-
Hoe zult u staan voor de oordeelstroon?De Wachttoren 1995 | 15 oktober
-
-
En alle natiën zullen vóór hem vergaderd worden.” — Mattheüs 25:31, 32.
22, 23. Welke punten duiden erop dat de gelijkenis van de schapen en de bokken niet in 1914 in vervulling begon te gaan?
22 Heeft deze gelijkenis betrekking op de tijd toen Jezus in 1914 in koninklijke macht op de troon plaatsnam, zoals wij lange tijd hebben aangenomen? Welnu, Mattheüs 25:34 noemt hem inderdaad Koning, dus is de gelijkenis logischerwijs van toepassing sinds Jezus in 1914 Koning werd. Maar wat voor oordeelswerk deed hij kort daarna? Hij oordeelde niet „alle natiën”. Hij richtte zijn aandacht veeleer op degenen die beweerden deel uit te maken van „het huis van God” (1 Petrus 4:17). In overeenstemming met Maleachi 3:1-3 stelde Jezus, als Jehovah’s boodschapper, een gerechtelijk onderzoek in onder de gezalfde christenen die op aarde verbleven. Het was ook de tijd voor het vellen van een vonnis over de christenheid, die valselijk beweerde „het huis van God” te zijn (Openbaring 17:1, 2; 18:4-8).c Toch wijst niets erop dat Jezus op dat tijdstip, of wat dat betreft sindsdien, op de troon zat om mensen van alle natiën definitief als schapen of bokken te oordelen.
23 Als wij Jezus’ activiteit in de gelijkenis analyseren, zien wij dat hij ermee bezig is een definitief oordeel over alle natiën te vellen. De gelijkenis geeft niet te kennen dat dit oordeelswerk zich over een langdurige periode van vele jaren zou uitstrekken, alsof iedereen die in de afgelopen decennia is gestorven, geoordeeld werd om vast te stellen of hij of zij de eeuwige dood of eeuwig leven verdiende. Naar het schijnt, zijn de meesten die in de afgelopen decennia zijn gestorven, naar het gemeenschappelijke graf van de mensheid gegaan (Openbaring 6:8; 20:13). De gelijkenis beschrijft echter de tijd waarin Jezus rechtspreekt over de mensen van „alle natiën” die dan in leven zijn en voor de voltrekking van zijn gerechtelijke oordeel staan.
-
-
Welke toekomst voor de schapen en de bokken?De Wachttoren 1995 | 15 oktober
-
-
„Hij zal de mensen van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen van de bokken scheidt.” — MATTHEÜS 25:32.
-
-
Welke toekomst voor de schapen en de bokken?De Wachttoren 1995 | 15 oktober
-
-
Hoe staat het met de gelijkenis van de schapen en de bokken? Hedendaagse bijbels plaatsen deze in hoofdstuk 25, maar ze maakt deel uit van Jezus’ antwoord, verschaft verdere details over zijn komst in heerlijkheid en vestigt de aandacht op het feit dat hij „alle natiën” zal oordelen. — Mattheüs 25:32.
-