In internationale wateren naar mensen vissen
„Indien ik nu het goede nieuws bekendmaak, is dat geen reden voor mij om te roemen, want de noodzaak is mij opgelegd. Werkelijk, wee mij indien ik het goede nieuws niet zou bekendmaken!” — 1 KORINTHIËRS 9:16.
1, 2. (a) Wie hebben echt de uitdaging aangenomen die opgesloten ligt in 1 Korinthiërs 9:16, en waarom antwoordt u aldus? (b) Welke verantwoordelijkheid hebben Jehovah’s Getuigen aanvaard?
WIE in deze twintigste eeuw hebben werkelijk de juiste reactie getoond op de uitdaging die opgesloten ligt in Paulus’ bovenaangehaalde woorden? Wie zijn met miljoenen uitgegaan in de wereld om te vissen naar mannen en vrouwen die „zich bewust zijn van hun geestelijke nood”? (Mattheüs 5:3) Wie hebben gevangenzetting en de dood geriskeerd, en wie hebben dat in vele landen ondergaan omdat zij Christus’ gebod in Mattheüs 24:14 ten uitvoer brengen?
2 De feiten verschaffen het antwoord: Jehovah’s Getuigen. Alleen vorig jaar al gingen meer dan vier miljoen Getuigen van huis tot huis, ’het goede nieuws bekendmakend’ in 211 landen en gebieden en in meer dan 200 talen. Dit was niet alleen maar een selecte groep speciaal opgeleide zendelingen. Nee, alle getuigen van Jehovah voelen de verantwoordelijkheid om van huis tot huis en bij elke passende gelegenheid te prediken en te onderwijzen. Waarom voelen zij die behoefte om hun geloof met anderen te delen? Omdat zij inzien dat kennis verantwoordelijkheid met zich brengt. — Ezechiël 33:8, 9; Romeinen 10:14, 15; 1 Korinthiërs 9:16, 17.
Naar mensen vissen, een wereldwijde uitdaging
3. Hoe uitgebreid is het gebied dat bevist moet worden?
3 Dit grote visserswerk is niet als het ware beperkt tot een bepaalde rivier of een groter water zoals een meer of zelfs tot één oceaan. Nee, zoals Jezus gebood, moet het „in alle natiën” verricht worden (Markus 13:10). Voordat Jezus naar zijn Vader opsteeg, zei hij tot zijn discipelen: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb. En ziet! ik ben met u alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.” — Mattheüs 28:19, 20.
4. (a) Wat moet Jezus’ vroege joodse volgelingen hebben verbaasd? (b) Hoe bezien Jehovah’s Getuigen de uitgebreidheid van hun predikingswerk?
4 Voor Jezus’ joodse volgelingen moet dat een verrassende opdracht zijn geweest. Hij zei zijn joodse discipelen dat zij nu moesten uitgaan tot de „onreine” heidenen van alle natiën en hen moesten onderwijzen. Er werd nogal wat aanpassing van hen gevergd om deze toewijzing geestelijk te verwerken en ernaar te gaan handelen (Handelingen 10:9-35). Maar zij konden er niet omheen; Jezus had hun in een gelijkenis verteld dat ’het veld de wereld is’. Daarom bezien Jehovah’s Getuigen in deze tijd de hele wereld als het gebied waar zij mogen vissen. Geen „twaalfmijlsgrenzen” of „territoriale wateren” kunnen beperkingen opleggen aan hun van God afkomstige opdracht. Soms moeten zij met beleid te werk gaan in gebieden waar geen religieuze vrijheid bestaat. Niettemin vissen zij met een besef van dringendheid. Waarom? Omdat wereldgebeurtenissen en de vervulling van bijbelse profetieën te kennen geven dat wij ons in de laatste fase van het wereldomspannende visserswerk bevinden. — Mattheüs 13:38; Lukas 21:28-33.
