Jehovah geeft de vermoeide kracht
„Wie op Jehovah hopen, zullen nieuwe kracht verkrijgen. Zij zullen opvaren met vleugels als arenden.” — JESAJA 40:31.
1, 2. Wat geeft Jehovah degenen die zich op hem verlaten, en wat zullen wij nu beschouwen?
ARENDEN behoren tot de sterkste vogels in het luchtruim. Ze kunnen in een glijvlucht grote afstanden afleggen zonder een enkele vleugelslag. Met een vleugelspanwijdte van ruim twee meter behoort „de Koning der vogels”, de Amerikaanse steen- of goudarend, „tot de indrukwekkendste van alle arenden; boven heuvels en vlakten uit stijgend, zweeft [hij] uren boven de een of andere bergrug en vliegt dan in cirkels omhoog tot hij een donker stipje aan [de] hemel geworden is”. — The Audubon Society Encyclopedia of North American Birds.
2 Met het vliegvermogen van de arend in gedachten schreef Jesaja: „[Jehovah] geeft de vermoeide kracht, en degene zonder dynamische energie schenkt hij volledige sterkte in overvloed. Jongens zullen zowel moe als mat worden, en jonge mannen zelfs zullen zonder mankeren struikelen, maar wie op Jehovah hopen, zullen nieuwe kracht verkrijgen. Zij zullen opvaren met vleugels als arenden. Zij zullen rennen en niet mat worden; zij zullen wandelen en niet moe worden” (Jesaja 40:29-31). Wat is het vertroostend te weten dat Jehovah degenen die zich op hem verlaten de kracht geeft om voorwaarts te gaan, alsof hij hen toerust met de schijnbaar onvermoeibare vleugels van de hoog in de lucht zwevende arend! Beschouw nu eens enkele van de voorzieningen die Jehovah heeft getroffen om de vermoeide kracht te geven.
De kracht van het gebed
3, 4. (a) Waartoe spoorde Jezus zijn discipelen aan? (b) Wat kunnen wij verwachten dat Jehovah in antwoord op onze gebeden zal doen?
3 Jezus spoorde zijn discipelen aan om „altijd te bidden en het niet op te geven” (Lukas 18:1). Kan ons hart uitstorten voor Jehovah ons werkelijk helpen nieuwe kracht te verkrijgen en het te vermijden de moed op te geven wanneer de spanningen in het leven ons dreigen te overweldigen? Ja, maar er zijn enkele dingen die wij in gedachte moeten houden.
4 Wij moeten realistisch zijn in wat wij verwachten dat Jehovah als verhoring van onze gebeden zal doen. Een christelijke vrouw die in een zware depressie was geraakt, merkte later op: „Net als in het geval van andere ziekten, verricht Jehovah in deze tijd geen wonderen. Maar hij helpt ons wel het hoofd te bieden aan de situatie en zover te genezen als in dit samenstel mogelijk is.” Uitleggend waarom haar gebeden veel voor haar betekenden, zei ze vervolgens: „Ik had 24 uur per dag toegang tot Jehovah’s heilige geest.” Jehovah behoedt ons dus niet voor de veelal deprimerende spanningen in het leven, maar hij geeft wel „heilige geest . . . aan wie hem erom vragen!” (Lukas 11:13; Psalm 88:1-3) Die geest kan ons helpen opgewassen te zijn tegen elke beproeving of druk waaraan wij wellicht het hoofd moeten bieden (1 Korinthiërs 10:13). Zo nodig kan deze geest ons „kracht [schenken] die datgene wat normaal is te boven gaat”, zodat wij kunnen volharden totdat Gods koninkrijk in de zo nabije nieuwe wereld alle stress veroorzakende problemen verwijdert. — 2 Korinthiërs 4:7.
5. (a) Welke twee dingen zijn van het grootste belang willen onze gebeden doeltreffend zijn? (b) Hoe zouden wij kunnen bidden als wij tegen een zwakheid van het vlees vechten? (c) Wat zullen onze aanhoudende en specifieke gebeden Jehovah tonen?
