Komt niet onder een juk met ongelovigen
„Komt niet onder een ongelijk juk met ongelovigen. Want . . . welk deel heeft een gelovige met een ongelovige?” — 2 KORINTHIËRS 6:14, 15.
1. Hoe kwam een zuster ertoe een ongelovige te huwen?
EEN getuige van Jehovah in het middenwesten van de Verenigde Staten verloor enkele jaren geleden haar man door een auto-ongeluk. „Ik was er in het begin helemaal kapot van,” vertelt zij, „maar ik was vastbesloten om mijn dienst voor Jehovah er niet door te laten onderbreken. Na een aantal jaren begon ik mij echter bij de echtparen in de gemeente een soort vijfde wiel aan de wagen te voelen. Mijn dochter en ik werden niet altijd uitgenodigd voor familie-uitstapjes. Als ik christelijke echtparen genegenheid voor elkaar zag uiten, voelde ik mij nog meer buitengesloten. Niemand scheen op te merken dat ik geestelijk zwakker werd. Toen dan ook een wereldse man die ik van mijn werk kende, mij uit eten vroeg, ging ik daarop in. Voordat ik het besefte, was ik verliefd op hem. Ten slotte was ik zo zwak en overstelpt door mijn gevoelens van eenzaamheid dat ik erin toestemde met hem te trouwen.”
2. Waarom is het verlangen om te trouwen normaal, en wat had het huwelijk moeten vormen?
2 Ja, het verlangen het leven met een partner te delen, kan heel sterk zijn en is ook normaal. Jehovah zelf zei: „Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik zal een hulp voor hem maken, als zijn tegenhanger [of: „die bij hem past; die hem aanvult”]” (Genesis 2:18, Nieuwe-Wereldvertaling, Studiebijbel, voetnoot). Het huwelijk moest een nauwe, duurzame band van eenheid tussen een man en een vrouw vormen. Het was niet Adam maar Jehovah die zei: ’Een man zal zijn vader en zijn moeder verlaten en hij moet zich hechten aan zijn vrouw en zij moeten één vlees worden’ (Genesis 2:22-24; vergelijk Matthéüs 19:4-6). Misschien hunkert uw hart naar zo iemand ’die u aanvult’.
3, 4. (a) Hoe waarschuwt de bijbel tegen het aangaan van nauwe verbintenissen met ongelovigen? (b) Hoe kan Paulus’ raad aangaande een ongelijk juk op het huwelijk van toepassing zijn? (c) Hoe zullen de christenen in Korinthe de term „ongelovigen” begrepen hebben? (Zie voetnoot.)
3 De bijbel waarschuwt echter tegen het aanknopen van nauwe banden met ongelovigen. De apostel Paulus zei erover: „Komt niet onder een ongelijk juk [„Laat u niet inspannen in een ongelijk span”, The Jerusalem Bible] met ongelovigena. Want . . . welk deel heeft een gelovige met een ongelovige”b (2 Korinthiërs 6:14, 15). Paulus heeft hierbij wellicht in gedachten gehad dat de Mozaïsche wet verbood een stier en een ezel onder één juk te laten ploegen (Deuteronomium 22:10). De ezel is kleiner en niet zo sterk en het zou een zware last zijn voor het dier als hij in zo’n ongelijk juk werd gespannen. Omdat het huwelijk als een juk is dat man en vrouw samenbindt, zou het in een ongelijk juk resulteren als een christen een ongelovige zou huwen (Matthéüs 19:6). Zo’n juk brengt vaak extra druk en spanning in een huwelijk teweeg. — Vergelijk 1 Korinthiërs 7:28.
4 Toch — de ervaring in de eerste paragraaf is er een voorbeeld van — hebben sommige christenen de beslissing genomen met een ongelovige te trouwen. Waarom vinden sommigen het moeilijk om „alleen in de Heer” te trouwen? — 1 Korinthiërs 7:39.