Voortgang in het wereldwijde visserswerk
5. Wat voor mensen reageren op het wereldwijde visserswerk?
5 De meeste gezalfde Koninkrijkserfgenamen zijn vóór 1935 uit de natiën ’gevist’ en hun volledige aantal is dus in wezen voltallig. Vooral sinds 1935 zijn Jehovah’s Getuigen dus op zoek naar die nederige mensen die beschreven zouden kunnen worden als de „zachtmoedigen” die ’de aarde zullen bezitten’ (Psalm 37:11, 29). Dit zijn mensen die „zuchten en kermen over al de verfoeilijkheden die . . . gedaan worden”. Zij ondernemen stappen ten gunste van Gods Koninkrijksheerschappij voordat de „grote verdrukking” Satans ontaarde en verdorven samenstel van dingen treft en zijn aanbidders in „de vuuroven” van definitieve vernietiging geworpen worden. — Ezechiël 9:4; Mattheüs 13:47-50; 24:21.
6, 7. (a) Welke stappen werden in 1943 gedaan met betrekking tot het predikingswerk? (b) Wat zijn de resultaten geweest?
6 Is het wereldwijde visserswerk tot dusver succesvol geweest? De feiten mogen voor zich spreken. Destijds in 1943 was de Tweede Wereldoorlog nog aan de gang, maar de getrouwe gezalfde broeders op het internationale hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen in Brooklyn (New York) voorzagen dat er een enorm wereldwijd visserswerk ten uitvoer gebracht zou moeten worden. Welke stappen werden er dus gedaan?a — Openbaring 12:16, 17.
7 In 1943 richtte het Wachttorengenootschap een zendelingenschool op met de naam Gilead (Hebreeuws: „Getuigenishoop”; Genesis 31:47, 48) waar iedere zes maanden honderd zendelingen werden opgeleid zodat zij over de hele wereld uitgezonden konden worden als symbolische vissers. Destijds waren er slechts 126.329 Getuigen in 54 landen actief naar mensen aan het vissen. Binnen tien jaar was dat aantal gewoon omhooggesprongen naar 519.982 Getuigen in 143 landen! De Gileadschool bracht beslist onbevreesde mannen en vrouwen voor het visserswerk voort, bereid om uit te gaan naar vreemde culturen en zich aan te passen aan nieuwe viswateren. Het resultaat was dat duizenden rechtgeaarde mensen reageerden. Die zendelingen en de plaatselijke Getuigen met wie zij samenwerkten, legden een fundament voor de schitterende toename die momenteel plaatsvindt.
8, 9. (a) Welke voorbeelden zouden genoemd kunnen worden van het schitterende werk dat zendelingen hebben gedaan? (b) Hoe hebben zendelingen schitterende groei in hun velden gezien? (Zie ook het Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1992.)
8 Vele getrouwe veteranen van die eerste klassen van Gilead dienen nog steeds in hun buitenlandse toewijzing, ook al zijn zij nu over de zeventig of zelfs tachtig. Eén voorbeeld dat velen van hen typeert, is dat van de 82-jarige Eric Britten en zijn vrouw, Christina, die in 1950 met de vijftiende klas van Gilead afstudeerden en die nog steeds in Brazilië dienen. Toen zij in Brazilië gingen dienen, waren er minder dan 3000 Getuigen in dat land. Nu zijn er meer dan 300.000! Werkelijk, ’de geringe is tot een machtige natie geworden’ in Brazilië omdat het visserswerk produktief is geweest. — Jesaja 60:22.
9 En wat kunnen wij zeggen over de zendelingen in Afrika? De meesten hebben zich aan een heel andere cultuur aangepast en zijn van de Afrikaanse volken gaan houden. Typerend zijn de broers John en Eric Cooke en hun vrouwen, Kathleen en Myrtle, die momenteel in Zuid-Afrika dienen. John en Eric studeerden in 1947 met de achtste klas af. Samen hebben zij gediend in Angola, Zimbabwe, Mozambique en Zuid-Afrika. Sommige zendelingen zijn in Afrika aan ziekten gestorven en andere zijn omgekomen door oorlog en vervolging, zoals Alan Battey en Arthur Lawson, die tijdens de recente burgeroorlog in Liberia het leven verloren. Toch zijn de Afrikaanse wateren erg produktief gebleken. Er zijn nu, verspreid over dat enorme continent, meer dan 400.000 Getuigen.
