Kunt u zich dit herinneren?
Hebt u zorgvuldig aandacht geschonken aan de afgelopen uitgaven van De Wachttoren? Zo ja, dan zult u het interessant vinden u het volgende te binnen te roepen:
◻ Wat zijn enkele vragen die twee christenen zichzelf zouden kunnen stellen voordat zij aan een verloving beginnen te denken?
’Ben ik echt zeker van zijn of haar geestelijke gezindheid en toewijding aan God? Kan ik mij voorstellen samen met die persoon God een leven lang te dienen? Hebben wij elkaars persoonlijkheidskenmerken voldoende leren kennen? Ben ik ervan overtuigd dat wij blijvend bij elkaar zullen passen? Weten wij voldoende over elkaars verleden en over elkaars huidige omstandigheden?’ — 15/8, blz. 31.
◻ Wat bedoelde Jezus toen hij tot zijn volgelingen zei: „Gij zijt het zout der aarde”? (Mattheüs 5:13)
Hiermee wilde Jezus zeggen dat de prediking van zijn volgelingen tot anderen over Gods koninkrijk een potentieel conserverende, of levensreddende, invloed op hun toehoorders zou hebben. Degenen die Jezus’ woorden toepasten, zouden inderdaad beschermd worden tegen het morele en geestelijke verval in de wereld. — 15/8, blz. 32.
◻ Hoe kunnen stelletjes die verkering hebben, de strik van seksuele immoraliteit vermijden?
Als je afspraakjes maakt, doe je er verstandig aan het te vermijden onder ongepaste omstandigheden met je toekomstige huwelijkspartner alleen te zijn. Het is het beste om in groepsverband of in openbare gelegenheden van elkaars omgang te genieten. Beperk uitingen van genegenheid, waardoor ieder de gevoelens en het geweten van de ander respecteert. — 1/9, blz. 17, 18.
◻ Wat is verstand of begrip?
Het is het vermogen om een zaak te onderzoeken en te onderscheiden hoe die in elkaar zit door het onderlinge verband tussen de afzonderlijke delen en het geheel te vatten en aldus de betekenis ervan te begrijpen (Spreuken 4:1). — 15/9, blz. 13.
◻ Wat vraagt Jehovah in deze tijd van ons?
Wat Jehovah in de grond der zaak van ons vraagt, is naar zijn Zoon te luisteren en diens voorbeeld en leringen te volgen (Mattheüs 16:24; 1 Petrus 2:21). — 15/9, blz. 22.
◻ Wie alleen kunnen vrede ervaren?
Aangezien Jehovah „de God [is] die vrede geeft”, kan vrede alleen mensen ten deel vallen die liefde voor God en diep respect voor zijn rechtvaardige beginselen hebben (Romeinen 15:33). — 1/10, blz. 11.
◻ Hoe verwierf Jozef de morele kracht om dag aan dag nee te zeggen tegen Potifars vrouw?
Jozef hechtte veel meer waarde aan zijn band met Jehovah dan aan kortstondige genoegens. Bovendien had Jozef, hoewel hij niet onder een goddelijk wetsstelsel stond, een duidelijk begrip van morele beginselen (Genesis 39:9). — 1/10, blz. 29.
◻ Hoe belangrijk is onze bereidheid om onze broeders en zusters te vergeven?
Onze vooruitzichten om Gods vergeving te blijven ontvangen, zijn grotendeels afhankelijk van onze bereidheid om anderen te vergeven (Mattheüs 6:12, 14; Lukas 11:4). — 15/10, blz. 17.
◻ Op wat voor zonden had Mattheüs 18:15-17 betrekking, en wat wordt daardoor te kennen gegeven?
De door Jezus bedoelde zonden waren zwaar genoeg om ertoe te kunnen leiden dat de kwaaddoener werd bezien „als een mens uit de natiën en als een belastinginner”. Joden hadden geen omgang met heidenen, en zij meden belastinginners. Mattheüs 18:15-17 heeft dus betrekking op ernstige zonden, niet op louter persoonlijke beledigingen of krenkingen die u eenvoudig kunt vergeven en vergeten (Mattheüs 18:21, 22). — 15/10, blz. 19.
◻ Wat houdt het in Gods Woord werkelijk lief te hebben?
Liefde voor Gods Woord brengt iemand ertoe in overeenstemming met de daarin vervatte vereisten te leven (Psalm 119:97, 101, 105). Dit vergt dat men zijn denk- en levenswijze voortdurend bijstelt. — 1/11, blz. 14.
◻ Wat kunnen wij, na zo veel uit Jehovah’s hand ontvangen te hebben, op onze beurt aan de grootste Koning en Gever schenken?
De bijbel onthult dat het beste geschenk dat wij aan Jehovah kunnen geven „een slachtoffer van lof” is (Hebreeën 13:15). Waarom? Omdat dit offer rechtstreeks verband houdt met het redden van levens, een van de dingen die voor Jehovah in deze tijd van het einde van groot belang zijn (Ezechiël 18:23). — 1/11, blz. 21.
◻ Wat bedoelde Salomo toen hij schreef: „De woorden van de wijzen zijn als osseprikkels”? (Prediker 12:11)
De woorden van degenen die goddelijke wijsheid bezitten, sporen de lezers of toehoorders aan om vorderingen te maken in overeenstemming met de wijze woorden die zij lezen of horen. — 15/11, blz. 21.
◻ Wat is godvruchtig onderscheidingsvermogen?
Het is het vermogen om goed van kwaad te onderscheiden en vervolgens de juiste weg te kiezen. Door Gods Woord te bestuderen en toe te passen, verwerft men onderscheidingsvermogen. — 15/11, blz. 25.
◻ Waarmee dient een bereidheid om verantwoordelijkheden te aanvaarden, in evenwicht te worden gebracht? (1 Timotheüs 3:1)
Dit dient in evenwicht te worden gebracht met een verstandig oordeel. Niemand dient zoveel toewijzingen te aanvaarden dat hij zijn vreugde in Jehovah’s dienst verliest. Een bereidwillige geest is prijzenswaardig, maar bereidwilligheid moet ook bescheidenheid en „gezond verstand” weerspiegelen (Titus 2:12; Openbaring 3:15, 16). — 1/12, blz. 28.
◻ Hoe kan aan de uitdaging van het ouderschap het hoofd worden geboden?
God geeft ouders de raad om voorbeelden, metgezellen, communicators en onderwijzers te zijn (Deuteronomium 6:6, 7). — 1/12, blz. 32.