’De geest onderzoekt de diepe dingen Gods’
„De geest onderzoekt alle dingen, zelfs de diepe dingen Gods.” — 1 KORINTHIËRS 2:10.
1. Welke rol van de heilige geest liet Paulus in 1 Korinthiërs 2:10 uitkomen, en welke vragen rijzen er?
WAT kunnen we dankbaar zijn voor de werking van Jehovah’s heilige geest! De Bijbel spreekt over de geest als een helper, een gave, en een kracht die getuigenis aflegt en voor ons pleit (Joh. 14:16; Hand. 2:38; Rom. 8:16, 26, 27). De apostel Paulus liet nog een belangrijke rol van de heilige geest uitkomen: „De geest onderzoekt alle dingen, zelfs de diepe dingen Gods” (1 Kor. 2:10). Jehovah gebruikt inderdaad zijn heilige geest om diepe geestelijke waarheden te openbaren. Zonder deze hulp zouden we Jehovah’s voornemen echt niet kunnen begrijpen. (Lees 1 Korinthiërs 2:9-12.) Er rijzen echter enkele vragen: Hoe ’onderzoekt de geest de diepe dingen Gods’? Via wie openbaarde Jehovah deze dingen in de eerste eeuw G.T.? Hoe en via wie onderzoekt de geest deze diepe dingen in onze tijd?
2. Op welke twee manieren zou de geest werkzaam zijn?
2 Jezus wees op een tweeledige werkzaamheid van de geest. Kort voor zijn dood zei hij tegen zijn apostelen: „De helper, de heilige geest, die de Vader in mijn naam zal zenden, die zal u alle dingen leren en alle dingen welke ik u heb gezegd, in uw herinnering terugbrengen” (Joh. 14:26). De heilige geest zou dus als leraar dienen, en hij zou dingen in de herinnering terugbrengen. Als leraar zou hij christenen helpen dingen te begrijpen die ze voorheen niet begrepen. Als een kracht die dingen in de herinnering terugbrengt, zou hij hen helpen zich te binnen te brengen wat was uitgelegd en het op de juiste manier toe te passen.
In de eerste eeuw
3. Hoe gaf Jezus te kennen dat „de diepe dingen Gods” geleidelijk geopenbaard zouden worden?
3 Jezus zelf onderwees zijn discipelen veel waarheden die nieuw voor hen waren. Maar ze moesten nog veel meer leren. Jezus zei tegen de apostelen: „Nog vele dingen heb ik u te zeggen, maar gij kunt ze op het ogenblik niet dragen. Wanneer die echter gekomen is, de geest der waarheid, zal hij u in alle waarheid leiden” (Joh. 16:12, 13). Jezus gaf daarmee te kennen dat er door middel van heilige geest diepe geestelijke dingen geleidelijk geopenbaard zouden worden.
4. Hoe diende de heilige geest met Pinksteren 33 G.T. als leraar en hoe bracht hij dingen in de herinnering terug?
4 „De geest der waarheid” kwam met Pinksteren 33 G.T., toen hij werd uitgestort op ongeveer 120 christenen die in Jeruzalem bijeenwaren. Daarvan waren zichtbare en hoorbare bewijzen (Hand. 1:4, 5, 15; 2:1-4). De discipelen spraken in allerlei talen „over de grote daden van God” (Hand. 2:5-11). De tijd was aangebroken voor het openbaren van iets nieuws. De profeet Joël had deze uitstorting van heilige geest voorzegd (Joël 2:28-32). De toeschouwers waren getuige van een vervulling die ze geen van allen hadden verwacht, en de apostel Petrus nam de leiding in het uitleggen van deze ontwikkeling. (Lees Handelingen 2:14-18.) De heilige geest diende zo als leraar door Petrus duidelijk te maken dat wat de discipelen meemaakten een vervulling was van die oude profetie. De geest bracht ook dingen in de herinnering terug, want Petrus haalde niet alleen Joël aan maar ook twee psalmen van David (Ps. 16:8-11; 110:1; Hand. 2:25-28, 34, 35). Wat alle aanwezigen zagen en hoorden, waren beslist diepe dingen Gods.
5, 6. (a) Welke belangrijke vragen over het nieuwe verbond moesten er na Pinksteren 33 G.T. nog beantwoord worden? (b) Via wie werden die kwesties aan de orde gesteld, en hoe werden er beslissingen genomen?