Waarom sommigen elders een partner zoeken
5. Illustreer waarom sommigen verliefd raken op een ongelovige.
5 Het is niet zo dat zij er per definitie op uit zijn Gods raad te negeren. Beschouw de situatie eens van een christelijke zuster die wellicht graag wil trouwen. Zij zal misschien dolgraag een christelijke echtgenoot willen hebben, maar er schijnen niet veel huwbare broeders te zijn in haar kring van gelovige vrienden. Zij is zich bewust van haar leeftijd. Zij verlangt er wellicht naar kinderen te hebben. De angst om alleen oud te worden en de behoefte zich bemind te voelen, kunnen haar kwetsbaar maken. Als dan een wereldse man belangstelling voor haar toont, kan het moeilijk zijn daar weerstand aan te bieden. Hij lijkt misschien vriendelijk en zachtmoedig. Hij rookt misschien niet en gebruikt geen smerige taal. Dan komen de rationaliseringen: ’Nou, hij is aardiger dan heel wat broeders die ik ken!’ ’Hij heeft belangstelling voor de bijbel, hij overweegt studie te nemen.’ ’Ik ken gevallen dat een zuster met een ongelovige trouwde en hij uiteindelijk een medegelovige werd.’ ’Er zijn sommige christelijke huwelijken die geen succes worden!’ — Zie Jeremia 17:9.
6, 7. (a) Hoe beschreef een alleenstaande zuster haar frustratie? (b) Welke vraag verdient onze beschouwing?
6 Ja, een alleenstaande christen die wil trouwen, kan zich in een heel frustrerende situatie bevinden. Sommigen voelen zich zelfs wanhopig. „Het aantal huwbare broeders is bijzonder klein”, zei een ongetrouwde zuster over de situatie in haar gebied. „Maar het aantal ongetrouwde zusters is buitengewoon groot. Als een zuster haar jeugd voorbij ziet vliegen, blijft haar geen andere keus dan òf helemaal niet te trouwen òf de eerste de beste kans aan te grijpen.”
7 Niettemin is de raad van de bijbel duidelijk: ’Komt niet onder een juk met ongelovigen’ (2 Korinthiërs 6:14). Is deze goddelijke waarschuwing hardvochtig of onredelijk?
Een uiting van Gods liefdevolle zorg
8. Hoe heeft Jehovah er blijk van gegeven dat hij ons bestwil op het oog heeft?
8 Jehovah bekommert zich intens om ons eeuwige welzijn. Heeft hij niet — wat hem heel veel heeft gekost — zijn Zoon gegeven als „een losprijs in ruil voor velen”? (Matthéüs 20:28) Is hij niet Degene ’die ons leert onszelf baat te verschaffen’? (Jesaja 48:17) Belooft hij niet dat ’hij niet zal toelaten dat wij worden verzocht boven hetgeen wij kunnen dragen’? (1 Korinthiërs 10:13) Dan moet hij als hij ons zegt niet onder een juk te komen met ongelovigen, daar redelijkerwijs ons bestwil mee op het oog hebben! Laten wij beschouwen hoe deze waarschuwing een uiting is van zijn liefdevolle zorg voor ons.
9. (a) Welke waarschuwing geeft Paulus om een christen ervan te weerhouden een nauwe band met een ongelovige aan te gaan? (b) Wat is de betekenis van het Griekse woord dat is weergegeven met „overeenstemming”, en hoe illustreert het de problemen die ontstaan wanneer een christen onder een juk komt met een ongelovige?
9 De bedoeling van de Schepper ten aanzien van het huwelijk was dat het de nauwste band tussen mensen zou vormen, waarbij man en vrouw „één vlees” zouden worden (Genesis 2:24). Is het verstandig als een christen zo’n nauwe band aangaat met een ongelovige? Paulus antwoordt door een aantal indringende vragen op te werpen, die stuk voor stuk alleen maar ontkennend beantwoord kunnen worden: „Want wat voor deelgenootschap hebben rechtvaardigheid en wetteloosheid? Of wat heeft licht met duisternis gemeen? Welke overeenstemming [Grieks: sum·fo·neʹsis] bestaat er voorts tussen Christus en Belial [Satan]? Of welk deel heeft een gelovige met een ongelovige?” (2 Korinthiërs 6:14, 15) Het Griekse woord sum·fo·neʹsis betekent letterlijk „een samenklinken” (van sun, „met” en foʹne, „een klank”). Het verwijst naar de harmonie die wordt voortgebracht door muziekinstrumenten. Er bestaat uiteraard geen harmonie [„samenstemming”, Statenvertaling] tussen Christus en Satan. Op overeenkomstige wijze is het bij een ongelijk juk erg moeilijk voor man en vrouw ’dezelfde snaar te raken’. Zij zijn als twee muziekinstrumenten die niet op elkaar afgestemd zijn en dissonerende klanken produceren in plaats van muziek.
10. Wat zijn essentiële elementen in een gelukkig huwelijk, en welke voordelen heeft men wanneer er een gelijk juk bestaat?
