Zie naar Jehovah op voor vertroosting
„Moge . . . de God die volharding en vertroosting schenkt, geven dat gij onder elkaar dezelfde geestesgesteldheid hebt die Christus Jezus bezat.” — ROMEINEN 15:5.
1. Waarom wordt de behoefte aan vertroosting met de dag groter?
MET de dag wordt de behoefte aan vertroosting groter. Zoals een bijbelschrijver meer dan 1900 jaar geleden opmerkte, is het zo dat „de gehele schepping tot nu toe voortdurend te zamen zucht en te zamen pijn lijdt” (Romeinen 8:22). In onze tijd is er meer dan ooit ’gezucht’ en ’pijn geleden’. Sinds de Eerste Wereldoorlog gaat de mensheid gebukt onder de ene crisis na de andere in de vorm van oorlogen, misdaad en natuurrampen die vaak verband houden met het wanbestuur dat de mens over de aarde uitoefent. — Openbaring 11:18.
2. (a) Wie is het meest te laken voor de weeën die thans over de mensheid komen? (b) Welk feit verschaft ons een basis voor vertroosting?
2 Waarom is er in onze tijd zo veel lijden? In de beschrijving die de bijbel van het uit de hemel werpen van Satan na de geboorte van het Koninkrijk in 1914 geeft, wordt het antwoord verschaft: „Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft” (Openbaring 12:12). Uit de duidelijke bewijzen van de vervulling van die profetie blijkt dat wij vlak voor het einde van Satans goddeloze heerschappij staan. Hoe vertroostend is het te weten dat het leven op aarde weldra zal terugkeren tot de vredige toestand die bestond voordat Satan onze eerste ouders tot opstand aanzette!
3. Wanneer hadden mensen geen vertroosting nodig?
3 In het begin voorzag de Schepper van de mens in een prachtig park als tehuis voor het eerste mensenpaar. Het lag in een gebied dat Eden werd genoemd, wat „Geneugte” of „Verrukking” betekent (Genesis 2:8, voetnoot). Bovendien verheugden Adam en Eva zich in een volmaakte gezondheid en hadden zij het vooruitzicht nooit te hoeven sterven. Denk eens aan de vele terreinen waarop zij hun bekwaamheden zouden hebben kunnen ontwikkelen — tuinieren, kunstbeoefening, bouwkunde, muziek. Denk ook aan alle scheppingswerken die zij hadden kunnen bestuderen terwijl zij zich van hun opdracht kweten om de aarde te onderwerpen en tot een paradijs te maken (Genesis 1:28). Ja, het leven van Adam en Eva zou gevuld zijn met geneugte en verrukking, niet met zuchten en pijn. Zij zouden beslist geen vertroosting nodig hebben gehad.
4, 5. (a) Waarom hebben Adam en Eva de toets op gehoorzaamheid niet doorstaan? (b) Hoe kwam de mensheid in omstandigheden te verkeren waarin zij vertroosting nodig hadden?
4 Maar Adam en Eva moesten wel diepe liefde en waardering voor hun goede hemelse Vader aankweken. Zo’n liefde zou hen ertoe hebben aangezet God onder alle omstandigheden te gehoorzamen. (Vergelijk Johannes 14:31.) Droevig genoeg bleven onze beide eerste ouders in gebreke hun rechtmatige Soeverein, Jehovah, te gehoorzamen. In plaats daarvan lieten zij toe dat zij onder de goddeloze heerschappij van een gevallen engel, Satan de Duivel, kwamen. Het was Satan die Eva ertoe verleidde te zondigen en van de verboden vrucht te eten. Vervolgens zondigde Adam toen ook hij at van de vrucht van de boom in verband waarmee God de duidelijke waarschuwing had laten horen: „Op de dag dat gij daarvan eet, zult gij beslist sterven.” — Genesis 2:17.
5 Zodoende begon het zondige echtpaar te sterven. Toen God het doodvonnis uitsprak, zei hij ook tot Adam: „De aardbodem [is] om uwentwil vervloekt. Met smart zult gij de opbrengst ervan eten al de dagen van uw leven. En doornen en distels zal hij u voortbrengen, en gij moet de plantengroei van het veld eten” (Genesis 3:17, 18). Aldus verloren Adam en Eva het vooruitzicht de ongecultiveerde aarde tot een paradijs te maken. Nadat zij uit Eden waren verdreven, moesten zij met inspanning van al hun krachten voedsel ontworstelen aan een aardbodem die vervloekt was. Daar hun nakomelingen deze zondige, stervende toestand hebben geërfd, kwamen zij in omstandigheden te verkeren waarin zij veel vertroosting nodig hadden. — Romeinen 5:12.