5 Veel dingen moesten nog verduidelijkt worden voor de eerste-eeuwse christenen. Er waren bijvoorbeeld vragen over het nieuwe verbond dat op die pinksterdag in werking was getreden. Was het nieuwe verbond beperkt tot Joden en proselieten? Konden ook niet-Joden erin opgenomen worden en met heilige geest gezalfd worden? (Hand. 10:45) Zouden niet-Joodse mannen eerst besneden moeten worden en zich aan de mozaïsche wet moeten onderwerpen? (Hand. 15:1, 5) Dat waren bijzonder belangrijke vragen. Jehovah’s geest was nodig om deze diepe dingen te onderzoeken. Maar via wie zou die geest werkzaam zijn?
6 Via verantwoordelijke broeders werd elk van die kwesties aan de orde gesteld. Petrus, Paulus en Barnabas waren aanwezig op de vergadering van het besturende lichaam waar de besnijdeniskwestie ter sprake werd gebracht, en ze vertelden hoe Jehovah zijn aandacht op onbesneden niet-Joden had gericht (Hand. 15:7-12). Nadat het besturende lichaam deze feiten in het licht van aanwijzingen in de Hebreeuwse Geschriften en met de hulp van de heilige geest had bestudeerd, namen ze een beslissing. Daarna stelden ze de gemeenten per brief van die beslissing op de hoogte. (Lees Handelingen 15:25-30; 16:4, 5; Ef. 3:5, 6.)
7. Hoe werden diepe waarheden geopenbaard?
7 Heel wat andere dingen werden verduidelijkt via de geïnspireerde brieven van Johannes, Petrus, Jakobus en Paulus. Maar op een bepaald moment nadat de christelijke Geschriften voltooid waren, kwam er een eind aan de gaven van profeteren en door een wonder geopenbaarde kennis (1 Kor. 13:8). Zou de geest als leraar blijven dienen en dingen in de herinnering blijven terugbrengen? Zou hij christenen blijven helpen de diepe dingen Gods te onderzoeken? Uit profetieën bleek dat dat inderdaad zo zou zijn.
In de tijd van het einde
8, 9. Wie zouden in de tijd van het einde „stralen” door geestelijk inzicht?
8 Een engel voorzei over de tijd van het einde: „Zij die inzicht hebben, zullen stralen als de glans van het uitspansel; en degenen die de velen tot rechtvaardigheid brengen, als de sterren tot onbepaalde tijd, ja, voor eeuwig. (...) En de ware kennis zal overvloedig worden” (Dan. 12:3, 4). Wie zouden degenen zijn die inzicht hebben en die zouden stralen? Jezus gaf een aanwijzing in zijn illustratie van de tarwe en het onkruid. Over het „besluit van een samenstel van dingen” zei hij: „In die tijd zullen de rechtvaardigen zo helder schijnen als de zon in het koninkrijk van hun Vader” (Matth. 13:39, 43). In zijn uitleg stelde hij „de rechtvaardigen” gelijk met „de zonen van het koninkrijk”, gezalfde christenen (Matth. 13:38).
9 Zouden alle gezalfde christenen „stralen”? In zekere zin wel, want alle christenen zouden een aandeel hebben aan de prediking, het maken van discipelen en het elkaar opbouwen op vergaderingen. De gezalfden zouden het voorbeeld geven (Zach. 8:23). Maar in de tijd van het einde zouden bovendien diepe dingen geopenbaard worden. De profetie die Daniël opschreef, werd tot die tijd „verzegeld” (Dan. 12:9). Hoe en via wie zou de geest deze diepe dingen onderzoeken?
10. (a) Via wie openbaart de geest diepe waarheden in de tijd van het einde? (b) Leg uit hoe waarheden in verband met Jehovah’s grote geestelijke tempel werden verduidelijkt.
10 Wanneer in onze tijd het moment is gekomen om een geestelijke kwestie te verduidelijken, helpt de heilige geest verantwoordelijke vertegenwoordigers van „de getrouwe en beleidvolle slaaf” op het internationale hoofdkantoor diepe waarheden te onderscheiden die voorheen niet begrepen werden (Matth. 24:45; 1 Kor. 2:13). Het Besturende Lichaam als groep bestudeert of de uitleg aangepast moet worden (Hand. 15:6). Dan komen ze tot een beslissing, die tot nut van iedereen gepubliceerd kan worden (Matth. 10:27). Met het verstrijken van de tijd zijn misschien verdere verduidelijkingen nodig, en ook die worden eerlijk uiteengezet. (Zie het kader „Hoe de geest de betekenis van de geestelijke tempel heeft geopenbaard”.)
Voordeel trekken van de rol van de geest in deze tijd
11. Hoe trekken alle christenen in deze tijd voordeel van de rol van de heilige geest bij het openbaren van de diepe dingen Gods?
