Waarom moet u worden gedoopt?
„Gaat . . . en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende.” — Mattheüs 28:19.
1, 2. (a) Onder welke omstandigheden hebben sommige doopplechtigheden plaatsgevonden? (b) Welke vragen worden er aangaande de doop gesteld?
DE Frankische koning Karel de Grote dwong de overwonnen Saksen in 775–777 van onze jaartelling zich massaal te laten dopen. „Hij dwong hen zich tot een naamchristendom te bekeren”, schreef de historicus John Lord. Insgelijks besliste de Russische heerser Vladimir I in 987, nadat hij een Grieks-orthodoxe prinses had gehuwd, dat zijn onderdanen „christenen” moesten worden. Hij verordende dat zijn volk massaal gedoopt moest worden — desnoods met het zwaard op de borst!
2 Waren zulke doopplechtigheden passend? Zijn ze werkelijk zinvol? Dient zomaar iedereen gedoopt te worden?
De doop — Hoe?
3, 4. Waarom is het sprenkelen of het uitgieten van water op het hoofd geen passende christelijke doop?
3 Toen mensen door Karel de Grote en Vladimir I gedwongen werden zich te laten dopen, handelden die heersers niet in overeenstemming met Gods Woord. Er wordt in feite niets goeds tot stand gebracht wanneer doopplechtigheden vergezeld gaan van besprenkeling, het uitgieten van water op het hoofd, of zelfs onderdompeling van personen die niet in de schriftuurlijke waarheid onderwezen zijn.
4 Beschouw eens wat er gebeurde toen Jezus van Nazareth in 29 G.T. naar Johannes de Doper ging. Johannes doopte mensen in de Jordaan. Zij waren vrijwillig naar hem toe gekomen om gedoopt te worden. Liet hij hen enkel in de Jordaan staan terwijl hij een beetje water op hun hoofd uitgoot of hen ermee besprenkelde? Wat gebeurde er toen Johannes Jezus doopte? Mattheüs bericht dat nadat Jezus was gedoopt, ’hij onmiddellijk uit het water omhoogkwam’ (Mattheüs 3:16). Hij was onder water geweest doordat hij in de Jordaan was ondergedompeld. Evenzo werd de toegewijde Ethiopische eunuch in „een zeker water” gedoopt. Zulke grote hoeveelheden water waren nodig omdat de doop van Jezus en zijn discipelen door totale onderdompeling geschiedde. — Handelingen 8:36.
5. Hoe werden mensen door de vroege christenen gedoopt?
5 Het Griekse woord dat met „dopen”, „doop”, enzovoort, wordt vertaald, heeft betrekking op het in water onderdompelen, indopen of indompelen. Smith’s Bible Dictionary zegt: „Doop betekent passend en letterlijk onderdompeling.” Bepaalde bijbelvertalingen verwijzen derhalve naar „Johannes de Onderdompeler” (Mattheüs 3:1, Rotherham; Diaglott interlineair). Augustus Neanders History of the Christian Religion and Church, During the Three First Centuries merkt op: „De doop werd aanvankelijk toegediend door onderdompeling.” Het bekende Franse werk Larousse du XXe Siècle (Parijs, 1928) zegt: „De eerste christenen werden overal waar water voorhanden was, door onderdompeling gedoopt.” En de New Catholic Encyclopedia verklaart: „Het is duidelijk dat de Doop in de vroege Kerk door middel van onderdompeling geschiedde” (1967, Deel II, blz. 56). In deze tijd is de doop als een van Jehovah’s Getuigen dus een vrijwillige stap die door volledige onderdompeling in water geschiedt.
Een nieuwe reden om gedoopt te worden
6, 7. (a) Met welk doel doopte Johannes? (b) Wat was er nieuw aan de doop van Jezus’ volgelingen?
