HOOFDSTUK 17
‘Niemand heeft grotere liefde dan hij’
1-4. (a) Wat gebeurt er als Jezus door Pilatus voor de woedende menigte wordt gebracht? (b) Hoe reageert Jezus op de vernederingen en het lijden, en welke belangrijke vragen roept dat op?
‘KIJK, de mens!’ Dat zijn de woorden van Pontius Pilatus, de Romeinse gouverneur, als hij Jezus Christus voor de woedende menigte brengt die zich ’s morgens op de paschadag van 33 buiten zijn paleis heeft verzameld (Johannes 19:5). Nog maar een paar dagen hiervoor werd Jezus door de mensen toegejuicht toen hij Jeruzalem binnenkwam als de Koning die door God is aangesteld. Maar nu hebben de mensen zich tegen hem gekeerd.
2 Jezus draagt een purperen koninklijk gewaad en heeft een kroon op zijn hoofd. Maar het gewaad en de kroon zijn bedoeld om de spot te drijven met zijn koningschap. De soldaten hebben het gewaad over zijn bloedende rug heen gehangen en hebben de kroon, die gemaakt is van doorns, op zijn hoofd gedrukt. De overpriesters zetten het volk op tegen de man die voor hen staat. De priesters schreeuwen: ‘Aan de paal met hem! Aan de paal met hem!’ Moordlustig roepen de mensen dat hij moet sterven (Johannes 19:1-7).
3 Zonder te klagen verduurt Jezus de vernedering en het lijden met waardigheid en moed.a Hij is er helemaal op voorbereid te sterven. Later op die paschadag onderwerpt hij zich gewillig aan een pijnlijke dood aan een martelpaal (Johannes 19:17, 18, 30).
4 Door zijn leven te geven, bewees Jezus een echte vriend voor zijn volgelingen te zijn. Hij zei: ‘Niemand heeft grotere liefde dan hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden’ (Johannes 15:13). Dat roept enkele belangrijke vragen op. Was het echt nodig dat Jezus al dat lijden doormaakte en daarna stierf? Waarom was hij bereid dat te doen? Hoe kunnen wij als ‘zijn vrienden’ en volgelingen zijn voorbeeld volgen?
Waarom moest Jezus lijden en sterven?
5. Hoe wist Jezus welke beproevingen hem te wachten stonden?
5 Als de beloofde Messias wist Jezus wat hem te wachten stond. Hij kende de vele profetieën in de Hebreeuwse Geschriften die het lijden en de dood van de Messias gedetailleerd voorspelden (Jesaja 53:3-7, 12; Daniël 9:26). Meer dan eens bereidde hij zijn discipelen voor op de beproevingen die hem te wachten stonden (Markus 8:31; 9:31). Toen hij op weg was naar Jeruzalem voor zijn laatste Pascha, zei hij tegen zijn apostelen: ‘De Mensenzoon zal aan de overpriesters en de schriftgeleerden worden overgeleverd. Ze zullen hem ter dood veroordelen en aan heidenen overleveren. Die zullen hem bespotten, bespugen, geselen en doden’ (Markus 10:33, 34). Jezus overdreef niet. Zoals we hebben gezien, werd Jezus inderdaad bespot, bespuugd, gegeseld en gedood.
6. Waarom moest Jezus lijden en sterven?
6 Maar waarom moest Jezus lijden en sterven? Om een aantal heel belangrijke redenen. Ten eerste zou Jezus door loyaal te blijven bewijzen dat hij Jehovah trouw was en zou hij Jehovah’s naam heiligen. Satan had ten onrechte beweerd dat mensen God alleen uit eigenbelang dienen (Job 2:1-5). Door trouw te blijven ‘tot de dood aan een martelpaal’ gaf Jezus het overtuigendste antwoord op Satans ongegronde beschuldiging (Filippenzen 2:8; Spreuken 27:11). Ten tweede zou de Messias door zijn lijden en dood verzoening doen voor de zonden van anderen (Jesaja 53:5, 10; Daniël 9:24). Jezus ‘gaf zijn leven als een losprijs in ruil voor velen’, waardoor wij Gods goedkeuring kunnen krijgen (Mattheüs 20:28). Ten derde werd Jezus door het ondergaan van allerlei beproevingen en lijden ‘net als wij in alle opzichten op de proef gesteld’. Daardoor is hij een Hogepriester die ‘mee kan voelen met onze zwakheden’ (Hebreeën 2:17, 18; 4:15).
Waarom was Jezus bereid zijn leven te geven?
