-
Doet u Gods wil?De Wachttoren 1994 | 1 maart
-
-
Wie van de twee heeft de wil van zijn vader gedaan?” — Mattheüs 21:28-31.
Het antwoord ligt voor de hand. Net als de menigte die naar Jezus luisterde, zouden wij antwoorden: „De laatste.” Maar behalve dat het voor de hand lag, bracht Jezus met die illustratie onder onze aandacht dat het ging om het doen van wat de vader wilde. Hoewel de tweede zoon zei dat hij niet wilde gaan, deed hij het toch en werd ervoor geprezen. Het doen van het juiste soort werk is net zo belangrijk. De tweede zoon ging in de wijngaard van zijn vader werken, niet in zijn eigen wijngaard.
-
-
Doet u Gods wil?De Wachttoren 1994 | 1 maart
-
-
Wie doen in deze tijd Gods wil? Hoeveel van de bijna twee miljard mensen die belijden Jezus Christus na te volgen, zijn als de jongste zoon in Jezus’ illustratie, die de wil van zijn vader ging doen? Het antwoord is niet moeilijk. Degenen die werkelijk in de voetstappen van Jezus Christus treden, zouden het werk doen dat hij had voorzegd: „Eerst [moet] in alle natiën het goede nieuws worden gepredikt” (Markus 13:10). Jehovah’s Getuigen, wereldwijd ruim vier en een half miljoen in getal, zijn er actief mee bezig het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken en anderen te onderwijzen, waarbij zij op het Koninkrijk wijzen als de enige hoop van de mensheid op vrede en zekerheid. Hebt u een volledig aandeel aan het doen van Gods wil? Predikt u het goede nieuws van het Koninkrijk, net zoals Jezus dit deed? — Handelingen 10:42; Hebreeën 10:7.
-