6 De door Johannes verrichte doop verschilde qua opzet van de onderdompeling die door Jezus’ volgelingen werd uitgevoerd (Johannes 4:1, 2). Johannes doopte mensen als een openbaar symbool van hun berouw over zonden die zij tegen de Wet bedreven hadden (Lukas 3:3).a Maar de doop van Jezus’ volgelingen hield iets nieuws in. Op Pinksteren 33 G.T. drong de apostel Petrus er bij zijn toehoorders op aan: „Hebt berouw, en laat een ieder van u worden gedoopt in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden” (Handelingen 2:37-41). Hoewel Petrus zich tot joden en proselieten richtte, sprak hij niet over de doop als symbool van berouw over zonden tegen de Wet; ook bedoelde hij niet dat de doop in Jezus’ naam het wegwassen van zonden afbeeldt. — Handelingen 2:10.
7 Bij die gelegenheid gebruikte Petrus de eerste van „de sleutels van het koninkrijk”. Met welk doel? Om voor zijn toehoorders kennis te ontsluiten omtrent de gelegenheid die hun werd geboden om het koninkrijk der hemelen binnen te gaan (Mattheüs 16:19). Aangezien de joden Jezus als de Messias hadden verworpen, was het hebben van berouw en het oefenen van geloof in hem een nieuwe en uiterst belangrijke factor om Gods vergeving te zoeken en te ontvangen. Zij konden in het openbaar blijk geven van zo’n geloof door in de naam van Jezus Christus in water ondergedompeld te worden. Op die manier zouden zij hun persoonlijke opdracht aan God door bemiddeling van Christus symboliseren. Allen die in deze tijd Gods goedkeuring wensen te ontvangen, moeten een soortgelijk geloof oefenen, zich aan Jehovah God opdragen en de christelijke doop ondergaan als een symbool van een onvoorwaardelijke opdracht aan de Allerhoogste God.
Nauwkeurige kennis uiterst belangrijk
8. Waarom is de christelijke doop niet voor iedereen?
8 De christelijke doop is niet voor iedereen. Jezus gebood zijn volgelingen: „Gaat . . . en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb” (Mattheüs 28:19, 20). Voordat mensen gedoopt worden, moet hun worden ’geleerd te onderhouden alles wat Jezus zijn discipelen geboden had’. Bijgevolg is de gedwongen doop van degenen die het ontbreekt aan geloof dat op nauwkeurige kennis van Gods Woord gebaseerd is, waardeloos en in strijd met de opdracht die Jezus aan zijn ware volgelingen heeft gegeven. — Hebreeën 11:6.
9. Wat betekent het „in de naam van de Vader” gedoopt te worden?
9 Wat betekent het „in de naam van de Vader” gedoopt te worden? Het betekent dat de doopkandidaat de positie en autoriteit van onze hemelse Vader erkent. Jehovah God wordt aldus erkend als onze Schepper, „de Allerhoogste . . . over heel de aarde” en de Universele Soeverein. — Psalm 83:18; Jesaja 40:28; Handelingen 4:24.
10. Wat betekent het ’in de naam van de Zoon’ gedoopt te worden?
10 ’In de naam van de Zoon’ gedoopt te worden, betekent Jezus’ positie en autoriteit als Gods eniggeboren Zoon te erkennen (1 Johannes 4:9). Zij die voor de doop in aanmerking komen, aanvaarden Jezus als degene door bemiddeling van wie God „een losprijs in ruil voor velen” heeft verschaft (Mattheüs 20:28; 1 Timotheüs 2:5, 6). Doopkandidaten moeten ook de „superieure positie” erkennen waartoe God zijn Zoon heeft verhoogd. — Filippenzen 2:8-11; Openbaring 19:16.
11. Wat betekent het ’in de naam van de heilige geest’ gedoopt te worden?
11 Wat betekent de doop ’in de naam van de heilige geest’? Hierdoor wordt te kennen gegeven dat de doopkandidaat erkent dat de heilige geest Jehovah’s werkzame kracht is die op verschillende manieren in overeenstemming met zijn voornemen wordt aangewend (Genesis 1:2; 2 Samuël 23:1, 2; 2 Petrus 1:21). Zij die voor de doop in aanmerking komen, erkennen dat de heilige geest hen helpt om „de diepe dingen Gods” te begrijpen, de Koninkrijksprediking ten uitvoer te brengen en de vrucht van de geest, „liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing”, tentoon te spreiden. — 1 Korinthiërs 2:10; Galaten 5:22, 23; Joël 2:28, 29.
