‘Houd je verstand erbij, wees waakzaam!’

 1. Wat zei Jezus tegen zijn discipelen over het tijdstip van het einde, en welke waarschuwing gaf hij?

EEN paar dagen voor Jezus’ dood vroegen vier van zijn discipelen: ‘Wat zal het teken zijn (...) van het einde van het tijdperk?’ (Matth. 24:3) Misschien dachten die discipelen aan Jeruzalem en de tempel en waren ze benieuwd hoe ze konden weten wanneer daar een eind aan zou komen. In zijn antwoord sprak Jezus niet alleen over het einde van het Joodse tijdperk maar ook over ‘het einde van het tijdperk’ waarin we nu leven. Over het tijdstip van het einde zei Jezus: ‘Van die dag of dat uur weet niemand iets af, ook de engelen in de hemel en de Zoon niet, maar alleen de Vader.’ Vervolgens waarschuwde hij al zijn discipelen om ‘wakker te blijven’ en ‘waakzaam te zijn’ (Mark. 13:32-37).

 2. Waarom was het in de eerste eeuw belangrijk waakzaam te zijn?

² Joodse christenen in de eerste eeuw moesten waakzaam zijn. Hun leven hing ervan af. Jezus vertelde zijn volgelingen waar ze op moesten letten om te weten wanneer het Joodse tijdperk zou eindigen. Hij zei: ‘Wanneer jullie zien dat Jeruzalem door legertroepen omsingeld is, weet dan dat de verwoesting van de stad dichtbij is.’ Dat zou het moment zijn om in gehoorzaamheid aan Jezus’ waarschuwing ‘naar de bergen te vluchten’ (Luk. 21:20, 21). Degenen die naar de waarschuwing luisterden, overleefden Jeruzalems verwoesting door de Romeinen.

 3. Waar gaat dit artikel over?

³ We leven nu in de tijd dat er een eind komt aan deze slechte wereld. Dus ook wij moeten ons verstand erbij houden en waakzaam zijn. Dit artikel laat zien hoe je evenwichtig kunt zijn terwijl je de gebeurtenissen in de wereld in de gaten houdt, hoe je op jezelf kunt letten en wat je in de resterende tijd het best kunt doen.

 4. Waarom moet je de huidige gebeurtenissen in de wereld in de gaten houden?

⁴ Er zijn goede redenen om in de gaten te houden hoe de huidige gebeurtenissen in de wereld een vervulling zijn van Bijbelse profetieën. Jezus noemde bijvoorbeeld specifieke dingen op waaraan je kunt zien dat het einde van Satans wereld dichtbij is (Matth. 24:3-14). Petrus gaf de aansporing je aandacht te richten op de vervulling van profetieën zodat je geloof sterk blijft (2 Petr. 1:19-21). Het laatste boek van de Bijbel begint met de woorden: ‘Een openbaring door Jezus Christus, die God hem gegeven heeft om aan zijn slaven te laten zien wat er binnenkort moet gebeuren’ (Openb. 1:1). We houden daarom goed in de gaten wat er in de wereld gebeurt en willen weten of het een vervulling is van profetieën. En misschien heb je het er ook graag met anderen over.

 5. Wat moet je niet doen, en wat wel? (Zie ook de afbeeldingen.)

⁵ Als je over Bijbelse profetieën praat, moet je het vermijden te gaan speculeren. Waarom? Omdat je iets zou kunnen zeggen dat de eenheid in de gemeente verstoort. Stel, je hoort dat wereldleiders praten over de oplossing van een bepaald conflict en over vrede en veiligheid. Ga dan niet speculeren dat zo’n uitspraak de vervulling is van de profetie in 1 Thessalonicenzen 5:3. Zorg in plaats daarvan dat je goed op de hoogte bent van het laatste dat erover is gepubliceerd. Als je de dingen die je zegt baseert op materiaal van Jehovah’s organisatie, draag je eraan bij dat de gemeente verenigd blijft ‘in dezelfde overtuiging’ (1 Kor. 1:10; 4:6).

