-
Zal uw werk tegen het vuur bestand zijn?De Wachttoren 1998 | 1 november
-
-
5. Wie is het fundament van de christelijke gemeente, en hoe was dit voorzegd?
5 Paulus schreef: „Geen mens kan een ander fundament leggen dan wat gelegd is, namelijk Jezus Christus” (1 Korinthiërs 3:11). Dit was niet de eerste keer dat Jezus met een fundament werd vergeleken. In feite heeft Jesaja 28:16 voorzegd: „De Soevereine Heer Jehovah [heeft] dit gezegd: ’Ziet, ik leg als fundament in Sion een steen, een beproefde steen, de kostbare hoek van een vast fundament.’” Jehovah had zich reeds lange tijd voorgenomen dat zijn Zoon het fundament van de christelijke gemeente zou worden. — Psalm 118:22; Efeziërs 2:19-22; 1 Petrus 2:4-6.
6. Hoe legde Paulus het juiste fundament in Korinthische christenen?
6 Wat is het fundament voor afzonderlijke christenen? Zoals Paulus zei, bestaat er voor een ware christen geen fundament dan wat in Gods Woord is vastgelegd — Jezus Christus. Paulus legde beslist zo’n fundament. In Korinthe, waar filosofie zo hoog werd aangeslagen, trachtte hij mensen niet met wereldse wijsheid te imponeren. In plaats daarvan predikte Paulus „een aan de paal gehangen Christus”, die de natiën als louter „dwaasheid” verwierpen (1 Korinthiërs 1:23). Paulus onderwees dat Jezus de centrale figuur in Jehovah’s voornemens is. — 2 Korinthiërs 1:20; Kolossenzen 2:2, 3.
-
-
Zal uw werk tegen het vuur bestand zijn?De Wachttoren 1998 | 1 november
-
-
8. Hoe leggen wij Christus als fundament in toekomstige discipelen?
8 Wanneer wij Christus als fundament leggen, stellen wij hem niet voor als een hulpeloze baby in een kribbe en ook niet als Jehovah’s gelijke in een Drieëenheid. Nee, zulke onschriftuurlijke denkbeelden vormen een fundament voor namaakchristenen. In plaats daarvan onderwijzen wij dat hij de grootste mens was die ooit heeft geleefd, dat hij ten behoeve van ons zijn volmaakte leven heeft afgelegd en dat hij thans Jehovah’s aangestelde Koning is die in de hemel regeert (Romeinen 5:8; Openbaring 11:15). Wij trachten onze leerlingen ook te motiveren om in Jezus’ voetstappen te treden en zijn hoedanigheden na te volgen (1 Petrus 2:21). Wij willen dat zij diep geraakt worden door Jezus’ ijver voor de bediening, zijn mededogen met de geringen en onderdrukten, zijn barmhartigheid jegens zondaars die door hun eigen schuldgevoel verbrijzeld zijn, zijn onwankelbare moed in weerwil van beproevingen. Jezus is werkelijk een schitterend fundament. Maar wat komt er vervolgens?
-