-
Wie zijn wedergeboren?De Wachttoren 1992 | 15 november
-
-
Wie zijn wedergeboren?
GAAN alle goede mensen naar de hemel? Velen denken dit, maar Jezus Christus was het hier niet mee eens. Sprekend tot de joodse regeerder Nikodemus, die ’s nachts in het geheim bij hem kwam, zei Jezus: „Geen mens [is] tot in de hemel opgestegen.” — Johannes 3:13.
Toch gaf Jezus tegenover Nikodemus te kennen dat de tijd zou komen dat sommige mensen de gelegenheid zouden hebben het koninkrijk des hemels binnen te gaan. Over hen zei Jezus: „Indien iemand niet uit water en geest wordt geboren, kan hij het koninkrijk Gods niet binnengaan. Wat uit het vlees is geboren, is vlees, en wat uit de geest is geboren, is geest. Verwondert u niet omdat ik tot u zei: Gijlieden moet wedergeboren worden.” Maar Nikodemus vroeg zich af hoe iemand wedergeboren kon worden. — Johannes 3:1-9.
Misschien vraagt ook u zich af wat Jezus bedoelde. Zouden zijn woorden van toepassing kunnen zijn op de plotselinge bekering die velen beweren te hebben ondergaan toen zij voelden dat zij vervuld werden met Gods heilige geest?
Emoties en de geest
Sommigen zeggen dat het voelen van de kracht van de geest een indicatie is dat men wedergeboren is. Maar ons hart en onze geest kunnen ons misleiden, vooral als wij door sterke emoties beïnvloed zijn. — Jeremia 17:9.
William Sargant, die onderzoek doet naar de uitwerking van emoties op de geest, vermeldt de noodzaak „op onze hoede te zijn voor overtuigingen die men krijgt in een toestand waarin de emoties zijn opgewekt en onze hersenen ons kunnen bedriegen”. Eén voorbeeld is volgens Sargant de uitwerking van opwekkingsbijeenkomsten en dreigingen met de hellestraf. Wie zou niet wedergeboren willen worden om naar de hemel te gaan als het enige alternatief zou zijn voor eeuwig gepijnigd te worden? Sargant zegt dat onder zo’n emotionele stress „de rede terzijde wordt geschoven, de normale hersencomputer tijdelijk wordt uitgeschakeld, en nieuwe denkbeelden en overtuigingen klakkeloos worden aanvaard”. — The Mind Possessed.
Nu dan, hoe kan men weten of een overtuiging inzake de kwestie van wedergeboorte ’klakkeloos is aanvaard’? De weg van ware wijsheid is, zich te laten leiden door alles wat Gods heilige geest bijbelschrijvers heeft laten optekenen. Christenen worden aangemoedigd God te aanbidden ’met hun denkvermogen’ en moeten zich ervan vergewissen of datgene wat zij geloven, waar is. — Romeinen 12:1, 2; 1 Thessalonicenzen 5:21.
Wedergeboorte opent de weg tot een van de geweldigste voorrechten die ooit aan mensen zijn verleend. Ze houdt verband met een waarlijk opmerkelijke ontwikkeling in de verwezenlijking van Gods voornemen. Hoewel dit allemaal waar is, rijzen er vragen, zoals: Wie worden wedergeboren? Hoe vindt dit plaats? Wat wordt zulke personen in het vooruitzicht gesteld? En zullen alleen zij worden gered?
[Illustratie op blz. 3]
Nikodemus vroeg zich af hoe iemand wedergeboren kon worden
-
-
Waarom sommigen worden wedergeborenDe Wachttoren 1992 | 15 november
-
-
Waarom sommigen worden wedergeboren
„INDIEN iemand niet wedergeboren wordt, kan hij het koninkrijk Gods niet zien” (Johannes 3:3). Die woorden hebben sinds Jezus Christus ze meer dan 1900 jaar geleden uitsprak, veel mensen zowel in vervoering als in verwarring gebracht.
