Blijf waakzaam — Het uur van het oordeel is gekomen!
De informatie in dit studieartikel is gebaseerd op de brochure Blijf waakzaam!, die vrijgegeven is op de districtscongressen die in 2004 en begin 2005 overal ter wereld zijn gehouden.
„Waakt . . . voortdurend, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt.” — Mattheüs 24:42.
1, 2. Welke toepasselijke illustratie gebruikte Jezus in verband met zijn komst?
WAT zou u doen als u wist dat er een dief rondsloop die in huizen bij u in de buurt inbrak? Om uw dierbaren en uw waardevolle bezittingen te beschermen, zou u alert en waakzaam blijven. Per slot van rekening stuurt een dief geen brief om te laten weten wanneer hij komt. Integendeel, hij komt stilletjes en onverwacht.
2 Meer dan eens gebruikte Jezus de manier waarop een dief te werk gaat als illustratie (Lukas 10:30; Johannes 10:10). In verband met gebeurtenissen die in de tijd van het einde zouden plaatsvinden en die vooraf zouden gaan aan zijn komst om het oordeel te voltrekken, gaf Jezus de volgende waarschuwing: „Waakt daarom voortdurend, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt. Maar weet één ding, dat indien de heer des huizes had geweten in welke nachtwake de dief zou komen, hij wakker zou zijn gebleven en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken” (Mattheüs 24:42, 43). Jezus vergeleek zijn komst dus met het bezoek van een dief — beide komen onverwacht.
3, 4. (a) Wat is er bij het acht slaan op Jezus’ waarschuwing betrokken? (b) Welke vragen roept dat op?
3 De illustratie was toepasselijk omdat de exacte datum van Jezus’ komst niet bekend zou zijn. Eerder in dezelfde profetie had Jezus gezegd: „Van die dag en dat uur weet niemand iets af, noch de engelen der hemelen noch de Zoon, dan de Vader alleen” (Mattheüs 24:36). Vandaar dat Jezus zijn toehoorders de dringende raad gaf: ’Toon u gereed’ (Mattheüs 24:44). Ongeacht wanneer Jezus als Jehovah’s Oordeelsvoltrekker zou komen, degenen die acht zouden slaan op zijn waarschuwing zouden gereed zijn en zich dienovereenkomstig gedragen.
4 Dat roept enkele belangrijke vragen op: Geldt Jezus’ waarschuwing alleen voor mensen in de wereld, of moeten ook ware christenen waakzaam blijven? Waarom is het dringend noodzakelijk waakzaam te blijven, en wat komt daarbij kijken?
Voor wie geldt de waarschuwing?
5. Hoe weten we dat de waarschuwing om ’voortdurend te waken’ voor ware christenen bedoeld is?
5 Het lijdt geen twijfel dat de Heer onverwacht, als een dief, zal komen voor mensen in de wereld, omdat zij hun oren sluiten voor de waarschuwing voor een naderende ramp (2 Petrus 3:3-7). Maar hoe staat het met ware christenen? De apostel Paulus schreef aan geloofsgenoten: „Gij weet zelf heel goed dat Jehovah’s dag precies zo komt als een dief in de nacht” (1 Thessalonicenzen 5:2). Wij twijfelen er niet aan dat ’Jehovah’s dag komt’. Maar is het daarom voor ons minder belangrijk waakzaam te blijven? Let wel dat Jezus juist tegen zijn discipelen zei: „De Zoon des mensen komt op een uur waarvan gij het niet hebt gedacht” (Mattheüs 24:44). Toen Jezus zijn discipelen bij een eerdere gelegenheid met klem aanraadde voortdurend het Koninkrijk te zoeken, gaf hij hun de waarschuwing: „Houdt . . . u gereed, want de Zoon des mensen komt op een uur dat gij het niet waarschijnlijk acht” (Lukas 12:31, 40). Is het niet duidelijk dat Jezus zijn volgelingen op het oog had toen hij waarschuwde: ’Waak voortdurend’?
6. Waarom moeten we ’voortdurend waken’?
6 Waarom moeten we ’voortdurend waken’ en ’ons gereedhouden’? Jezus legde uit: „Er [zullen] twee mannen op het veld zijn: de een zal meegenomen en de ander achtergelaten worden; twee vrouwen zullen aan de handmolen malen: de een zal meegenomen en de ander achtergelaten worden” (Mattheüs 24:40, 41). Degenen die gereed blijken te zijn, zullen „meegenomen” of gered worden wanneer de goddeloze wereld wordt vernietigd. Anderen worden „achtergelaten”; ze zullen vernietigd worden omdat ze zelfzuchtig hun eigen belangen hebben nagejaagd. Tot die groep kunnen heel goed mensen behoren die eens verlicht waren maar die niet waakzaam zijn gebleven.
