Taferelen van het Beloofde Land
„Wee u, Chorazin!” — Waarom?
U ZOU toch beslist niet willen dat God een wee over u uitspreekt, niet waar? Sta er dan eens bij stil hoe de joden in drie Galilese steden zich gevoeld moeten hebben toen Gods Zoon en Rechter verklaarde:
„Wee u, Chórazin! Wee u, Bethsáïda! want indien de krachtige werken die in u zijn geschied, in Tyrus en Sidon waren geschied, zouden ze reeds lang geleden in zak en as berouw hebben gehad. Daarom zeg ik u: Het zal voor Tyrus en Sidon draaglijker zijn op de Oordeelsdag dan voor u. En gij, Kapernaüm, . . . tot in Hades zult gij worden neergeworpen.” — Matthéüs 11:21-23.
In het hierboven afgebeelde tafereel wordt speciaal de aandacht gevestigd op een van die steden — Chórazin. Deze afbeelding is ook te zien bij juli/augustus op de Kalender van Jehovah’s Getuigen 1989. Het is interessant dat Jezus’ woorden in Matthéüs 11:21-23 in het bijbelleesprogramma van Jehovah’s Getuigen voor augustus zijn opgenomen. Wat dienen wij derhalve over Chórazin te weten?
Welnu, let eens op waar het oude Chórazin lag. U kunt de ruïnes ervan op de voorgrond van deze foto zien. Merk vervolgens de bomen langs de noordelijke oever van de Zee van Galiléa op. Daar lag Kapernaüm, ongeveer drie kilometer van Chórazin vandaan. Het perspectief van deze luchtfoto kan de indruk geven dat het om een nogal vlak terrein gaat, maar in werkelijkheid ligt Chórazin te midden van heuvels die zich ongeveer 270 meter boven de oever van het meer verheffen.
Het is ook nuttig te weten dat op ongeveer dezelfde afstand van Kapernaüm, langs de oever van het meer, Bethsáïda lag. Toen Jezus deze drie steden bestrafte, concentreerde hij zich dus op een klein gebied rondom het centrum van zijn activiteit in Galiléa (Matthéüs 4:13; Markus 2:1; Lukas 4:31). Waarom sprak Jezus een wee over deze steden uit?
Jezus had in dit gebied veel tijd met de apostelen doorgebracht en hier vele krachtige werken verricht. In de buurt van Bethsáïda voedde hij op wonderbare wijze meer dan 5000 mensen en herstelde hij het gezichtsvermogen van een blinde man (Markus 8:22-25; Lukas 9:10-17). Tot de wonderen die hij in of nabij Kapernaüm verrichtte, behoorden: een zieke jongen op een afstand genezen, een door demonen bezeten man gezond maken, een kreupele in staat stellen te lopen en de dochter van een functionaris van de synagoge uit de dood opwekken (Markus 2:1-12; 5:21-43; Lukas 4:31-37; Johannes 4:46-54). Hoewel de bijbel ons niet specifiek meedeelt welke „krachtige werken” verband houden met Chórazin, geeft Matthéüs 11:21 te kennen dat Jezus in of nabij die stad wonderen verrichtte. Toch hadden de mensen geen berouw en stelden zij geen geloof in hem als de Messías die Gods steun genoot.
Wanneer u de hierbij verschafte foto van het gebied waar Jezus zulke werken verrichtte, beschouwt, zou u zich kunnen afvragen: ’Hoe konden de inwoners van Chórazin zo ongevoelig reageren?’ Misschien kunnen de door archeologen blootgelegde zwarte basaltstenen te midden van deze ruïnes, die uit de derde eeuw G.T. dateren, een oplossing bieden. Tot deze overblijfselen behoren een synagoge in het stadscentrum en een woonwijk in de buurt daarvan. Op sommige van de stenen van de synagoge kwamen ongewone graveersels voor. Waarvan? Van figuren uit de Griekse mythologie, zoals een afbeelding van Medusa met slangenhaar en een centaur, half mens en half paard. Het judaïsme was normaliter krachtig tegen zulke afgodische afbeeldingen gekant. Waarom zouden de joodse leiders in Chórazin dan hebben toegelaten dat ze op hun synagoge werden gegrift?
Eén theorie is dat „de streek misschien vanouds door een liberale houding werd gekenmerkt”, hetgeen Jezus reden gegeven kan hebben te hopen dat er in de stad goed op zijn boodschap gereageerd zou worden.a Mochten deze synagogefriezen echter iets over de houding in Jezus’ tijd te kennen geven, dan was het wel dat de meeste mensen in Chórazin zich er niet bijzonder om bekommerden ’de Vader met geest en waarheid te aanbidden’ (Johannes 4:23). Zij gaven hier blijk van door de wonderen verrichtende Messías te verwerpen.
Toen Jezus de zeventig discipelen uitzond, stelde hij de slechte reactie van de mensen in Chórazin, Bethsáïda en Kapernaüm opnieuw in een hyperbool voor. Als Jezus’ mede-Galileeërs in Chórazin, die op de hoogte waren van zijn krachtige werken, reeds ongunstig reageerden, dienden de discipelen niet verbaasd te zijn als de inwoners van sommige andere steden waarin zij predikten, hen niet ontvingen. — Lukas 10:10-15.
Wanneer wij dus nadenken over hetgeen de levenloze zwarte ruïnes van Chórazin onthullen, dienen wij de waarschuwing ter harte te nemen die in Jezus’ „wee” ligt opgesloten. In gebreke blijven berouw te hebben en gunstig te reageren op het werk dat God door middel van zijn volk verricht, kan tot vernedering en een troosteloze toekomst leiden.
[Voetnoten]
a The World of the Bible, Deel 5, blz. 44, uitgegeven door Educational Heritage, Inc., New York, 1959.
[Kaart op blz. 16]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Chorazin
Bethsaïda
Kapernaüm
Zee van Galilea
Tiberias
[Verantwoording]
Pictorial Archive (Near Eastern History) Est.
[Illustratie op blz. 17]
[Illustratieverantwoording op blz. 16]
Pictorial Archive (Near Eastern History) Est.