11 Alle getrouwe christenen trekken voordeel van de rol van de heilige geest bij het openbaren van de diepe dingen Gods. Net als de eerste-eeuwse christenen bestuderen ook wij in deze tijd informatie die de heilige geest ons helpt te begrijpen, terwijl we ons die dingen later herinneren en ze toepassen (Luk. 12:11, 12). We hebben geen uitgebreide schoolopleiding nodig om de diepe geestelijke waarheden die zijn gepubliceerd, te begrijpen (Hand. 4:13). Hoe kunnen we ons begrip van de diepe dingen Gods verbeteren? Hier volgen een paar suggesties.
12. Wanneer moeten we om heilige geest bidden?
12 Bid om heilige geest. Voordat we Bijbels materiaal gaan bestuderen, moeten we eerst in gebed vragen om de leiding van de heilige geest. Dat geldt ook als we alleen zijn of als we maar kort kunnen studeren. Zulke nederige verzoeken zullen het hart van onze hemelse Vader zeker verwarmen. Zoals Jezus duidelijk maakte, zal Jehovah ons overvloedig zijn heilige geest geven als we er oprecht om vragen (Luk. 11:13).
13, 14. Welke rol speelt voorbereiding op de vergaderingen bij het begrijpen van de diepe dingen Gods?
13 Bereid je op de vergaderingen voor. Via de slaafklasse krijgen we ’voedsel te rechter tijd’. De „slaaf” kwijt zich van zijn taak door in Bijbels materiaal te voorzien, alsook in programma’s om dit op vergaderingen te bestuderen. Er zijn goed doordachte redenen om „de gehele gemeenschap van broeders” te vragen aan bepaalde informatie aandacht te schenken (1 Petr. 2:17; Kol. 4:16; Jud. 3). Als we ons best doen om de gedane aanbevelingen op te volgen, werken we met de heilige geest samen (Openb. 2:29).
14 Wanneer we ons op de vergaderingen voorbereiden, zou het goed zijn de niet-uitgeschreven Schriftplaatsen op te zoeken en erover na te denken hoe elke tekst van toepassing is op het onderwerp dat besproken wordt. Daardoor zal ons begrip van de Bijbel zich geleidelijk verdiepen (Hand. 17:11, 12). Het opzoeken en lezen van de teksten laat een mentale indruk achter die de heilige geest in onze herinnering kan terugbrengen. Als we de tekst op de bladzijde in de Bijbel zien staan, laat dit bovendien een visuele indruk achter die ons kan helpen de passage terug te vinden als het nodig is.
15. Waarom moeten we up-to-date blijven met onze publicaties, en hoe slaag jij daarin?
15 Blijf bij met lezen. Sommige publicaties worden niet op onze vergaderingen doorgenomen, maar ze worden wel tot ons nut uitgegeven. Zelfs de publieksuitgaven van onze tijdschriften zijn met ons in gedachten samengesteld. In deze gecompliceerde wereld moeten we vaak op iemand of iets wachten. Als we een publicatie bij ons hebben die we nog niet of gedeeltelijk gelezen hebben, kunnen we die momenten misschien gebruiken om een stukje te lezen. Sommigen lukt het om bij te blijven door naar audio-opnamen van onze publicaties te luisteren terwijl ze lopend of in een voertuig onderweg zijn. Al dit materiaal, waarvoor zorgvuldig nazoekwerk is gedaan maar dat toch geschikt is voor de gemiddelde lezer, verdiept onze waardering voor geestelijke zaken (Hab. 2:2).
16. Welk voordeel heeft het om vragen die in ons opkomen, op te schrijven voor later nazoekwerk?
16 Mediteer. Als je de Bijbel of Bijbelse publicaties leest, neem dan de tijd om erover na te denken. Terwijl je de gedachtegang zorgvuldig volgt, komen er misschien vragen in je op. Je zou die vragen kunnen opschrijven en er later iets over kunnen opzoeken. Vaak graven we het diepst als we dingen onderzoeken die ons intrigeren. Het begrip dat we krijgen, wordt een deel van de persoonlijke schat waaruit we kunnen putten als het nodig is (Matth. 13:52).