Belangrijkheid van berouw en bekering
12. Hoe houdt de christelijke doop verband met berouw?
12 Behalve in het geval van de zondeloze man Jezus is de doop een door God goedgekeurd symbool dat verband houdt met berouw. Wanneer wij berouw hebben, voelen wij erge spijt of wroeging over iets wat wij hebben gedaan of niet hebben gedaan. Eerste-eeuwse joden die God wilden behagen moesten berouw hebben over de zonden die zij tegen Christus hadden begaan (Handelingen 3:11-19). Zekere niet-joodse gelovigen in Korinthe hadden berouw over hoererij, afgoderij, diefstal en andere grove zonden. Wegens hun berouw werden zij in Jezus’ bloed „rein gewassen”, werden zij „geheiligd”, of afgezonderd, voor Gods dienst en werden zij „rechtvaardig verklaard” in Christus’ naam en met Gods geest (1 Korinthiërs 6:9-11). Berouw is een uiterst belangrijke stap om een goed geweten en een door God geschonken verlichting van schuldgevoel over zonde te krijgen. — 1 Petrus 3:21.
13. Wat houdt bekering in met betrekking tot de doop?
13 Bekering moet plaatsvinden voordat wij als Getuigen van Jehovah gedoopt worden. Bekering is een vrijwillige handeling die zonder dwang wordt verricht door iemand die met zijn hele hart het besluit heeft genomen om Christus Jezus te volgen. Zulke personen verwerpen hun vroegere verkeerde handelwijze en nemen het vaste besluit om te doen wat juist is in Gods ogen. In de Schrift hebben Hebreeuwse en Griekse werkwoorden die verband houden met bekering, de betekenis van terugkeren en omkeren. Deze handelwijze duidt op een zich keren tot God na het verlaten van een verkeerde weg (1 Koningen 8:33, 34). Bekering omvat ’werken die bij berouw passen’ (Handelingen 26:20). Het vereist dat wij valse aanbidding de rug toekeren, in overeenstemming met Gods geboden handelen en Jehovah exclusieve toewijding schenken (Deuteronomium 30:2, 8-10; 1 Samuël 7:3). Bekering leidt tot veranderingen in ons denken, onze oogmerken en gezindheid (Ezechiël 18:31). Wij ’keren ons om’ als goddeloze trekken door de nieuwe persoonlijkheid worden vervangen. — Handelingen 3:19; Efeziërs 4:20-24; Kolossenzen 3:5-14.
Zich van ganser harte opdragen is van groot belang
14. Wat wordt er door de opdracht van Jezus’ volgelingen te kennen gegeven?
14 Voordat Jezus’ volgelingen zich laten dopen, moeten zij zich ook van ganser harte aan God opdragen. Opdracht betekent afzonderen voor een heilig doel. Deze stap is zo belangrijk dat wij Jehovah in gebed onze beslissing kenbaar dienen te maken om hem voor eeuwig onze exclusieve toewijding te schenken (Deuteronomium 5:9). Natuurlijk dragen wij ons niet aan een werk of aan een mens op, maar aan God zelf.
15. Waarom laten doopkandidaten zich dopen?
15 Wanneer wij ons door bemiddeling van Christus aan God opdragen, maken wij ons vaste besluit kenbaar om ons leven te gebruiken om de in de Schrift uiteengezette wil van God te doen. Als symbool van die opdracht laten doopkandidaten zich in water dopen, net als Jezus in de Jordaan werd gedoopt om te symboliseren dat hij zich aan God aanbood (Mattheüs 3:13). Het is opmerkenswaard dat Jezus bij die zeer belangrijke gelegenheid bad. — Lukas 3:21, 22.
16. Hoe kan onze vreugde op passende wijze worden getoond wanneer wij zien dat mensen gedoopt worden?
16 Jezus’ doop was een ernstige maar vreugdevolle gebeurtenis. Hetzelfde kan van de hedendaagse christelijke doop worden gezegd. Wanneer wij zien dat mensen hun opdracht aan God symboliseren, kunnen wij onze vreugde tonen door een respectvol applaus en hartelijke, lovende woorden te spreken. Maar gejuich, gefluit en dergelijke worden uit eerbied voor de heiligheid van die uiting van geloof vermeden. Wij brengen onze vreugde op een waardige wijze tot uitdrukking.
