De Vloed — Een waarschuwing uit het verleden
IN ’S MENSEN lange geschiedenis hebben zich veel natuurrampen voorgedaan die even groot waren als de uitbarsting van de Mount Saint Helens of deze zelfs in grootte hebben overtroffen. Maar geen ervan heeft de reusachtige vloed in Noachs dagen geëvenaard. Die Vloed was zo groot en zo verwoestend dat hij over de gehele wereld een onuitwisbare indruk op de mensheid heeft gemaakt.
Er bestaan 150 verschillende Vloedlegenden, die afkomstig zijn uit allerlei delen der aarde, zoals Babylonië, Rome, India, Australië en Amerika. Hoewel deze legenden niet tot in bijzonderheden met elkaar kloppen, bestaat er een algemene overeenkomst met betrekking tot een morele oorzaak van de Vloed, een wereldomvattende vernietiging van de mensheid en de overleving van een gezin in een ark of een boot. Alleen een ramp van wereldomvattende proporties kan zo’n wijdverbreide en blijvende indruk hebben achtergelaten.
Een bijbelgeleerde schreef: „De harmonie tussen al deze verslagen vormt een onweerlegbare waarborg dat de traditie geen loos verzinsel is — een verdichtsel is individueel, niet universeel. Voor deze traditie bestaat derhalve een historische basis; ze is voortgevloeid uit een gebeurtenis die zich werkelijk in de kindsheid van de mensheid heeft voorgedaan.” Maar waarom vormt die ramp uit het verre verleden een waarschuwing voor de generatie die thans leeft?
Het is voor ons vooral belangrijk de omstandigheden te beschouwen die tot de Vloed hebben geleid. Dat ze zo’n overeenkomst vertonen met de wereldtoestanden in deze tijd, maakt de Vloed belangrijk voor ons. Het historische verslag in het bijbelboek Genesis beschrijft die omstandigheden als volgt: „Jehovah [zag] dat de slechtheid van de mens overvloedig was op de aarde en dat elke neiging van de gedachten van zijn hart te allen tijde alleen maar slecht was. God zag de aarde dus en zie! ze was verdorven, want alle vlees had zijn weg op de aarde verdorven.” — Genesis 6:5, 12.
De mensenwereld was tot algemeen moreel verval geraakt, zodat elke neiging van haar gedachten voortdurend slecht was. Als gevolg hiervan werd „de aarde . . . met geweldpleging vervuld” (Genesis 6:11). Men wijdde zijn leven volledig aan het najagen van materiële en seksuele verlangens. Jezus Christus vestigde hier de aandacht op toen hij zei: „Zoals zij in die dagen vóór de vloed waren, zij aten en zij dronken, mannen huwden en vrouwen werden ten huwelijk gegeven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging, en zij sloegen er geen acht op totdat de vloed kwam en hen allen wegvaagde, zo zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn” (Matthéüs 24:38, 39). Zij hadden alleen maar belangstelling voor het bevredigen van hun vleselijke begeerten.
Noach had reeds jarenlang een waarschuwing voor de Vloed laten horen, maar die generatie weigerde er geloof in te stellen. Zij hadden beslist nog nooit zo’n vloed meegemaakt. Dus aangezien de dingen zo bleven als ze waren, luisterden zij niet naar de waarschuwing. Zij „sloegen er geen acht op”. Het kon hun niet schelen dat de waarschuwing via Noach van hun Schepper afkomstig was.
Maar God zei tot Noach: „Het einde van alle vlees is voor mijn aangezicht gekomen, omdat door hun toedoen de aarde vol van geweldpleging is; en zie, ik verderf hen met de aarde” (Genesis 6:13). Toen de Vloed kwam, werden Noach en zijn gezin gespaard omdat zij acht sloegen op de waarschuwing en Gods instructies opvolgden. Maar waarom zou dit alles van speciaal belang zijn voor ons?