10 Hoe kan dan een geestelijk gezind persoon volledige harmonie genieten met een vleselijk gezind persoon? (1 Korinthiërs 2:14) Gemeenschappelijke geloofsovertuigingen, beginselen en doeleinden zijn essentiële elementen in een gelukkig huwelijk. Niets maakt een huwelijk sterker dan een bij beiden aanwezige toewijding aan de Schepper. Wanneer er een gelijk juk is, kunnen man en vrouw elkaar aanmoedigen in hun aanbidding. Beiden kunnen zich tot de Schrift wenden om hun meningsverschillen op te lossen. Is het dan niet heel duidelijk dat Jehovah ons zegt niet met ongelovigen onder een juk te komen omdat hij wil dat wij de nauwst mogelijke band met onze huwelijkspartner hebben?
11. Waarom waren echtverbintenissen met niet-aanbidders in Israël verboden, en welke tot nadenken stemmende vraag wordt opgeworpen?
11 Acht slaan op de waarschuwing van de bijbel bespaart ons ook de pijnlijke consequenties die er zo vaak uit voortvloeien als een christen onder een juk komt met een ongelovige. Zo bestaat er bijvoorbeeld de mogelijkheid dat de ongelovige de christelijke partner van het dienen van Jehovah zal afkeren. Let eens op Jehovah’s waarschuwing aan het oude Israël. Huwelijksverbintenissen met niet-aanbidders waren verboden. Waarom? „Want hij zal uw zoon van het volgen van mij afkeren,” waarschuwde Jehovah, „en zij zullen stellig andere goden dienen” (Deuteronomium 7:3, 4). Geconfronteerd met tegenstand van een ongelovige huwelijkspartner kan de neiging bestaan dan maar de weg van de minste weerstand te kiezen. Het is gemakkelijk om te denken: ’Dat zal mij niet overkomen!’ Maar zelfs Salomo met al zijn wijsheid is het overkomen. Zou hetzelfde niet u kunnen overkomen? — 1 Koningen 11:1-6; vergelijk 1 Koningen 4:29, 30.
12. Hoe vormde Gods wet die een huwelijk met een buitenlander verbood, een bescherming voor de Israëlieten? Illustreer dit.
12 Zelfs als de gelovige niet van de ware aanbidding wordt afgebracht, zijn er toch de problemen en druk die zo vaak met een religieus verdeeld huisgezin samengaan. Beschouw opnieuw Gods wet aan Israël. Veronderstel dat een Israëlitisch meisje zou trouwen met een Kanaäniet. De seksuele praktijken die er in het land Kanaän heersten in aanmerking genomen, zullen wij ons werkelijk moeten afvragen welk respect hij zou hebben voor de wet van haar God. Zou hij zich bijvoorbeeld bereidwillig onthouden van geslachtsgemeenschap gedurende haar menstruatie, zoals dat werd geëist door de Mozaïsche wet?c (Leviticus 18:19; 20:18; vergelijk Leviticus 18:27) In het geval van een Israëlitische man die een Kanaänitisch meisje huwde, is het de vraag hoeveel medewerking zij zou geven wanneer hij driemaal in het jaar naar Jeruzalem reisde om daar de periodieke feesten bij te wonen (Deuteronomium 16:16). Het is duidelijk dat Gods wet die dergelijke huwelijken verbood, een bescherming voor de Israëlieten vormde.
13. (a) Waarom heeft een werelds persoon geen door de bijbel geoefend christelijk geweten? (b) Met welke druk en problemen worden sommigen in een religieus verdeeld gezin geconfronteerd?
13 Hoe staat het er in onze tijd voor? De morele maatstaven van wereldse mensen lijken totaal niet meer op die van de bijbel. Ongeacht hoe keurig sommige wereldse mensen schijnen te zijn, zij hebben geen door de bijbel geoefend christelijk geweten. Zij hebben er geen jaren aan besteed Gods Woord te bestuderen, ’hun geest te hervormen’ en ’de oude persoonlijkheid af te leggen’ (Romeinen 12:2; Kolossenzen 3:9). De christen die onder een juk komt met een ongelovige, stelt zichzelf daardoor dus vaak aan heel wat pijn en smart bloot. Sommigen worden herhaaldelijk onder druk gezet om mee te doen aan ontaarde seksuele praktijken of de viering van wereldse feestdagen. En sommigen klagen zelfs over eenzaamheid. Een zuster schreef: „De eenzaamheid die je voelt als je getrouwd bent met iemand die Jehovah niet liefheeft, is de ergste eenzaamheid die je je maar kunt voorstellen. Je hebt namelijk niemand om de waarheid mee te delen, terwijl dat het belangrijkste in je leven is.”