17, 18. Wat vormt een hulp om te bepalen of personen voor de doop in aanmerking komen?
17 In tegenstelling tot degenen die baby’s besprenkelen of die niet in de Schrift onderwezen mensenmassa’s dwingen zich te laten dopen, zullen Jehovah’s Getuigen iemand daar nooit toe pressen. In feite dopen zij geen personen die niet aan de schriftuurlijke vereisten voldoen. Zelfs voordat iemand een niet-gedoopte prediker van het goede nieuws kan worden, vergewissen christelijke ouderlingen zich ervan dat hij de fundamentele bijbelse leringen begrijpt, er in overeenstemming mee leeft en een positief antwoord geeft op een vraag als: „Wil je werkelijk een van Jehovah’s Getuigen zijn?”
18 In de meeste gevallen houden christelijke ouderlingen, wanneer afzonderlijke personen een zinvol aandeel aan de Koninkrijksprediking hebben en de wens te kennen geven gedoopt te worden, besprekingen met hen om zich ervan te vergewissen dat het hierbij gaat om gelovigen die zich aan Jehovah hebben opgedragen en die aan de goddelijke vereisten voor de doop voldoen (Handelingen 4:4; 18:8). Persoonlijke antwoorden op meer dan honderd vragen over bijbelse leringen helpen de ouderlingen te bepalen of degenen die antwoord geven aan de schriftuurlijke vereisten voldoen om gedoopt te worden. Sommigen komen er niet voor in aanmerking en worden daarom niet voor de christelijke doop aanvaard.
Houdt iets u ervan terug?
19. Wie zullen met het oog op Johannes 6:44 Jezus’ mede-erfgenamen zijn?
19 Velen die gedwongen werden zich in grote aantallen te laten dopen, hebben misschien te horen gekregen dat zij bij hun dood naar de hemel zouden gaan. Maar over zijn volgelingen zei Jezus: „Niemand kan tot mij komen tenzij de Vader, die mij heeft gezonden, hem trekt” (Johannes 6:44). Jehovah heeft 144.000 personen, die Jezus’ mede-erfgenamen in het hemelse koninkrijk zullen zijn, tot Christus getrokken. Een gedwongen doop heeft nooit iemand voor die glorierijke plaats in Gods regeling geheiligd. — Romeinen 8:14-17; 2 Thessalonicenzen 2:13; Openbaring 14:1.
20. Wat kan zekere personen die nog niet gedoopt zijn, helpen?
20 Vooral sinds het midden van de jaren ’30 hebben menigten die hopen „de grote verdrukking” te overleven en voor eeuwig op aarde te leven zich aangesloten bij de gelederen van Jezus’ „andere schapen” (Openbaring 7:9, 14; Johannes 10:16). Zij komen voor de doop in aanmerking omdat zij hun leven in overeenstemming hebben gebracht met Gods Woord en hem liefhebben met ’geheel hun hart, ziel, kracht en verstand’ (Lukas 10:25-28). Hoewel sommige mensen beseffen dat Jehovah’s Getuigen ’God met geest en waarheid aanbidden’, hebben zij Jezus’ voorbeeld nog niet nagevolgd en in het openbaar kenbaar gemaakt dat zij Jehovah oprecht liefhebben en hem exclusief zijn toegewijd door zich te laten dopen (Johannes 4:23, 24; Deuteronomium 4:24; Markus 1:9-11). Ernstige en specifieke gebeden betreffende deze uiterst belangrijke stap zullen hun wellicht de aansporing en de moed verschaffen om hun leven volledig in overeenstemming te brengen met Gods Woord, zich onvoorwaardelijk aan Jehovah God op te dragen, en gedoopt te worden.
21, 22. Om welke redenen aarzelen sommigen zich op te dragen en zich te laten dopen?
