EPENETUS
(Epe̱netus) [Geloofd; Geprezen].
Een christen in de gemeente te Rome, die door Paulus bij name wordt genoemd en aan wie hij persoonlijke groeten zendt (Ro 16:5). Epenetus wordt „een eersteling van Asia” genoemd. Misschien had Paulus persoonlijk hem met de waarheid in contact gebracht, want het huisgezin van Stefanas wordt in dezelfde trant aangeduid als „de eersteling van Achaje”, en Paulus had dit huisgezin gedoopt. — 1Kor 1:16; 16:15.