14. (a) Waarom is het in een verdeeld gezin moeilijk kinderen „in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah” groot te brengen? (b) Wat kan de uitwerking op de kinderen zijn van zo’n verdeeld gezin?
14 In een verdeeld gezin kan het heel moeilijk zijn kinderen „in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah” groot te brengen (Efeziërs 6:4). Zal de ongelovige bijvoorbeeld zonder bezwaar te maken de kinderen vergaderingen laten bezoeken of aan de velddienst laten deelnemen? Vaak raken de kinderen in tweestrijd ten aanzien van hun genegenheden — zij houden van beide ouders, maar slechts één ouder houdt van Jehovah. Een zuster die een ongelovige huwde, zei: „Ik heb heel wat hartzeer gekend in de twintig jaar van mijn huwelijk. Mijn zoons zijn met veel beroering en emotionele verwarring opgegroeid en zijn nu een deel van de wereld. Mijn dochter is vaak van streek omdat zij zoveel bij mij weg is vanwege het omgangsrecht van haar vader. Al deze problemen bestaan omdat ik toen ik achttien was, verkoos een van Jehovah’s beginselen te negeren.” Welk beginsel? Kom niet onder een juk met een ongelovige!
15. Waarom geeft Jehovah ons de raad niet onder een juk te komen met een ongelovige?
15 Het is duidelijk dat Jehovah wil dat wij ons leven tot een succes maken. Wat hij van ons vraagt, met inbegrip van zijn raad niet onder een juk te komen met ongelovigen, is om ons bestwil (Deuteronomium 10:12, 13). Met een ongelovige trouwen betekent voorbijgaan aan schriftuurlijke raad, praktische wijsheid en de vaak pijnlijke ervaring van anderen.
Vaak gestelde vragen
16, 17. (a) Hoe kunnen emoties ons gezonde oordeel vertroebelen als wij niet oppassen? (b) Dient Gods raad genegeerd te worden vanwege uitzonderingsgevallen waarin een christen een ongelovige huwde en beiden nu Jehovah dienen? Leg dit uit.
16 Toch kan als wij niet oppassen, ons gezonde oordeel vertroebeld worden door emoties. Wij kunnen gaan denken dat er in ons geval een uitzondering gemaakt kan worden. Beschouw eens enkele van de vaak gestelde vragen.
17 Hoe staat het dan met gevallen dat een broeder of zuster een ongelovige huwde en zij nu beiden Jehovah dienen? Niettemin zijn Jehovah’s beginselen overtreden. Is het waar dat het doel de middelen heiligt? Een illustratie van Gods zienswijze ten aanzien van degenen die zijn raad negeren, vinden wij in het geval van de joden die uit de Babylonische ballingschap terugkeerden. Toen sommigen heidense vrouwen namen, wonden de bijbelschrijvers Ezra en Nehemía er in hun veroordeling van die handelwijze geen doekjes om. Die joden ’handelden ontrouw’, bedreven een ’groot kwaad’ en laadden „schuld” op zich (Ezra 10:10-14; Nehemía 13:27). En nog iets om te overwegen: Wanneer wij Gods raad negeren, kunnen wij onszelf geestelijk verwonden en er een litteken op ons geweten aan overhouden. Een zuster wier ongelovige man uiteindelijk een gelovige werd, zei: ’Ik heb nog steeds te maken met de emotionele littekens. Ik kan niet zeggen hoe ellendig ik me voel als anderen naar ons wijzen en zeggen: „Maar bij hen is het goed gegaan.”’
18. Wat is de weg der wijsheid als u zich aangetrokken voelt tot iemand die nog niet is gedoopt, en wat zult u daarmee demonstreren?
