-
Een uiterst belangrijke profetieDe Wachttoren 2011 | 1 maart
-
-
Een uiterst belangrijke profetie
„Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” — MATTHEÜS 24:14.
BIJBELGELEERDEN zijn het erover eens dat dit een heel belangrijk vers is. Het is belangrijk omdat het over een wereldomvattend werk gaat. En het geeft aan dat christenen een predikingswerk moeten verrichten, voorafgaand aan de gewichtige, verreikende gebeurtenis die Jezus „het einde” noemde.
Dat profetische vers gaat in deze tijd in vervulling. U bent erbij betrokken, want het goede nieuws omvat zowel een uitnodiging als een waarschuwing. Het stelt u voor een keuze: wilt u Gods koninkrijk accepteren of u ertegen verzetten? Wat u kiest, is rechtstreeks van invloed op uw leven.
Kijk eens naar de context. Een paar dagen voordat Jezus werd terechtgesteld, kwamen zijn leerlingen naar hem toe en vroegen hem naar de toekomst. Ze wilden weten wanneer Gods koninkrijk, waar Jezus zo vaak over gesproken had, opgericht zou worden. Ze wilden ook meer weten over „het besluit van het samenstel van dingen”, of zoals sommige vertalingen die uitdrukking weergeven, „het einde der wereld” (Mattheüs 24:3, Petrus Canisiusvertaling).
Jezus antwoordde dat er grote oorlogen, hongersnoden, epidemieën en zware aardbevingen zouden zijn. Hij zei ook dat de wetteloosheid zou toenemen, valsreligieuze leiders velen zouden misleiden en ware christenen gehaat en vervolgd zouden worden. Dat was allemaal slecht nieuws (Mattheüs 24:4-13; Lukas 21:11).
Maar er was ook goed nieuws. Jezus sprak daarna de hierboven aangehaalde profetie uit, die mensen eeuwenlang heeft gefascineerd en gemotiveerd. Hoewel velen het eens zijn over de belangrijkheid van die woorden, zijn ze het niet eens over de betekenis ervan. Wat is het goede nieuws precies? Wat is het Koninkrijk? Wanneer en door wie zal deze profetie vervuld worden? En wat is „het einde”? Laten we eens zien.
-
-
Wat is Gods koninkrijk?De Wachttoren 2011 | 1 maart
-
-
Wat is Gods koninkrijk?
„Dit goede nieuws van het koninkrijk . . .” — MATTHEÜS 24:14.
IN ZIJN beroemde Bergrede gaf Jezus een modelgebed, met onder andere dit verzoek aan God: „Uw koninkrijk kome.” Miljoenen kennen dat gebed uit het hoofd en zeggen het vaak op. Het is volgens een encyclopedie „het bekendste gebed uit de christelijke traditie”. Toch hebben maar weinig van die mensen een idee wat het Koninkrijk is of wat er gaat gebeuren als het komt (Mattheüs 6:9, 10).
Dat is niet verrassend. De leiders van de christenheid geven vaak een tegenstrijdige, verwarrende en ingewikkelde uitleg over het Koninkrijk. Een van hen schrijft dat Gods koninkrijk „iets bovennatuurlijks is (...), een innerlijke link met de levende God (...), een ervaring met God waarin mannen en vrouwen verlossing vinden”. Een ander definieert het evangelie van het Koninkrijk als „onderwijs over de kerk”. En de Katechismus van de katholieke kerk zegt: „Het koninkrijk van God is gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest.”
Op bladzijde 2 van dit tijdschrift vindt u een veel duidelijker uitleg. Daar staat dat „Gods koninkrijk, een echte regering in de hemel, binnenkort een eind zal maken aan alle slechtheid en de aarde in een paradijs zal veranderen”. Laten we eens zien hoe de Bijbel die uitleg ondersteunt.
