’Hoe laat was het?’
’HOE laat is het?’ Hoe vaak hebt u die vraag niet gesteld? In ons huidige jachtige tijdperk zijn wij ons constant bewust van de tijd. Het merendeel van onze dagelijkse activiteiten — ’s morgens opstaan, aan het werk gaan, onze maaltijden, afspraken met vrienden, enzovoort — wordt vrij strak geregeerd door de tijd. En wij verlaten ons op een hele reeks artikelen — klokken, horloges, wekkers, radio’s — om ons te vertellen hoe laat het is.
Wat valt er te zeggen over bijbelse tijden, toen men nog geen uurwerken zoals de onze had? Hoe maten zij de tijd? Geeft het bijbelverslag hieromtrent enige aanwijzingen? Kennis van het tijdstip van de dag waarop een bepaalde, in de bijbel vermelde gebeurtenis zich voordeed, kan u een extra inzicht in Gods Woord verschaffen en u meer van uw bijbelstudie doen genieten.
Door God gegeven tijdsbepalers
In vroege tijden werd het tijdstip van een gebeurtenis gewoonlijk bepaald door te kijken naar de stand van de zon of de maan, „de twee grote hemellichten” die de Schepper aan de hemel had geplaatst „om scheiding te maken tussen de dag en de nacht” (Genesis 1:14-16). Het was bijvoorbeeld „toen de dageraad . . . opklom” dat de twee engelen er bij Lot en zijn gezin op aandrongen de ten ondergang gedoemde stad Sodom te ontvluchten (Genesis 19:15, 16). En het was „tegen de avondtijd” dat Abrahams getrouwe knecht bij de waterput kwam waar hij Rebekka ontmoette. — Genesis 24:11, 15.
Nu en dan worden preciezere tijdsaanduidingen gegeven. Abimelech, de gewelddadige zoon van rechter Gideon, kreeg bijvoorbeeld de raad in de ochtend een plotselinge aanval op de stad Sichem te doen, en wel „zodra de zon gaat schijnen” (Rechters 9:33). Kennelijk stak hier een tactische overweging achter. De schittering van de opkomende zon achter Abimelechs strijdkrachten moet het voor de verdedigers van Sichem heel moeilijk hebben gemaakt om in „de schaduwen van de bergen” de aanvallende legers te onderscheiden. — Rechters 9:36-41.
Uitdrukkingen in verband met tijd
Om de tijd aan te duiden gebruikten de Hebreeën uitdrukkingen die zowel kleurrijk als interessant zijn. Niet alleen geven ze ons een idee van de plaatselijke leefsituatie en gebruiken, maar ze onthullen ook iets over de omstandigheden waaronder handelingen plaatsvonden.
Zo vertelt Genesis 3:8 ons dat het „omstreeks het winderige gedeelte van de dag” was dat Jehovah op de dag dat Adam en Eva hadden gezondigd, tot hen sprak. Men neemt aan dat dit de periode kort voor zonsondergang is, wanneer er een koel briesje kan opsteken die na de hitte van de dag verfrissing brengt. Gewoonlijk is het, als de dag ten einde loopt, een tijd om zich te ontspannen en te rusten. Toch liet Jehovah een ernstige gerechtelijke kwestie niet tot de volgende dag rusten, aangezien er nog tijd was om de zaak te behandelen.
Daarentegen laat Genesis 18:1, 2 zien dat de komst van Jehovah’s engelen bij Abrahams tent in Mamre „omstreeks de hitte van de dag” viel. Stelt u zich de brandende middagzon boven de Judese heuvels voor. De hitte kon drukkend zijn. Het was de gebruikelijke tijd om een maaltijd te gebruiken en te rusten. (Zie Genesis 43:16, 25; 2 Samuël 4:5.) In dat beeld past dat Abraham ’aan de ingang van de tent zat’, waar misschien nog enige luchtverplaatsing was en waar hij dan wellicht wat rustte na de maaltijd. Wij kunnen des te meer waardering hebben voor de gastvrijheid van deze bejaarde man wanneer wij lezen dat hij de bezoekers ’tegemoetsnelde’, en vervolgens ’zich naar de tent haastte’ om Sara te zeggen het brood te bereiden, waarna hij ’snel naar de kudde liep’ in verband met het bereiden van een jonge stier. En dat alles op het heetst van de dag! — Genesis 18:2-8.