Een vertroostende belofte vervuld
6. (a) Welke vertroostende belofte deed God nadat de mensheid tot zonde was vervallen? (b) Welke profetie betreffende vertroosting uitte Lamech?
6 Toen Jehovah het oordeel over de aanstichter van ’s mensen opstand uitsprak, bleek hij ’de God te zijn die vertroosting schenkt’ (Romeinen 15:5). Dit deed hij door te beloven een „zaad” te zenden dat Adams nakomelingen uiteindelijk van de rampzalige gevolgen van Adams opstand zou bevrijden (Genesis 3:15). Mettertijd verschafte God ook verdere verzekeringen en onthullingen betreffende deze toekomstige bevrijding. Hij inspireerde bijvoorbeeld Lamech, een verre nakomeling van Adam via zijn zoon Seth, ertoe een profetie uit te spreken over datgene wat Lamechs zoon zou doen: „Deze zal ons troost schenken voor ons werk en voor de smart van onze handen ten gevolge van de aardbodem, die door Jehovah vervloekt is” (Genesis 5:29). In overeenstemming met deze belofte kreeg de jongen de naam Noach, wat vermoedelijk „Rust” of „Vertroosting” betekent.
7, 8. (a) Welke situatie bracht Jehovah ertoe spijt te gevoelen dat hij de mens geschapen had, en wat nam Hij zich voor in reactie daarop te doen? (b) Hoe vervulde Noach de betekenis van zijn naam?
7 Intussen kreeg Satan onder sommige van de hemelse engelen volgelingen. Dezen materialiseerden zich als mensen en namen zich vrouwen uit de aantrekkelijke vrouwelijke nakomelingen van Adam. Door zulke onnatuurlijke verbintenissen werd de mensenmaatschappij nog verdorvener en werd er een goddeloos geslacht van Nefilim, „vellers”, voortgebracht die de aarde met geweldpleging vervulden (Genesis 6:1, 2, 4, 11; Judas 6). „Dientengevolge zag Jehovah dat de slechtheid van de mens overvloedig was op de aarde . . . En Jehovah gevoelde spijt dat hij mensen op de aarde gemaakt had, en het krenkte hem in zijn hart.” — Genesis 6:5, 6.
8 Jehovah nam zich voor die goddeloze wereld door middel van een wereldomvattende vloed te vernietigen, maar eerst liet hij Noach een ark bouwen om leven in stand te houden. Aldus werden het mensengeslacht en de diersoorten gered. Wat een verkwikking moet het voor Noach en zijn gezin zijn geweest toen zij na de Vloed uit de ark kwamen en een gereinigde aarde betraden! Hoe vertroostend was het te bemerken dat de vloek die op de aardbodem rustte, was opgeheven, waardoor het zoveel gemakkelijker werd het land te bebouwen! Ja, Lamechs profetie bleek waar te zijn, en Noach vervulde de betekenis van zijn naam (Genesis 8:21). Als een getrouwe dienstknecht van God werd Noach gebruikt om de mensheid een mate van „vertroosting” te schenken. De goddeloze invloed van Satan en zijn demonenengelen eindigde echter niet met de Vloed, en de mensheid blijft zuchten onder de last van zonde, ziekte en dood.
Iemand die groter is dan Noach
9. Hoe bleek Jezus Christus een helper en vertrooster voor berouwvolle mensen te zijn?
9 Aan het einde van zo’n 4000 jaar menselijke geschiedenis verscheen het beloofde Zaad ten slotte. Bewogen door grote liefde voor de mensheid zond Jehovah God zijn eniggeboren Zoon naar de aarde om als losprijs voor de zondige mensheid te sterven (Johannes 3:16). Jezus Christus brengt grote verlichting voor berouwvolle zondaars die geloof oefenen in zijn offerandelijke dood. Allen die hun leven aan Jehovah opdragen en gedoopte discipelen van zijn Zoon worden, ondervinden blijvende verkwikking en vertroosting (Mattheüs 11:28-30; 16:24). Ondanks hun onvolmaaktheid schenkt het hun intense vreugde God met een rein geweten te dienen. Wat is het voor hen vertroostend te weten dat zij, als zij geloof in Jezus blijven oefenen, met eeuwig leven beloond zullen worden! (Johannes 3:36; Hebreeën 5:9) Als zij uit zwakheid een ernstige zonde begaan, hebben zij een helper of vertrooster in de opgestane Heer Jezus Christus (1 Johannes 2:1, 2). Door zo’n zonde te belijden en door schriftuurlijke stappen te doen om geen beoefenaars van zonde te zijn, ontvangen zij verkwikking, wetend dat ’God getrouw en rechtvaardig is, zodat hij hun zonde vergeeft’. — 1 Johannes 1:9; 3:6; Spreuken 28:13.