De toekomstige regeerders over de hele aarde
Gods koninkrijk is een regering die door God in het leven is geroepen. De Koning ervan is de uit de dood opgewekte Jezus Christus. De profeet Daniël kreeg een visioen van Jezus’ installatie als Koning in de hemel. Hij schreef: „Ik bleef aanschouwen in de nachtvisioenen, en ziedaar! met de wolken des hemels bleek iemand gelijk een mensenzoon [Jezus] te komen; en tot de Oude van Dagen [Jehovah God] verkreeg hij toegang, en men bracht hem dicht bij, ja vóór Deze. En hem werd heerschappij en waardigheid en een koninkrijk gegeven, opdat de volken, nationale groepen en talen alle hém zouden dienen. Zijn heerschappij is een heerschappij van onbepaalde duur, die niet zal voorbijgaan, en zijn koninkrijk een dat niet te gronde gericht zal worden” (Daniël 7:13, 14).
Het Bijbelboek Daniël laat ook zien dat God het Koninkrijk stabiliteit zal geven, dat het een eind zal maken aan alle menselijke regeringen, en dat het nooit omvergeworpen zal worden. Hoofdstuk 2 beschrijft een door God ingegeven droom van de koning van Babylon waarin hij een groot beeld zag, dat opeenvolgende wereldmachten voorstelde. De profeet Daniël legde die droom uit: „In het laatst der dagen (...) zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan” (Daniël 2:28, 44).
De Koning van Gods koninkrijk regeert niet alleen. Tijdens zijn bediening op aarde verzekerde Jezus zijn getrouwe apostelen dat zij samen met anderen opgewekt zouden worden tot hemels leven en op tronen zouden zitten (Lukas 22:28-30). Jezus had het niet over letterlijke tronen, want zoals hij aangaf zou het Koninkrijk zich in de hemel bevinden. Volgens de Bijbel komen deze mederegeerders uit „elke stam en taal en elk volk en elke natie”. Ze zouden „tot een koninkrijk en tot priesters voor onze God” worden en „als koningen over de aarde regeren” (Openbaring 5:9, 10).
Waarom het nieuws van het Koninkrijk goed is
Zoals we gelezen hebben, krijgt Christus Jezus het bestuur over alle „volken, nationale groepen en talen” en zullen zijn medebestuurders „als koningen over de aarde regeren”. Wie worden dan de onderdanen van dat Koninkrijk? Dat zijn de mensen die gunstig reageren op het goede nieuws dat in deze tijd gepredikt wordt, en de mensen die tot leven op aarde worden opgewekt met het vooruitzicht daar altijd te mogen blijven.
De Bijbel geeft een schitterende beschrijving van de goede dingen die het Koninkrijk zal brengen. Hier volgen er een paar:
„Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde. De boog verbreekt hij en hij slaat de speer werkelijk aan stukken; de wagens verbrandt hij in het vuur.” — Psalm 46:9.
„Zij zullen stellig huizen bouwen en bewonen, en zij zullen stellig wijngaarden planten en hun vrucht eten. Zij zullen niet bouwen en iemand anders het bewonen; zij zullen niet planten en iemand anders ervan eten.” — Jesaja 65:21, 22.
„Hij [God] zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:3, 4.
„In die tijd zullen de ogen der blinden geopend worden, en zelfs de oren der doven zullen ontsloten worden. In die tijd zal de kreupele klimmen net als een hert, en de tong van de stomme zal een vreugdegeroep aanheffen.” — Jesaja 35:5, 6.
„Het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn [Jezus’] stem zullen horen en te voorschijn zullen komen, zij die goede dingen hebben gedaan, tot een opstanding des levens.” — Johannes 5:28, 29.
„De zachtmoedigen (...) zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.” — Psalm 37:11.
Dat is zeker goed nieuws! En uit Bijbelprofetieën die al in vervulling zijn gegaan blijkt zelfs dat het Koninkrijk binnenkort zijn rechtvaardige bestuur over de hele aarde zal doen gelden.
-
-
Wat is het goede nieuws?De Wachttoren 2011 | 1 maart
-
-
Wat is het goede nieuws?
„Dit goede nieuws . . .” — MATTHEÜS 24:14.