Allen hebben er een aandeel aan
10. Waarom en in welk opzicht doen pioniers een prijzenswaardig werk?
10 Er moet echter erkend worden dat terwijl de buitenlandse zendelingen met duizenden waren, de plaatselijke verkondigers en pioniersb nu met miljoenen zijn. Zij verrichten wereldwijd het leeuwedeel van het predikingswerk. In 1991 waren er gemiddeld 550.000 pioniers en reizende bedienaren. Wat een indrukwekkend aantal als wij bedenken dat al deze getrouwe Getuigen een speciale krachtsinspanning in het werk stellen om deel te nemen aan het grote visserswerk, en daarvoor gemiddeld zo’n 60 tot 140 uur per maand aan prediken besteden. Velen getroosten zich hiervoor grote persoonlijke opofferingen en kosten. Maar waarom? Omdat zij Jehovah, hun God, liefhebben met hun hele hart, verstand, ziel en kracht, en omdat zij hun naaste liefhebben als zichzelf. — Mattheüs 22:37-39.
11. Welk stellige bewijs is er dat Jehovah’s geest onder zijn volk aan het werk is?
11 Wat kunnen wij zeggen over de meer dan drie en een half miljoen andere Getuigen die niet in de volle-tijddienst zijn maar zich toch ook 100 procent geven in Jehovah’s dienst, naar hun omstandigheden? Sommigen zijn echtgenotes, zelfs moeders met de zorg voor kleine kinderen, die niettemin een deel van hun kostbare tijd aan het wereldomvattende visserswerk besteden. Velen zijn echtgenoten of vaders met een volledige baan; toch zetten zij op weekeinden en avonden tijd opzij om de waarheid te onderwijzen aan vreemden. Dan is er de grote menigte ongehuwde mannen en vrouwen en jongeren die een aandeel hebben aan het prediken en die de waarheid door hun gedrag aanbevelen. Welke andere religieuze groepering heeft meer dan vier miljoen onbetaalde vrijwilligers die iedere maand het goede nieuws van Gods Koninkrijksheerschappij prediken? Stellig vormt dit er een bewijs van dat Jehovah’s geest aan het werk is! — Psalm 68:11; Handelingen 2:16-18; vergelijk Zacharia 4:6.
Factoren die tot groei bijdragen
12. Waarom en in welke aantallen reageren mensen op de waarheid?
12 Dit enorme predikingswerk levert ieder jaar opmerkelijke resultaten op. In 1991 zijn meer dan 300.000 nieuwe Getuigen door volledige onderdompeling in water gedoopt. Dat is het equivalent van meer dan 3000 gemeenten van 100 Getuigen elk! Hoe is dit alles tot stand gebracht? Laten wij ons te binnen brengen wat Jezus zei: „Niemand kan tot mij komen tenzij de Vader, die mij heeft gezonden, hem trekt . . . Er staat geschreven in de Profeten: ’En zij zullen allen door Jehovah worden onderwezen.’ Een ieder die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, komt tot mij.” Daarom komt het niet alleen door menselijke inspanningen dat iemand reageert op het wereldwijde vissen. Jehovah onderscheidt de hartetoestand en trekt degenen die het waard zijn, tot zich. — Johannes 6:44, 45; Mattheüs 10:11-13; Handelingen 13:48.
13, 14. Welke voortreffelijke instelling hebben veel Getuigen aan de dag gelegd?
13 Menselijke vissers zijn echter de instrumenten die Jehovah gebruikt om mensen tot zich te trekken. Daarom is hun houding ten opzichte van de mensen en het gebied waar zij vissen, belangrijk. Hoe aanmoedigend is het om te zien dat de overgrote meerderheid Paulus’ woorden aan de Galaten ter harte heeft genomen: „Laten wij het derhalve niet opgeven te doen wat voortreffelijk is, want te zijner tijd zullen wij oogsten indien wij het niet moe worden.” — Galaten 6:9.