10. Wat leren de door Jezus tijdens zijn verblijf op aarde verrichte wonderen ons?
10 Tijdens zijn verblijf op aarde bracht Jezus ook verkwikking door de door demonen bezetenen te bevrijden, door elke soort van ziekte te genezen en door gestorven beminden weer tot leven te brengen. Het is waar dat zulke wonderen slechts tijdelijk nut afwierpen, aangezien degenen die aldus gezegend waren, daarna oud werden en stierven. Niettemin wees Jezus daarmee vooruit naar de blijvende toekomstige zegeningen die hij over de hele mensheid zal uitstorten. Nu hij een machtige hemelse Koning is, zal hij binnenkort veel meer doen dan enkel de demonen uitwerpen. Hij zal hen te zamen met hun leider, Satan, in de afgrond — een toestand van inactiviteit — opsluiten. Vervolgens zal de glorierijke duizendjarige regering van Christus beginnen. — Lukas 8:30, 31; Openbaring 20:1, 2, 6.
11. Waarom noemde Jezus zich „Heer van de sabbat”?
11 Jezus zei dat hij „Heer van de sabbat” was, en veel van zijn genezingen werden op de sabbatdag verricht (Mattheüs 12:8-13; Lukas 13:14-17; Johannes 5:15, 16; 9:14). Waarom op de sabbatdag? Welnu, de sabbat maakte deel uit van Gods aan Israël gegeven Wet en diende derhalve als ’een schaduw van de toekomstige goede dingen’ (Hebreeën 10:1). De zes doordeweekse werkdagen herinneren ons aan de afgelopen 6000 jaar waarin de mensheid in slavernij aan Satans onderdrukkende heerschappij heeft verkeerd. De sabbatdag aan het einde van de week doet ons denken aan de vertroostende rust die de mensheid tijdens de duizendjarige regering van de grotere Noach, Jezus Christus, zal ervaren. — Vergelijk 2 Petrus 3:8.
12. Naar welke vertroostende ervaringen kunnen wij vooruitzien?
12 Wat een verkwikking zullen de aardse onderdanen van Christus’ heerschappij voelen wanneer zij eindelijk bemerken dat zij totaal vrij zijn van Satans goddeloze invloed! Verdere vertroosting zal hun ten deel vallen wanneer zij de genezing van hun fysieke, emotionele en mentale kwalen ervaren (Jesaja 65:17). Denk u vervolgens eens in hoe verrukt zij zullen zijn wanneer zij hun beminden uit de dood beginnen te verwelkomen! Aldus „zal [God] elke traan uit hun ogen wegwissen” (Openbaring 21:4). Terwijl de voordelen van Jezus’ loskoopoffer geleidelijk verder worden aangewend, zullen de gehoorzame onderdanen van Gods koninkrijk tot volmaaktheid groeien en totaal bevrijd worden van alle slechte gevolgen van Adams zonde (Openbaring 22:1-5). Vervolgens zal Satan „voor een korte tijd” worden losgelaten (Openbaring 20:3, 7). Alle mensen die getrouw Jehovah’s rechtmatige soevereiniteit hoog houden, zullen met eeuwig leven beloond worden. Stel u eens de onuitsprekelijke vreugde en verademing voor om volledig „vrijgemaakt [te zijn] van de slavernij des verderfs”! Aldus zal de gehoorzame mensheid zich verheugen in „de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods”. — Romeinen 8:21.
13. Waarom hebben alle ware christenen de vertroosting nodig die God schenkt?
13 Intussen blijven wij onderhevig aan het zuchten en de pijn waaraan allen blootstaan die te midden van Satans goddeloze samenstel leven. De toename in lichamelijke ziekten en emotionele stoornissen treft alle soorten van mensen, met inbegrip van getrouwe christenen (Filippenzen 2:25-27; 1 Thessalonicenzen 5:14). Bovendien ondergaan wij als christenen vaak de onrechtvaardige spot en vervolging waarmee Satan ons overlaadt omdat wij „God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen” (Handelingen 5:29). Willen wij er dus in volharden om tot aan het einde van Satans wereld Gods wil te doen, dan hebben wij de vertroosting, hulp en kracht nodig die Hij schenkt.