CHRISTENEN moeten het „goede nieuws van het koninkrijk” prediken door anderen erover te vertellen en uit te leggen dat het Koninkrijk de toekomstige wereldregering is die de aarde rechtvaardig zal besturen. Maar de uitdrukking ’goed nieuws’ wordt ook op andere manieren in de Bijbel gebruikt. We lezen bijvoorbeeld over „het goede nieuws van God” (Romeinen 15:16), „het goede nieuws van de redding door hem” (Psalm 96:2) en „het goede nieuws over Jezus Christus” (Markus 1:1).
Eenvoudig gezegd omvat het goede nieuws alle waarheden waarover Jezus sprak en zijn volgelingen schreven. Voordat Jezus naar de hemel opsteeg, zei hij tegen hen: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb” (Mattheüs 28:19, 20). Het werk van christenen is dus niet alleen over het Koninkrijk vertellen; ze moeten ook proberen discipelen te maken.
Hoe doen de kerken het in dat opzicht? Kerkleiders die niet begrijpen wat het Koninkrijk is — en dat zijn er veel — kunnen dat ook niet goed aan anderen duidelijk maken. In plaats daarvan houden ze feelgoodpreken over vergeving van zonden en geloof in Jezus. Ook proberen ze bekeerlingen te maken met sociaal werk of door ziekenhuizen, scholen, en huizen voor de armen te bouwen. Zulke dingen kunnen het aantal lidmaten dan wel opvoeren maar leveren geen ware christenen op die echt in overeenstemming met Jezus’ onderwijs proberen te leven.
Een theoloog schrijft: „Je zult in christelijke kringen niet snel geleerden of leiders vinden die ontkennen dat we discipelen of leerlingen van Jezus horen te maken en hun alles moeten leren wat hij heeft gezegd. (...) Jezus’ instructies hierover zijn tenslotte overduidelijk. We doen gewoon niet wat hij gezegd heeft. We proberen het niet eens. En blijkbaar weten we ook niet hoe we het moeten doen.”
Uit een enquête onder katholieken in de Verenigde Staten bleek dat 95 procent het ermee eens was dat het een vereiste van hun geloof is het goede nieuws te prediken. Toch vond bijna iedereen dat de beste manier om dit te doen niet is erover te praten, maar zo te leven dat je een voorbeeld voor anderen bent. Een van de ondervraagden zei: „Evangeliseren is iets anders dan woorden, woorden en nog eens woorden. We moeten het Goede Nieuws zijn.” Het tijdschrift dat de enquête uitvoerde, U.S. Catholic, zei dat velen aarzelen hun geloof met anderen te delen vanwege „het slechte imago van de kerk door de recente schandalen in verband met seksueel misbruik, en problematische kerkleerstellingen”.
Een methodistische bisschop verzuchtte dat zijn kerken verdeeld en in verwarring zijn, niet het lef hebben om te doen wat ze moeten doen en er vrijwel dezelfde waarden op na houden als de maatschappij in het algemeen. Gefrustreerd vroeg hij: „Wie zijn de gewetensvolle predikers van het evangelie van het Koninkrijk?”
Er is een duidelijk antwoord op die vraag. Dat staat in het volgende artikel.
[Inzet op blz. 6]
Het goede nieuws gaat over Gods koninkrijk en over redding door geloof in Jezus Christus
-
-
Wie prediken het goede nieuws?De Wachttoren 2011 | 1 maart
-
-
Wie prediken het goede nieuws?
„. . . zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt.” — MATTHEÜS 24:14.
HET goede nieuws wordt wereldwijd gepredikt door Jehovah’s Getuigen. Ze doen dat op allerlei manieren. Eén manier is . . .
Het gesproken woord. Jehovah’s Getuigen gaan met het goede nieuws naar mensen toe, net zoals Jezus en zijn leerlingen dat deden (Lukas 8:1; 10:1). Ze wachten niet gewoon tot de mensen naar hen toe komen. Alle Getuigen, en dat zijn er ruim zeven miljoen, geven getuigenis over Gods koninkrijk. Ze prediken van huis tot huis, op straat, via de telefoon en op andere manieren. Het afgelopen jaar hebben de Getuigen daar meer dan anderhalf miljard uur aan besteed.