Voor een juist begrip van Jezus’ woorden in verband met wedergeboorte moeten wij eerst de volgende vragen beantwoorden: Wat is Gods voornemen met de mensheid? Wat gebeurt er bij de dood met de ziel? Wat zal Gods koninkrijk eigenlijk doen?
Gods voornemen met de mensheid
De eerste mens, Adam, werd als een volmaakte menselijke zoon van God geschapen (Lukas 3:38). Het was nooit de bedoeling van Jehovah God dat Adam zou sterven. Adam en zijn vrouw, Eva, hadden het vooruitzicht een zondeloze menselijke familie voort te brengen die eeuwig zou leven en een paradijsaarde zou vullen (Genesis 1:28). De dood maakte geen deel uit van Gods oorspronkelijke voornemen met betrekking tot de man en de vrouw. Ze deed haar intrede op het menselijke toneel slechts als gevolg van opstand tegen de goddelijke wet. — Genesis 2:15-17; 3:17-19.
Deze opstand wierp grote morele strijdpunten op, zoals de rechtmatigheid van Gods soevereiniteit en het vermogen van mensen om getrouw aan zijn wetten te blijven. Er zou tijd nodig zijn om deze strijdpunten op te lossen. Maar Jehovah’s voornemen met de mensheid veranderde niet, en hij kan niet falen in wat hij zich ten doel stelt. Hij is vastbesloten de aarde te vullen met een volmaakte menselijke familie die zich zal verheugen in eeuwig leven in het Paradijs (Psalm 37:29; 104:5; Jesaja 45:18; Lukas 23:43). Wij moeten deze fundamentele waarheid in gedachte houden wanneer wij Jezus’ woorden in verband met wedergeboorte beschouwen.
Wat gebeurt er bij de dood met de ziel?
Zich niet bewust van wat Gods heilige geest aan bijbelschrijvers had onthuld, gaven Griekse filosofen zich alle mogelijke moeite om achter de zin van het leven te komen. Zij konden niet geloven dat het de bedoeling was dat de mens slechts enkele jaren zou leven, vaak onder ellendige omstandigheden, en dan eenvoudig zou ophouden te bestaan. Hierin hadden zij gelijk. Maar in hun conclusies omtrent de vooruitzichten van de mens na de dood hadden zij het bij het verkeerde eind. Zij concludeerden dat de mens na de dood in de een of andere vorm voortbestond, dat iedereen een onsterfelijke ziel bezat.
Joden en zogeheten christenen werden door zulke zienswijzen beïnvloed. Zo lezen wij in het boek Heaven — A History: „Overal waar joden der diaspora in aanraking kwamen met Griekse intellectuelen, stak het denkbeeld van een onsterfelijke ziel de kop op.” Het boek voegt eraan toe: „Griekse leerstellingen omtrent de ziel hadden een blijvende invloed op joodse en uiteindelijk christelijke geloofsopvattingen. . . . Door een unieke synthese van platonische filosofie en bijbelse overlevering te creëren, baande Philo [een eerste-eeuwse joodse filosoof uit Alexandrië] de weg voor latere christelijke denkers.”
Wat geloofde Philo? Hetzelfde boek vervolgt: „Volgens hem werd bij de dood de ziel tot haar oorspronkelijke toestand van vóór de geboorte hersteld. Daar de ziel tot de onstoffelijke wereld behoort, wordt het leven in het lichaam niets dan een korte, vaak ongelukkige, episode.” Adams ’toestand vóór de geboorte’ was echter een niet-bestaan. Volgens het bijbelse verslag lag het nooit in Gods voornemen besloten dat iemand bij de dood automatisch overgebracht zou worden naar een ander rijk, alsof de aarde slechts een doorgangshuis voor een hoger of een lager bestaan was.