Waar vertroosting te vinden is
14. (a) Welke belofte deed Jezus op de avond voordat hij stierf? (b) Wat is noodzakelijk, willen wij volledig profijt trekken van de vertroosting van Gods heilige geest?
14 Op de avond voordat Jezus stierf, maakte hij zijn getrouwe apostelen duidelijk dat hij hen weldra zou verlaten en naar zijn Vader zou terugkeren. Dit verontrustte en bedroefde hen (Johannes 13:33, 36; 14:27-31). In het besef dat hun behoefte aan vertroosting zou blijven bestaan, beloofde Jezus: „Ik zal de Vader een verzoek doen en hij zal u een andere trooster geven om voor altijd bij u te zijn” (Johannes 14:16, voetnoot). Jezus sprak hier over Gods heilige geest, die vijftig dagen na zijn opstanding op zijn discipelen werd uitgestort.a Gods geest vertroostte hen onder andere tijdens hun beproevingen en sterkte hen om Gods wil te blijven doen (Handelingen 4:31). Een dergelijke hulp dient echter niet als iets automatisch te worden beschouwd. Om er volledig profijt van te trekken, moet iedere christen blijven bidden om de vertroostende hulp die God door middel van zijn heilige geest verschaft. — Lukas 11:13.
15. Wat zijn enkele manieren waarop Jehovah ons vertroosting schenkt?
15 Nog een manier waarop God vertroosting schenkt, is door middel van zijn Woord, de bijbel. Paulus schreef: „Alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben” (Romeinen 15:4). Hieruit blijkt dat wij geregeld de bijbel en op de bijbel gebaseerde publikaties moeten bestuderen en over de stof moeten mediteren. Ook moeten wij geregeld de christelijke vergaderingen bezoeken, waar vertroostende gedachten uit Gods Woord besproken worden. Een van de voornaamste doeleinden van zulke bijeenkomsten is elkaar aan te moedigen. — Hebreeën 10:25.
16. Waartoe dienen Gods vertroostende voorzieningen ons te bewegen?
16 Paulus’ brief aan de Romeinen laat vervolgens zien welke goede resultaten het voor ons afwerpt wanneer wij gebruik maken van Gods vertroostende voorzieningen. Paulus schreef: „Moge . . . de God die volharding en vertroosting schenkt, geven dat gij onder elkaar dezelfde geestesgesteldheid hebt die Christus Jezus bezat, opdat gij eensgezind met één mond de God en Vader van onze Heer Jezus Christus moogt verheerlijken” (Romeinen 15:5, 6). Ja, door volledig profijt te trekken van Gods vertroostende voorzieningen, zullen wij meer gaan lijken op onze moedige Leider, Jezus Christus. Dit zal ons ertoe bewegen onze mond te blijven gebruiken om in ons getuigeniswerk, op onze vergaderingen, in persoonlijke gesprekken met medegelovigen en in onze gebeden God te verheerlijken.
In tijden van zware beproeving
17. Hoe vertroostte Jehovah zijn Zoon, en met welk resultaat?
17 Op de avond voordat Jezus zijn uiterst smartelijke dood stierf, werd hij „zeer verontrust” en „diepbedroefd” (Mattheüs 26:37, 38). Hij begaf zich dus een eindje van zijn discipelen vandaan en bad tot zijn Vader om hulp. „Hij werd wegens zijn godvruchtige vrees verhoord” (Hebreeën 5:7). De bijbel bericht dat ’een engel uit de hemel aan Jezus verscheen om hem te sterken’ (Lukas 22:43). Uit de moedige en manhaftige wijze waarop Jezus zijn tegenstanders vervolgens tegemoet trad, blijkt dat de manier waarop God zijn Zoon vertroostte, zeer doeltreffend was. — Johannes 18:3-8, 33-38.
18. (a) Welke periode in het leven van de apostel Paulus was bijzonder beproevingsvol? (b) Hoe kunnen wij hardwerkende, meedogende ouderlingen vertroosten?
