Jongeren — Wat gaan jullie met je leven doen?
„Opdat zij die leven, niet langer voor zichzelf zouden leven, maar voor hem die voor hen gestorven is.” — 2 KORINTHIËRS 5:15.
1. Hoe hebben mensen hun dankbaarheid geuit, en waarom?
’DANK u! Ik heb mijn leven aan u te danken!’ Mensen die uit een brandend huis of van de verdrinkingsdood werden gered, hebben zulke dingen tegen hun redders gezegd. En dankbare christelijke jongeren hebben zich zo tegenover hun ouders geuit. Zij doelden daarmee niet enkel op het fysieke leven dat zij van hun ouders hadden gekregen, maar vooral op de liefdevolle zorg en het onderricht dat deze jongeren de weg deed bewandelen die leidt naar „het beloofde dat hijzelf ons beloofd heeft: het eeuwige leven”. — 1 Johannes 2:25.
2. In het licht van welke informatie dien je de vraag wat je met je leven gaat doen, te beschouwen?
2 Liefde bewoog Jehovah God ertoe voor een ieder van ons eeuwig leven, „het werkelijke leven”, beschikbaar te stellen. ’Hij heeft ons liefgehad en heeft zijn Zoon uitgezonden als zoenoffer voor onze zonden’ (1 Timótheüs 6:19; 1 Johannes 4:10). Denk ook eens aan de liefde die zijn Zoon Jezus heeft tentoongespreid door een pijnlijke dood te ondergaan opdat wij eeuwig leven zouden kunnen verwerven! (Johannes 15:13) Wat ga jij, in het licht van het voorgaande, met je leven doen?
3. Waardoor wordt dikwijls bepaald wat mensen met hun leven gaan doen?
3 Deze vraag wordt dikwijls in de een of andere vorm aan jongeren gesteld door schooldecanen of anderen die belangstelling voor hun toekomst hebben. Waardoor zal jouw antwoord worden bepaald? Zal het eenvoudig worden bepaald door je persoonlijke voorkeur? Zal de raad van degenen die graag willen dat je een positie in de wereld verovert, de doorslag geven? Of zal wat jij met je leven gaat doen, door verhevener overwegingen worden bepaald? De geïnspireerde vermaning zegt: „Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet langer voor zichzelf zouden leven, maar voor hem die voor hen gestorven is en werd opgewekt” (2 Korinthiërs 5:15). Ja, wat is het prachtig als wij ons leven zo gebruiken dat het dankbaarheid weerspiegelt voor wat Jezus Christus en zijn hemelse Vader voor ons hebben gedaan!
Populaire voorbeelden
4. Wie zijn de populairste voorbeelden die men in deze tijd ter navolging kiest?
4 Maar welke figuren zijn tegenwoordig het meest populair en worden over het algemeen door de jongeren tot voorbeeld ter navolging gekozen? Zijn dat niet de rijken en de beroemdheden van de wereld, ongeacht hun morele maatstaven? Van wie zie je foto’s aan de muren hangen als je de kamer van veel jongeren rondkijkt? Dikwijls die van musici, filmsterren en sporthelden. Heel vaak dromen jongeren ervan eens net zoveel succes in de wereld te behalen of misschien iemand te trouwen die de fysieke kenmerken van zulke personen bezit. Hoe staat het met jou? Wat verlang jij van het leven?
5, 6. (a) Waarom kan er gezegd worden dat werelds succes geen ware voldoening schenkt? (b) Waaruit spruit ware voldoening voort?
5 Als jij het wereldse succes van bewonderde beroemdheden zou bereiken, zou je dan werkelijk gelukkig en tevreden zijn? Een van de meest geslaagde actrices van Hollywood zei: „Ik heb rijkdom en het genoegen van alle materiële dingen mogen smaken. Ze stellen niets voor. Er zijn hier net zoveel psychiaters als zwembaden, om nog maar niet te spreken van de echtscheidingen en kinderen die hun ouders haten.” — Prediker 5:10; 1 Timótheüs 6:10.
6 Een vooraanstaande atlete uit de studentenwereld, die in 1981 winnares was in het vrouwenklassement van een belangrijke hardloopwedstrijd over 10 kilometer in New York, raakte zo gedesillusioneerd dat zij een zelfmoordpoging deed. „Ik heb de afgelopen maanden heel wat levenswaarheden geleerd”, schreef zij later. „Eén daarvan is dat ware voldoening niet verkregen wordt op de manieren waarop zo veel mensen naar volmaaktheid en prestaties streven. Het schonk mij geen voldoening dat ik een superleerlinge was, dat ik kampioen hardloopster van onze staat was of dat ik een aantrekkelijk figuur had.” Ja, mensen moeten leren dat ware voldoening voortspruit uit een persoonlijke verhouding met God, de enige die ware vrede en geluk kan verschaffen. — Psalm 23:1, 6; 16:11.