Ze onderwijzen anderen niet alleen over Gods koninkrijk maar over alles wat Jezus geboden heeft (Mattheüs 28:20). Ze leiden op geregelde basis meer dan acht miljoen gratis Bijbelstudies bij mensen thuis.
De Getuigen prediken wereldwijd, in 236 landen. Ze prediken tot mensen van allerlei achtergronden. Ze prediken op het platteland en in de stad, in de Amazonejungle en de Siberische taiga, in Afrikaanse woestijnen en de Himalaja. Ze worden hier niet voor betaald; ze prediken op eigen kosten en in hun vrije tijd, gemotiveerd door liefde voor God en hun naaste. Ze maken het goede nieuws ook bekend met behulp van . . .
De gedrukte bladzijde. Dit tijdschrift, met de volledige titel De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk, wordt momenteel in 185 talen uitgegeven en heeft een oplage van ruim 42 miljoen. Het tijdschrift Ontwaakt!, dat ook het Koninkrijk verkondigt, wordt in 83 talen uitgegeven en heeft een oplage van zo’n 40 miljoen.
De Getuigen produceren en verspreiden Bijbelse boeken, brochures, folders, cd’s/mp3’s en dvd’s in zo’n 540 talen. Alleen al in de afgelopen tien jaar waren dat meer dan twintig miljard stuks, gemiddeld ongeveer drie voor elke persoon op aarde!
Jehovah’s Getuigen hebben ook verschillende Bijbelvertalingen gedrukt of laten drukken. De Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — vertaald, gedrukt en verspreid door de Getuigen — is nu geheel of gedeeltelijk in 96 talen verkrijgbaar. Er zijn meer dan 166 miljoen exemplaren van verspreid. De Getuigen maken het goede nieuws van het Koninkrijk ook bekend . . .
Op christelijke vergaderingen. De vergaderingen die wekelijks in de plaatselijke Koninkrijkszaal worden gehouden, zijn niet alleen religieuze diensten; er wordt ook onderwijs gegeven. Er worden lezingen gehouden over Bijbelse onderwerpen, en de Bijbel wordt bestudeerd aan de hand van De Wachttoren en andere publicaties. Op de vergaderingen leren de Getuigen ook effectiever te worden in het verkondigen van het goede nieuws.
De Getuigen bestuderen in ruim 107.000 gemeenten over de hele wereld hetzelfde materiaal, wat tot hun eenheid bijdraagt. Op deze vergaderingen is iedereen welkom. Er worden geen collectes gehouden. Natuurlijk zou dit allemaal weinig betekenen als de Getuigen niet in praktijk zouden brengen wat ze prediken. Daarom proberen ze het goede nieuws aan te bevelen . . .
Door hun voorbeeld. Ze proberen voorbeeldig te zijn in christelijk gedrag en ze doen hun best anderen te behandelen zoals ze graag zelf behandeld willen worden (Mattheüs 7:12). Hoewel ze onvolmaakt zijn en soms tekortschieten, willen ze oprecht liefde tonen voor alle mensen, niet alleen door het goede nieuws te prediken maar ook door zo veel mogelijk op andere manieren te helpen.
Jehovah’s Getuigen proberen niet de wereld te bekeren met hun predikingswerk. Als dat werk naar Jehovah’s tevredenheid is gedaan, zal zoals Jezus heeft voorzegd het einde komen. Wat betekent dat voor de aarde en voor ons als mensen?
[Illustratie op blz. 7]
Jehovah’s Getuigen prediken het goede nieuws wereldwijd
-
-
Wat is het einde?De Wachttoren 2011 | 1 maart
-
-
Wat is het einde?
„. . . en dan zal het einde komen.” — MATTHEÜS 24:14.
HET einde van de wereld schijnt een fascinerend thema te zijn. Boeken, films en tijdschriften, variërend van humoristisch tot wetenschappelijk, schetsen een verscheidenheid aan doemscenario’s, zoals vernietiging door een kernoorlog, een botsing met een asteroïde, een dodelijk virus, niet te beheersen klimaatverandering, of een invasie vanuit de ruimte.
