Wat zal het schitterende resultaat daarvan zijn?
2 Wat een schitterend voorbeeld zal de „Vredevorst” voor de gehele tot volmaaktheid gebrachte mensheid worden wanneer hij zich op een speciale manier loyaal onderwerpt aan Degene die de ideale Soeverein van het gehele universum is! Dit zal aan het einde van zijn duizendjarige regering over de mensheid, wanneer hij over de gehele aarde vrede, zekerheid en harmonie zal hebben hersteld, op een weergaloze wijze worden geopenbaard. Een onfeilbare profetie verzekert ons:
3 „Vervolgens het einde, wanneer hij het koninkrijk aan zijn God en Vader overdraagt, wanneer hij alle regering en alle autoriteit en kracht heeft tenietgedaan. Want hij moet als koning regeren totdat God alle vijanden onder zijn voeten heeft gelegd. Als laatste vijand wordt de dood tenietgedaan. Wanneer echter alle dingen aan hem onderworpen zullen zijn, dan zal ook de Zoon zelf zich onderwerpen aan Degene die alle dingen aan hem onderwierp, opdat God alles zij voor iedereen” (1 Korinthiërs 15:24-26, 28). Of, zoals The Amplified Bible het laatste gedeelte van vers 28 weergeeft: „Opdat God zij alles in allen — dat wil zeggen, alles voor iedereen, oppermachtig, de in ons wonende bezielende en besturende factor van ons leven.”
4. (a) Hoe zullen de aardbewoners op het voorbeeld van hun Pleegvader reageren? (b) Welk nieuw facet van onderwerping zal er dan zijn?
4 Wanneer de „Vredevorst” aan het einde van de Duizendjarige Regering het koninkrijk aan zijn God overdraagt, zullen de aardbewoners van deze daad van hun Pleegvader op de hoogte worden gebracht. Met hem als hun Koninklijke Voorbeeld zullen zij zich eveneens in een nieuw opzicht aan de Allerhoogste God onderwerpen. Nu voor het eerst zullen zij rechtstreeks aan Jehovah liefdevolle onderworpenheid betonen, ja, hem rechtstreeks aanbidden, zonder verder de priesterdiensten van Jezus nodig te hebben, zelfs niet wanneer zij bidden.
5. Wat zal de houding van de 144.000 medekoningen van Jezus Christus zijn?
5 Op deze wijze wordt de Allerhoogste God weer Koning van het gehele universum zonder dat hij een koninklijke vertegenwoordiger in de hemel of op aarde heeft. Hieruit volgt dat Jezus’ 144.000 medekoningen ook de knie zullen buigen voor de opperste Koninklijke Heerser en hem in deze ruimere betekenis als Universele Soeverein zullen erkennen.
Laatste beproeving voor de gehele mensheid
6. (a) Wat zal er tijdens Jezus’ duizendjarige regering met ongehoorzame mensen gebeuren? (b) In welke toestand zal Jezus de aardbewoners aan zijn hemelse Vader overdragen?
6 In erkenning van Jehovah als de Opperste Rechter, wil Jezus Christus graag dat de zo uitermate noodzakelijke goddelijke goedkeuring wordt uitgesproken over het werk dat Jezus gedurende zijn duizendjarige regering tot stand heeft gebracht. Gedurende die regering zullen de mensen die weigerden hun leven in overeenstemming te brengen met de vereisten van rechtvaardigheid en die ongehoorzaam aan de Koning waren, vernietigd zijn. Degenen die Jezus Christus aan Jehovah God, de uiteindelijke Rechter, overdraagt, zullen derhalve de gehoorzame mensen zijn die tot menselijke volmaaktheid zijn geraakt.
7. (a) Wat zal diepgaand op de proef worden gesteld nadat Jezus het Koninkrijk heeft teruggegeven? (b) Hoe zal de tot volmaaktheid gebrachte mensheid aan die beproeving worden onderworpen?