5 Willen onze gebeden echter doeltreffend zijn, dan moeten wij erin volharden en specifiek zijn (Romeinen 12:12). Als u bijvoorbeeld in uw strijd tegen een zwakheid van het vlees af en toe uitgeput raakt, smeek Jehovah dan aan het begin van elke dag u te helpen het die dag te vermijden voor die specifieke zwakheid te zwichten. Bid hier ook overdag herhaaldelijk om en elke avond voordat u gaat slapen. Als u een terugslag krijgt, smeek Jehovah dan om vergeving, maar bespreek ook met hem wat tot de terugval heeft geleid en wat u zou kunnen doen om die omstandigheden in de toekomst te vermijden. Zulke aanhoudende en specifieke gebeden zullen de „Hoorder van het gebed” tonen dat u oprecht bent in uw verlangen de strijd te winnen. — Psalm 65:2; Lukas 11:5-13.
6. Waarom kunnen wij terecht verwachten dat Jehovah naar onze gebeden luistert, zelfs als wij ons misschien onwaardig voelen om te bidden?
6 Soms gebeurt het echter dat degenen die afgemat zijn, zich onwaardig voelen om te bidden. Een christelijke vrouw die zulke gevoelens had gehad, merkte later op: „Dat is een heel gevaarlijke denkwijze, omdat het betekent dat wij het op ons genomen hebben onszelf te oordelen, terwijl dat oordeel ons niet toekomt.” Inderdaad, „God zelf is Rechter” (Psalm 50:6). De bijbel geeft ons de verzekering dat hoewel ’ons hart ons wellicht veroordeelt, God groter is dan ons hart en alle dingen weet’ (1 Johannes 3:20). Wat is het vertroostend te weten dat wanneer wij onszelf misschien onwaardig oordelen om te bidden, Jehovah niet zo over ons hoeft te denken! Hij „weet alle dingen” over ons, met inbegrip van de omstandigheden in ons leven die er wellicht voor hebben gezorgd dat wij ons zo onwaardig voelen (Psalm 103:10-14). Zijn barmhartigheid en diepgaande begrip brengen hem ertoe naar gebeden te luisteren die afkomstig zijn uit „een gebroken en verbrijzeld hart” (Psalm 51:17). Hoe zou hij kunnen weigeren naar ons hulpgeroep te luisteren wanneer hijzelf „een ieder . . . die zijn oor toesluit voor het klaaggeschrei van de geringe” veroordeelt? — Spreuken 21:13.
De warmte van de broederschap
7. (a) Wat is nog een voorziening die Jehovah heeft getroffen om ons te helpen nieuwe kracht te verkrijgen? (b) Welke wetenschap in verband met onze broederschap kan versterkend voor ons zijn?
7 Nog een voorziening die Jehovah heeft getroffen om ons te helpen nieuwe kracht te verkrijgen, is onze christelijke broederschap. Wat is het een kostbaar voorrecht deel uit te maken van een wereldomvattende familie van broeders en zusters! (1 Petrus 2:17) Wanneer wij gebukt gaan onder de spanningen van het leven, kan de warmte van onze broederschap ons helpen nieuwe kracht te verkrijgen. Hoe dat zo? De wetenschap dat wij niet de enigen zijn die het hoofd moeten bieden aan stress veroorzakende problemen kan op zichzelf reeds versterkend zijn. Er bevinden zich onder onze broeders en zusters ongetwijfeld enkelen die het hoofd hebben moeten bieden aan soortgelijke spanningen of beproevingen en die net zulke gevoelens hebben ervaren als wij (1 Petrus 5:9). Het is geruststellend te weten dat wat wij meemaken, niet vreemd is en dat onze gevoelens niet ongewoon zijn.
8. (a) Welke voorbeelden tonen aan hoe wij in onze broederschap de hulp en troost kunnen vinden die wij zo hard nodig hebben? (b) Hoe bent u persoonlijk door „een ware metgezel” geholpen of getroost?
8 In de warmte van de broederschap kunnen wij ’ware metgezellen’ vinden die, wanneer wij verdriet hebben, de hulp en troost kunnen geven die wij zo hard nodig hebben (Spreuken 17:17). Vaak zijn er alleen maar enkele vriendelijke woorden of attente daden nodig. Een christen die met gevoelens van waardeloosheid worstelde, herinnert zich: „Er waren vrienden die mij overtuigden van positieve dingen over mijzelf om mij te helpen mijn negatieve gedachten te overwinnen” (Spreuken 15:23). Na de dood van haar dochtertje vond een zuster het in het begin moeilijk tijdens gemeentevergaderingen Koninkrijksliederen te zingen, vooral liederen over de opstanding. „Eens”, zo herinnert zij zich, „zag een zuster aan de andere kant van het gangpad dat ik huilde. Zij kwam naar mij toe, sloeg haar arm om mij heen en zong het lied samen met mij uit. Het vervulde mij zo met liefde voor de broeders en zusters en ik was zo blij dat wij naar de vergaderingen waren gegaan, want ik besefte dat daar onze hulp te vinden is, daar in de Koninkrijkszaal.”
