Vastbesloten om grondig getuigenis te geven
„Ook heeft hij ons bevolen tot het volk te prediken en een grondig getuigenis te geven.” — HANDELINGEN 10:42.
1. Welke opdracht beklemtoonde Petrus in zijn toespraak tot Cornelius?
DE Italiaanse legeroverste had zijn familie en vrienden bijeengebracht voor wat een keerpunt zou zijn in Gods bemoeienissen met mensen. Die godvrezende man was Cornelius. De apostel Petrus vertelde deze groep dat de apostelen de opdracht hadden gekregen „tot het volk te prediken en een grondig getuigenis te geven” over Jezus. Petrus’ getuigenis wierp veel vrucht af. Onbesneden niet-Joden ontvingen Gods geest, werden gedoopt en kwamen ervoor in aanmerking om met Jezus koningen in de hemel te worden. Wat een schitterend resultaat van Petrus’ grondige getuigenis! — Hand. 10:22, 34-48.
2. Hoe weten we dat de opdracht om getuigenis te geven niet tot de twaalf apostelen beperkt was?
2 Dat gebeurde in het jaar 36. Zo’n twee jaar eerder maakte een felle tegenstander van het christendom iets mee wat zijn hele leven veranderde. Saulus van Tarsus was op weg naar Damaskus toen Jezus aan hem verscheen en zei: „Ga de stad binnen, en u zal worden gezegd wat gij moet doen.” Jezus verzekerde de discipel Ananias dat Saulus getuigenis zou geven ’zowel aan de natiën als aan koningen en de zonen van Israël’. (Lees Handelingen 9:3-6, 13-20.) Toen Ananias bij Saulus kwam, zei hij: „De God van onze voorvaders heeft u verkozen . . . omdat gij bij alle mensen een getuige voor hem moet zijn” (Hand. 22:12-16). Hoe serieus nam Saulus, die later Paulus werd genoemd, zijn toewijzing om getuigenis te geven?
Hij gaf inderdaad grondig getuigenis!
3. (a) Op welk verslag gaan we speciaal onze aandacht richten? (b) Hoe reageerden de ouderlingen van Efeze op Paulus’ bericht, en welk goede voorbeeld gaven ze daardoor?
3 Het zou heel interessant zijn om uitvoerig te bestuderen wat Paulus daarna allemaal gedaan heeft, maar laten we onze aandacht voorlopig richten op een lezing die Paulus omstreeks het jaar 56 hield en die we in Handelingen 20 kunnen lezen. Paulus hield deze toespraak tegen het einde van zijn derde zendingsreis. Hij was aan land gegaan in Milete, een havenstad aan de Egeïsche Zee, en hij had de ouderlingen van de gemeente Efeze gevraagd naar hem toe te komen. Efeze lag zo’n vijftig kilometer verderop, hoewel de reis over de slingerende wegen langer was. Je kunt je voorstellen hoe enthousiast de ouderlingen van Efeze waren toen ze Paulus’ bericht ontvingen. (Vergelijk Spreuken 10:28.) Maar ze moesten wel van alles regelen om naar Milete te kunnen gaan. Misschien moesten sommigen van hen wel vrij nemen van hun werk of hun bedrijfje sluiten. Veel christenen in deze tijd doen hetzelfde om ervoor te zorgen dat ze niets van hun jaarlijkse districtscongres missen.
4. Welke gedragslijn had Paulus gevolgd toen hij enkele jaren in Efeze was?
4 Wat denk je dat Paulus in de drie of vier dagen dat het duurde voordat de ouderlingen arriveerden, in Milete gedaan heeft? Wat zou jij gedaan hebben? (Vergelijk Handelingen 17:16, 17.) Wat Paulus tegen de ouderlingen van Efeze zei, geeft ons enig idee. Hij sprak over het leefpatroon dat hij de afgelopen jaren had gevolgd, ook toen hij bij hen in Efeze was. (Lees Handelingen 20:18-21.) Zonder bang te zijn dat hij tegengesproken zou worden, zei hij: „Gij weet zeer goed hoe ik vanaf de eerste dag dat ik het district Asia betrad . . . grondig getuigenis [heb] afgelegd.” Ja, hij was vastbesloten de opdracht die hij van Jezus had gekregen, ten uitvoer te brengen. Hoe had hij dat in Efeze gedaan? Onder andere door naar een plek te gaan waar veel Joden waren en hun getuigenis te geven. Lukas schrijft dat Paulus, toen hij omstreeks 52-55 in Efeze was, in de synagoge „lezingen hield en overredingskracht gebruikte”. Toen de Joden „zich bleven verharden en niet geloofden”, richtte Paulus zijn aandacht op anderen. Hij ging naar een andere plek in de stad, maar hij bleef prediken. Op die manier gaf hij getuigenis aan Joden en Grieken in die grote stad. — Hand. 19:1, 8, 9.