18 Als u zich nu aangetrokken voelt tot iemand die bijbelstudie heeft en de vergaderingen bezoekt, hoewel hij of zij nog niet is gedoopt? Wij zijn er blij mee als wie dan ook belangstelling toont voor de bijbelse waarheid. De vraag is echter: Kunt u al aan verkering gaan denken? Eerlijk gezegd, het is verstandig om te wachten tot enige tijd nadat uw vriend of vriendin is gedoopt en vorderingen maakt in het tentoonspreiden van de vruchten van Gods geest voordat u een verkering aangaat (Galaten 5:22, 23). Het zal niet gemakkelijk zijn om zo’n raad op te volgen, maar u zult door dat te doen toewijding aan bijbelse beginselen demonstreren; dit zal een voortreffelijk fundament leggen voor waar geluk in het huwelijk. Als uw vriend of vriendin werkelijk om u geeft en echt liefde voor Jehovah gaat ontwikkelen, zal hij of zij ongetwijfeld bereid zijn te wachten totdat u beiden „in de Heer” bent — opgedragen en gedoopt — alvorens verkering te hebben. Bedenk ook dat ware liefde niet te lijden heeft van het verstrijken van tijd. — 1 Korinthiërs 7:39; Genesis 29:20.
19. Wat dient u in gedachte te houden als het niet lijkt te lukken een huwelijkspartner te vinden onder medegelovigen?
19 En als u nu moeilijk een geschikte huwelijkspartner kunt vinden onder medegelovigen? „Ik ben 26, ongetrouwd, en werkelijk eenzaam”, zei een zuster. Het is waar dat het ongehuwd zijn moeilijk kan zijn voor u, maar de problemen die voortvloeien uit een ongelijk huwelijksjuk zouden wel eens nog groter kunnen zijn! Het gehoorzamen van Gods raad kan geloof vergen en zelfbeheersing en geduld, maar wees ervan verzekerd dat Jehovah weet wat het beste voor u is en u dat gunt (1 Petrus 5:6, 7). Maak het tot een punt van gebed, en wacht dan op Jehovah (Psalm 55:22). In dit samenstel van dingen heeft niemand een volmaakt bevredigend leven. U hunkert wellicht naar een huwelijkspartner. Anderen hebben echter ook hun portie aan problemen en sommige problemen zijn in dit samenstel helemaal niet te verhelpen. Alleen in de komende nieuwe wereld zal „de begeerte van al wat leeft” volkomen bevredigd worden. — Psalm 145:16.
20. Hoe bracht een ongetrouwde zuster haar stellige voornemen onder woorden, en welke voldoening kunt u hebben door net zo vastbesloten te zijn?
20 Wees ondertussen vast besloten niet onder een juk te komen met een ongelovige. Een 36-jarige zuster uitte haar stellige voornemen aldus: „Ik bid Jehovah elke dag om een huwelijkspartner. Ik voel er niets voor om buiten Jehovah’s organisatie te kijken, maar de verleidingen zijn er toch wel degelijk. Ondertussen ben ik van plan te werken aan hoedanigheden die mij tot een betere persoon zullen maken, zodat ik het soort van geestelijk gezinde vrouw zal zijn naar wie een geestelijk gezinde man zoekt.” Hebt u net zo’n vast besluit genomen? Zo ja, dan kunt u er voldoening uit putten dat u loyaliteit aan de dag legt jegens de God van gerechtigheid. — Psalm 37:27, 28.
[Voetnoten]
a In 1 Korinthiërs 14:22 gebruikte Paulus de term „ongelovigen” in contrast met „gelovigen” of gedoopte personen. De Korinthiërs zouden dan ook begrijpen dat het woord „ongelovigen” doelde op ongedoopte personen. — Zie Handelingen 8:13; 16:31-34; 18:8.
b „In ruimere zin zou het beginsel als volgt geformuleerd kunnen worden: ’Ga met ongelovigen geen enkele verbintenis aan, hetzij tijdelijk hetzij permanent, die tot een schipperen met christelijke maatstaven zou leiden of de duidelijkheid van het christelijke getuigenis in gevaar zou brengen. En waarom zich zo afgescheiden houden? Omdat de ongelovige niet dezelfde maatstaven, sympathieën of doeleinden heeft als de christen.’” — The Expositor’s Bible Commentary, Deel 10, blz. 359.
Kunt u dit uitleggen?
◻ Hoe waarschuwt de bijbel tegen het aanknopen van nauwe verbintenissen met ongelovigen?
◻ Waarom zoeken sommige opgedragen christenen buiten de gemeente een huwelijkspartner?
◻ Hoe is Jehovah’s waarschuwing tegen een ongelijk juk in werkelijkheid een blijk van zijn liefdevolle zorg voor ons?
◻ Welke vragen over het vinden van een huwelijkspartner worden er vaak gesteld, en hoe zou u ze beantwoorden?