De zienswijze van de bijbel
Moeten baby’s worden gedoopt?
„TOEN mijn kinderen werden geboren,” zo verklaarde een ouder, „liet ik hen zo gauw mogelijk dopen. . . . Soms vraag ik me af of ik er goed aan deed.” Waarom? Twee van haar drie kinderen hebben haar religie de rug toegekeerd.
Misschien hebt u als ouder soortgelijke twijfels gekoesterd over het opnemen van baby’s in uw religie. Als dit zo is, zult u waarschijnlijk weten dat zowel katholieke als protestantse kerkleiders weinig hebben gedaan om u gerust te stellen. Zij geven door hun onenigheid over de kinderdoop voedsel aan skepticisme. Hervormers noemen het een overblijfsel van middeleeuws bijgeloof. Maar aan tradities gehechte personen noemen het „onverenigbaar met het christelijke gevoel” om een baby de doop te onthouden.
Door zo te redeneren hebben kerkleiders zich louter „overgegeven aan een mengelmoes van emoties bij gebrek aan steekhoudende argumenten” (Infant Baptism and the Covenant of Grace, door Paul K. Jewett). Waar kunt u derhalve gezaghebbende antwoorden vinden op uw vragen over de kinderdoop? Hiervoor moeten wij ons wenden tot Gods Woord.
Naar de hel gezonden?
De meeste kinderdopers trachten hun argument te baseren op Jezus’ woorden in Johannes 3:5: „Indien iemand niet uit water en geest wordt geboren, kan hij het koninkrijk Gods niet binnengaan.” Zij voeren aan dat aangezien de waterdoop een vereiste is om de hemel binnen te gaan, zuigelingen moeten worden gedoopt om te voorkomen dat zij zullen lijden in een brandende hel — of in het voorgeborchte moeten verblijven.a
De bijbel zegt echter dat „de doden . . . zich van helemaal niets bewust” zijn (Prediker 9:5; vergelijk Psalm 146:4). Daar de doden geen bewustzijn bezitten, kunnen zij helemaal niet lijden. Ouders hoeven daarom geen ijzingwekkende gevolgen te vrezen als zij hun baby’s niet laten dopen.
Maar toch blijft dan nog de zorg dat ongedoopten de hemel niet kunnen binnengaan. Maar dit betekent niet dat zij niet gered kunnen worden. Jezus zei: „En ik heb nog andere schapen, die niet van deze [hemelse] kooi zijn” (Johannes 10:16). Hier en in een in Matthéüs 25:31-46 opgetekende gelijkenis gaf Jezus te kennen dat er mensen zouden worden gered die niet naar de hemel gaan. Waar gaan zij dan wel heen? Jezus zei tegen de boosdoener die naast hem aan een paal hing: „Gij zult met mij in het Paradijs zijn.” — Lukas 23:43.
Was die boosdoener ooit door middel van de doop ’uit water geboren’? Klaarblijkelijk niet, en dus bleef de hemel voor hem gesloten. Waar zou dan het „Paradijs” zijn? Bedenk dat God het oorspronkelijke mensenpaar in een aards paradijs plaatste, met het vooruitzicht om daar eeuwig te leven (Genesis 1:28; 2:8). Adam en Eva verkozen echter in opstand te komen en werden uit hun prachtige paradijstehuis verdreven. Was het aardse Paradijs voor eeuwig verloren? Neen, want de Schrift maakt duidelijk dat God uiteindelijk het Paradijs op aarde zal herstellen (Matthéüs 5:5; 6:9, 10; Efeziërs 1:9-11; Openbaring 21:1-5). En in dit aardse Paradijs zullen de meeste gestorvenen — met inbegrip van de baby’s — ten slotte een opstanding krijgen. — Johannes 5:28, 29.