5, 6. Waarom kunnen we er zeker van zijn dat Paulus’ van-huis-tot-huisprediking tot ongelovigen gericht was?
5 Sommigen die christenen werden, kwamen er na verloop van tijd voor in aanmerking ouderling te zijn, en zij waren degenen tot wie Paulus in Milete sprak. Paulus herinnerde hen aan de methode die hij had gebruikt: „Ik [heb] mij er niet van . . . weerhouden u al wat nuttig was te vertellen en u in het openbaar en van huis tot huis te onderwijzen.” Er zijn mensen die zeggen dat Paulus hier alleen over herderlijke bezoeken bij gelovigen sprak. Maar dat is niet zo. De beschrijving ’in het openbaar en van huis tot huis onderwijzen’ had voornamelijk betrekking op de prediking tot ongelovigen. Dat blijkt uit wat Paulus daarna zegt, namelijk dat hij „zowel aan joden als aan Grieken grondig getuigenis [had] afgelegd omtrent berouw jegens God en geloof in onze Heer Jezus”. Paulus had dus getuigenis gegeven aan ongelovigen, die berouw moesten hebben en geloof moesten stellen in Jezus. — Hand. 20:20, 21.
6 In een uitgebreide analyse van de christelijke Griekse Geschriften zei een geleerde over Handelingen 20:20: „Paulus had drie jaar in Efeze doorgebracht. Hij bezocht ieder huis, of in elk geval predikte hij tot alle mensen (vers 26). Hier vinden we de Schriftuurlijke basis voor zowel de van-huis-tot-huisevangelisatie als de evangelisatie op openbare vergaderingen.” Of Paulus nu letterlijk ieder huis heeft bezocht of niet, hij wilde de ouderlingen van Efeze herinneren aan het getuigenis dat hij had gegeven en de resultaten ervan. Lukas schrijft dat „alle bewoners van het district Asia het woord van de Heer hoorden, zowel joden als Grieken” (Hand. 19:10). Maar hoe kunnen „alle bewoners” van Asia het gehoord hebben, en wat zou dat voor ons kunnen betekenen in verband met onze prediking?
7. Hoe heeft Paulus’ prediking waarschijnlijk meer mensen bereikt dan degenen aan wie hij rechtstreeks getuigenis gaf?
7 Doordat Paulus op openbare plaatsen en van huis tot huis predikte, hoorden velen zijn boodschap. Vind je het waarschijnlijk dat alle mensen die de boodschap hoorden, in Efeze bleven en dat er niemand verhuisde om zaken te doen, dichter bij familie te zijn of de drukte van de grote stad te ontvluchten? Vast niet. Velen in deze tijd zijn om die redenen verhuisd; misschien geldt dat ook voor jou. Ook brachten mensen uit andere streken destijds om maatschappelijke of commerciële redenen een bezoek aan Efeze. Daar hebben ze misschien Paulus ontmoet of hebben hem horen prediken. Wat zou er gebeuren als ze naar huis terugkeerden? Degenen die de waarheid hadden aanvaard, zouden getuigenis geven. Anderen zijn misschien geen gelovigen geworden, maar ze zullen waarschijnlijk wel verteld hebben wat ze in Efeze hadden gehoord. Daardoor hebben familieleden, buren of klanten de waarheid gehoord, en sommigen hebben die wellicht aanvaard. (Vergelijk Markus 5:14.) Wat zegt dat over de resultaten die jouw grondige getuigenis kan hebben?
8. Hoe kunnen mensen in het hele district Asia de waarheid gehoord hebben?
8 Over zijn bediening in Efeze schreef Paulus dat ’er een grote deur die tot activiteit leidt voor hem geopend was’ (1 Kor. 16:8, 9). Wat bedoelde Paulus daarmee? Zijn lange verblijf in Efeze leidde tot de verbreiding van het goede nieuws. Denk eens aan Kolosse, Laodicea en Hiërapolis, drie steden die vanaf Efeze landinwaarts lagen. Paulus is daar nooit geweest, maar het goede nieuws heeft die steden wel bereikt. Epafras kwam uit die omgeving (Kol. 2:1; 4:12, 13). Heeft Epafras Paulus in Efeze horen prediken en is hij toen een christen geworden? Dat zegt de Bijbel niet met zoveel woorden. Maar Epafras kan als vertegenwoordiger van Paulus de waarheid hebben verbreid in de omgeving waar hij woonde (Kol. 1:7). De christelijke boodschap kan in de tijd dat Paulus in Efeze predikte ook steden als Filadelfia, Sardes en Thyatira hebben bereikt.