7. Waartoe zijn we juist omdat we niet weten wanneer het einde zal komen in de gelegenheid?
7 Dat we niet exact weten op welke dag dit oude samenstel van dingen zal eindigen, stelt ons in de gelegenheid te laten zien dat we God met een zuivere beweegreden dienen. Hoe dat zo? Misschien lijkt het of het einde lang op zich laat wachten. Helaas hebben sommige christenen vanuit die gedachte hun ijver voor Jehovah’s dienst laten bekoelen. Maar we hebben ons bij onze opdracht onvoorwaardelijk aan Jehovah aangeboden om hem te dienen. Zij die Jehovah kennen, beseffen dat het geen indruk op hem zal maken als iemand op het laatste moment nog gauw even ijverig wordt. Hij kan in het hart kijken. — 1 Samuël 16:7.
8. Hoe beweegt liefde voor Jehovah ons ertoe waakzaam te blijven?
8 Omdat we Jehovah van harte liefhebben, doen we bijzonder graag zijn wil (Psalm 40:8; Mattheüs 26:39). En we willen Jehovah eeuwig dienen. Dat vooruitzicht is niet minder kostbaar enkel omdat we iets langer moeten wachten dan we misschien hadden gedacht. We blijven vooral waakzaam omdat we vol verwachting uitzien naar wat Jehovah’s dag voor de verwezenlijking van zijn voornemen zal betekenen. Onze oprechte wens om God te behagen, beweegt ons ertoe de raad in zijn Woord toe te passen en zijn koninkrijk in ons leven op de eerste plaats te stellen (Mattheüs 6:33; 1 Johannes 5:3). Laten we eens kijken hoe waakzaamheid van invloed moet zijn op de beslissingen die we nemen en op ons dagelijks leven.
Welke kant gaat ons leven op?
9. Waarom is het dringend noodzakelijk dat mensen in de wereld de betekenis van onze tijd gaan inzien?
9 Veel mensen erkennen dat ernstige problemen en schokkende gebeurtenissen tegenwoordig aan de orde van de dag zijn, en misschien zijn ze ook niet blij met de kant die hun eigen leven opgaat. Maar weten ze wat de wereldtoestanden echt te betekenen hebben? Beseffen ze dat we in „het besluit van het samenstel van dingen” leven? (Mattheüs 24:3) Zien ze in dat het egoïstische, gewelddadige en zelfs goddeloze gedrag dat zo wijdverbreid is, deze tijd als „de laatste dagen” kenmerkt? (2 Timotheüs 3:1-5) Het is dringend noodzakelijk dat ze de betekenis van dit alles gaan inzien en erbij stilstaan welke kant hun leven opgaat.
10. Wat moeten we doen om er zeker van te zijn dat we waakzaam blijven?
10 En hoe is het met ons gesteld? Elke dag staan we voor beslissingen in verband met ons werk, onze gezondheid, ons gezin en onze aanbidding. We weten wat de bijbel zegt en doen ons best dat in praktijk te brengen. Daarom doen we er goed aan ons af te vragen: Heb ik me door de zorgen van het leven in een verkeerde richting laten duwen? Laat ik mijn keuzes bepalen door de filosofieën en de denkwijze van de wereld? (Lukas 21:34-36; Kolossenzen 2:8) We moeten blijven tonen dat we met heel ons hart op Jehovah vertrouwen en niet op ons eigen verstand steunen (Spreuken 3:5). Op die manier zullen we een vaste greep houden op „het werkelijke leven” — eeuwig leven in Gods nieuwe wereld. — 1 Timotheüs 6:12, 19.
11-13. Wat kunnen we leren uit de voorbeelden van wat er gebeurd is (a) in de dagen van Noach? (b) in de dagen van Lot?
11 De bijbel bevat veel waarschuwende voorbeelden die ons kunnen helpen om waakzaam te blijven. Sta eens stil bij wat er in Noachs tijd is gebeurd. Ruim van tevoren zorgde God ervoor dat er een waarschuwing werd gegeven. Maar buiten Noach en zijn gezin sloeg niemand er acht op (2 Petrus 2:5). Jezus zei daarover: „Net zoals de dagen van Noach waren, zo zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in die dagen vóór de vloed waren, zij aten en zij dronken, mannen huwden en vrouwen werden ten huwelijk gegeven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging, en zij sloegen er geen acht op totdat de vloed kwam en hen allen wegvaagde, zo zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn” (Mattheüs 24:37-39). Wat kunnen we daaruit leren? Mocht iemand van ons toelaten dat de geestelijke activiteiten die we van God altijd op de eerste plaats moeten stellen, in het gedrang komen door aardse zaken — en dat kunnen zelfs de normale activiteiten van het leven zijn — dan moeten we ernstig over onze situatie nadenken. — Romeinen 14:17.