 6. Wat kunnen we leren van 2 Petrus 3:11-13?

⁶ Lees 2 Petrus 3:11-13. Petrus helpt ons na te denken over de reden waarom je Bijbelprofetieën onderzoekt. Hij spoort ons aan te blijven ‘denken aan de komst van Jehovah’s dag’. Met welke reden? Niet zodat je ‘dag en uur’ kunt uitrekenen en weet wanneer Armageddon komt, maar zodat je de resterende tijd kunt gebruiken om ‘je heilig te gedragen en daden van toewijding aan God te doen’ (Matth. 24:36; Luk. 12:40). Zorg er dus voor dat je je goed blijft gedragen en dat alles wat je in Jehovah’s dienst doet wordt gemotiveerd door je diepe liefde voor hem. Om zo gefocust te blijven, moet je goed op jezelf letten.

 7. Hoe laat je zien dat je goed op jezelf let? (Lukas 21:34)

⁷ Jezus zei tegen zijn discipelen dat ze niet alleen op de gebeurtenissen in de wereld moesten letten maar ook op zichzelf. Dat punt komt duidelijk naar voren in Lukas 21:34. (Lees.) Jezus waarschuwde: ‘Let goed op jezelf.’ Iemand die op zichzelf let, is alert op alles wat zijn band met Jehovah kan bedreigen en doet wat hij kan om die gevaren te vermijden. Op die manier blijft hij in Gods liefde (Spr. 22:3; Jud. 20, 21).

 8. Welke raad gaf Paulus?

⁸ Paulus gaf christenen de raad op zichzelf te letten. Hij zei bijvoorbeeld tegen de Efeziërs: ‘Let er goed op welke weg je gaat, dat jullie je niet als dwazen maar als wijzen gedragen’ (Ef. 5:15, 16). Je geestelijke gezindheid ligt constant onder vuur. Daarom krijgen we de raad: ‘Probeer te begrijpen wat de wil van Jehovah is.’ Op die manier kun je jezelf tegen elk gevaar beschermen (Ef. 5:17).

 9. Hoe kom je te weten wat de wil van Jehovah is?

⁹ De Bijbel vermeldt niet elk gevaar dat je vriendschap met Jehovah zou kunnen bedreigen. Je moet vaak beslissingen nemen over dingen die niet specifiek in de Bijbel worden behandeld. Om verstandige keuzes te maken, moet je begrijpen of aanvoelen ‘wat de wil van Jehovah is’. En om dat te kunnen doen, moet je regelmatig Gods Woord bestuderen en erover mediteren. Hoe beter je begrijpt wat Jehovah wil en hoe meer je ‘de denkwijze van Christus’ krijgt, des te groter de kans dat je je als een wijze gedraagt, ook als er geen specifieke regels zijn om je aan te houden (1 Kor. 2:14-16). Sommige gevaren zijn relatief makkelijk te herkennen, maar andere zijn subtieler.

10. Welke gevaren moet je vermijden?

¹⁰ Wat zijn enkele gevaren die je moet vermijden? Dingen als flirten, zwaar drinken, te veel eten, kwetsende woorden, gewelddadig entertainment en pornografie (Ps. 101:3). Je tegenstander, de Duivel, is constant op zoek naar mogelijkheden om je vriendschap met Jehovah aan te tasten (1 Petr. 5:8). Als je niet waakzaam bent, kan Satan zaadjes van afgunst, oneerlijkheid, hebzucht, haat, trots en wrok in je hart en geest zaaien (Gal. 5:19-21). In het begin zijn dat misschien geen sterke neigingen. Maar als je ze niet in de kiem smoort, groeien ze uit tot een giftige plant en veroorzaken ze problemen (Jak. 1:14, 15).