9. (a) Wat was Paulus’ oprechte wens? (b) Wat is de jaartekst voor 2009?
9 De ouderlingen van Efeze hadden dus alle reden om Paulus te geloven toen hij zei: „Ik hecht niet de minste waarde aan mijn ziel als zou ze mij dierbaar zijn, indien ik mijn loopbaan en de bediening die ik van de Heer Jezus heb ontvangen, maar mag voleindigen om grondig getuigenis af te leggen van het goede nieuws van de onverdiende goedheid van God.” Die woorden vormen de basis voor de positieve, motiverende jaartekst voor 2009: ’Leg grondig getuigenis af van het goede nieuws.’ — Handelingen 20:24.
Grondig getuigenis geven in deze tijd
10. Hoe weten we dat ook wij grondig getuigenis moeten geven?
10 De opdracht om „tot het volk te prediken en een grondig getuigenis te geven” werd behalve aan de apostelen ook aan anderen gegeven. Toen de opgestane Jezus tot de discipelen sprak die in Galilea waarschijnlijk met zo’n vijfhonderd personen bijeenwaren, gebood hij: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb.” Dat gebod geldt ook voor alle ware christenen in deze tijd, zoals blijkt uit Jezus’ woorden: „Ziet! ik ben met u alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.” — Matth. 28:19, 20.
11. Om welk belangrijke werk staan Jehovah’s Getuigen bekend?
11 IJverige christenen zijn nog steeds gehoorzaam aan dat gebod, want ze spannen zich in om „grondig getuigenis af te leggen van het goede nieuws”. Een belangrijke methode om dat te doen, is die waarover Paulus tot de ouderlingen van Efeze sprak: de van-huis-tot-huisprediking. In een in 2007 verschenen boek over doeltreffend zendingswerk zei David G. Stewart jr.: „De praktische, gerichte methode van de Jehovah’s Getuigen is veel doeltreffender gebleken om leden tot zendingsactiviteit te inspireren dan abstracte, theoretische [aansporingen vanaf de kansel]. Voor veel Jehovah’s Getuigen is het delen van hun geloof met anderen een favoriete bezigheid.” Het resultaat? „In 1999 zei slechts 2 tot 4 procent van de mensen die ik in twee Oost-Europese hoofdsteden interviewde dat ze weleens door zendelingen van de heiligen der laatste dagen, de ’mormonen’, benaderd zijn. Ruim 70 procent zei dat ze persoonlijk benaderd waren door Jehovah’s Getuigen, vaak meerdere keren.”
12. (a) Waarom leggen we „meerdere keren” bezoeken af bij de huizen in ons gebied? (b) Kun je een ervaring vertellen van iemand wiens houding tegenover onze boodschap is veranderd?
12 Vrijwel hetzelfde kan over de mensen in jouw omgeving gezegd worden. Daar heb jij waarschijnlijk aan meegewerkt. Je hebt mensen tijdens je van-huis-tot-huisbediening ’persoonlijk benaderd’, dat wil zeggen, je hebt aan de deur met mannen, vrouwen en jongeren gesproken. Sommigen wilden misschien niet luisteren, ook al werden ze „meerdere keren” benaderd. Anderen luisterden wellicht even terwijl je een Bijbeltekst of een Bijbelse gedachte met hen deelde. Maar je hebt waarschijnlijk ook mensen ontmoet aan wie je een fijn getuigenis kon geven en die er positief op reageerden. Dat is allemaal mogelijk als we ’grondig getuigenis afleggen van het goede nieuws’. Zoals je vast wel weet, zijn er talloze voorbeelden van mensen die „meerdere keren” zijn benaderd en weinig belangstelling toonden, maar die toch van gedachten zijn veranderd. Misschien was er iets met hen of met een familielid gebeurd waardoor hun hart en geest werden geopend voor de waarheid. Nu zijn ze onze broeders en zusters. Geef het dus niet op, ook al heb je de laatste tijd niet veel ontvankelijke mensen gevonden. We verwachten niet dat iedereen in de waarheid komt. Maar God verwacht wel van ons dat we ijverig, enthousiast en grondig getuigenis blijven geven.