Overeenkomstige toestanden
Evenals in de dagen vóór de Vloed is geweldpleging heel gewoon geworden, vooral sinds de Eerste Wereldoorlog. Politiek geweld tussen de landen onderling heeft tot de meest vernietigende en gruwelijke oorlogen in de menselijke geschiedenis geleid. Het geweld heeft zich tot de steden, de straten en de huizen uitgebreid en vormt zelfs een bedreiging voor reizigers. Bovendien hebben televisiestukken, films en romans voornamelijk geweld als thema.
Nog een overeenkomst betreft de hedendaagse levenswijze. De huidige generatie heeft alleen maar belangstelling voor de bevrediging van seksuele en materialistische verlangens. Over de gehele aarde zien wij een morele ineenstorting die tot een epidemische toename van door seksueel contact overgedragen ziekten heeft geleid. Overspel, hoererij en homoseksuele verhoudingen zijn gewoon. Evenals de generatie van vóór de Vloed heeft de huidige generatie meer liefde voor vleselijke genoegens en materiële bezittingen dan voor God.
Is het niet redelijk de conclusie te trekken dat aangezien het uitermate slechte gedrag van de mensen van vóór de Vloed God „krenkte”, hij zich ook thans gekrenkt voelt door het slechte gedrag dat over de gehele wereld gewoon is geworden? Zou hetgeen hij met die wereld in Noachs dagen heeft gedaan, niet een waarschuwing kunnen vormen voor de huidige generatie? Is het niet redelijk te denken dat hij dezelfde conclusie zal trekken die wij in Genesis 6:5-7 aantreffen? Toen God de slechtheid van de mensheid zag, „krenkte [het] hem in zijn hart. Daarom zei Jehovah: ’Ik zal de mensen, die ik heb geschapen, van de oppervlakte van de aardbodem wegvagen.’” Via geïnspireerde bijbelschrijvers heeft God bekendgemaakt dat hij aan de huidige genotzuchtige generatie net zo’n oordeel zal voltrekken. Deze generatie staat nu vlak voor de grootste ramp in de menselijke geschiedenis.
De laatste dagen
Naar onze tijd vooruitziend, beschrijft de geïnspireerde bijbelschrijver van de tweede brief aan Timótheüs de ontaarde toestand die wij thans over de gehele wereld waarnemen. In 2Ti hoofdstuk 3, de verzen 1 tot en met 4, zegt hij: „Maar weet dit, dat er in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen. Want de mensen zullen zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, zullen aanmatigend zijn, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar, deloyaal, zonder natuurlijke genegenheid, niet ontvankelijk voor enige overeenkomst, kwaadsprekers, zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede, verraders, onbezonnen, opgeblazen van trots, met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God.”
Jezus Christus heeft ook over de laatste dagen van dit samenstel van dingen geprofeteerd. In zijn profetie over de ongewoon hevige geweldpleging waarvan wij sinds de Eerste Wereldoorlog getuige zijn geweest, zei hij: „Want natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk” (Matthéüs 24:7). Hij sprak ook over de thans snel om zich heen grijpende wetteloosheid en de door mensen gekoesterde vrees voor de toekomst. „Wegens het toenemen der wetteloosheid”, zo zei Jezus, „zal de liefde van de meesten verkoelen” (Matthéüs 24:12). Hij zei ook dat de mensen „mat [zouden] worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen”. — Lukas 21:26.
De uitdrukking „laatste dagen” betekent voor de huidige generatie hetzelfde als voor de generatie van vóór de Vloed — het einde van het overgrote deel van dat menselijke samenstel van dingen. In 2 Thessalonicenzen 1:8, 9 zegt de geïnspireerde bijbelschrijver Paulus dat God, door bemiddeling van Jezus Christus, „wraak [zal oefenen] over hen die God niet kennen en over hen die het goede nieuws omtrent onze Heer Jezus niet gehoorzamen. Dezen zullen de gerechtelijke straf van eeuwige vernietiging ondergaan, ver van het aangezicht van de Heer en van de heerlijkheid van zijn sterkte.”