7. Hoe belangrijk zijn een hogere opleiding en werelds succes als het erom gaat ware voldoening te vinden?
7 Het is dus duidelijk dat je geen navolger dient te willen zijn van hen die er alleen maar op uit zijn aanzien en rijkdom te verwerven. Zelfs wereldse schrijvers merken op dat werelds succes geen ware voldoening kan schenken. De columnist Bill Reel schreef: „Wanneer je afstudeert, heb je toekomstdromen. Jammer genoeg zullen de meeste van je aspiraties in duigen vallen. Ik wil je niet ontmoedigen, maar je kunt net zo goed de waarheid horen: Wanneer je de bezittingen verwerft die je begeert, indien je ze verwerft, en als je de successen behaalt die je najaagt, indien je ze behaalt, dan zullen ze je geen bevrediging schenken. Juist op die momenten waarop je zou verwachten intens te genieten van je triomf, zul je je leeg voelen in plaats van voldaan, neerslachtig in plaats van verrukt, onrustig in plaats van vredig.” — New York Daily News, 26 mei 1983.
8. Om welke krachtige reden dienen wij er niet naar te streven carrière in de wereld te maken?
8 Maar wij die de ogen wijd open hebben voor de betekenis van de wereldgebeurtenissen in het licht van de bijbelse profetieën, hebben veel krachtiger redenen om een wereldse carrière niet op de eerste plaats in ons leven te stellen (Matthéüs 24:3-14). Wij kunnen onszelf vergelijken met iemand die een gebouw ziet met een bord waarop staat: „Dit bedrijf gaat sluiten.” Zouden wij daar naar een baan gaan solliciteren? Natuurlijk niet! En als wij voor zo’n bedrijf werkten, zouden wij zo verstandig zijn elders werk te zoeken. Welnu, op alle instellingen overal in deze wereld staat het bord met de aankondiging: „Wij gaan sluiten — het einde is nabij!” Ja, ’de wereld gaat voorbij’, verzekert de bijbel ons (1 Johannes 2:17). Wij doen er daarom verstandig aan niet degenen tot voorbeeld te nemen die er volledig in opgaan.
Welke raad wij dienen op te volgen
9. Welke wereldse raad zouden degenen kunnen geven die schijnbaar het beste met je voor hebben?
9 Je leven wordt niet alleen gevormd door degenen voor wie je achting hebt, maar dikwijls ook door familieleden en vrienden die, zoals zij het stellen, ’het beste met je voor hebben’. ’Je moet toch je brood verdienen’, zeggen zij misschien. Daarom zouden zij je kunnen aanraden een hogere opleiding te volgen of aan een universiteit te gaan studeren om je voor te bereiden op een goedbetaald beroep. ’De bijbelschrijver Lukas was arts’, merken zij misschien op, ’en de apostel Paulus had onderricht genoten van de leraar der Wet Gamaliël (Kolossenzen 4:14; Handelingen 5:34; 22:3). Toch dien je dergelijke raad zorgvuldig te analyseren.
10. Welke raad gaven Lukas en Paulus, en wat kan er gezegd worden over hun activiteiten voordat zij christenen waren?
10 De geneesheer Lukas heeft christenen nooit aangemoedigd zijn vroegere carrière tot voorbeeld te nemen door ook arts te worden; Lukas stelde veeleer het leven van Jezus en zijn apostelen tot voorbeeld. Klaarblijkelijk was Lukas arts geworden voordat hij over Christus hoorde maar stelde hij nadien zijn christelijke bediening op de eerste plaats in zijn leven. Paulus verkeerde in een soortgelijke situatie. In plaats van anderen aan te moedigen om hem na te volgen zoals hij Gamaliël nagevolgd had, schreef Paulus: „Wordt navolgers van mij, zoals ik het ben van Christus.” Paulus hechtte zo veel waarde aan de kennis van Christus dat hij zei dat hij zijn vroegere bezigheden in vergelijking daarmee „als een hoop vuil” beschouwde. — 1 Korinthiërs 11:1; Filippenzen 3:8.