Resultaten waarvan we misschien niets weten
13. Hoe kan ons getuigenis resultaten hebben waarvan we niets weten?
13 De resultaten van Paulus’ bediening bleven niet beperkt tot degenen die hij persoonlijk heeft geholpen christenen te worden, en dat is ook in ons geval waar. We doen ons best om geregeld aan het van-huis-tot-huiswerk deel te nemen en zo veel mogelijk mensen getuigenis te geven. We praten met buren, collega’s, medescholieren en familieleden over het goede nieuws. Weten we altijd wat de resultaten zijn? In sommige gevallen worden er misschien onmiddellijk goede resultaten bereikt. In andere gevallen sluimeren de waarheidszaden misschien een tijdlang, waarna ze wortel schieten in iemands hart en gaan groeien. En ook als dat niet gebeurt, praten de mensen misschien met anderen over wat we gezegd hebben, wat we geloven en wat we doen. Het kan zelfs zijn dat ze er onbedoeld voor zorgen dat die zaden ergens anders een ontvankelijk hart vinden.
14, 15. Tot welke resultaten leidde het getuigenis van één broeder?
14 Neem bijvoorbeeld Ryan en zijn vrouw Mandi, die in Florida (VS) wonen. Ryan gaf op zijn werk informeel getuigenis aan een collega. Die man, die een hindoeachtergrond had, was onder de indruk van de manier waarop Ryan gekleed ging en zich uitte. In hun gesprekken had Ryan het over onderwerpen zoals de opstanding en de toestand van de doden. Op een avond in januari vroeg de man aan zijn vrouw Jodi wat zij van Jehovah’s Getuigen wist. Ze was katholiek, en ze zei dat het enige wat ze van de Getuigen wist, was dat ze ’van deur tot deur prediken’. Daarom zocht Jodi op internet naar „Jehovah’s Getuigen”, en ze kwam op onze website www.watchtower.org terecht. Maandenlang las Jodi materiaal op die site, zoals de Bijbel en interessante artikelen.
15 Mettertijd kwam Jodi in contact met Mandi, want ze werkten beiden in de verpleging. Mandi beantwoordde Jodi’s vragen graag. Na een tijdje hadden ze een gesprek „van Adam tot Armageddon”, zoals Jodi het noemt. Jodi aanvaardde het aanbod van een Bijbelstudie. Ze begon al gauw naar de Koninkrijkszaal te gaan. In oktober werd ze een niet-gedoopte verkondiger, en in februari werd ze gedoopt. Ze schrijft: „Nu ik de waarheid ken, is mijn leven heel gelukkig en voldoening schenkend.”
16. Wat blijkt uit de ervaring van de broeder in Florida in verband met onze inspanningen om grondig getuigenis te geven?
16 Ryan had er geen idee van dat het getuigenis dat hij aan één man gaf, ertoe zou leiden dat iemand anders in de waarheid kwam. In dit geval kwam hij wel te weten wat de resultaten waren van zijn vastberadenheid om „grondig getuigenis te geven”. Maar het zou kunnen gebeuren dat jij iemand aan de deur, op je werk, op school of in een informele situatie getuigenis geeft en dat via die persoon, zonder dat je het weet, anderen de waarheid horen. Net zoals Paulus niet alle resultaten van zijn prediking „in het district Asia” te weten kwam, heb jij misschien ook geen idee van alle resultaten van jouw grondige getuigenis. (Lees Handelingen 23:11; 28:23.) Maar het is heel belangrijk dat je blijft prediken!
17. Wat ben je vastbesloten te doen in 2009?
17 Laten wij allemaal in 2009 onze opdracht om van huis tot huis en op andere manieren te prediken, serieus nemen. Dan zullen we uiting kunnen geven aan dezelfde gevoelens die Paulus had: „Ik hecht niet de minste waarde aan mijn ziel als zou ze mij dierbaar zijn, indien ik mijn loopbaan en de bediening die ik van de Heer Jezus heb ontvangen, maar mag voleindigen om grondig getuigenis af te leggen van het goede nieuws van de onverdiende goedheid van God.”
Wat zou je antwoorden?
• Hoe gaven Petrus en Paulus en anderen in de eerste eeuw grondig getuigenis?
• Waarom kan onze prediking weleens veel meer resultaat hebben dan we weten?
• Wat is de jaartekst voor 2009, en waarom vind je die passend?
[Inzet op blz. 19]
De jaartekst voor 2009 is: ’Leg grondig getuigenis af van het goede nieuws.’ — Handelingen 20:24.
[Illustratie op blz. 17]
De ouderlingen van Efeze kenden Paulus’ gewoonte om van huis tot huis te prediken
[Illustratie op blz. 18]
Hoe verreikend zullen de resultaten van jouw grondige getuigenis zijn?