Moet iemand gedoopt zijn om deze aardse opstanding deelachtig te worden? Niet noodzakelijkerwijs. Velen zijn gestorven terwijl zij in geestelijk opzicht onwetend waren. (Vergelijk Jona 4:11.) Aangezien zij nooit in de gelegenheid zijn geweest God te leren kennen, hebben zij zich nooit aan hem opgedragen. Zijn zulke personen voor eeuwig verloren? Neen, want de apostel Paulus zei dat „er een opstanding zal zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen” (Handelingen 24:15). Ongetwijfeld zullen tot deze uit de doden opgewekte menigten ook baby’s behoren. Daarom zijn de beweringen dat de doop noodzakelijk is om baby’s te redden, volkomen ongegrond.
De besnijdenis en de doop
Voorstanders van de kinderdoop wijzen er echter op dat de kinderen in Israël kort na de geboorte werden besneden (Genesis 17:12). Zij voeren aan dat de doop in de plaats is gekomen van de besnijdenis als middel om baby’s te redden.
Diende de besnijdenis echter als middel tot redding? Neen, het was een zichtbaar „teken van het verbond” dat God met Abraham sloot (Genesis 17:11). Bovendien werden alleen mannen besneden. Als de doop vergelijkbaar is met de besnijdenis, zou het dan niet logisch zijn dat pasgeboren meisjes van de doop worden buitengesloten? Het is duidelijk dat de vergelijking niet opgaat. Ook moet men bedenken dat de Schrift de joodse ouders specifiek opdroeg hun zonen te besnijden. Als het om een vereiste voor redding gaat, waarom dan niet een soortgelijk gebod voor christelijke ouders inzake de kinderdoop?
Jezus heeft weliswaar gezegd: „Laat de jonge kinderen bij mij komen . . . want aan hen die zijn zoals zij, behoort het koninkrijk Gods toe” (Markus 10:14). Maar Jezus wilde hiermee beslist niet zeggen dat de hemel door kinderen zou worden bevolkt. Het is interessant wat de protestantse theoloog A. Campbell betreffende het hemelse koninkrijk zei: „Het bestaat niet uit kinderen, maar uit degenen die zijn zoals zij in volgzaamheid, nederigheid en zachtmoedigheid.”
Kinderen van een gelovige zijn „heilig”
Jezus gebood zijn volgelingen: „Gaat daarom en maakt discipelen [of onderwezenen] van mensen uit alle natiën, hen dopende” (Matthéüs 28:19). Derhalve dienen slechts degenen die oud genoeg zijn om discipelen of onderwezenen te zijn, gedoopt te worden. Hedendaagse ware christenen richten hun inspanningen dan ook op het van kindsbeen af opleiden — niet het dopen — van hun kinderen (2 Timótheüs 3:15). Terwijl kinderen worden grootgebracht „in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah”, ontwikkelen zij hun eigen geloof. — Efeziërs 6:4.
In die tussentijd hoeven ouders niet te vrezen dat het eeuwige welzijn van hun jonge kinderen in gevaar is als zij niet gedoopt zijn. In 1 Korinthiërs 7:14 geeft de apostel Paulus de verzekering dat de kinderen van een christelijke ouder „heilig” zijn. Dit is niet zo omdat zij een of andere formalistische rite hebben ondergaan, maar omdat God hun barmhartig een reine positie verleent — zo lang op zijn minst één van hun ouders als christen getrouw blijft.
Het getrouwe voorbeeld van ouders, te zamen met het bijbelse onderricht dat hun kinderen ontvangen, kan jongeren er op de duur toe bewegen zich aan God op te dragen en dit te symboliseren door de waterdoop. Hun van waardering vervulde hart beweegt hen ertoe de aldus ingeslagen weg te vervolgen door ’een heilige dienst met hun denkvermogen’ te verrichten (Romeinen 12:1). Dit zijn dingen waar een klein baby’tje eenvoudig niet toe in staat is.
[Voetnoten]
a De New Catholic Encyclopedia (1967) verklaart: „In geval van doodsgevaar moet met dopen niet worden gewacht tot de feitelijke geboorte. Het is een bekwaam persoon toegestaan in de baarmoeder te dopen . . . met gebruikmaking van een spuit of enig ander irrigerend instrument.”