12 Denk ook eens na over de dagen van Lot. De stad Sodom, waar Lot met zijn gezin woonde, was materieel welvarend maar moreel bankroet. Jehovah stuurde zijn engelen om de plaats te vernietigen. De engelen spoorden Lot en zijn gezin aan uit Sodom weg te vluchten en niet om te kijken. Aangemoedigd door de engelen verlieten ze inderdaad de stad. Maar Lots vrouw kon de gedachte aan haar huis in Sodom kennelijk niet van zich afzetten. Ze keek om en die ongehoorzaamheid kostte haar het leven (Genesis 19:15-26). Vooruitkijkend waarschuwde Jezus: „Denkt aan de vrouw van Lot.” Geven wij gehoor aan die waarschuwing? — Lukas 17:32.
13 Zij die acht sloegen op Gods waarschuwingen bleven gespaard. Dat gold voor Noach en zijn gezin en voor Lot en zijn dochters (2 Petrus 2:9). Als we de waarschuwing in deze voorbeelden serieus nemen, worden we ook aangemoedigd door de boodschap van redding die erin opgesloten ligt voor hen die rechtvaardigheid liefhebben. Die vervult ons hart met vertrouwen in de vervulling van Gods belofte dat er „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” zullen komen waarin ’rechtvaardigheid zal wonen’. — 2 Petrus 3:13.
’Het uur van het oordeel is gekomen’!
14, 15. (a) Wat gebeurt er in „het uur” van het oordeel? (b) Wat is er betrokken bij ’God vrezen en hem heerlijkheid geven’?
14 Wat kunnen we verwachten als we waakzaam blijven? Het boek Openbaring schetst hoe Gods voornemen stap voor stap in vervulling gaat. Willen we ons gereed tonen, dan moeten we beslist handelen naar wat erin gezegd wordt. De profetie geeft een levendige beschrijving van gebeurtenissen die zich zouden voordoen in „de dag des Heren”, die begon toen Christus in 1914 in de hemel op de troon werd geplaatst (Openbaring 1:10). Openbaring vestigt onze aandacht op een engel aan wie de bekendmaking van „eeuwig goed nieuws” is toevertrouwd. Hij verkondigt met een luide stem: „Vreest God en geeft hem heerlijkheid, want het uur van het oordeel door hem is gekomen” (Openbaring 14:6, 7). Dat „uur” van het oordeel is een korte periode waarin de oordelen die in de betreffende profetie beschreven staan, zowel aangekondigd als voltrokken worden. In die periode leven we.
15 Nu, voordat het uur van het oordeel voorbij is, krijgen we de aansporing: „Vreest God en geeft hem heerlijkheid.” Wat is daarbij betrokken? Juiste vrees voor God moet ons ertoe bewegen ons van het kwade af te keren (Spreuken 8:13). Als we God eren, zullen we vol respect naar hem luisteren. We zullen het niet te druk hebben om regelmatig zijn Woord, de bijbel, te lezen. We zullen zijn raad om christelijke vergaderingen bij te wonen niet bagatelliseren (Hebreeën 10:24, 25). We zullen het als een voorrecht beschouwen het goede nieuws van Gods Messiaanse koninkrijk bekend te maken en zullen dat ijverig doen. We zullen altijd en met ons hele hart op Jehovah vertrouwen (Psalm 62:8). Omdat we erkennen dat Jehovah de Universele Soeverein is, eren we hem door ons gewillig aan hem te onderwerpen als de Soeverein van ons leven. Vrezen wij God werkelijk en geven we hem op al die manieren heerlijkheid?
16. Waarom kunnen we zeggen dat het in Openbaring 14:8 vermelde oordeel tegen Babylon de Grote al realiteit is?
16 Openbaring 14 beschrijft vervolgens nog meer gebeurtenissen die in het uur van het oordeel zullen plaatsvinden. Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, wordt als eerste genoemd: „Een andere, een tweede engel, volgde en zei: ’Ze is gevallen! Babylon de Grote is gevallen!’” (Openbaring 14:8) Ja, vanuit Gods standpunt bezien is Babylon de Grote al gevallen. In 1919 werden Jehovah’s gezalfde dienstknechten bevrijd uit de slavernij aan Babylonische leerstellingen en gebruiken, die het leven van volken en naties al duizenden jaren beheersen (Openbaring 17:1, 15). Van toen af konden ze zich wijden aan de bevordering van de ware aanbidding. Sindsdien is het goede nieuws van Gods koninkrijk wereldwijd gepredikt. — Mattheüs 24:14.
