De vlucht naar veiligheid vóór de „grote verdrukking”

„Wanneer gij . . . Jeruzalem door legerkampen ingesloten ziet, . . . laten dan zij die in Judea zijn, naar de bergen vluchten.” — LUKAS 21:20, 21.

 1. Waarom is het voor degenen die nog deel uitmaken van de wereld dringend noodzakelijk te vluchten?

VOOR allen die deel uitmaken van Satans wereld, is het dringend noodzakelijk te vluchten. Als zij gered willen worden wanneer het huidige samenstel van dingen van de aarde wordt weggevaagd, moeten zij het overtuigende bewijs leveren dat zij een krachtig standpunt aan Jehovah’s zijde hebben ingenomen en geen deel meer zijn van de wereld waarvan Satan de heerser is. — Jakobus 4:4; 1 Johannes 2:17.

2, 3. Welke vragen in verband met de in Mattheüs 24:15-22 opgetekende woorden van Jezus zullen wij nu bespreken?

² In zijn omvangrijke profetie omtrent het besluit van het samenstel van dingen legde Jezus de nadruk op de dringende noodzaak van die vlucht. Wij bespreken dikwijls wat in Mattheüs 24:4-14 staat opgetekend, maar wat volgt, is niet minder belangrijk. Wij moedigen u ertoe aan uw bijbel nu open te slaan en vers 15 tot en met 22 te lezen.

³ Wat betekent die profetie? Wat was in de eerste eeuw „het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt”? Wat beduidde het dat het „in een heilige plaats” stond? Welke betekenis heeft die ontwikkeling voor ons?

„De lezer gebruike onderscheidingsvermogen”

 4. (a) Wat zou er volgens Daniël 9:27 plaatsvinden nadat de joden de Messias hadden verworpen? (b) Wat was toen Jezus hiernaar verwees, kennelijk de reden waarom hij zei: „De lezer gebruike onderscheidingsvermogen”?

⁴ Merk in Mattheüs 24:15 op dat Jezus verwees naar wat er in het boek Daniël opgetekend stond. In hoofdstuk 9 van dat boek staat een profetie die de komst van de Messias voorzei alsook het oordeel dat aan de joodse natie voltrokken zou worden wegens hun verwerping van hem. Het laatste gedeelte van vers 27 zegt: „En op de vleugel van walgelijkheden zal degene komen die verwoesting veroorzaakt.” De vroege joodse traditie paste dit gedeelte van Daniëls profetie toe op de ontheiliging van Jehovah’s tempel in Jeruzalem door Antiochus IV in de tweede eeuw v.G.T. Maar Jezus waarschuwde: „De lezer gebruike onderscheidingsvermogen.” Hoewel de ontwijding van de tempel door Antiochus IV beslist walgelijk was, leidde ze niet tot de verwoesting van Jeruzalem, van de tempel of van de joodse natie. Jezus maakte zijn toehoorders er dus blijkbaar op attent dat de vervulling hiervan niet in het verleden lag maar nog toekomstig was.

 5. (a) Hoe worden wij door de evangelieverslagen met elkaar te vergelijken, geholpen het eerste-eeuwse „walgelijke ding” te identificeren? (b) Waarom liet Cestius Gallus in 66 G.T. snel Romeinse troepen naar Jeruzalem oprukken?

⁵ Wat was „het walgelijke ding” waarnaar zij waakzaam moesten uitzien? Het is opmerkenswaard dat Mattheüs’ verslag zegt: „Wanneer gij . . . het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt, . . . in een heilige plaats ziet staan.” Maar het parallelle verslag in Lukas 21:20 luidt: „Wanneer gij . . . Jeruzalem door legerkampen ingesloten ziet, weet dan dat haar verwoesting nabij gekomen is.” In 66 G.T. zagen de christenen die in Jeruzalem woonden, inderdaad wat Jezus had voorzegd. Een reeks incidenten tussen de joden en de Romeinse gezagdragers leidde ertoe dat Jeruzalem een broeinest van opstand tegen Rome werd. Dientengevolge braken er gewelddadigheden uit in heel Judea, Samaria, Galilea, de Dekapolis en Fenicië, noordwaarts tot in Syrië en zuidwaarts tot in Egypte. Om de vrede in dat deel van het Romeinse Rijk enigszins te herstellen, liet Cestius Gallus snel strijdkrachten uit Syrië oprukken naar Jeruzalem, de stad die de joden hun „heilige stad” noemden. — Nehemia 11:1; Jesaja 52:1.