14 Veel getrouwe Getuigen prediken al tientallen jaren, terwijl zij de ontwikkelingen in de wereld nauwlettend blijven volgen. Zij hebben de opkomst en de val gezien van het nazisme, het fascisme en andere totalitaire stelsels. Sommigen zijn getuige geweest van de vele oorlogen die er sinds 1914 hebben plaatsgevonden. Zij hebben wereldleiders hun hoop zien vestigen op de Volkenbond en vervolgens de Verenigde Naties. Zij hebben gezien hoe in veel landen Jehovah’s werk onder verbodsbepalingen kwam en later wettelijk erkend werd. Tijdens al deze ontwikkelingen hebben Jehovah’s Getuigen het niet opgegeven te doen wat voortreffelijk is, met inbegrip van hun dienst als vissers van mensen. Wat een schitterend bericht van rechtschapenheid! — Mattheüs 24:13.
15. (a) Welke hulp hebben wij gekregen om ons aan te passen aan de behoeften van ons wereldwijde gebied? (b) Hoe zijn publikaties in uw toewijzing nuttig gebleken?
15 Er zijn nog meer factoren die tot deze wereldomvattende groei hebben bijgedragen. Eén is de plooibaarheid die de vissers van mensen aan de dag hebben gelegd ten aanzien van de behoeften van het gebied. Met de migratie van mensen van andere culturen, religies en talen, hebben Jehovah’s Getuigen hun begrip van deze verscheidene gezichtspunten verbreed. En de wereldomvattende gemeente heeft enorm geholpen door bijbels en bijbelse lectuur in meer dan 200 talen te vervaardigen. De Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift is inmiddels geheel of gedeeltelijk in 13 talen beschikbaar, waaronder Tsjechisch en Slowaaks. De brochure Geniet voor eeuwig van het leven op aarde! is er nu in 198 talen, van Albanees tot Zoeloe, met een oplage van 72 miljoen exemplaren. Het boek De grootste mens die ooit heeft geleefd is al in 69 talen verkrijgbaar. De mens op zoek naar God, uitgegeven in 29 talen, verschaft inzicht in de oorsprong en geloofsovertuigingen van de belangrijkste religieuze stelsels van de wereld en blijkt een uniek hulpmiddel te zijn bij het wereldwijde visserswerk.
16. Hoe hebben sommigen gereageerd op de behoeften in andere landen?
16 Wat heeft verder nog tot de voortgang van het visserswerk over de hele wereld bijgedragen? Duizenden zijn bereid geweest te reageren op de ’oproep uit Macedonië’. Net zoals Paulus, op de van God afkomstige oproep, bereid was van Klein-Azië over te steken naar Macedonië in Europa, zo zijn vele Getuigen verhuisd naar landen en gebieden waar een grotere behoefte aan Koninkrijkspredikers bestaat, alsook aan ouderlingen en dienaren in de bediening. Zij zijn als letterlijke vissers geweest die merken dat er in hun plaatselijke wateren voldoende gevist wordt en die zich in wateren hebben begeven waar minder boten zijn en waar overvloedig veel vis aanwezig is. — Handelingen 16:9-12; Lukas 5:4-10.
17. Welke voorbeelden hebben wij van personen die gehoor hebben gegeven aan de ’oproep uit Macedonië’?
17 In recente klassen van de zendelingenschool Gilead zaten studenten uit verscheidene Europese landen die Engels hebben geleerd en zich vervolgens hebben aangeboden om te dienen in andere landen en culturen. Evenzo krijgen via de bedienarenopleidingsschool veel ongehuwde broeders gedurende twee maanden een intensieve opleiding om dan naar andere landen gestuurd te worden om de gemeenten en de kringen te versterken. Andere unieke visgronden liggen in de gebieden die zich nu in Oost-Europa en de voormalige Sovjet-republieken openen. — Vergelijk Romeinen 15:20, 21.
18. (a) Waarom zijn pioniers gewoonlijk effectieve bedienaren? (b) Hoe kunnen zij anderen in de gemeente helpen?