7. Hoeveel gaf Jezus op toen hij naar de aarde kwam?
7 Denk eens na over het volgende om beter te beseffen waartoe Jezus bereid was. Welke man zou zijn familie en zijn huis verlaten en naar een ander land verhuizen als hij wist dat de meeste mensen in dat land hem zouden afwijzen, dat hij te maken zou krijgen met vernederingen en lijden en dat hij uiteindelijk vermoord zou worden? Sta er nu eens bij stil wat Jezus heeft gedaan. Voordat hij naar de aarde kwam, had hij een bevoorrechte positie naast zijn Vader. Toch verliet Jezus bereidwillig zijn woonplaats in de hemel om als mens naar de aarde te komen. Hij deed die stap terwijl hij wist dat hij door de meeste mensen afgewezen zou worden en dat hij te maken zou krijgen met wrede vernederingen, intens lijden en een pijnlijke dood (Filippenzen 2:5-7). Wat bewoog Jezus ertoe zo’n offer te brengen?
8, 9. Wat bewoog Jezus ertoe zijn leven te geven?
8 Jezus werd vooral gemotiveerd door diepe liefde voor zijn Vader. Zijn volharding was een bewijs van zijn liefde voor Jehovah. Omdat Jezus zo veel van zijn Vader hield, waren Zijn naam en reputatie heel belangrijk voor hem (Mattheüs 6:9; Johannes 17:1-6, 26). Jezus wilde vooral dat de naam van zijn Vader gezuiverd zou worden van de smaad die erop was geworpen. Hij vond het dan ook een bijzonder grote eer om te lijden voor het doen van Jehovah’s wil, want hij wist dat zijn trouw aan Jehovah een rol zou spelen in de heiliging van de prachtige naam van zijn Vader (1 Kronieken 29:13).
9 Jezus had nog een motief om zijn leven te geven: liefde voor de mensheid. Die liefde gaat helemaal terug tot het begin van de menselijke geschiedenis. De Bijbel vertelt wat Jezus zei lang voordat hij naar de aarde kwam: ‘Ik was bijzonder gesteld op de mensen’ (Spreuken 8:30, 31). Zijn liefde was duidelijk merkbaar toen hij op aarde was. Zoals we in de vorige drie hoofdstukken hebben gezien, toonde Jezus op veel manieren zijn liefde voor mensen in het algemeen en voor zijn volgelingen in het bijzonder. Maar de allergrootste uiting van zijn liefde was dat hij op 14 nisan 33 bereidwillig zijn leven voor ons gaf (Johannes 10:11). Wij moeten Jezus navolgen door net zo’n liefde te tonen. Hij heeft ons zelfs het gebod gegeven dat te doen.
‘Heb elkaar lief zoals ik jullie heb liefgehad’
10, 11. Wat is het nieuwe gebod dat Jezus zijn volgelingen gaf, wat is erbij betrokken en waarom is het belangrijk ernaar te leven?
10 De avond voordat Jezus stierf, zei hij tegen zijn trouwe apostelen: ‘Ik geef jullie een nieuw gebod: Heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Hierdoor zal iedereen weten dat jullie mijn discipelen zijn: als jullie liefde voor elkaar hebben’ (Johannes 13:34, 35). ‘Elkaar liefhebben’ — waarom is dat ‘een nieuw gebod’? In de wet van Mozes stond al: ‘Je moet je naaste liefhebben als jezelf’ (Leviticus 19:18). Maar het nieuwe gebod vraagt om een grotere liefde, een liefde die ons ertoe kan bewegen ons leven voor anderen te geven. Jezus zelf maakte dat duidelijk toen hij zei: ‘Dit is mijn gebod: heb elkaar lief net zoals ik jullie heb liefgehad. Niemand heeft grotere liefde dan hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden’ (Johannes 15:12, 13). Het nieuwe gebod zegt eigenlijk: ‘Heb anderen niet lief als jezelf, maar meer dan jezelf.’ Door de manier waarop Jezus leefde en stierf, leerde hij ons hoe je die liefde toont.
11 Waarom is het belangrijk dat we het nieuwe gebod gehoorzamen? Jezus zei: ‘Hierdoor [door deze zelfopofferende liefde] zal iedereen weten dat jullie mijn discipelen zijn.’ Als ware christenen zijn we dus te herkennen aan zelfopofferende liefde. We zouden die liefde kunnen vergelijken met de badges die de bezoekers van de jaarlijkse congressen van Jehovah’s Getuigen dragen. Op die badge staan de naam en de gemeente van de Getuige, zodat anderen weten wie de persoon is. Zelfopofferende liefde voor elkaar is de ‘badge’ waaraan ware christenen te herkennen zijn. Met andere woorden: onze liefde voor elkaar moet zo opvallen dat die als een badge is waaraan anderen zien dat we inderdaad ware volgelingen van Christus zijn. Elk van ons zou zich moeten afvragen: is de ‘badge’ van zelfopofferende liefde duidelijk te zien in mijn leven?