 6. Hoe kon er gezegd worden dat een ’walgelijk ding’ dat verwoesting kon veroorzaken, ’in een heilige plaats kwam te staan’?

⁶ De Romeinse legioenen droegen gewoonlijk standaarden, of veldtekens, met zich mee, die zij als heilig beschouwden maar die in de ogen van de joden afgodisch waren. Het is interessant dat het Hebreeuwse woord dat in het boek Daniël met ’walgelijk ding’ wordt vertaald, voornamelijk voor afgoden en afgoderij wordt gebruikt (Deuteronomium 29:17).a Ondanks het verzet van de joden drongen de Romeinse strijdkrachten met hun afgodische veldtekens in november 66 G.T. Jeruzalem binnen en begonnen vervolgens de tempelmuur aan de noordzijde te ondermijnen. Het leed geen twijfel — een ’walgelijk ding’ dat een complete verwoesting over Jeruzalem kon brengen, ’stond in een heilige plaats’! Maar hoe zou er ook maar iemand kunnen vluchten?

Vluchten was dringend noodzakelijk!

 7. Wat deed het Romeinse leger onverwacht?

⁷ Plotseling en vanuit menselijk standpunt bezien schijnbaar zonder reden, toen het erop leek dat Jeruzalem gemakkelijk kon worden ingenomen, trok het Romeinse leger zich terug. De joodse opstandelingen achtervolgden de terugtrekkende Romeinse troepen, maar slechts tot Antipatris, zo’n vijftig kilometer van Jeruzalem vandaan. Vervolgens keerden zij terug. Toen zij weer in Jeruzalem waren, kwamen zij in de tempel bijeen om hun verdere oorlogsstrategie uit te stippelen. Er werden jongeren gerekruteerd voor het versterken van vestingwerken en om in het leger te dienen. Zouden de christenen hierin verwikkeld raken? Zelfs als zij dit vermeden, zouden zij zich dan bij de terugkeer van de Romeinse legers nog in de gevarenzone bevinden?

 8. Welke snelle actie ondernamen de christenen in gehoorzaamheid aan Jezus’ profetische woorden?

⁸ De christenen in Jeruzalem en in heel Judea gingen in overeenstemming met de profetische waarschuwing die door Jezus Christus was gegeven, snel tot handelen over en vluchtten uit de gevarenzone. Het was dringend noodzakelijk te vluchten! Zij trokken bijtijds het bergland in, en sommigen vestigden zich mogelijk in Pella, in de provincie Perea. Degenen die Jezus’ waarschuwing ter harte namen, waren niet zo dwaas dat zij terugkeerden in een poging hun materiële bezittingen te redden. (Vergelijk Lukas 14:33.) Omdat zij onder zulke omstandigheden vertrokken, was het voor zwangere vrouwen en zogende moeders beslist zwaar om die reis te voet te maken. Hun vlucht werd niet gehinderd door beperkingen van de sabbatdag, en het was nog geen winter, hoewel die tijd naderde. Degenen die acht hadden geslagen op Jezus’ waarschuwing om snel te vluchten, bevonden zich spoedig veilig buiten Jeruzalem en Judea. Hun leven hing hiervan af. — Vergelijk Jakobus 3:17.

 9. Hoe snel kwamen de Romeinse strijdkrachten terug, en met welk gevolg?

⁹ Het daaropvolgende jaar, in 67 G.T., hervatten de Romeinen hun oorlogsactiviteiten tegen de joden. Eerst werd Galilea onderworpen. Het jaar daarop werd Judea geleidelijk veroverd. Tegen 70 G.T. werd Jeruzalem zelf door de Romeinse strijdkrachten omsingeld (Lukas 19:43). De hongersnood nam extreme vormen aan. Degenen die in de stad vastzaten, keerden zich tegen elkaar. Iedereen die probeerde te ontsnappen, werd afgeslacht. Wat zij doormaakten was, zoals Jezus had gezegd, een „grote verdrukking”. — Mattheüs 24:21.

10. Wat zullen wij, als wij met onderscheidingsvermogen lezen, nog meer opmerken?

¹⁰ Was dat de volledige vervulling van wat Jezus had voorzegd? Nee, er zou nog meer komen. Als wij, zoals Jezus aanraadde, de Schrift met onderscheidingsvermogen lezen, zal ons datgene wat nog in het verschiet ligt, beslist niet ontgaan. Ook zullen wij er ernstig over nadenken wat dit voor ons eigen leven betekent.

