-
Bloed — Van levensbelangHoe kan bloed uw leven redden?
-
-
[Kader op blz. 4]
Voor wie gold de in Handelingen 15:29 opgetekende waarschuwing tegen het misbruiken van bloed? Prof. E. Meyer antwoordt dat het ging om „het eten van bloed dat krachtens de aan Noach opgelegde wet (Gen. 9:4) was verboden, welk verbod dus tevens voor de gehele mensheid gold”. — Ursprung und Anfänge des Christentums (1962).
-
-
Bloed — Van levensbelangHoe kan bloed uw leven redden?
-
-
Merk op wat er gebeurde toen, jaren na Jezus’ dood, de vraag rees of iemand die een christen werd, zich aan al Israëls wetten moest houden. Dit werd besproken op een vergadering van het christelijke besturende lichaam, waartoe ook de apostelen behoorden. Jezus’ halfbroer Jakobus verwees naar geschriften waarin de geboden inzake bloed stonden die aan Noach en aan de natie Israël waren gegeven. Zouden die bindend zijn voor christenen? — Handelingen 15:1-21.
Die vergadering zond haar beslissing naar alle gemeenten: christenen behoeven zich niet te houden aan het wetsstelsel dat aan Mozes werd gegeven, maar het is ’noodzakelijk’ dat zij zich „blijven onthouden van dingen die aan afgoden ten slachtoffer zijn gebracht en van bloed en van al wat verstikt is [niet-uitgebloed vlees] en van hoererij” (Handelingen 15:22-29). De apostelen gaven niet louter een voedselvoorschrift of een ritueel voorschrift. De verordening stelde fundamentele ethische normen vast, waaraan de vroege christenen zich hielden. Ongeveer tien jaar later erkenden zij dat zij zich nog steeds moesten „wachten voor datgene wat aan afgoden ten slachtoffer is gebracht, en ook voor bloed . . . en voor hoererij”. — Handelingen 21:25.
U weet dat miljoenen mensen kerkgangers zijn. De meesten van hen zullen het er waarschijnlijk mee eens zijn dat het tot de christelijke ethiek behoort geen aanbidding aan afgoden te schenken en geen grove immoraliteit te bedrijven. Gelieve echter op te merken dat de apostelen het zich onthouden van bloed op hetzelfde hoge morele niveau plaatsten als het zich onthouden van bovengenoemde vormen van kwaaddoen. Hun verordening eindigde met de woorden: „Indien gij u nauwlettend voor deze dingen wacht, zal het u goed gaan. Wij wensen u een goede gezondheid toe!” — Handelingen 15:29.
De apostolische verordening werd lang als bindend beschouwd. Eusebius vertelt over een jonge vrouw tegen het einde van de tweede eeuw die, voordat zij onder foltering stierf, duidelijk maakte dat het christenen „zelfs niet geoorloofd is het bloed van redeloze dieren te nuttigen”. Zij maakte geen gebruik van het recht om te sterven. Zij wenste te leven, maar zij wilde haar principes geen geweld aandoen. Hebt u geen respect voor degenen die principes boven persoonlijk voordeel weten te stellen?
De geleerde Joseph Priestley concludeerde: „Het aan Noach gegeven verbod om bloed te eten, schijnt bindend te zijn voor zijn gehele nageslacht . . . Indien wij [het] door de apostelen uitgevaardigde verbod interpreteren aan de hand van het gedrag van de vroege christenen, van wie moeilijk verondersteld kan worden dat zij de aard en de reikwijdte ervan niet goed begrepen hebben, kunnen wij tot geen andere conclusie komen dan dat het als absoluut en eeuwig bedoeld was; want bloed werd vele eeuwen lang niet door christenen gegeten.”
-