De nachtindeling van de Hebreeën
De Hebreeën verdeelden de nacht blijkbaar in drie periodes, „waken” genoemd. Elk besloeg een derde van de tijd tussen zonsondergang en zonsopgang, ofte wel ongeveer vier uur, afhankelijk van het jaargetijde (Psalm 63:6). Het was „bij het begin van de middelste nachtwake”, die van ongeveer tien uur ’s avonds tot ongeveer twee uur ’s nachts duurde, dat Gideon zijn aanval op het Midianitische kamp inzette. Een aanval om deze tijd was duidelijk een complete verrassing voor de wachtposten. De voorzichtige Gideon had beslist geen strategischer tijd voor zijn aanval kunnen uitkiezen! — Rechters 7:19.
Met de uittocht uit Egypte deed Jehovah ’de zee door een sterke oostenwind, die de hele nacht waaide, teruggaan’ om de Israëlieten over droog land te laten oversteken. Tegen de tijd dat de Egyptenaren hen inhaalden, was het al „in de morgenwake”, en Jehovah bleef het kamp van de Egyptenaren in verwarring brengen, en bracht uiteindelijk hun vernietiging teweeg door het water „tegen het aanbreken van de morgen” tot zijn normale stand te laten terugkeren (Exodus 14:21-27). De scheiding van de wateren en de doortocht van de Israëlieten duurde dus bijna de hele nacht.
In de eerste eeuw
Tegen de eerste eeuw waren de joden de dag in twaalf uren gaan indelen. Daarom zei Jezus in een van zijn illustraties: „Zijn er niet twaalf uur van daglicht?” (Johannes 11:9) Deze werden geteld van zonsopgang tot zonsondergang, ofte wel ruwweg van zes uur ’s morgens tot zes uur ’s avonds. „Het derde uur” zou dus ongeveer negen uur ’s morgens zijn. Zo laat was het toen op de dag van Pinksteren de heilige geest werd uitgestort. Toen men de discipelen ervan betichtte dat zij „vol zoete wijn” waren, kon Petrus die beschuldiging snel weerleggen. Natuurlijk zou er niemand op dat vroege uur dronken zijn! — Handelingen 2:13, 15.
Evenzo wint Jezus’ verklaring, „mijn voedsel is, dat ik de wil doe van hem die mij heeft gezonden”, aan betekenis wanneer wij het tijdselement in aanmerking nemen. „Het was ongeveer het zesde uur”, aldus Johannes 4:6, ofte wel ongeveer twaalf uur ’s middags. Na de hele morgen door het heuvelachtige land van Samaria getrokken te hebben, zullen Jezus en de discipelen honger en dorst hebben gehad. Daarom drongen de discipelen er, toen zij met voedsel terugkwamen, bij Jezus op aan dat hij zou eten. Zij hadden er geen besef van hoeveel kracht en versterking Jezus putte uit het verrichten van Jehovah’s werk. Jezus’ verklaring was ongetwijfeld meer dan alleen beeldspraak. Hij werd letterlijk gesterkt door Gods werk te doen, in weerwil van het feit dat het uren geleden moest zijn geweest dat hij voor het laatst had gegeten. — Johannes 4:31-34.
Omdat zonsopgang en zonsondergang varieerden met de loop van het jaar, werd het tijdstip van een gebeurtenis gewoonlijk slechts bij benadering aangegeven. Daarom lezen wij doorgaans van gebeurtenissen dat ze plaatsvonden op het derde, zesde of negende uur — wat vaak betekent omstreeks die tijd (Mattheüs 20:3, 5; 27:45, 46; Markus 15:25, 33, 34; Lukas 23:44; Johannes 19:14; Handelingen 10:3, 9, 30). Wanneer echter het tijdselement essentieel was voor het verhaal werd de tijd specifieker vermeld. Zo kreeg de man die in spanning verkeerde of zijn zoon werkelijk door de kracht van Jezus beter was geworden, van zijn slaven te horen: „Gisteren op het zevende uur [ongeveer één uur ’s middags] is de koorts van hem geweken.” — Johannes 4:49-54.