Het hedendaagse „walgelijke ding”

11. In welke twee andere passages verwijst Daniël naar „het walgelijke ding”, en over welke tijdsperiode wordt daar gesproken?

¹¹ Merk op dat er, behalve wat wij in Daniël 9:27 hebben gezien, in Daniël 11:31 en 12:11 eveneens melding wordt gemaakt van „het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt”. In geen van deze laatstgenoemde gevallen komt de verwoesting van Jeruzalem ter sprake. In feite staat wat in Daniël 12:11 wordt gezegd, slechts twee verzen nadat er over „de tijd van het einde” is gesproken (Daniël 12:9). Sinds 1914 leven wij in die tijdsperiode. Daarom moeten wij alert zijn om het hedendaagse „walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt” te identificeren en er vervolgens voor zorgen dat wij uit de gevarenzone komen.

12, 13. Waarom is het passend de Volkenbond als het hedendaagse „walgelijke ding” aan te duiden?

¹² Wat is dat hedendaagse „walgelijke ding”? Het bewijsmateriaal duidt op de Volkenbond, die in 1920, kort nadat de wereld haar tijd van het einde was ingegaan, begon te functioneren. Maar hoe kon die Bond een ’walgelijk ding dat verwoesting veroorzaakt’ zijn?

¹³ Bedenk dat in de bijbel het Hebreeuwse woord voor ’walgelijk ding’ voornamelijk wordt gebruikt met betrekking tot afgoden en afgodische praktijken. Werd de Bond verafgood? Ja, beslist! De geestelijken zetten de Bond „in een heilige plaats”, en hun volgelingen gingen er hartstochtelijke verering aan schenken. De Federale Raad van Kerken van Christus in Amerika verklaarde dat de Bond „de politieke uitdrukking van het koninkrijk Gods op aarde” zou zijn. De Amerikaanse Senaat werd bedolven onder een lawine van brieven, afkomstig van religieuze groeperingen, waarin er bij dit lichaam op werd aangedrongen het Verdrag van de Volkenbond te ratificeren. Het overkoepelend orgaan van baptisten, congregationalisten en presbyterianen in Groot-Brittannië verheerlijkte de Bond als „het enige beschikbare instrument dat [vrede op aarde] tot stand kan brengen”. — Zie Openbaring 13:14, 15.

14, 15. In welk opzicht kwam de Volkenbond, en later de Verenigde Naties, „in een heilige plaats” te staan?

¹⁴ Het Messiaanse koninkrijk van God was in 1914 in de hemel opgericht, maar de natiën gingen voor hun eigen soevereiniteit strijden (Psalm 2:1-6). Toen het voorstel tot oprichting van de Volkenbond werd gedaan, hadden de natiën die vlak daarvoor in de Eerste Wereldoorlog hadden gestreden, alsook de geestelijken die hun troepen hadden gezegend, reeds getoond dat zij de wet van God hadden verzaakt. Zij zagen niet naar Christus als Koning op. Aldus kenden zij een menselijke organisatie de rol van het koninkrijk Gods toe; zij zetten de Volkenbond „in een heilige plaats”, een plaats waar hij niet thuishoorde.

¹⁵ Als opvolgster van de Bond kwam op 24 oktober 1945 de organisatie der Verenigde Naties tot stand. Later begroetten de pausen van Rome de Verenigde Naties als „de laatste hoop op harmonie en vrede” en „het allerhoogste forum van vrede en gerechtigheid”. Ja, de Volkenbond, samen met zijn opvolgster, de organisatie der Verenigde Naties, werd werkelijk een afgod, een ’walgelijk ding’ in de ogen van God en van zijn volk.

Waaruit vluchten?

16. Waaruit moeten degenen die rechtvaardigheid liefhebben, in deze tijd vluchten?

¹⁶ Wanneer degenen die rechtvaardigheid liefhebben dit ’zien’, wanneer zij beseffen wat die internationale organisatie is en hoe ze wordt verafgood, moeten zij vluchten om zich in veiligheid te stellen. Waaruit vluchten? Uit het hedendaagse tegenbeeld van het ontrouwe Jeruzalem, namelijk de christenheid, en uit heel Babylon de Grote, het wereldomvattende stelsel van valse religie. — Openbaring 18:4.

17, 18. Welke verwoesting zal het hedendaagse „walgelijke ding” veroorzaken?