Ook de religieuze opvattingen lopen uiteen; velen leren dat „het einde” een eind zal maken aan al het leven op aarde. Een theoloog gebruikt in een commentaar op Mattheüs 24:14 deze onheilspellende woorden: „Dit is een van de belangrijkste verzen in heel het Woord van God (...) Onze generatie staat voor een potentiële verwoesting van zulke totale proporties dat maar weinigen zich de afschuwelijke realiteit proberen voor te stellen.”
Zulke zienswijzen gaan vaak voorbij aan een belangrijk feit: Jehovah God heeft de aarde ’stevig bevestigd’; hij ’heeft haar niet louter voor niets geschapen, maar geformeerd om ook bewoond te worden’ (Jesaja 45:18). Toen Jezus over „het einde” sprak, bedoelde hij dus niet dat de aarde vernietigd zou worden, en ook niet dat de mensheid uitgeroeid zou worden. Hij bedoelde dat de goddelozen, de mensen die koppig weigeren in overeenstemming met Jehovah’s liefdevolle leiding te leven, gedood zouden worden.
Laten we eens een voorbeeld nemen. Stel dat u de eigenaar bent van een prachtig huis en er mensen gratis in laat wonen. Sommige bewoners leven in vrede met elkaar en onderhouden uw huis goed. Maar andere zorgen constant voor problemen, vechten met elkaar en vallen de nette bewoners lastig. Ze beschadigen uw eigendommen en reageren absoluut niet als u probeert hen daarmee te laten stoppen.
Wat zou u doen om het probleem op te lossen? Zou u uw huis slopen? Natuurlijk niet. Waarschijnlijk zou u de slechte bewoners uit huis zetten en de schade herstellen.
Jehovah zal net zoiets doen. Hij liet de psalmist opschrijven: „De boosdoeners zelf zullen afgesneden worden, maar wie op Jehovah hopen, díé zullen de aarde bezitten. En nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn; en gij zult stellig acht geven op zijn plaats, en hij zal er niet zijn. De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede” (Psalm 37:9-11).
De apostel Petrus sprak over hetzelfde onderwerp. Onder Gods leiding schreef hij dat er „van oudsher hemelen waren en een aarde, compact staande uit het water en te midden van water; en door die middelen werd de toenmalige wereld vernietigd toen ze door water werd overstroomd” (2 Petrus 3:5, 6). Hier had hij het over de zondvloed. De goddeloze mensenwereld werd vernietigd, maar de aarde niet. Die wereldomvattende vloed werd „voor goddelozen tot een voorbeeld gesteld (...) van komende dingen” (2 Petrus 2:6).
Petrus voegde eraan toe: „De hemelen en de aarde van nu [zijn] voor het vuur opgespaard.” Als we hier stoppen met lezen, kunnen we op het verkeerde been gezet worden. Maar verderop heeft hij het over „de vernietiging der goddeloze mensen”. Het gaat dus niet om de vernietiging van de aarde maar van de goddelozen. Wat komt er daarna? Petrus schreef: „Er zijn nieuwe hemelen [Gods Messiaanse koninkrijk] en een nieuwe aarde [een rechtvaardige mensenmaatschappij], die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen” (2 Petrus 3:7, 13).
Bijbelprofetieën laten ook zien dat „het einde” dichtbij is. In Mattheüs 24:3-14 en 2 Timotheüs 3:1-5 kunt u hier bewijzen van vinden.a
Vindt u het vreemd dat er zo veel verwarring bestaat over Mattheüs 24:14, een vers dat zelfs een kind kan begrijpen? Daar is een verklaring voor. Satan heeft mensen verblind voor de kostbare waarheden uit Gods Woord (2 Korinthiërs 4:4). Ook heeft God zijn voornemens verborgen voor trotse mensen en ze aan nederigen onthuld. Jezus zei in dit verband: „Ik loof u in het openbaar, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat gij deze dingen voor de wijzen en intellectuelen hebt verborgen en ze aan kleine kinderen hebt geopenbaard” (Mattheüs 11:25). Wat is het een eer bij de nederigen te horen die echt begrijpen wat Gods koninkrijk is en die kunnen uitzien naar de zegeningen die dat koninkrijk gaat brengen voor iedereen die het ondersteunt!
-