De overlevenden van de Vloed bemerkten dat de generatie van vóór de Vloed van de aarde was weggevaagd. De mensen en alles waarvoor zij hadden geleefd, waren verdwenen. Hetzelfde zal gebeuren wanneer de goddelijke wraak een eind maakt aan de huidige gewelddadige generatie. „En nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn; en gij zult stellig acht geven op zijn plaats, en hij zal er niet zijn.” — Psalm 37:10.
Overleving is mogelijk
De overeenkomst tussen de generatie van vóór de Vloed en onze generatie zien wij niet alleen in de slechtheid van de mensen en in hun vernietiging. Evenals er overlevenden van de Vloed waren, zullen er ook overlevenden zijn van het einde van het huidige samenstel van dingen. De overlevenden van de Vloed waren zachtmoedige mensen, die niet leefden zoals de mensen in het algemeen. Zij waren aan God gehoorzame mensen die rechtvaardigheid liefhadden en acht sloegen op zijn waarschuwingen. Ons wordt in Genesis 6:8, 9 gezegd: „Noach vond gunst in de ogen van Jehovah. . . . Noach was een rechtvaardig man. Hij betoonde zich onberispelijk onder zijn tijdgenoten.” De apostel Petrus schreef over hem en zijn medeoverlevenden dat God „zich er niet van heeft weerhouden een wereld uit de oudheid te straffen, maar Noach, een prediker van rechtvaardigheid, met zeven anderen veilig heeft bewaard toen hij een geweldige vloed over een wereld van goddeloze mensen bracht”. — 2 Petrus 2:5.
Gods profeten geven ons de verzekering dat een grote schare mensen de komende goddelijke vernietiging van het huidige samenstel van dingen zal overleven. Ook zij zullen zachtmoedige mensen zijn die rechtvaardigheid liefhebben en even gehoorzaam aan Gods instructies zijn als Noach indertijd was. Na de vernietiging van de goddelozen voorzegd te hebben, zegt de psalmist: „De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.” — Psalm 37:11; Openbaring 7:9, 13, 14.
Jezus voorzei dat het goede nieuws van Gods koninkrijk in de laatste dagen wereldwijd bekendgemaakt zou worden. Dit is het werktuig door middel waarvan alle rechtvaardig gezinde mensen op aarde voor overleving worden bijeengebracht. Jezus illustreerde dit in zijn gelijkenis over de scheiding van de schapen van de bokken. En hij besloot de gelijkenis door te zeggen dat de met bokken te vergelijken onrechtvaardigen „zullen heengaan in de eeuwige afsnijding, maar de [met schapen te vergelijken] rechtvaardigen in het eeuwige leven”. — Matthéüs 25:31-46.
Hoewel de Vloed heel lang geleden heeft plaatsgevonden, vormt hij duidelijk een waarschuwing voor ons om niet zorgeloos te zijn. Het verslag erover werd volgens het bijbelse bericht „tot ons onderricht” geschreven (Romeinen 15:4). Het is een waarschuwing om niet overeenkomstig de gewelddadige, sensuele en materialistische manier van de wereld te leven zonder acht te slaan op onze Schepper. Hij verandert niet. God heeft de generatie van vóór de Vloed weggevaagd omdat ze slecht was. Om dezelfde reden zal hij de hedendaagse generatie en haar gehele samenstel van politieke regeringen, materialistische handelspraktijken en valse religie wegvagen.
Om het einde van dit samenstel van dingen te overleven, moeten wij acht slaan op de waarschuwing uit het verleden. Evenals de acht overlevenden van de Vloed moeten wij er blijk van geven rechtvaardigheid lief te hebben. En om in leven te kunnen blijven, moeten wij de raad opvolgen die staat opgetekend in Zefanja 2:3: „Zoekt rechtvaardigheid, zoekt zachtmoedigheid. Wellicht zult gij verborgen worden op de dag van Jehovah’s toorn.”
[Illustratie op blz. 7]
Evenals Noach en zijn gezin de Vloed overleefden, kunt u tot de gelukkige overlevenden van het einde van dit samenstel behoren