17. Wat is jouw programma voor persoonlijke of gezinsstudie?
17 Stel een tijd vast voor gezinsaanbidding. Het Besturende Lichaam heeft ons allemaal de aanmoediging gegeven om elke week een avond of een andere periode opzij te zetten voor persoonlijke of gezinsstudie. Ons veranderde vergaderschema maakt het mogelijk die raad op te volgen. Wat bestudeer jij op de avond voor gezinsaanbidding? Sommigen lezen de Bijbel, doen nazoekwerk over verzen waar ze vragen over hebben en maken korte verklarende aantekeningen in hun bijbel. Veel gezinnen ruimen er tijd voor in om het bestudeerde materiaal op het gezin van toepassing te brengen. Sommige gezinshoofden kiezen materiaal uit dat het gezin volgens hen nodig heeft of dat over onderwerpen of vragen gaat die de gezinsleden zelf hebben uitgekozen. In de loop van de tijd zul je ongetwijfeld nog meer onderwerpen kunnen bedenken.a
18. Waarom moeten we er niet voor terugdeinzen de diepere waarheden uit Gods Woord te bestuderen?
18 Jezus zei dat de geest een helper zou zijn. We moeten er dus niet voor terugdeinzen de diepere waarheden uit Gods Woord te bestuderen. Die waarheden maken deel uit van de kostbare „kennis van God”, en we worden uitgenodigd ze te onderzoeken. (Lees Spreuken 2:1-5.) Ze onthullen veel over „al wat God heeft bereid voor degenen die hem liefhebben”. Als we moeite doen om meer over Jehovah’s Woord te leren, zal de heilige geest ons helpen, want „de geest onderzoekt alle dingen, zelfs de diepe dingen Gods” (1 Kor. 2:9, 10).
[Voetnoot]
Wat zou je antwoorden?
• Op welke twee manieren helpt de geest ons „de diepe dingen Gods” te onderzoeken?
• Via wie openbaarde de heilige geest in de eerste eeuw diepe waarheden?
• Hoe is de heilige geest in onze tijd werkzaam om dingen te verduidelijken?
• Wat kun je doen om voordeel te trekken van de rol van de geest?
[Kader op blz. 22]
Hoe de geest de betekenis van de geestelijke tempel heeft geopenbaard
Een van „de diepe dingen Gods” die in de eerste eeuw werden geopenbaard, was dat de tabernakel en later de tempels een afschaduwing waren van een veel grotere geestelijke werkelijkheid. Paulus noemde die werkelijkheid „de ware tent, die door Jehovah en niet door een mens is opgericht” (Hebr. 8:2). Dat was een grote geestelijke tempel, een regeling waardoor men tot God kan naderen, mogelijk gemaakt door het offer en het priesterschap van Jezus Christus.
„De ware tent” kwam tot bestaan in 29 G.T., toen Jezus werd gedoopt en Jehovah hem aanvaardde als degene die een volmaakt slachtoffer zou worden (Hebr. 10:5-10). Na zijn dood en opstanding ging Jezus het Allerheiligste van de geestelijke tempel binnen en bood hij de waarde van zijn offer „voor de persoon van God” aan (Hebr. 9:11, 12, 24).
In een andere brief schreef Paulus dat gezalfde christenen uitgroeien „tot een heilige tempel voor Jehovah” (Ef. 2:20-22). Zou deze tempel uiteindelijk dezelfde tempel zijn als „de ware tent” die hij later in zijn brief aan de Hebreeën beschreef? Tientallen jaren hebben Jehovah’s aanbidders dat gedacht. Gezalfde christenen schenen op aarde geschikt te worden gemaakt om „stenen” te worden in Jehovah’s hemelse tempel (1 Petr. 2:5).
In 1971 begonnen verantwoordelijke leden van de slaafklasse echter te onderscheiden dat de tempel waarover Paulus in Efeziërs sprak, niet Jehovah’s grote geestelijke tempel kon zijn. Als „de ware tent” opgebouwd zou zijn uit opgestane gezalfde christenen, zou die pas tot bestaan komen nadat hun opstanding tijdens „de tegenwoordigheid van de Heer” was begonnen (1 Thess. 4:15-17). Maar Paulus schreef over de tabernakel: „Deze tent nu is een illustratie voor de bestemde tijd die er thans is” (Hebr. 9:9).
Een zorgvuldige vergelijking van deze en andere Bijbelteksten maakte duidelijk dat de geestelijke tempel niet nog in aanbouw is en dat gezalfde christenen geen „stenen” zijn die op aarde bewerkt worden om een deel van die tempel te worden. Gezalfde christenen dienen in het voorhof en in het Heilige van de geestelijke tempel, waar ze God dagelijks „een slachtoffer van lof” brengen (Hebr. 13:15).
[Illustratie op blz. 23]
Hoe kunnen we ons begrip van „de diepe dingen Gods” verbeteren?