¹⁷ Bedenk ook dat toen het Romeinse leger met zijn afgodische standaarden in de eerste eeuw de heilige stad van de joden binnentrok, het daar was om verwoesting over Jeruzalem en zijn stelsel van aanbidding te brengen. In onze tijd zal de verwoesting niet slechts over één stad, en ook niet alleen over de christenheid, maar over het gehele wereldomvattende stelsel van valse religie komen. — Openbaring 18:5-8.

¹⁸ In Openbaring 17:16 wordt voorzegd dat een figuurlijk scharlakengekleurd wild beest, dat de Verenigde Naties blijkt te zijn, zich tegen het met een hoer te vergelijken Babylon de Grote zal keren en haar gewelddadig zal verwoesten. In onverbloemde taal wordt daar gezegd: „De tien horens die gij gezien hebt, en het wilde beest, die zullen de hoer haten en zullen haar woest en naakt maken, en ze zullen haar vleesdelen opeten en zullen haar geheel met vuur verbranden.” De gedachte aan wat dit zal betekenen, is vrees inboezemend. Het zal resulteren in het einde van elke vorm van valse religie in alle delen van de wereld. Dit zal inderdaad het bewijs zijn dat de grote verdrukking begonnen is.

19. Welke elementen zijn vanaf de oprichting van de Verenigde Naties een deel van deze organisatie geweest, en waarom is dit veelbetekenend?

¹⁹ Het is opmerkenswaard dat sinds de organisatie der Verenigde Naties in 1945 begon te functioneren, het aantal atheïstische, antireligieuze elementen onder de leden ervan belangrijk is toegenomen. Over de gehele wereld hebben zulke radicale elementen op verschillende tijdstippen bewerkstelligd dat religieuze praktijken ernstig werden beperkt of geheel werden verboden. Maar in de afgelopen paar jaar is op veel plaatsen de druk van regeringswege op religieuze groeperingen verminderd. Voor sommige mensen lijkt het misschien dat elk gevaar voor de religie geweken is.

20. Wat voor reputatie hebben de religies van de wereld voor zichzelf opgebouwd?

²⁰ De religies van Babylon de Grote zijn in de wereld nog steeds een kracht die bijzonder veel verdeeldheid veroorzaakt. Krantekoppen identificeren strijdende partijen en terroristische groepen vaak door melding te maken van de religie die ze aanhangen. Oproerpolitie en soldaten hebben tempels moeten binnendringen om een eind te maken aan geweld tussen wedijverende religieuze groeperingen. Religieuze organisaties hebben politieke revoluties gefinancierd. Religieuze haat heeft de pogingen van de Verenigde Naties om de verhoudingen tussen etnische groepen stabiel te houden, verijdeld. Bij het streven naar vrede en veiligheid zouden elementen binnen de Verenigde Naties graag zien dat elke religieuze invloed die hun in de weg staat, wordt tenietgedaan.

21. (a) Wie zal bepalen wanneer Babylon de Grote wordt vernietigd? (b) Wat is vóór die tijd dringend noodzakelijk?

²¹ Er is nog een belangrijke factor die in aanmerking genomen moet worden. Hoewel de gemilitariseerde horens uit de gelederen van de Verenigde Naties zullen worden gebruikt om Babylon de Grote te vernietigen, zal die vernietiging in werkelijkheid een voltrekking van goddelijk oordeel zijn. De voltrekking van het oordeel zal op Gods bestemde tijd komen (Openbaring 17:17). Wat dienen wij intussen te doen? „Gaat uit van haar” — gaat uit van Babylon de Grote — antwoordt de bijbel. — Openbaring 18:4.

22, 23. Wat is bij een dergelijke vlucht betrokken?

²² Deze vlucht naar veiligheid is niet geografisch van aard, zoals die van de joodse christenen toen zij Jeruzalem verlieten. Het is een vlucht uit de religies van de christenheid, ja, uit elk deel van Babylon de Grote. Deze vlucht betekent dat men zich volledig afscheidt, niet alleen van vals-religieuze organisaties maar ook van hun gewoonten en van de geest die ze voortbrengen. Het is een vlucht naar de veilige plaats binnen Jehovah’s theocratische organisatie. — Efeziërs 5:7-11.

²³ Hoe hebben de Getuigen gereageerd toen Jehovah’s gezalfde dienstknechten na de Eerste Wereldoorlog voor het eerst het hedendaagse walgelijke ding, de Volkenbond, identificeerden? Zij hadden zich reeds laten uitschrijven uit de kerken van de christenheid. Maar zij gingen geleidelijk beseffen dat zij nog altijd aan sommige gebruiken en praktijken van de christenheid vasthielden, zoals het gebruik van het kruis en de viering van Kerstmis en andere heidense feestdagen. Toen zij de waarheid omtrent deze dingen te weten kwamen, handelden zij prompt. Zij namen de raad uit Jesaja 52:11 ter harte: „Vertrekt, vertrekt, gaat uit vandaar, raakt niets onreins aan; gaat uit haar midden vandaan, houdt u rein, gij die het gerei van Jehovah draagt.”