11. (a) Wat zei Petrus tegen Jezus, en waarom? (b) Hoe reageerde Jezus?
11 Bedenk dat sentiment zelfs degenen die je liefhebben ertoe kan bewegen je slechte raad te geven. Toen Jezus bijvoorbeeld sprak over wat hem gedurende zijn bediening in Jeruzalem te wachten stond, antwoordde de apostel Petrus: „Wees goed voor uzelf, Heer; gij zult deze bestemming geenszins hebben.” Petrus had Jezus lief en wilde niet dat hij zou lijden. Niettemin bestrafte Jezus Petrus omdat Hij zich ervan bewust was dat het volbrengen van Gods wil inhield dat hij niet alleen moest lijden maar ook door tegenstanders ter dood gebracht moest worden. — Matthéüs 16:21-23.
12. Welke raad zouden goed bedoelende personen aan jongeren kunnen geven, en waarom?
12 Insgelijks zouden sommige ouders of vrienden je een zelfopofferende handelwijze kunnen afraden. Op grond van onberaden sentiment aarzelen zij misschien je aan te moedigen om een toewijzing in de volle-tijddienst als pionier op je te nemen, als zendeling te dienen of vrijwilligerswerk te gaan verrichten op een bijkantoor van Jehovah’s Getuigen. Zij zeggen misschien: ’Waarom zou je niet liever trouwen en dicht bij ons komen wonen?’ Of: ’Het werk op Bethel is zwaar, weet je. Misschien kun je maar beter bij ons blijven.’ Of, om het met Petrus te zeggen: „Wees goed voor uzelf.”
13. (a) Welke veranderde zienswijze bracht Petrus onder woorden? (b) Wat is erbij betrokken een waar christen te zijn?
13 Zelfs Jehovah’s dienstknechten moeten af en toe hun denkwijze herzien. Petrus moest dat ook, en vanuit zijn veranderde zienswijze schreef hij: „Gij werdt trouwens tot deze loopbaan geroepen, want ook Christus heeft voor u geleden, u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden” (1 Petrus 2:21). Een werkelijk christelijk leven leiden, houdt zelfopoffering, ja, zelfs lijden in. Het is geen gemakkelijke weg, maar wel de weg waartoe wij als christenen werden geroepen. Indien wij die gaan volgen, houdt dat in dat wij ’niet langer voor onszelf leven, maar voor hem die voor ons gestorven is’ (2 Korinthiërs 5:15). Door ons goede voorbeelden voor ogen te stellen, zullen wij worden geholpen een leven te leiden dat door zelfopoffering wordt gekenmerkt.
Voorbeelden om voor ogen te houden
14. Welk voorbeeld heeft Jezus gegeven?
14 Het voorbeeld dat je bovenal voor ogen moet houden, is dat van Jezus. Als volmaakt mens had hij de grootste atleet, musicus, arts of rechtsgeleerde kunnen worden die de wereld ooit zou hebben gekend. Maar Jezus’ volledige aandacht was erop gericht zijn hemelse Vader te behagen, zelfs toen hij nog maar een jonge knaap was (Lukas 2:42-49). Later zei hij: „Ik moet . . . het goede nieuws van het koninkrijk Gods bekendmaken, want hiertoe werd ik uitgezonden” (Lukas 4:43). Afgelopen zomer stond in het kerkblad Ministry een brief waarin werd verklaard: „Onze Heiland hield ervan zich van de menigte terug te trekken, en dan ging Hij van huis tot huis — om zielen te winnen. Een gehoor van één ziel vond Hij het mooist. Dan kon Hij de waarheid — de liefde van God — erin gieten.” — Lukas 10:1-16.
15. (a) Waarom is de van-huis-tot-huisprediking een uitdaging? (b) Waaruit blijkt dat de door jongeren verrichte bediening van huis tot huis doeltreffend is?
15 Toegegeven, van huis tot huis prediken is niet gemakkelijk. Het vereist ijverige studie om het goede nieuws van het Koninkrijk te begrijpen en heel wat werk om zinvolle aanbiedingen voor te bereiden. Ook vergt deze dienst moed, aangezien de meeste huisbewoners geen belangstelling hebben en sommigen zelfs vijandig zijn. Toch heeft de van-huis-tot-huisbediening die jullie als jongeren verrichten een voortreffelijke uitwerking, zoals wordt opgemerkt in het Italiaanse parochieblad La Voce. De schrijver zei: „Persoonlijk heb ik sympathie voor Jehovah’s Getuigen”, die, zo zette hij uiteen, „bij u aan huis komen”. Hij merkte op: „De Getuigen die ik ken, zijn zeer welgemanierd, spreken met zachte, vriendelijke stem; prachtige mensen ook, en meestal jong; wanneer schoonheid en jeugd in actie komen, kunnen ze uiterst overredend zijn.”