Onderverdelingen van de nacht
Tegen de tijd van de Romeinse overheersing schijnen de joden het bij de Grieken en Romeinen geldende systeem te hebben overgenomen waarbij de nacht verdeeld werd in vier waken in plaats van de drie die zij vroeger hadden. In Markus 13:35 verwees Jezus klaarblijkelijk naar de vier onderverdelingen. De als „laat op de dag” aangeduide nachtwake liep van zonsondergang tot ongeveer negen uur ’s avonds. De tweede nachtwake, „te middernacht”, begon om ongeveer negen uur en eindigde te middernacht. Het „hanegekraai” bestreek de periode van middernacht tot ongeveer drie uur. En de laatste nachtwake, als „vroeg in de morgen” aangeduid, liep af met zonsopgang, ofte wel ongeveer zes uur.
De nachtwake van het hanegekraai is speciaal van belang vanwege Jezus’ woorden tot Petrus in Markus 14:30: „Voordat een haan tweemaal kraait, zult juist gij mij driemaal verloochenen.” Hoewel sommige commentators zeggen dat „tweemaal” betrekking heeft op specifieke tijdstippen — respectievelijk te middernacht en met zonsopgang — geeft A Dictionary of Christ and the Gospels, onder redactie van James Hastings, te kennen dat „hanen gedurende de nacht, in het Oosten evenzeer als elders, vanaf middernacht op ongeregelde tijden aan het kraaien zijn”. Blijkbaar had Jezus het niet over het specifieke moment waarop Petrus hem zou verloochenen, maar verschafte hij in plaats daarvan een teken dat Petrus zou doen denken aan zijn woorden die nog diezelfde nacht nauwkeurig in vervulling gingen. — Markus 14:72.
„In de vierde nachtwake” — tussen drie en zes ’s morgens — kwam Jezus op het water van de Zee van Galilea lopend naar zijn discipelen toe die „vele honderden meters van het land verwijderd” in een boot zaten. Dan valt het misschien ook niet moeilijk te begrijpen dat de discipelen „verontrust [werden] en zeiden: ’Het is een verschijning!’ En zij schreeuwden het uit van angst” (Mattheüs 14:23-26). Het laat echter ook zien dat Jezus een aanzienlijke tijd alleen in gebed op de berg moet hebben doorgebracht. Aangezien dit kort na de onthoofding van Johannes de Doper door Herodes Antipas plaatsvond, en kort voor het Pascha dat het laatste jaar van Jezus’ aardse bediening inluidde, had Jezus beslist veel om over te mediteren in zijn persoonlijke gebed tot de Vader.
Naast de vier nachtwaken werd er ook een twaalfuursindeling van de nacht gebruikt. Om Paulus veilig naar Cesarea te escorteren, instrueerde de militaire bevelhebber Claudius Lysias zijn officieren om „op het derde uur van de nacht” een groep van 470 soldaten gereed te hebben (Handelingen 23:23, 24). Zo werd Paulus veilig onder dekking van de nacht uit Jeruzalem weggevoerd.
Weet hoe laat het was
Het lezen van en mediteren over verslagen van wat er onder Gods volk in de oudheid plaatsvond, is een bron van vreugde en geestelijke kracht. Als u bij uw beschouwing ook de tijdfactor in aanmerking kunt nemen, zal dat beslist uw vreugde in bijbelstudie vergroten. Waarom? Omdat u op deze manier goed op de hoogte kunt zijn ten aanzien van Gods Woord. Publikaties zoals Hulp tot begrip van de bijbel en de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen zijn hierbij hulpmiddelen van onschatbare waarde (beide uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.). Ze zullen u helpen het antwoord te vinden als u zichzelf de vraag stelt: ’Hoe laat was het?’