Wat houdt zelfopofferende liefde in?
12, 13. (a) Hoe ver moeten we bereid zijn te gaan in onze liefde voor elkaar? (b) Wat houdt zelfopoffering in?
12 Als volgelingen van Jezus moeten we elkaar liefhebben zoals hij ons heeft liefgehad. Dat betekent dat we bereid moeten zijn offers voor onze broeders en zusters te brengen. Hoe ver moeten we bereid zijn te gaan? De Bijbel zegt: ‘Hierdoor hebben we geleerd wat liefde is: dat hij zijn leven voor ons heeft gegeven. En wij zijn verplicht ons leven te geven voor onze broeders’ (1 Johannes 3:16). Net als Jezus moeten we bereid zijn voor elkaar te sterven als dat nodig is. In tijden van vervolging zullen we eerder ons eigen leven opofferen dan onze geloofsgenoten te verraden en zo hun leven in gevaar te brengen. In landen die verdeeld zijn door raciale of etnische conflicten zullen we ons eigen leven riskeren om onze broeders en zusters te beschermen, ongeacht hun raciale of etnische achtergrond. Als er een oorlog uitbreekt, zullen we liever de gevangenis in gaan of zelfs sterven dan de wapens op te nemen tegen geloofsgenoten — of tegen wie maar ook (Johannes 17:14, 16; 1 Johannes 3:10-12).
13 Bereid zijn ons leven voor onze broeders en zusters te geven is niet de enige manier om zelfopofferende liefde te tonen. Het zal namelijk niet zo gauw gebeuren dat ons gevraagd wordt zo’n groot offer te brengen. Maar als we zo veel van onze broeders en zusters houden dat we voor ze willen sterven, zouden we dan niet bereid moeten zijn kleinere offers te brengen en ons best te doen om hen nu al te helpen? Zelfopoffering houdt in dat we ons eigen voordeel en gemak opgeven ter wille van anderen. We geven hun behoeften en belangen voorrang boven die van onszelf, ook al zou het ons niet zo goed uitkomen (1 Korinthiërs 10:24). Op welke praktische manieren kunnen we zelfopofferende liefde tonen?
In de gemeente en in het gezin
14. (a) Welke offers worden er van ouderlingen gevraagd? (b) Hoe denk je over de hardwerkende ouderlingen in je gemeente?
14 Ouderlingen brengen veel offers om ‘de kudde te hoeden’ (1 Petrus 5:2, 3). Naast de zorg voor hun eigen gezin moeten ze misschien ’s avonds of in het weekend tijd besteden aan de gemeente — aandelen op de vergadering voorbereiden, herderlijke bezoeken brengen of rechterlijke kwesties behandelen. Veel ouderlingen brengen extra offers door hard te werken op congressen en andere grote vergaderingen of door te dienen in een ziekenhuiscontactcomité of een patiëntenbezoekgroep. Andere ouderlingen dienen als bouwvrijwilliger. Ouderlingen, vergeet nooit dat je zelfopofferende liefde toont door bereidwillig te dienen — door je tijd, energie en middelen te gebruiken voor het hoeden van de kudde (2 Korinthiërs 12:15). Je onzelfzuchtige inspanningen worden niet alleen gewaardeerd door Jehovah maar ook door je broeders en zusters (Filippenzen 2:29; Hebreeën 6:10).
15. (a) Wat zijn enkele offers die vrouwen van ouderlingen brengen? (b) Hoe denk je over vrouwen die hun man steunen en hem delen met de gemeente?
15 Ook vrouwen van ouderlingen tonen zelfopofferende liefde. Ze zijn bereid wat van de tijd die hun man normaal met het gezin doorbrengt op te offeren zodat hun man voor de gemeente kan zorgen. En denk ook aan de offers die vrouwen van kringopzieners brengen door samen met hun man van de ene naar de andere gemeente of van de ene naar de andere kring te gaan. Ze hebben geen eigen huis en moeten misschien elke week in een ander bed slapen. Vrouwen die bereidwillig de belangen van de gemeente boven hun eigen belangen stellen, verdienen echt een compliment voor hun zelfopofferende liefde (Filippenzen 2:3, 4).
