-
Christus’ actieve leiderschap in deze tijdDe Wachttoren 1987 | 1 augustus
-
-
1. In welk opzicht vertrouwde Christus zijn „bezittingen” aan zijn discipelen toe?
TOEN Christus in 33 G.T. op het punt stond zijn discipelen te verlaten en naar de hemel terug te keren, ’vertrouwde hij zijn bezittingen aan hen toe’. Dit hield in dat zij ’gezanten in de plaats van Christus’ zouden zijn en het predikingswerk waar hij een aanvang mee had gemaakt, ter hand zouden nemen en het „tot de verst verwijderde streek der aarde” zouden uitbreiden. Voordat hij bij hen wegging, had hij hun de opdracht gegeven „discipelen van mensen uit alle natiën” te maken.
-
-
Christus’ actieve leiderschap in deze tijdDe Wachttoren 1987 | 1 augustus
-
-
De Meester en zijn slaaf
4. Hoe moeten wij begrijpen dat Christus ’naar het buitenland reisde’ en vervolgens „na een lange tijd” weer terugkwam?
4 Nadat Christus zich had vergeleken met „een mens die . . . op het punt stond naar het buitenland te reizen, [en die] zijn slaven bij zich riep en zijn bezittingen aan hen toevertrouwde”, zei hij verder: „Na een lange tijd kwam de meester van die slaven en hield afrekening met hen” (Matthéüs 25:14, 19). In 33 G.T. ging Christus ’heen naar de hemel’, waar hij een plaats kreeg „aan Gods rechterhand” (1 Petrus 3:22).
-