Het geloof dat de menselijke ziel onsterfelijk is, wordt in Gods door de geest geïnspireerde Woord, de bijbel, niet geleerd. Niet eenmaal wordt daarin de term „onsterfelijke ziel” gebruikt. Er wordt in gezegd dat Adam werd geschapen als een ziel, niet met een ziel. In Genesis 2:7 staat: „Jehovah God ging ertoe over de mens te vormen uit stof van de aardbodem en in zijn neusgaten de levensadem te blazen, en de mens werd een levende ziel.” De mensheid werd nooit geconfronteerd met het vooruitzicht op hetzij eeuwig leven in de hemel of eeuwige pijniging in een hellevuur. De bijbel laat zien dat de ziel, of de persoon, die sterft, geen bewust bestaan heeft (Psalm 146:3, 4; Prediker 9:5, 10; Ezechiël 18:4). Derhalve hebben filosofen er onschriftuurlijke zienswijzen met betrekking tot de ziel op na gehouden. Wij moeten op onze hoede zijn voor misleidende ideeën die ons begrip van Jezus’ woorden in verband met wedergeboorte zouden kunnen verduisteren.
Wedergeboren om als koningen te regeren
Jezus zei tot Nikodemus dat degenen die worden ’wedergeboren, het koninkrijk Gods binnengaan’ (Johannes 3:3-5). Wat is dat koninkrijk? In symbolische taal maakte Jehovah God vroeg in de menselijke geschiedenis zijn voornemen kenbaar zich van een speciaal „zaad” — een komende regeerder — te bedienen om de kop van de oorspronkelijke Slang, Satan de Duivel, te vermorzelen (Genesis 3:15; Openbaring 12:9). Zoals progressief in de Schrift wordt onthuld, wordt dit „zaad” geïdentificeerd als Jezus Christus, die met medeheersers regeert in een unieke uitdrukking van Gods soevereiniteit, het Messiaanse koninkrijk (Psalm 2:8, 9; Jesaja 9:6, 7; Daniël 2:44; 7:13, 14). Dit is het koninkrijk des hemels, een regering in de hemel die Jehovah’s soevereiniteit zal rechtvaardigen en de mensheid van knechtschap aan zonde en de dood zal bevrijden. — Mattheüs 6:9, 10.
Met Jezus verbonden als mederegeerders zijn 144.000 personen, die uit de mensheid zijn gekocht (Openbaring 5:9, 10; 14:1-4). God heeft enkelen uit Adams onvolmaakte menselijke nageslacht uitgekozen om deze „heiligen van het Opperwezen” te worden, die met Christus in het Messiaanse koninkrijk regeren (Daniël 7:27; 1 Korinthiërs 6:2; Openbaring 3:21; 20:6). Deze mannen en vrouwen stellen geloof in Jezus Christus, die zei dat zij „wedergeboren” zouden worden (Johannes 3:5-7). Hoe en waarom vindt deze geboorte plaats?
Deze personen zijn in water gedoopt als Christus’ volgelingen. God heeft hun zonden op basis van Jezus’ loskoopoffer vergeven, heeft hen rechtvaardig verklaard en heeft hen als geestelijke zonen aangenomen (Romeinen 3:23-26; 5:12-21; Kolossenzen 1:13, 14). Tot zulke personen zegt de apostel Paulus: „Gij hebt een geest van aanneming als zonen ontvangen, door welke geest wij uitroepen: ’Abba, Vader!’ De geest zelf legt getuigenis af met onze geest dat wij Gods kinderen zijn. Indien wij dan kinderen zijn, zijn wij ook erfgenamen, ja, erfgenamen van God, maar medeërfgenamen met Christus, mits wij te zamen lijden, opdat wij ook te zamen worden verheerlijkt.” — Romeinen 8:15-17.
