-
‘Luister naar mijn verdediging’‘Geef grondig getuigenis over Gods Koninkrijk’
-
-
Maar ze hebben horen zeggen dat je alle Joden die onder de heidenen wonen, aanzet tot ontrouw aan Mozes door hun te zeggen dat ze hun kinderen niet moeten besnijden en zich niet aan de gebruiken moeten houden’ (Hand. 21:20b, 21).a
-
-
‘Luister naar mijn verdediging’‘Geef grondig getuigenis over Gods Koninkrijk’
-
-
‘De geruchten over jou zijn niet waar’ (Handelingen 21:22-26)
9. Wat onderwees Paulus over de wet van Mozes?
9 Hoe zat het met de geruchten dat Paulus Joden die onder de heidenen leefden, leerde ‘dat ze hun kinderen niet moesten besnijden en zich niet aan de gebruiken moesten houden’? Paulus was een apostel voor de heidenen, en hij gaf ze uitleg over de beslissing dat heidenen niet volgens de wet hoefden te leven. Ook liet hij zien dat personen die erop stonden dat niet-Joodse christenen zich lieten besnijden en de wet van Mozes gehoorzaamden, het bij het verkeerde eind hadden (Gal. 5:1-7). In de steden die Paulus bezocht, predikte hij het goede nieuws ook tot Joden. Als ze positief reageerden, zal hij hun zeker hebben uitgelegd dat de wet overbodig was geworden door Jezus’ dood, en dat iemand rechtvaardig werd verklaard door geloof, en niet door werken van de wet (Rom. 2:28, 29; 3:21-26).
10. Welke evenwichtige kijk had Paulus op de wet en de besnijdenis?
10 Toch toonde Paulus begrip voor personen die graag wilden vasthouden aan bepaalde Joodse gebruiken, bijvoorbeeld door op de sabbat niet te werken of door bepaalde soorten voedsel niet te eten (Rom. 14:1-6). En hij maakte geen regels over de besnijdenis. Paulus vroeg Timotheüs zelfs of hij zich wilde laten besnijden zodat de Joden hem niet zouden wantrouwen vanwege zijn Griekse vader (Hand. 16:3). Het was een persoonlijke beslissing of iemand zich liet besnijden. Paulus zei tegen de Galaten: ‘Besnijdenis of onbesnedenheid heeft geen enkele waarde, maar geloof dat werkt via liefde wel’ (Gal. 5:6). Maar het was niet goed als iemand zich liet besnijden om zich aan de wet te houden of als hij zei dat de besnijdenis nodig was om Jehovah’s goedkeuring te hebben. Dat zou op een gebrek aan geloof duiden.
11. Welke instructies kreeg Paulus van de ouderlingen, en wat zou dat inhouden? (Zie ook de voetnoot.)
11 Hoewel de geruchten over Paulus dus niet klopten, veroorzaakten ze onrust onder de Joodse christenen.
-