24. Wie hebben zich vooral sinds 1935 bij de vluchtenden aangesloten?

²⁴ Vooral vanaf 1935 begon een groeiende menigte andere personen, mensen die het vooruitzicht om voor eeuwig op een paradijsaarde te leven aanvaardden, soortgelijke stappen te ondernemen. Ook zij ’zien het walgelijke ding in een heilige plaats staan’, en zij beseffen wat het betekent. Na hun besluit te hebben genomen om te vluchten, hebben zij zich laten uitschrijven uit organisaties die deel uitmaken van Babylon de Grote. — 2 Korinthiërs 6:14-17.

25. Wat wordt, behalve dat iemand de eventuele banden met valse religie verbreekt, nog meer van hem verlangd?

²⁵ Vluchten uit Babylon de Grote houdt echter veel meer in dan de valse religie te verlaten. Er komt meer bij kijken dan enkele vergaderingen in een Koninkrijkszaal bij te wonen of een of twee keer per maand in de velddienst te gaan om het goede nieuws te prediken. Iemand kan zich in fysiek opzicht buiten Babylon de Grote bevinden, maar heeft hij er werkelijk mee gebroken? Heeft hij zich afgescheiden van de wereld waarvan Babylon de Grote een belangrijk deel vormt? Houdt hij nog altijd vast aan die dingen die de geest ervan weerspiegelen — een geest die Gods rechtvaardige maatstaven afwijst? Neemt hij het niet zo nauw met seksuele moraliteit en huwelijkstrouw? Legt hij meer nadruk op persoonlijke en materiële belangen dan op geestelijke belangen? Hij mag niet toelaten dat hij naar dit samenstel van dingen wordt gevormd. — Mattheüs 6:24; 1 Petrus 4:3, 4.

Laat niets uw vlucht belemmeren!

26. Wat zal ons helpen om niet alleen een begin met de vlucht te maken, maar die ook tot een succesvol einde te brengen?

²⁶ In onze vlucht naar veiligheid is het gebiedend noodzakelijk dat wij niet hunkeren naar de dingen die achter ons liggen (Lukas 9:62). Wij dienen ons hart en onze geest vast gericht te houden op Gods koninkrijk en zijn rechtvaardigheid. Zijn wij vastbesloten ons geloof te tonen door eerst deze dingen te zoeken, vol vertrouwen dat Jehovah zo’n loopbaan van getrouwheid zal zegenen? (Mattheüs 6:31-33) Onze op de Schrift gebaseerde overtuiging dient ons daartoe aan te zetten terwijl wij verlangend uitzien naar de ontvouwing van belangrijke gebeurtenissen op het wereldtoneel.

27. Waarom is het belangrijk om ernstig over de hier gestelde vragen na te denken?

²⁷ De voltrekking van het goddelijk oordeel zal aanvangen met de vernietiging van Babylon de Grote. Dat met een hoer te vergelijken wereldrijk van valse religie zal voor altijd weggevaagd worden. Die tijd is heel nabij! Hoe zal ieder van ons er bij Jehovah voorstaan wanneer die gewichtige tijd aanbreekt? En aan welke kant zullen wij ons tijdens de climax van de grote verdrukking bevinden, wanneer de rest van Satans goddeloze samenstel wordt vernietigd? Als wij nu de nodige stappen doen, is onze veiligheid verzekerd. Jehovah zegt ons: „Wat hem betreft die naar mij luistert, hij zal in zekerheid verblijven” (Spreuken 1:33). Door Jehovah tijdens het besluit van dit samenstel loyaal en vreugdevol te blijven dienen, kunnen wij ervoor in aanmerking komen Jehovah voor eeuwig te dienen.

[Voetnoot]

Kunt u zich dit herinneren?

◻ Wat is het hedendaagse „walgelijke ding”?

◻ In welke betekenis staat „het walgelijke ding . . . in een heilige plaats”?

◻ Wat is in deze tijd bij de vlucht naar veiligheid betrokken?

◻ Waarom is een dergelijke actie dringend noodzakelijk?

[Illustratie op blz. 16]

Om te overleven, moesten Jezus’ volgelingen onverwijld vluchten