Als volgelingen van Christus hebben zij een nieuwe geboorte of een nieuw begin in het leven gekregen. Dit heeft geresulteerd in een overtuiging dat zij in Jezus’ hemelse erfenis zouden delen (Lukas 12:32; 22:28-30; 1 Petrus 1:23). De apostel Petrus beschreef de wedergeboorte als volgt: „Overeenkomstig [Gods] grote barmhartigheid heeft hij ons door middel van de opstanding van Jezus Christus uit de doden een nieuwe geboorte gegeven tot een levende hoop, tot een onverderfelijke en onbesmette en onverwelkelijke erfenis. Ze is in de hemelen weggelegd voor u” (1 Petrus 1:3, 4). Dit nieuwe leven in de hemel wordt voor zulke personen mogelijk doordat God hen evenals Jezus uit de dood opwekt. — 1 Korinthiërs 15:42-49.
Wat valt er te zeggen over de aarde?
Dit wil niet zeggen dat alle gehoorzame mensen uiteindelijk wedergeboren zullen worden om van de aarde naar de hemel te gaan. Dit verkeerde denkbeeld vertoonde overeenkomst met dat van filosofen als Philo, die dacht dat „het leven in het lichaam niets [is] dan een korte, vaak ongelukkige, episode”. Maar er was niets verkeerds aan Jehovah’s oorspronkelijke aardse schepping. — Genesis 1:31; Deuteronomium 32:4.
Het lag nooit in de bedoeling dat het leven van de mens kort en smartelijk zou zijn. Jezus Christus en degenen die wedergeboren worden om met hem als koningen en priesters in de hemel te fungeren, zullen alle schadelijke gevolgen van Satans opstand uitbannen (Efeziërs 1:8-10). Door bemiddeling van hen als het beloofde ’zaad van Abraham’ „zullen alle natiën der aarde zich stellig zegenen” (Galaten 3:29; Genesis 22:18). Voor de gehoorzame mensheid zal dit leven op een paradijsaarde betekenen, totaal verschillend van het korte, smartelijke bestaan van thans. — Psalm 37:11, 29; Openbaring 21:1-4.
Wie zullen er voordeel van trekken?
Tot degenen die voordeel zullen trekken van Gods voorziening om de mensheid te zegenen, zullen de opgestane doden behoren die geloof oefenen in Jezus’ loskoopoffer (Johannes 5:28, 29; Handelingen 24:15). De meesten van hen hebben nooit over God en Christus vernomen en konden daarom geen geloof in Jezus tonen. Er zullen ook getrouwe mensen bij zijn als Johannes de Doper, die gestorven is voordat Jezus door zijn dood de weg tot hemels leven opende (Mattheüs 11:11). Bovendien hebben de leden van ’een grote schare uit alle natiën hun lange gewaden gewassen en ze wit gemaakt in het bloed van het Lam’, Jezus Christus. Zij hebben gunstig gereageerd op de Koninkrijksprediking die thans onder leiding van Jezus’ wedergeboren „broeders” wordt verricht en zullen Gods oorlog van Armageddon overleven om op een gereinigde aarde te leven (Openbaring 7:9-14; 16:14-16; Mattheüs 24:14; 25:31-46). In Gods regeling zullen dus miljoenen mensen worden gered, hoewel zij niet wedergeboren zijn om met Christus in de hemel te regeren. — 1 Johannes 2:1, 2.
Zult u tot degenen behoren die leven op een paradijsaarde beërven? Dit is mogelijk indien u geloof oefent in het offer van Jezus Christus en u actief verbindt met de ware christelijke gemeente. Ze is niet verdorven door filosofieën maar is „een pilaar en ondersteuning van de waarheid” gebleven (1 Timotheüs 3:15; vergelijk Johannes 4:24; 8:31, 32). Dan kunt u uitzien naar een schitterende toekomst, wanneer wedergeboren zonen van God in de hemel regeren en al Gods aardse kinderen tot volmaaktheid worden hersteld op een prachtige paradijsaarde. Grijp dus de gelegenheid aan om in die nieuwe wereld van eeuwige zegeningen te leven. — Romeinen 8:19-21; 2 Petrus 3:13.
[Illustratie op blz. 6]
Adam werd nooit de keus gegeven tussen leven in de hemel of eeuwige pijniging in een hellevuur
-