7 Op dat moment is de tijd aangebroken om de duurzaamheid van ’s mensen toewijding jegens de Universele Soeverein, Jehovah God, op de proef te stellen. Net als in het geval van Job is de vraag: Is het alleen vanwege alle goede dingen die God voor hen heeft gedaan, dat zij hem liefhebben en aanbidden, of hebben zij hem lief wegens datgene wat hij zelf is — de Rechtmatige Soeverein van het universum? (Job 1:8-11) Maar hoe zal het hart van de tot volmaaktheid gebrachte mensen aan een diepgaande beproeving op getrouwheid worden onderworpen? De bijbel antwoordt: Satan de Duivel en zijn demonen zullen „voor een korte tijd” uit de afgrond waarin zij duizend jaar lang waren opgesloten, worden losgelaten (Openbaring 20:3). Doordat het de Duivel wordt toegestaan de herstelde mensheid op de proef te stellen, kunnen de leden van de tot volmaaktheid gebrachte mensheid volledig op hun individuele rechtschapenheid jegens God worden beproefd. — Vergelijk Job 1:12.
8. (a) Wat zullen Satan en zijn demonen trachten te doen nadat zij uit de afgrond zijn bevrijd? (b) Welke handelwijze zullen degenen volgen die zich door de Duivel en zijn demonen laten misleiden?
8 Zevenduizend jaar voordien was Satan de Duivel in staat geweest de volmaakte Adam en Eva tot zonde te verleiden doordat zij een zelfzuchtige handelwijze gingen volgen. Welke verleidingsmethoden Jehovah Satan en de demonen zal toestaan te gebruiken nadat zij uit de afgrond zijn losgelaten, zegt de bijbel niet. Maar er zal ongetwijfeld een beroep worden gedaan op zelfzucht en op een verlangen naar onafhankelijkheid van God. De Duivel zelf is dan nog steeds een opstandeling tegen Jehovah’s soevereiniteit, en hij zal er dus op uit zijn om ook van de mensen opstandelingen te maken. In welke mate precies deze vrijgelaten demonenhorden succes zullen hebben, wordt evenmin gezegd, maar er zullen voldoende menselijke opstandelingen zijn om de indruk van een grote menigte te wekken. Elk menselijk schepsel dat zondigt nadat hij tot volmaaktheid is gebracht, zal dit weloverwogen doen en dus opzettelijk, willens en wetens. Het zal betekenen dat zo iemand de aanbidding van de enige ware en levende God vaarwelzegt en de zijde van Satan de Duivel kiest (Openbaring 20:7, 8). In het geval van deze opstandige personen wordt Jehovah dus niet ’alles voor iedereen’.
9. (a) Wat zal er gebeuren met degenen die hun rechtschapenheid jegens Jehovah God niet bewaren? (b) Hoe zal het onzichtbare rijk van alle opstandelingen bevrijd worden? (c) Welke schitterende situatie zal dan overal in de hemel en op aarde heersen?
9 De loyalen weigeren echter te zwichten voor de argumenten en de druk van de zijde van de misleide, nationalistische personen. Zonder te aarzelen verkiezen de loyalen om Jehovah in hun geval ’alles voor iedereen’ te laten zijn. Ter wille van de gerechtigheid zelf moet Jehovah’s soevereiniteit strikt worden gehandhaafd. Bijgevolg zullen alle door Satan beïnvloede opstandelingen op aarde voor altijd worden weggevaagd. Wat zal dat een bevrijding betekenen! Ook het onzichtbare rijk der schepping moet van alle opstandelingen worden bevrijd. Om dus de zuivering van het universum volledig te maken, zullen Satan de Duivel en al zijn demonenhorden vernietigd, weggevaagd worden. Op die manier zullen de hemel en de aarde van elke smet van zonde gereinigd zijn (Openbaring 20:9, 10). Alles zal van Jehovah’s heiligheid getuigen. (Vergelijk Zacharia 14:20.) De heilige naam van de Allerhoogste Godheid zal in de hemel en op aarde geheiligd worden. Allen die in de hemel en op aarde wonen, zullen vol vreugde zijn soevereine wil volbrengen.