16. (a) Wegens welke activiteit verdienen jongeren geprezen te worden? (b) Hoe laat de organisatie van Jehovah’s Getuigen zich met de kerken vergelijken als het gaat om het verrichten van het belangrijkste werk op aarde?
16 Jullie, jongeren, die Christus als model nemen, zijn beslist te prijzen! In de Verenigde Staten zijn meer dan 12.000 jonge mensen van 25 jaar en jonger in de pioniersdienst, en nog eens tienduizenden pionieren elders (Psalm 110:3). Wees ervan verzekerd dat geen enkel ander werk dat je kunt doen, belangrijker is! Zelfs de schrijver van het artikel in bovengenoemd kerkblad zei: „God zegt dat het meest essentiële werk het van-huis-tot-huisbezoek is — zielen winnen”, maar hij zei toch verder: „Wat zegt u daarvan? Hoeveel van die bezoeken leggen u en ik af? Ik heb dit soort werk in MINISTRY nog niet vaak zien noemen.” Kunnen wij niet dankbaar zijn dat wij verbonden zijn met een organisatie die de nadruk legt op het vereiste Jezus’ voorbeeld in de prediking na te volgen?
17. Wat had Timótheüs bereikt toen hij mogelijk nog een tiener was, en waaruit valt op te maken dat hij toen misschien nog maar zo jong was?
17 Aangezien wat jij met je leven gaat doen sterk beïnvloed zal worden door degenen die je bewondert, is het verstandig ook bewondering aan te kweken voor het voorbeeld van de jeugdige Timótheüs. Als jongeman verliet Timótheüs, die kort vóór Jezus’ dood geboren was, zijn familie en sloot zich bij de apostel Paulus aan op diens tweede zendingsreis. Enkele maanden later dwong het gepeupel Paulus en Silas uit Thessaloníka te vluchten, maar niet voordat zij enige discipelen hadden gemaakt (Handelingen 16:1-3; 17:1-10, 13-15). Kort daarop zond Paulus Timótheüs naar dat gevaarlijke gebied om deze discipelen in hun beproevingen te troosten (1 Thessalonicenzen 3:1-3). Timótheüs liep toen mogelijk tegen de twintig, want zo’n twaalf tot veertien jaar later sprak Paulus nog over zijn „jeugd” (1 Timótheüs 4:12). Heb jij geen bewondering voor zo’n moedige, zelfopofferende jongere als hij?
18. Waarom wilde Paulus Timótheüs naar de Korinthiërs zenden?
18 Vijf jaar nadat Timótheüs de toewijzing had ontvangen om de broeders in Thessaloníka te versterken, schreef Paulus vanuit Éfeze aan de Korinthiërs: „Wordt navolgers van mij. Daarom zend ik Timótheüs naar u toe, . . . en hij zal u mijn methoden in verband met Christus Jezus in herinnering brengen, zoals ik overal . . . onderwijs” (1 Korinthiërs 4:16, 17). Omdat de jonge Timótheüs al vijf jaar met Paulus had samengewerkt, was hij goed op de hoogte met Paulus’ onderwijsmethoden. Hij wist op welke wijze Paulus de boodschap aan de Efeziërs had bekendgemaakt, door hen onder andere ook „in het openbaar en van huis tot huis” te onderwijzen (Handelingen 20:20, 21). Wat een voortreffelijke hulp kon Timótheüs voor de gemeenten zijn, dank zij de goede opleiding die hij in deze predikingsmethoden had gekregen!
19. Wat zei Paulus over Timótheüs meer dan tien jaar nadat zij samen dienst waren gaan verrichten?
19 Weer gaan er vijf of zes jaar voorbij, en Paulus bevindt zich in de gevangenis te Rome. Timótheüs, die zelf kort geleden uit de gevangenis vrijgelaten was, is bij hem (Hebreeën 13:23). Stel je het tafereel eens voor: Misschien met Timótheüs als secretaris dicteert Paulus een brief aan de Filippenzen. Bedachtzaam kiest Paulus zijn woorden: „In vertrouwen op de Heer Jezus hoop ik binnenkort Timótheüs naar u toe te zenden . . . Want ik heb niemand anders van gelijke gezindheid als hij, die echt zorg zal dragen voor de dingen die u betreffen . . . Gij weet welk bewijs hij van zichzelf heeft geleverd, dat hij, gelijk een kind met een vader, met mij als een slaaf heeft gediend ter bevordering van het goede nieuws.” — Filippenzen 1:1; 2:19-22.
