HOOFDSTUK 11
‘Vervuld met vreugde en heilige geest’
Wat we van Paulus leren over omgaan met vijandige en onverschillige mensen
Gebaseerd op Handelingen 13:1-52
1, 2. Wat is er zo uniek aan de reis van Barnabas en Saulus, en hoe zal hun werk helpen bij de vervulling van Handelingen 1:8?
HET is een spannende dag voor de gemeente in Antiochië. Van alle profeten en leraren die daar aanwezig zijn, worden Barnabasa en Saulus door de heilige geest uitgekozen om het goede nieuws in afgelegen gebieden bekend te maken (Hand. 13:1, 2). Er zijn al eerder bekwame mannen uitgezonden, maar die zendelingen gingen naar gebieden waar het christendom al vaste voet had gekregen (Hand. 8:14; 11:22). Nu worden Barnabas en Saulus naar landen gestuurd waar de meeste mensen het goede nieuws nog niet hebben gehoord. Johannes Markus gaat met ze mee als ondersteuning.
2 Zo’n 14 jaar daarvoor had Jezus tegen zijn volgelingen gezegd: ‘Jullie zullen getuigen van mij zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, en tot in de meest afgelegen delen van de aarde’ (Hand. 1:8). De aanstelling van Barnabas en Saulus als zendelingen zal de vervulling van die profetie versnellen.b
‘Ter beschikking gesteld voor het werk’ (Handelingen 13:1-12)
3. Waarom waren lange reizen in de eerste eeuw zo zwaar?
3 Tegenwoordig zijn er auto’s en vliegtuigen, waardoor mensen binnen twee uur een enorme afstand kunnen afleggen. Maar in de eerste eeuw was dat niet het geval. De meest voorkomende manier van reizen over land was te voet, vaak over moeilijk begaanbaar terrein. Op één dag kon vaak niet veel meer dan 30 kilometer worden afgelegd, en dat was heel vermoeiend!c Hoewel Barnabas en Saulus ongetwijfeld graag wilden gaan, zullen ze ook beseft hebben dat de reis veel inspanning en zelfopoffering zou kosten (Matth. 16:24).
4. (a) Hoe werden Barnabas en Saulus uitgekozen, en hoe reageerden de broeders op hun aanstelling? (b) Hoe kun je personen steunen die een theocratische toewijzing krijgen?
4 Waarom gaf de heilige geest specifiek opdracht om ‘Barnabas en Saulus ter beschikking te stellen voor het werk’? (Hand. 13:2) Dat zegt de Bijbel niet. We weten alleen dat Jehovah deze mannen via de heilige geest uitkoos. Er zijn geen aanwijzingen dat de profeten en leraren in Antiochië bezwaar maakten. Ze waren niet jaloers maar gaven hun volledige steun aan de aanstelling. Stel je voor hoe aanmoedigend het voor Barnabas en Saulus was toen hun broeders gingen ‘vasten en bidden, hun de handen oplegden en hen lieten gaan’ (Hand. 13:3). Ook wij moeten personen steunen die een theocratische toewijzing krijgen, bijvoorbeeld broeders die als ouderling worden aangesteld. In plaats van jaloers te zijn op broeders die zo’n voorrecht krijgen, moeten we ze ‘om hun werk buitengewone waardering en liefde geven’ (1 Thess. 5:13).
5. Vertel wat erbij kwam kijken om op Cyprus te prediken.
5 Barnabas en Saulus gingen eerst te voet naar Seleucië, een haven in de buurt van Antiochië. Daarna gingen ze per boot naar het eiland Cyprus, een reis van zo’n 200 kilometer.d Omdat Barnabas van Cyprus afkomstig was, wilde hij ongetwijfeld graag het goede nieuws aan de mensen daar bekendmaken. Toen ze aankwamen in Salamis, een stad aan de oostkust, wilden ze geen tijd verspillen. Meteen ‘gingen ze het woord van God in de synagogen van de Joden verkondigen’ (Hand. 13:5).e Barnabas en Saulus reisden van de ene kant van Cyprus naar de andere en predikten waarschijnlijk in belangrijke steden die ze onderweg tegenkwamen. Afhankelijk van de route die ze namen, hebben ze misschien wel 160 kilometer gelopen!
6, 7. (a) Wie was Sergius Paulus, en waarom probeerde Bar-Jezus te voorkomen dat hij naar het goede nieuws luisterde? (b) Hoe ging Saulus om met de tegenstand van Bar-Jezus?