10. In welke opzichten zal de aarde in alle eeuwigheid van alle andere planeten onderscheiden zijn?
10 In alle eeuwigheid zal onze aarde zich duidelijk onderscheiden van alle andere planeten in heel de eindeloze ruimte, hoewel de aarde wellicht niet de enige planeet zal zijn die ooit bewoond zal worden. Ze zal uniek zijn als de plaats waar Jehovah zijn universele soevereiniteit onbetwistbaar heeft gerechtvaardigd, waardoor hij een eeuwig en universeel wettelijk precedent heeft geschapen. Het zal de enige planeet zijn waarop Jehovah der legerscharen „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige” zal hebben gestreden. Het zal de enige planeet zijn waarnaar God zijn dierbaarste Zoon heeft gezonden om een mens te worden en te sterven ten einde de bewoners van de planeet te bevrijden van zonde en de dood. Het zal de enige planeet zijn waarvan Jehovah 144.000 bewoners zal hebben genomen om „erfgenamen van God, maar medeërfgenamen met Christus” te zijn. — Romeinen 8:17.
Serafs, cherubs, engelen
11, 12. (a) Wat voor soort van geestelijke schepselen zag Jesaja in een visioen? (b) Waarom hebben deze schepselen belangstelling voor ons mensen?
11 God, de glorierijke Bron van heel de schepping, zowel de hemelse als de aardse, zal niet alleen voor de 144.000 erfgenamen met Christus „alles” worden, maar ook voor anderen in het hemelse rijk. Hoofdstuk 6 van het bijbelboek Jesaja vergunt ons een blik in de hemelse hoven. Daar lezen wij: „Ik [kreeg] echter Jehovah te zien, zittend op een hoge en verheven troon, en zijn zomen vulden de tempel. Serafs stonden boven hem. Elk had zes vleugels. Met twee hield hij zijn aangezicht bedekt, en met twee hield hij zijn voeten bedekt, en met twee placht hij rond te vliegen. En de een riep de ander toe en zei: ’Heilig, heilig, heilig is Jehovah der legerscharen. De volheid van heel de aarde is zijn heerlijkheid.’” — Jesaja 6:1-3.
12 Wat was Jesaja bijzonder begunstigd dat hij de Allerheiligste van het gehele universum op zijn hemelse troon zag zitten, vergezeld van glorierijke serafs! Wat een ontzag inboezemend visioen was dat, waardoor de bijzonder begunstigde positie van die serafs werd onthuld, want hij is de Allerheiligste Persoon wiens heiligheid zij roemden en waarvan zij getuigenis aflegden door ze drievoudig te beklemtonen! De belangstelling van de serafs gaat ernaar uit Jehovah’s aanbidders te helpen heilig te zijn zoals God heilig is. — Jesaja 6:5-7.
13. (a) Wat voor soort van geestelijke schepselen onthult de bijbel nog meer aan ons? (b) Hoe wordt de positie die Jehovah met betrekking tot hen inneemt, beschreven?
13 Net zoals er hier op aarde een verscheidenheid aan levende schepselen is die van de macht van Jehovah God getuigen, zo zijn er in het geestenrijk ook nog een ander soort van schepselen. De bijbel onthult dat dit de glorierijke cherubs zijn, die kennelijk zeer snel kunnen vliegen (Psalm 18:10; vergelijk Hebreeën 9:4, 5). Genesis 3:24 laat zien dat nadat Adam en Eva tegen de heilige God van de hemel hadden gezondigd door van de verboden vrucht te eten, de Schepper ten oosten van de weg die terugvoerde naar het paradijs van geneugte, de cherubs plaatste met „het vlammende lemmer van een zich voortdurend wentelend zwaard”. Over Jehovah wordt gezegd dat hij „op de cherubs zit” (Psalm 99:1; Jesaja 37:16). Aldus wordt te kennen gegeven dat hij boven de cherubs troont.
14. (a) Wat voor soort van geestelijke schepselen dient ook niet over het hoofd te worden gezien? (b) Hoe talrijk zijn zij?
14 Onder de menigte van geestelijke schepselen dienen de engelen niet over het hoofd te worden gezien. Er zijn vele miljoenen engelen (Daniël 7:9, 10). Onder hen bevinden zich de engelen die de toewijzing hebben om dienst te verrichten ten behoeve van Jehovah’s aanbidders op aarde. Jezus waarschuwde dat niemand een van Jehovah’s aanbidders tot struikelen diende te brengen, omdat „hun engelen in de hemel altijd het aangezicht aanschouwen van mijn Vader, die in de hemel is” (Matthéüs 18:10; Hebreeën 1:14). Wat was het een voorrecht voor de engelen om, nadat Jezus veertig dagen in de wildernis had gevast en zegevierend weerstand had geboden aan de drie zware beproevingen waaraan de Duivel hem had onderworpen, de fysieke noden van de vermagerde, hongerige Jezus te lenigen! — Matthéüs 4:11.