18 Ook de apostel Paulus heeft beproevingsvolle tijden doorgemaakt. Zijn bediening in Efeze bijvoorbeeld werd gekenmerkt door ’tranen en beproevingen die hem overkwamen door de komplotten van de joden’ (Handelingen 20:17-20). Ten slotte verliet Paulus Efeze, nadat aanhangers van de godin Artemis de stad wegens zijn predikingsactiviteit in opschudding hadden gebracht (Handelingen 19:23-29; 20:1). Toen Paulus zich noordwaarts naar Troas begaf, was er iets anders wat zwaar op hem drukte. Enige tijd voor de opschudding in Efeze had hij een verontrustend bericht ontvangen. De jonge gemeente in Korinthe werd geplaagd door verdeeldheid, en ze tolereerde hoererij. Vanuit Efeze had Paulus daarom een brief met een krachtige terechtwijzing geschreven in de hoop de situatie recht te zetten. Dit was voor hem niet gemakkelijk. „Uit veel verdrukking en beklemming van hart heb ik u onder veel tranen geschreven”, onthulde hij later in een tweede brief (2 Korinthiërs 2:4). Net als Paulus vinden meedogende ouderlingen het niet gemakkelijk om corrigerende raad en terechtwijzing te geven, ten dele omdat zij zich maar al te zeer bewust zijn van hun eigen zwakheden (Galaten 6:1). Mogen wij dan een vertroosting zijn voor degenen die onder ons de leiding nemen door prompt op liefdevolle, bijbelse raad te reageren. — Hebreeën 13:17.
19. Waarom reisde Paulus van Troas verder naar Macedonië, en hoe kreeg hij ten slotte verlichting?
19 Terwijl Paulus in Efeze was, schreef hij niet alleen aan de broeders in Korinthe, maar zond hij ook Titus om hen bij te staan, terwijl hij hem opdroeg verslag uit te brengen van hun reactie op de brief. Paulus hoopte Titus in Troas aan te treffen. Daar werd Paulus gezegend met voortreffelijke gelegenheden om discipelen te maken. Maar dit nam zijn ongerustheid niet weg, omdat Titus nog niet gearriveerd was (2 Korinthiërs 2:12, 13). Dus reisde hij verder naar Macedonië in de hoop Titus daar te ontmoeten. Paulus’ zorgelijke gemoedstoestand werd nog verzwaard doordat zijn bediening hevig werd tegengestaan. „Toen wij in Macedonië aankwamen,” verklaart hij, „kreeg ons vlees geen verlichting, maar wij werden voortdurend op alle manieren gekweld — van buiten was er strijd, van binnen vrees. Maar God, die de terneergeslagenen troost, heeft ons getroost door de tegenwoordigheid van Titus” (2 Korinthiërs 7:5, 6). Wat een verlichting toen Titus ten slotte arriveerde om Paulus de positieve reactie van de Korinthiërs op zijn brief mee te delen!
20. (a) Wat is, zoals in het geval van Paulus, nog een belangrijke manier waarop Jehovah vertroosting schenkt? (b) Wat zal in het volgende artikel beschouwd worden?
20 Paulus’ ervaring is vertroostend voor Gods dienstknechten in deze tijd, van wie velen ook geconfronteerd worden met beproevingen die hen ’terneergeslagen’ maken. Ja, ’de God die vertroosting schenkt’, kent onze individuele noden en kan ons gebruiken om elkaar te vertroosten, net als Paulus vertroost werd door het bericht dat Titus over de berouwvolle houding van de Korinthiërs uitbracht (2 Korinthiërs 7:11-13). In ons volgende artikel zullen wij het liefdevolle antwoord van Paulus aan de Korinthiërs beschouwen en zien hoe het ons kan helpen om in deze tijd Gods vertroosting doeltreffend met anderen te delen.
[Voetnoot]
a Een van de voornaamste manieren waarop Gods geest werkzaam was ten aanzien van eerste-eeuwse christenen, was door hen als aangenomen geestelijke zonen van God en broeders van Jezus te zalven (2 Korinthiërs 1:21, 22). Dit is voor slechts 144.000 discipelen van Christus weggelegd (Openbaring 14:1, 3). In deze tijd is het overgrote deel van de christenen goedgunstig de hoop op eeuwig leven op een paradijsaarde gegeven. Hoewel zij niet gezalfd zijn, ontvangen ook zij de hulp en vertroosting van Gods heilige geest.
Kunt u dit beantwoorden?
◻ Hoe kreeg de mensheid behoefte aan vertroosting?
◻ Hoe heeft Jezus bewezen groter te zijn dan Noach?
◻ Waarom noemde Jezus zich „Heer van de sabbat”?
◻ Hoe schenkt God in deze tijd vertroosting?
[Kaart/Illustratie op blz. 10]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Paulus werd zeer vertroost door Titus’ bericht over de Korinthiërs
MACEDONIË
Filippi
GRIEKENLAND
Korinthe
ASIA
Troas
Efeze