11. Welk subtiele gevaar moet je vermijden, en waarom?

¹¹ Een subtiel gevaar om voor op te passen is slechte omgang. Stel je voor dat je samenwerkt met een collega die geen Getuige is. Je wilt graag dat hij een goede indruk krijgt van Jehovah’s Getuigen, dus je bent vriendelijk en behulpzaam. Misschien gaan jullie zelfs af en toe samen lunchen. Al gauw doe je dat steeds vaker. Soms praat hij over immorele dingen. In het begin probeer je dat te negeren. Maar na verloop van tijd ben je er zo aan gewend dat het je niet meer stoort. Als je collega je op een dag vraagt om na het werk nog iets te gaan drinken, doe je dat. Langzamerhand begin je net zo te denken als hij. Hoelang nog voordat je je net zo gaat gedragen als hij? Natuurlijk ben je vriendelijk en respectvol tegen iedereen. Maar vergeet niet hoe sterk de invloed is van de mensen met wie je veel tijd doorbrengt (1 Kor. 15:33). Als je op jezelf let, zoals Jezus ons aanspoorde, zul je geen onnodige omgang hebben met personen die niet naar Jehovah’s normen leven (2 Kor. 6:15). Je zult het gevaar zien en het uit de weg gaan.

12. Wat moesten Jezus’ discipelen doen terwijl ze het einde afwachtten?

¹² Jezus wilde niet dat zijn discipelen met de armen over elkaar het einde zouden afwachten. Hij gaf ze werk te doen. Hij gaf ze de opdracht het goede nieuws te prediken ‘in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, en tot in de meest afgelegen delen van de aarde’ (Hand. 1:6-8). Wat een enorme taak! Jezus’ volgelingen konden hun tijd niet beter gebruiken dan voor die opdracht.

13. Waarom moet je je tijd zo goed mogelijk gebruiken? (Kolossenzen 4:5)

¹³ Lees Kolossenzen 4:5. Goed op jezelf letten houdt ook in dat je nadenkt over hoe je je tijd gebruikt. ‘Tijd en toeval’ treffen iedereen (Pred. 9:11). Er kan plots een eind komen aan je leven.

14-15. Wat kun je het best met je tijd doen? (Hebreeën 6:11, 12) (Zie ook de afbeelding.)

¹⁴ Je kunt je tijd het best gebruiken door Jehovah’s wil te doen en je vriendschap met hem te versterken (Joh. 14:21). Doe je best om ‘standvastig en onwrikbaar’ te zijn en ‘zorg dat je altijd volop te doen hebt in het werk van de Heer’ (1 Kor. 15:58). Als dan het einde komt — het einde van je leven of het einde van deze slechte wereld — zul je nergens spijt van hebben (Matth. 24:13; Rom. 14:8).

¹⁵ Jezus geeft nu leiding aan de prediking van Gods Koninkrijk overal op aarde. Hij doet zijn deel. Via Jehovah’s organisatie leidt hij ons op voor de prediking en geeft hij ons de hulpmiddelen die we daarbij nodig hebben (Matth. 28:18-20). Wij doen ons deel door ons voor de prediking in te zetten en door waakzaam te blijven tot Jehovah een eind maakt aan deze wereld. Als je de raad uit Hebreeën 6:11, 12 toepast, kun je ‘tot het einde toe’ vasthouden aan je hoop. (Lees.)

16. Wat heb jij je voorgenomen?

¹⁶ Jehovah heeft al besloten wanneer hij een eind gaat maken aan Satans wereld. Dag en uur liggen al vast. Als het moment aanbreekt, zal Jehovah de profetieën die hij in zijn Woord liet opschrijven allemaal vervullen. Tot die tijd kan het soms lijken alsof het einde op zich laat wachten. Maar Jehovah’s dag ‘zal niet te laat komen’ (Hab. 2:3). Neem je dus voor om ‘te blijven uitzien naar Jehovah’ en ‘geduldig te wachten op de God van [onze] redding’ (Micha 7:7).