15, 16. (a) Beschrijf de gezinseenheid die in de hemel en op aarde zal bestaan. (b) Welke beloning zal Jehovah schenken aan die tot volmaaktheid gebrachte mensen die de beproeving met succes doorstaan? (c) Hoe zal Jehovah de verwezenlijking van zijn oorspronkelijke voornemen bezien?
15 Daarboven in het hemelse rijk zullen de glorierijke bewoners broeders van elkaar zijn, terwijl ook hier beneden op aarde de tot volmaaktheid gebrachte leden van de menselijke familie broeders en zusters van elkaar zullen worden. Zij zullen het beeld en de gelijkenis van God bezitten in de schitterende mate waarin Adam en Eva, in hun pasgeschapen staat, ’het beeld en de gelijkenis’ van hun Schepper, Jehovah God, bezaten (Genesis 1:26, 27). Na de laatste beproeving te hebben doorstaan, zullen de tot volmaaktheid gebrachte mensen het recht ontvangen om voor eeuwig te leven, en zij zullen liefdevol als „de kinderen Gods” worden aangenomen en zich in glorierijke vrijheid verheugen en deel gaan uitmaken van Jehovah’s verenigde gezin in de hemel en op aarde. — Romeinen 8:21.
16 Hoe verheugd en zielsgelukkig zal Jehovah God zijn wanneer hij de verwezenlijking van zijn oorspronkelijke voornemen beziet — de weergaloze prestatie dat alles dan is zoals hij zich oorspronkelijk had voorgenomen — alle schepselen in een onverbrekelijke liefdevolle eenheid met hem!
17. Wie zullen zich, in het licht van dit alles, er niet van kunnen weerhouden in overeenstemming met de woorden van de psalmist te handelen, en wat doen zij derhalve?
17 Wie zullen zich, in het licht van dit alles, ervan kunnen weerhouden deze wonderbaarlijke God met een Voornemen te zegenen? De psalmist drukt zich niet op ongepaste wijze uit tegenover bovenmenselijke schepselen wanneer hij zegt: „Zegent Jehovah, o gij zijn engelen, machtig in kracht, die zijn woord volbrengt, door te luisteren naar de stem van zijn woord. Zegent Jehovah, al gij legerscharen van hem, gij zijn dienaren, die zijn wil doet.” — Psalm 103:20, 21.
18. Hoe besluit de psalmist het boek Psalmen?
18 De enthousiaste, geïnspireerde psalmist besluit het boek Psalmen met de volgende aansporende woorden: „Looft Jah! Looft God in zijn heilige plaats. Looft hem in het uitspansel zijner sterkte. Looft hem om zijn machtige werken. Looft hem overeenkomstig de volheid van zijn grootheid. Looft hem met horengeschal. Looft hem met het snaarinstrument en de harp. Looft hem met de tamboerijn en de reidans. Looft hem met snaren en de schalmei. Looft hem met de welluidende cimbalen. Looft hem met de schallende cimbalen. Ja, al wat adem heeft, love Jah. Looft Jah!” — Psalm 150:1-6.
19. (a) In welke band zal het universum dan verenigd zijn? (b) Wat zullen alle met verstand begiftigde schepselen in feite zeggen?
19 Het gehele universum zal uiteindelijk verenigd zijn in een volmaakte band die voor eeuwig zal standhouden: de ene aanbidding van de hemelse Vader, die zijn kinderen hem schenken omdat zij hem bovenal liefhebben en vereren. Ja, dan zal het zo zijn dat alle met verstand begiftigde schepselen in feite, net als de serafs, zullen zeggen: „Heilig, heilig, heilig is Jehovah der legerscharen. De volheid van heel de aarde is zijn heerlijkheid.” Dan zal de God van de „Vredevorst” inderdaad ’alles voor iedereen’ geworden zijn — voor altijd en eeuwig.
[Illustratie op blz. 188, 189]
Het gehele universum zal verenigd zijn in de vreedzame aanbidding van de Universele Soeverein