20. Waardoor is Timótheüs zo’n bewonderenswaardig voorbeeld ter navolging voor jongeren?
20 Ja, de jonge Timótheüs is beslist een bewonderenswaardig voorbeeld! Hij was een geweldig betrouwbare en getrouwe metgezel voor Paulus, hij bleef door dik en dun bij hem, hij stond hem bij in het predikingswerk en hij was bereid te dienen waar hij ook maar heen gezonden werd. Hij offerde een zogenaamd normaal leven bij hem thuis op, maar wat een tevredenheid en voldoening schonk zijn leven in Gods dienst hem! Timótheüs leefde werkelijk ’niet langer voor zichzelf, maar voor Christus, die voor hem gestorven was’ (2 Korinthiërs 5:15). Word jij ertoe bewogen zijn voorbeeld na te volgen?
Leef voor Gods nieuwe wereld
21. Waarom kunnen wij zeggen dat Timótheüs geestelijk gezind was?
21 Timótheüs leefde werkelijk voor Gods nieuwe wereld. Hij dacht niet eenvoudigweg aan het hier en nu, maar bezon zich erover hoe hij zijn leven kon gebruiken om blijvende zegeningen voort te brengen (Matthéüs 6:19-21). Aangezien Timótheüs’ vader een Griek en naar het schijnt een ongelovige was, heeft hij Timótheüs misschien wel aangespoord hoger onderwijs te volgen en een wereldse carrière na te streven. Maar dank zij het godvruchtige onderricht van zijn moeder en grootmoeder werd Timótheüs’ leven geheel in beslag genomen door de christelijke gemeente. Hij streefde geestelijke belangen na, bleef blijkbaar althans een tijdlang ongehuwd en kwam ervoor in aanmerking met de apostel Paulus dienst te verrichten. — 2 Timótheüs 1:5.
22. Hoe vestigt de School-brochure de aandacht van hedendaagse jongeren op een loopbaan als die van Timótheüs?
22 Hoe staat het met jou? Ga jij je jeugd gebruiken op de manier waarop Timótheüs zijn jonge jaren gebruikte? De brochure Jehovah’s Getuigen en de school doelde op zo’n levenswijze toen er met betrekking tot jonge Getuigen werd uiteengezet: „Hun voornaamste doel in het leven is, hun dienst voor God op doeltreffende wijze te verrichten, en zij bezien hun schoolopleiding als een middel om dat doel te bereiken. Daarom gaat hun keuze over het algemeen uit naar vakken die nuttig zijn om in de wereld van vandaag hun brood te kunnen verdienen. Zo gaan velen bepaalde beroepscursussen volgen of gaan naar een vakschool. Als zij de school verlaten, zoeken zij werk dat hen in staat stelt zich te concentreren op hun voornaamste beroep, de christelijke bediening.”
23. Waarom dient het voor christelijke jongeren niet moeilijk te zijn antwoord te geven op de vraag: Wat ga ik met mijn leven doen?
23 Voor jou die werkelijk waardering hebt voor wat Jehovah God en zijn Zoon voor jou hebben gedaan, dient het niet moeilijk te zijn antwoord te geven op de vraag: Wat ga ik met mijn leven doen? In plaats van voor jezelf en persoonlijke genoegens te leven, zul je je leven gebruiken om Gods wil te doen en zul je, net als Timótheüs, als een geestelijk gezind mens leven.
Overzichtsvragen
◻ Waarom dienen ware christenen een wereldse carrière niet op de eerste plaats in hun leven te stellen?
◻ Welke verkeerde raad hebben sommigen gegeven, maar wat kunnen wij leren uit het antwoord dat Jezus aan Petrus gaf?
◻ In welke opzichten hebben Jezus en Timótheüs jongeren voortreffelijke voorbeelden verschaft?
◻ Wat is erbij betrokken geestelijk gezind te zijn?
[Illustratie op blz. 12]
Hoewel Lukas een artsenopleiding had genoten, stelde hij de christelijke activiteiten in zijn leven op de eerste plaats