6 In die tijd was er veel valse aanbidding op Cyprus. Daar kregen Barnabas en Saulus vooral mee te maken in Pafos, aan de westkust van het eiland. In Pafos ontmoetten ze ‘een Jood die Bar-Jezus heette. Hij was een tovenaar en een valse profeet. Hij werkte voor de proconsul Sergius Paulus, een intelligent man.’f In de eerste eeuw raadpleegden veel ontwikkelde Romeinen, en zelfs ‘een intelligent man’ als Sergius Paulus, een tovenaar of een astroloog als ze belangrijke beslissingen moesten nemen. Toch had Sergius Paulus interesse voor de Koninkrijksboodschap, en ‘hij wilde heel graag het woord van God horen’. Dat viel niet in goede aarde bij Bar-Jezus, die ook wel bekendstond onder zijn beroepsnaam Elymas, wat ‘tovenaar’ betekent (Hand. 13:6-8).
7 Bar-Jezus verzette zich tegen de Koninkrijksboodschap. Hij wilde zijn invloedrijke positie als adviseur van Sergius Paulus niet kwijtraken, en daarom probeerde hij ‘de proconsul van het geloof af te houden’ (Hand. 13:8). Maar Saulus was niet van plan om toe te laten dat de interesse van Sergius Paulus door Bar-Jezus verdween. Wat deed hij daaraan? Het verslag zegt: ‘Saulus, die ook Paulus wordt genoemd, werd vervuld met heilige geest, keek hem [Bar-Jezus] strak aan en zei: “Je bent een bedrieger en een schurk van de ergste soort, een zoon van de Duivel en een vijand van alles wat rechtvaardig is. Houd er toch mee op de rechte wegen van Jehovah te verdraaien! Let op! De hand van Jehovah zal je treffen, en je zult blind zijn en een tijdlang het zonlicht niet zien.” Onmiddellijk werd hij omringd door een dikke mist en duisternis, en hij tastte rond om iemand te vinden die hem bij de hand kon leiden.’g Wat was het resultaat van dat wonder? ‘Toen de proconsul zag wat er gebeurde, werd hij een gelovige, want hij stond versteld van het onderwijs van Jehovah’ (Hand. 13:9-12).
8. Hoe kunnen we Paulus’ vrijmoedigheid navolgen?
8 Paulus liet zich niet door Bar-Jezus intimideren. Zo moeten ook wij ons niet bang laten maken door tegenstanders die het geloof van geïnteresseerden proberen te ondermijnen. Natuurlijk moet wat we zeggen ‘altijd vriendelijk zijn, gekruid met zout’ (Kol. 4:6). Maar we willen niet het geestelijk welzijn van een geïnteresseerde in gevaar brengen alleen maar om conflicten te vermijden. Ook moeten we niet bang zijn om valse religies aan de kaak te stellen, die net als Bar-Jezus ‘de rechte wegen van Jehovah verdraaien’ (Hand. 13:10). Blijf net als Paulus vrijmoedig de waarheid bekendmaken en moeite doen om het hart van oprechte mensen te bereiken. Hoewel Jehovah ons in deze tijd niet het vermogen geeft om wonderen te doen, kunnen we er zeker van zijn dat hij zijn heilige geest zal gebruiken om oprechte mensen tot de waarheid te trekken (Joh. 6:44).
‘Een bemoedigend woord’ (Handelingen 13:13-43)
9. Waarom zijn Paulus en Barnabas een goed voorbeeld voor broeders die in deze tijd de leiding nemen in de gemeente?
9 Blijkbaar veranderde er iets toen de mannen vanuit Pafos vertrokken naar Perge, aan de kust van Klein-Azië, zo’n 250 kilometer over zee. In Handelingen 13:13 wordt gesproken over ‘Paulus en zijn reisgenoten’, wat erop lijkt te wijzen dat Paulus nu de leiding nam in de groep. Toch zijn er geen aanwijzingen dat Barnabas jaloers werd op Paulus. De mannen bleven juist met elkaar samenwerken om Gods wil te doen. Paulus en Barnabas zijn een goed voorbeeld voor broeders die in deze tijd de leiding nemen in de gemeente. Christenen hebben geen competitiegeest maar houden Jezus’ woorden in gedachte: ‘Jullie zijn allemaal broeders.’ Hij voegde daaraan toe: ‘Iedereen die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, en iedereen die zichzelf vernedert, zal verhoogd worden’ (Matth. 23:8, 12).