17. Wat moeten we doen om uit Babylon de Grote weg te gaan?
17 Dat is niet het enige wat er over Gods oordeel tegen Babylon de Grote te zeggen valt. Haar definitieve vernietiging staat voor de deur (Openbaring 18:21). Met reden geeft de bijbel mensen overal de dringende raad: „Gaat uit van haar [Babylon de Grote] . . . indien gij niet met haar in haar zonden wilt delen” (Openbaring 18:4, 5). Hoe gaan we weg uit Babylon de Grote? Daar is meer bij betrokken dan het verbreken van eventuele banden met de valse religie. De Babylonische invloed is aanwezig in veel populaire vieringen en gebruiken, in de toegeeflijke houding van de wereld tegenover seks, in het promoten van amusement waarbij spiritisme komt kijken, en in nog veel meer. Blijvende waakzaamheid vereist dat zowel uit onze daden als uit de verlangens van ons hart blijkt dat we ons echt in elk opzicht los hebben gemaakt van Babylon de Grote.
18. Wat vermijden waakzame christenen met het oog op Openbaring 14:9, 10 zorgvuldig?
18 In Openbaring 14:9, 10 wordt een verder aspect van „het uur van het oordeel” beschreven. Een andere engel zegt: „Indien iemand het wilde beest en zijn beeld aanbidt en een merkteken aan zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, zal hij ook drinken van de wijn van de toorn van God.” Waarom? Omdat „het wilde beest en zijn beeld” symbolen zijn van menselijke heerschappij, en menselijke heersers erkennen Jehovah’s soevereiniteit niet. Waakzame christenen passen ervoor op zich hetzij in hun houding of in hun handelwijze te laten beïnvloeden of ’merken’ als slaven van hen die weigeren de ware God, Jehovah, te erkennen als de Opperste Soeverein. Christenen weten dat Gods koninkrijk al in de hemel is opgericht, dat het een eind zal maken aan alle menselijke regeringen en dat het eeuwig zal blijven bestaan. — Daniël 2:44.
Laten we ons gevoel van dringendheid niet verliezen
19, 20. (a) Wat zal Satan beslist proberen te doen nu het einde van de laatste dagen dichterbij komt? (b) Waartoe moeten we vastbesloten zijn?
19 Naarmate het einde van de laatste dagen dichterbij komt, zullen de druk en de verleidingen alleen maar groter worden. Zolang we in dit oude samenstel van dingen leven en behept zijn met onvolmaaktheid, hebben we te kampen met dingen als een slechte gezondheid, ouderdom, het verlies van dierbaren, gekwetste gevoelens, teleurstelling door de onverschillige reactie op onze inspanningen om Gods Woord te prediken, en nog veel meer. Vergeet nooit dat Satan het liefst de moeilijkheden waarmee we geconfronteerd worden, wil gebruiken om ons ertoe te brengen het op te geven — te stoppen met de prediking van het goede nieuws of niet meer naar Gods maatstaven te leven (Efeziërs 6:11-13). Het is nu niet de tijd om ons gevoel van dringendheid met betrekking tot de tijd waarin we leven te verliezen!
20 Jezus wist dat we onder grote druk zouden komen te staan. Om ons te helpen het niet op te geven, gaf hij ons de raad: „Waakt . . . voortdurend, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt” (Mattheüs 24:42). Laten we dus altijd goed in gedachte houden waar we ons bevinden in de stroom des tijds. Laten we op onze hoede zijn voor Satans listen en het niet langzamer aan gaan doen of het opgeven, maar vastbesloten zijn het goede nieuws van Gods koninkrijk steeds ijveriger en vastberadener te prediken. Laten we vooral ons gevoel van dringendheid bewaren en acht slaan op Jezus’ waarschuwing: ’Waak voortdurend.’ Als we dat doen, zullen we Jehovah eren en tot degenen behoren die in aanmerking komen voor zijn eeuwige zegeningen.
Overzichtsvragen
• Hoe weten we dat Jezus’ waarschuwing om waakzaam te blijven voor ware christenen geldt?
• Welke waarschuwende voorbeelden in de bijbel kunnen ons helpen waakzaam te blijven?
• Wat is het uur van het oordeel, en wat wordt ons dringend aangeraden te doen voordat het voorbij is?
[Illustratie op blz. 23]
Jezus vergeleek zijn komst met het bezoek van een dief
[Illustratie op blz. 24]
De vernietiging van Babylon de Grote is nabij
[Illustraties op blz. 25]
Laten we vastbesloten zijn steeds ijveriger en vastberadener te prediken