9, 10. (a) Hoe kunnen wij tot de warmte van onze broederschap bijdragen? (b) Wie vooral hebben heilzame omgang nodig? (c) Wat kunnen wij doen om degenen te helpen die aanmoediging nodig hebben?
9 Natuurlijk heeft ieder van ons een mate van verantwoordelijkheid om tot de warmte van de christelijke broederschap bij te dragen. Ons hart moet zich dus ’verruimen’, zodat het al onze broeders en zusters kan omvatten (2 Korinthiërs 6:13). Wat zou het droevig zijn wanneer degenen die afgemat zijn, het gevoel hebben dat de liefde van de broederschap jegens hen verkoeld is! Toch berichten enkele christenen dat zij zich eenzaam en buitengesloten voelen. Een zuster wier man de waarheid tegenstaat, pleitte: „Wie heeft geen verlangen naar en behoefte aan opbouwende vriendschappen, aanmoediging en liefdevolle omgang? Herinner onze broeders en zusters er alsjeblieft aan dat wij hen nodig hebben!” Ja, vooral degenen die gebukt gaan onder de omstandigheden in hun leven — degenen met een ongelovige huwelijkspartner, alleenstaande ouders, personen met chronische gezondheidsproblemen, ouderen en anderen — hebben heilzame omgang nodig. Moeten sommigen van ons daaraan worden herinnerd?
10 Wat kunnen wij doen om hulp te bieden? Laten wij ons verruimen in het tot uitdrukking brengen van onze liefde. Laten wij, wanneer wij gastvrijheid verlenen, niet degenen vergeten die aanmoediging nodig hebben (Lukas 14:12-14; Hebreeën 13:2). Waarom zouden wij, in plaats van aan te nemen dat hun omstandigheden hen zullen beletten de uitnodiging aan te nemen, hen toch maar niet uitnodigen? Laat hen vervolgens zelf beslissen. Ook al kunnen zij de uitnodiging niet aanvaarden, dan zullen zij zich ongetwijfeld toch aangemoedigd voelen te weten dat anderen aan hen hebben gedacht. Het is misschien precies wat zij nodig hebben om nieuwe kracht te verkrijgen.
11. Op welke manieren hebben de terneergeslagenen misschien hulp nodig?
11 De terneergeslagenen hebben misschien op andere manieren hulp nodig. Een alleenstaande moeder bijvoorbeeld heeft er wellicht behoefte aan dat een rijpe broeder belangstelling toont voor haar vaderloze jongen (Jakobus 1:27). Een broeder of een zuster met een ernstig gezondheidsprobleem heeft misschien wat hulp nodig met de boodschappen of met huishoudelijke karweitjes. Iemand die ouder is, hunkert misschien naar wat gezelschap of heeft wat hulp nodig om in de velddienst te kunnen gaan. Wanneer dergelijke hulp voortdurend nodig is, vormt dit een ware ’toets op de echtheid van onze liefde’ (2 Korinthiërs 8:8). Mogen wij, in plaats van ons van behoeftigen terug te trekken wegens de tijd en moeite die erbij betrokken zijn, de toets op christelijke liefde doorstaan door gevoelig op de behoeften van anderen te reageren.
De kracht van Gods Woord
12. Hoe helpt Gods Woord ons nieuwe kracht te verkrijgen?
12 Iemand die ophoudt te eten, zal snel zijn sterkte of kracht verliezen. Vandaar dat Jehovah ons onder andere ook de kracht geeft om voorwaarts te gaan door erop toe te zien dat wij geestelijk goed gevoed worden (Jesaja 65:13, 14). Wat voor geestelijk voedsel verschaft hij? Bovenal zijn Woord, de bijbel (Mattheüs 4:4; vergelijk Hebreeën 4:12). Hoe kan het ons helpen nieuwe kracht te verkrijgen? Wanneer de druk en de problemen waarmee wij geconfronteerd worden, onze kracht beginnen te ondermijnen, kunnen wij kracht putten uit het lezen over de gevoelens en de problemen uit het werkelijke leven van getrouwe mannen en vrouwen in bijbelse tijden. Hoewel zij in het oog springende voorbeelden van rechtschapenheid vormden, waren zij mensen „met dezelfde gevoelens als wij” (Jakobus 5:17; Handelingen 14:15). Zij stonden voor net zulke beproevingen en vormen van druk als wij. Beschouw eens enkele voorbeelden.