10. Beschrijf de reis van Perge naar Pisidisch Antiochië.
10 Toen ze in Perge aankwamen, ging Johannes Markus terug naar Jeruzalem en liet Paulus en Barnabas in de steek. Er wordt geen reden gegeven voor zijn plotselinge vertrek. Paulus en Barnabas reisden verder naar Pisidisch Antiochië, een stad in de provincie Galatië. Dat was geen makkelijke tocht, want Antiochië ligt zo’n 1100 meter boven zeeniveau. Het was algemeen bekend dat er bij de verraderlijke bergpassen rovers op de loer lagen. En rond die tijd had Paulus waarschijnlijk ook nog eens met gezondheidsproblemen te maken.h
11, 12. Hoe wekte Paulus de interesse van zijn publiek in de synagoge van Antiochië?
11 In Antiochië gingen Paulus en Barnabas op de sabbat naar de synagoge. Het verslag zegt: ‘Nadat er uit de Wet en de Profeten was voorgelezen, lieten de bestuurders van de synagoge hun zeggen: “Mannen, broeders, als jullie een bemoedigend woord voor de mensen hebben, spreek dan”’ (Hand. 13:15). Paulus stond op om te spreken.
12 Hij sprak zijn publiek als volgt aan: ‘Mannen, Israëlieten en jullie anderen die ontzag voor God hebben’ (Hand. 13:16). Paulus’ publiek bestond uit Joden en proselieten, die Jezus nog niet als de Messias erkenden. Hoe wekte Paulus hun interesse? Eerst gaf hij een korte samenvatting van de geschiedenis van het Joodse volk. Hij legde uit hoe Jehovah ‘het volk had verhoogd terwijl ze als vreemdelingen in Egypte woonden’ en hoe God hen na hun bevrijding ‘40 jaar lang in de woestijn had verdragen’. Paulus vertelde ook hoe de Israëlieten het beloofde land hadden ingenomen en hoe Jehovah ‘hun het land als erfdeel had toegewezen’ (Hand. 13:17-19). Sommigen denken dat Paulus een toespeling maakte op bepaalde Schriftgedeelten die op die sabbat waren voorgelezen. Als dat zo is, laat dat opnieuw zien dat Paulus wist hoe hij ‘voor alle soorten mensen alles kon worden’ (1 Kor. 9:22).
13. Hoe kun je moeite doen om iemands hart te bereiken?
13 Ook wij moeten naar manieren zoeken om de interesse te wekken van de mensen tot wie we prediken. Als je bijvoorbeeld iemands religieuze achtergrond kent, kun je een onderwerp uitkiezen dat hem extra zal interesseren. Je kunt ook gedeelten uit de Bijbel gebruiken die de persoon waarschijnlijk kent. Het kan effectief zijn om de persoon uit zijn eigen bijbel te laten voorlezen. Zoek naar manieren om iemands hart te bereiken.
14. (a) Hoe introduceerde Paulus het goede nieuws over Jezus, en welke waarschuwing gaf hij? (b) Hoe reageerden de mensen op Paulus’ toespraak?
14 Vervolgens besprak Paulus hoe de geslachtslijn van Israëlitische koningen leidde tot ‘een redder, Jezus’, van wie de komst werd aangekondigd door Johannes de Doper. Toen beschreef Paulus hoe Jezus werd gedood en uit de dood werd opgewekt (Hand. 13:20-37). Paulus zei: ‘Jullie moeten weten dat dankzij deze man vergeving van zonden aan jullie wordt verkondigd. En dankzij hem wordt iedereen die gelooft, vrijgesproken.’ Toen gaf Paulus zijn publiek de volgende waarschuwing: ‘Pas op dat jullie niet overkomt wat in de Profeten is gezegd: “Kijk ernaar, spotters, sta versteld en verga. Want in jullie tijd doe ik een werk, een werk dat je niet zult geloven, zelfs al vertelt iemand je er alles over.”’ De reactie op Paulus’ toespraak was ongelofelijk. De Bijbel zegt: ‘De mensen smeekten hun om hier de volgende sabbat meer over te vertellen.’ En na afloop van de bijeenkomst in de synagoge ‘volgden veel Joden en proselieten die God aanbaden Paulus en Barnabas’ (Hand. 13:38-43).
‘We gaan nu naar de heidenen’ (Handelingen 13:44-52)
15. Wat gebeurde er op de volgende sabbat?
15 De volgende sabbat kwam ‘bijna de hele stad’ samen om naar Paulus te luisteren. Bepaalde Joden waren daar niet zo blij mee, en ‘ze begonnen Paulus op een lasterlijke manier tegen te spreken’. Hij en Barnabas zeiden vrijmoedig tegen hen: ‘Het woord van God moest eerst tot jullie worden gesproken. Jullie wijzen het af en achten jezelf het eeuwige leven niet waardig. Daarom gaan we nu naar de heidenen. Want Jehovah heeft ons die opdracht gegeven met de volgende woorden: “Ik heb je aangesteld als een licht voor de heidenen, zodat je redding zou brengen tot de uiteinden van de aarde”’ (Hand. 13:44-47; Jes. 49:6).