21 Sommigen aarzelen zich op te dragen en zich te laten dopen omdat zij zo opgaan in aangelegenheden van de wereld of het najagen van rijkdom dat zij weinig tijd voor geestelijke zaken hebben (Mattheüs 13:22; 1 Johannes 2:15-17). Wat zouden zij gelukkig zijn als zij hun zienswijzen en doeleinden zouden veranderen! Dicht tot Jehovah naderen zou hen geestelijk verrijken, zou ertoe bijdragen bezorgdheid te verminderen, en zou hun vrede schenken en de voldoening die voortspruit uit het doen van Gods wil. — Psalm 16:11; 40:8; Spreuken 10:22; Filippenzen 4:6, 7.
22 Anderen zeggen dat zij Jehovah liefhebben maar dragen zich niet op en worden niet gedoopt omdat zij denken dat zij dan niet aansprakelijk gesteld zullen worden. Maar ieder van ons moet verantwoording afleggen aan God. Die verantwoordelijkheid kwam op ons te rusten toen wij het woord van Jehovah hoorden (Ezechiël 33:7-9; Romeinen 14:12). Als een ’uitverkoren volk’ werden de Israëlieten uit de oudheid in een aan Jehovah opgedragen natie geboren, en zij stonden derhalve onder de verplichting om hem in overeenstemming met zijn voorschriften getrouw te dienen (Deuteronomium 7:6, 11). In deze tijd wordt niemand in zo’n natie geboren, maar als wij nauwkeurig schriftuurlijk onderricht hebben ontvangen, dienen wij er in geloof naar te handelen.
23, 24. Welke angsten dienen iemand er niet van te weerhouden gedoopt te worden?
23 Vrees dat zij niet voldoende kennis hebben, schrikt sommigen er misschien van terug zich te laten dopen. Niettemin moeten wij allen nog veel leren omdat ’de mensheid het werk dat de ware God heeft gemaakt, nooit van het begin tot het eind zal doorgronden’ (Prediker 3:11). Beschouw de Ethiopische eunuch eens. Als proseliet had hij enige kennis van de Schrift, maar hij kon niet elke vraag over Gods voornemens beantwoorden. Maar toen de eunuch Jehovah’s voorziening voor redding door middel van Jezus’ loskoopoffer leerde kennen, werd hij prompt in water gedoopt. — Handelingen 8:26-38.
24 Sommigen schromen zich aan God op te dragen omdat zij met faalangst kampen. De zeventienjarige Monique zegt: „Ik heb geaarzeld me te laten dopen uit vrees dat ik niet in overeenstemming met mijn opdracht kan leven.” Maar als wij met geheel ons hart op Jehovah vertrouwen, ’zal hij onze paden recht maken’. Hij zal ons als zijn getrouwe opgedragen dienstknechten helpen ’voort te gaan in de waarheid te wandelen’. — Spreuken 3:5, 6; 3 Johannes 4.
25. Welke vraag verdient nu aandacht?
25 Wegens een onvoorwaardelijk vertrouwen in Jehovah en een innige liefde voor hem worden elk jaar duizenden ertoe bewogen zich op te dragen en zich te laten dopen. En alle opgedragen dienstknechten van God willen hem beslist getrouw zijn. Maar wij leven in kritieke tijden, en wij worden met verschillende geloofsbeproevingen geconfronteerd (2 Timotheüs 3:1-5). Wat kunnen wij doen om overeenkomstig onze opdracht aan Jehovah te leven? Dit zullen wij in het volgende artikel beschouwen.
[Voetnoot]
a Aangezien Jezus zondeloos was, werd hij niet gedoopt als een symbool van berouw. Zijn doop symboliseerde dat hij zich aan God aanbood om de wil van zijn Vader te doen. — Hebreeën 7:26; 10:5-10.
Kunt u zich dit herinneren?
• Hoe wordt de christelijke doop verricht?
• Welke kennis is nodig wil iemand gedoopt kunnen worden?
• Welke stappen leiden tot de doop van ware christenen?
• Waarom aarzelen sommigen zich te laten dopen, maar hoe zouden zij geholpen kunnen worden?
[Illustraties op blz. 14]
Weet u wat het zeggen wil ’in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige geest’ gedoopt te worden?