18 Een verdere hulp in het wereldwijde visserswerk is de pioniersschool die de gewone pioniers bezoeken. Door middel van twee weken van intensieve behandeling van de, uitsluitend voor pioniers vervaardigde, publikatie Als lichtgevers in de wereld schijnen verhogen zij hun bekwaamheid in de bediening door onderwerpen te beschouwen als „De weg der liefde nastreven”, „Volg Jezus als model” en „De kunst van onderwijzen ontwikkelen”. Hoe dankbaar zijn alle gemeenten met deze teams van bekwame van-huis-tot-huisvissers die velen in dit grote visserswerk kunnen opleiden! — Mattheüs 5:14-16; Filippenzen 2:15; 2 Timotheüs 2:1, 2.
Kunnen wij er doeltreffender in worden?
19. Hoe kunnen wij net als de apostel Paulus doeltreffender worden in onze bediening?
19 Net als Paulus willen wij een positieve en op de toekomst gerichte instelling hebben (Filippenzen 3:13, 14). Hij paste zich aan alle soorten van mensen en omstandigheden aan. Hij wist gemeenschappelijke uitgangspunten te vinden en kon redeneren op basis van plaatselijke opvattingen en cultuur. Wij kunnen bijbelstudies beginnen door opmerkzaam te zijn ten aanzien van de wijze waarop de huisbewoner op de Koninkrijksboodschap reageert en vervolgens onze presentatie aan de behoeften van de persoon aan te passen. Met de grote verscheidenheid van bijbelstudiehulpmiddelen waarover wij beschikken, kunnen wij die publikatie aanbieden die past bij de kijk van de persoon in kwestie. Onze plooibaarheid en oplettendheid zijn ook belangrijke factoren voor produktieve visserijwerkzaamheden. — Handelingen 17:1-4, 22-28, 34; 1 Korinthiërs 9:19-23.
20. (a) Waarom is ons visserswerk nu zo belangrijk? (b) Wat is nu onze individuele verantwoordelijkheid?
20 Waarom is dit unieke wereldomspannende visserswerk nu zo belangrijk? Omdat uit de bijbelse profetieën zoals die weerspiegeld worden in de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden en nog plaatsvinden, duidelijk is dat Satans wereldstelsel op een rampzalige climax aanstuurt. Wat moeten wij als Jehovah’s Getuigen dus doen? De drie studieartikelen in dit tijdschrift hebben duidelijk laten uitkomen dat het onze verantwoordelijkheid is ijverig en vurig te zijn in onze visserswerkzaamheden in ons deel van de wereldomspannende wateren. Wij hebben de vaste verzekering uit de bijbel dat Jehovah onze toegewijde vissersactiviteiten niet zal vergeten. Paulus verklaarde: „God is niet onrechtvaardig, zodat hij uw werk en de liefde die gij voor zijn naam hebt getoond doordat gij de heiligen hebt gediend en blijft dienen, zou vergeten. Maar wij begeren dat een ieder van u dezelfde naarstigheid aan de dag legt om tot het einde toe de volle verzekerdheid van de hoop te hebben.” — Hebreeën 6:10-12.
[Voetnoten]
a Zie ook De Openbaring — Haar grootse climax is nabij!, blz. 185 en 186, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.
b „Pionierverkondiger . . . een volle-tijdwerker van de Jehovah’s Getuigen.” — Webster’s Third New International Dictionary.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Waarom bezien Jehovah’s Getuigen de hele wereld als het gebied voor hun visserswerk?
◻ Hoe is de Gileadschool een zegen geweest voor het visserswerk?
◻ Wat zijn enkele factoren die tot het succes van Jehovah’s Getuigen hebben bijgedragen?
◻ Hoe kunnen wij individueel doeltreffender worden in onze christelijke bediening?
[Tabel op blz. 24]
RESULTATEN VAN INTERNATIONAAL VISSEN
Jaar Landen Getuigen
1939 61 71.509
1943 54 126.329
1953 143 519.982
1973 208 1.758.429
1983 205 2.652.323
1991 211 4.278.820
[Illustratie op blz. 25]
Het getuigeniswerk wordt nog steeds verricht onder Galilese vissers