16. Hoe reageerden de Joden op de krachtige uitspraken van de zendelingen, en wat was de reactie van Paulus en Barnabas op de tegenstand?
16 De heidenen in het publiek waren blij met wat ze hoorden, en ‘iedereen die de goede instelling voor het eeuwige leven had, werd een gelovige’ (Hand. 13:48). Het woord van Jehovah verspreidde zich al snel door het hele gebied. Maar de Joden reageerden heel anders. De zendelingen hadden eigenlijk tegen ze gezegd dat Gods woord eerst tot hen was gesproken, maar dat ze de Messias hadden afgewezen en daarom Gods oordeel verdienden. De Joden stookten de ‘vrouwen uit de hogere kringen’ en de ‘vooraanstaande mannen’ van de stad op. Die ‘zorgden ervoor dat er vervolging tegen Paulus en Barnabas ontstond en joegen hen het gebied uit’. Hoe reageerden Paulus en Barnabas? Ze ‘schudden het stof van hun voeten tegen hen af en gingen naar Ikonium’. Betekende dat het einde van het christendom in Pisidisch Antiochië? Absoluut niet! De discipelen die achterbleven ‘bleven vervuld met vreugde en heilige geest’ (Hand. 13:50-52).
17-19. Hoe kun je het goede voorbeeld van Paulus en Barnabas volgen, en hoe zal dat je helpen om je vreugde te bewaren?
17 We kunnen veel leren van de manier waarop deze trouwe broeders op tegenstand reageerden. We houden niet op met prediken, zelfs niet als vooraanstaande mensen ons daarvan proberen af te houden. Toen de inwoners van Antiochië de boodschap afwezen, schudden Paulus en Barnabas ‘het stof van hun voeten’. Dat betekende niet dat ze boos waren maar dat ze de verantwoordelijkheid afwezen voor wat er met de mensen zou gebeuren. Paulus en Barnabas beseften dat ze niet in de hand hadden hoe anderen reageerden. Maar ze hadden wél in de hand of ze doorgingen met prediken. En dat zouden ze in Ikonium zeker doen!
18 Hoe zat het met de discipelen die in Antiochië achterbleven? Hoewel ze veel tegenstand ondervonden, was hun vreugde niet afhankelijk van hoeveel mensen positief op het goede nieuws reageerden. Jezus zei: ‘Gelukkig zijn degenen die het woord van God horen en zich eraan houden!’ (Luk. 11:28) En dat is precies wat de discipelen in Antiochië besloten te doen.
19 Houd net als Paulus en Barnabas altijd in gedachte dat het onze verantwoordelijkheid is om te blijven prediken. Het is aan de mensen zelf of ze de boodschap aanvaarden of afwijzen. Als ze niet positief reageren, kun je iets leren van de discipelen in de eerste eeuw. Zelfs als je met tegenstand te maken krijgt, kun je je vreugde bewaren als je waardering hebt voor de waarheid en je door heilige geest laat leiden (Gal. 5:18, 22).
a Zie het kader ‘Barnabas — “Zoon van vertroosting”’.
b Op dit moment zijn er al gemeenten in plaatsen die behoorlijk afgelegen zijn. Syrisch Antiochië bijvoorbeeld ligt zo’n 550 kilometer ten noorden van Jeruzalem.
c Zie het kader ‘Reizen in de tijd van de apostelen’.
d In de eerste eeuw kon een schip op een dag ongeveer 160 kilometer afleggen als de wind gunstig stond. Onder minder gunstige omstandigheden kon zo’n reis een stuk langer duren.
e Zie het kader ‘De synagogen van de Joden’.
f Cyprus stond onder het bestuur van de Romeinse senaat, die een provinciebestuurder met de rang van proconsul over het eiland aanstelde.
g Vanaf dit punt wordt Saulus Paulus genoemd. Volgens sommigen nam hij die Romeinse naam aan als eerbetoon aan Sergius Paulus. Maar hij bleef de naam Paulus ook gebruiken nadat hij Cyprus had verlaten. Een logischer verklaring is daarom dat Paulus als ‘apostel voor de heidenen’ besloot voortaan zijn Romeinse naam te gebruiken. Het kan ook zijn dat hij de naam Paulus gebruikte omdat de Griekse uitspraak van zijn Hebreeuwse naam, Saul, veel lijkt op een Grieks woord met een negatieve gevoelswaarde (Rom. 11:13).