16. Welke offers brengen christelijke ouders voor hun kinderen?
16 Hoe kun je in het gezin zelfopofferende liefde tonen? Ouders, jullie brengen veel offers om voor je kinderen te zorgen en ze ‘op te voeden met de correctie en de vermaningen van Jehovah’ (Efeziërs 6:4). Misschien moet je hard werken en lange dagen maken om brood op de plank te krijgen en ervoor te zorgen dat je kinderen kleding en onderdak hebben. Je wilt dat je kinderen alles hebben wat ze nodig hebben, ook al zou dat betekenen dat je zelf minder hebt. Je doet ook veel moeite om met je kinderen te studeren, ze mee te nemen naar de vergaderingen en met ze in de velddienst te gaan (Deuteronomium 6:6, 7). Je zelfopofferende liefde wordt gewaardeerd door Jehovah, die het gezin heeft ingesteld, en kan je kinderen helpen eeuwig leven te krijgen (Spreuken 22:6; Efeziërs 3:14, 15).
17. Hoe kunnen echtgenoten Jezus’ onzelfzuchtige houding navolgen?
17 Echtgenoten, hoe kunnen jullie Jezus navolgen in het tonen van zelfopofferende liefde? De Bijbel zegt: ‘Mannen, blijf van je vrouw houden, net zoals de Christus van de gemeente heeft gehouden en zich voor haar heeft opgeofferd’ (Efeziërs 5:25). Zoals we hebben gezien, hield Jezus zo veel van zijn volgelingen dat hij zijn leven voor hen gaf. Een christelijke echtgenoot volgt de onzelfzuchtige houding van Jezus na, die ‘niet zijn eigen belang zocht’ (Romeinen 15:3). Zo’n echtgenoot stelt de behoeften en belangen van zijn vrouw graag boven die van hemzelf. Hij probeert niet zijn eigen zin door te drijven maar is bereid toe te geven als er geen Bijbelse principes bij betrokken zijn. Een man die zelfopofferende liefde toont, krijgt Jehovah’s goedkeuring en wint de liefde en het respect van zijn vrouw en kinderen.
Wat zul jij doen?
18. Wat motiveert ons om het nieuwe gebod te gehoorzamen?
18 Het is niet makkelijk om gehoorzaam te zijn aan het nieuwe gebod elkaar lief te hebben, maar we hebben een krachtig motief om het te doen. Paulus schreef: ‘De liefde van de Christus motiveert ons, want we zijn tot de conclusie gekomen dat één mens voor allen is gestorven (...). En hij is voor allen gestorven zodat zij die leven niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor hem die voor hen gestorven is en werd opgewekt’ (2 Korinthiërs 5:14, 15). Moet het feit dat Jezus voor ons gestorven is ons niet motiveren om voor hem te leven? Dat kunnen we doen door zijn voorbeeld van zelfopofferende liefde na te volgen.
19, 20. Welk kostbare geschenk heeft Jehovah ons gegeven, en hoe kun je laten zien dat je het aanvaardt?
19 Jezus overdreef niet toen hij zei: ‘Niemand heeft grotere liefde dan hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden’ (Johannes 15:13). Doordat Jezus bereid was zijn leven voor ons te geven, liet hij zien hoeveel hij van ons hield. Toch is er iemand die een nog grotere liefde heeft getoond. Jezus zei: ‘Gods liefde voor de wereld was zo groot dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, zodat iedereen die in hem gelooft niet vernietigd zal worden, maar eeuwig leven zal hebben’ (Johannes 3:16). God houdt zo veel van ons dat hij zijn Zoon als losprijs heeft gegeven, waardoor wij van zonde en dood bevrijd kunnen worden (Efeziërs 1:7). De losprijs is een kostbaar geschenk van Jehovah, maar hij dwingt ons niet om het te aanvaarden.
20 Het is aan ons om Jehovah’s geschenk te aanvaarden. Dat doen we door te geloven in zijn Zoon. Maar het is niet genoeg om alleen maar te zeggen dat je gelooft. Het wordt bewezen door daden, door de manier waarop je leeft (Jakobus 2:26). Je bewijst je geloof in Jezus Christus door hem dag in dag uit te volgen. Dat zal nu en in de toekomst tot grote zegeningen leiden, zoals het laatste hoofdstuk duidelijk zal maken.
a Jezus werd die dag twee keer bespuugd, eerst door de religieuze leiders en later door de Romeinse soldaten (Mattheüs 26:59-68; 27:27-30). Zelfs deze vernederende behandeling aanvaardde hij zonder klagen, en daarmee vervulde hij de profetische woorden: ‘Mijn gezicht hield ik niet verborgen voor vernederingen en speeksel’ (Jesaja 50:6).