13. Welke schriftuurlijke voorbeelden tonen aan dat getrouwe mannen en vrouwen in bijbelse tijden net zulke gevoelens en ervaringen hadden als wij?
13 De patriarch Abraham rouwde intens over de dood van zijn vrouw, ook al geloofde hij in de opstanding (Genesis 23:2; vergelijk Hebreeën 11:8-10, 17-19). Een berouwvolle David had het gevoel dat zijn zonden hem onwaardig hadden gemaakt Jehovah te dienen (Psalm 51:11). Mozes voelde zich onbekwaam (Exodus 4:10). Epafroditus werd neerslachtig toen bekend werd dat een ernstige ziekte hem belemmerde in „het werk des Heren” (Filippenzen 2:25-30). Paulus moest tegen het gevallen vlees strijden (Romeinen 7:21-25). Euodia en Syntyche, twee gezalfde zusters in de gemeente te Filippi, hadden er kennelijk moeite mee goed met elkaar op te schieten (Filippenzen 1:1; 4:2, 3). Wat is het aanmoedigend te weten dat deze getrouwen net zulke gevoelens en ervaringen hadden als wij en toch de moed niet hebben opgegeven! En ook heeft Jehovah hen niet in de steek gelaten.
14. (a) Van welk instrument bedient Jehovah zich om ons te helpen kracht uit zijn Woord te putten? (b) Waarom bevatten de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! artikelen over gezinsproblemen en maatschappelijke en emotionele kwesties?
14 Om ons te helpen kracht uit zijn Woord te putten, bedient Jehovah zich van de getrouwe en beleidvolle slaafklasse teneinde ons van een gestadige stroom van ’voedsel te rechter tijd’ te voorzien (Mattheüs 24:45). De getrouwe slaaf gebruikt reeds lang de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! om bijbelse waarheid te verdedigen en Gods koninkrijk als de enige hoop van de mensheid bekend te maken. Vooral in de laatste decennia hebben er in deze tijdschriften actuele schriftuurlijke artikelen gestaan over gezinsproblemen en maatschappelijke en emotionele kwesties waarmee zelfs sommigen van Gods volk geconfronteerd worden. Met welk doel zijn dergelijke inlichtingen gepubliceerd? Beslist om degenen die aan deze uitdagingen het hoofd moeten bieden, te helpen kracht en aanmoediging uit Gods Woord te putten. Maar zulke artikelen helpen ons allen ook een duidelijker begrip te hebben van wat sommigen van onze broeders en zusters misschien meemaken. Aldus zijn wij beter toegerust om acht te slaan op Paulus’ woorden: „Spreekt bemoedigend tot de terneergeslagen zielen, ondersteunt de zwakken, weest lankmoedig jegens allen.” — 1 Thessalonicenzen 5:14.
Ouderlingen die „een wijkplaats voor de wind” zijn
15. Wat heeft Jesaja geprofeteerd over degenen die als ouderlingen dienen, en welke verantwoordelijkheid legt dit hun op?
15 Jehovah heeft nog iets anders verschaft om ons te helpen wanneer wij uitgeput raken — de gemeenteouderlingen. De profeet Jesaja schreef over hen: „Een ieder moet als een wijkplaats voor de wind blijken te zijn en een schuilplaats voor de slagregen, als waterstromen in een waterloos land, als de schaduw van een zware, steile rots in een uitgeput land” (Jesaja 32:1, 2). Ouderlingen dragen derhalve de verantwoordelijkheid te voldoen aan wat Jehovah over hen heeft voorzegd. Zij moeten een bron van troost en verkwikking voor anderen „blijken te zijn” en bereid zijn ’elkaars lasten [of: „zwaar drukkende (kwellende) dingen”; letterlijk: „zware dingen”] te blijven dragen’ (Galaten 6:2, voetnoot). Hoe kunnen zij dit doen?
16. Wat kunnen de ouderlingen doen teneinde iemand te helpen die zich onwaardig voelt om te bidden?
16 Zoals reeds eerder is vermeld, zou iemand die afgemat is, zich soms onwaardig kunnen voelen om te bidden. Wat kunnen de ouderlingen doen? Zij kunnen met en voor de persoon bidden (Jakobus 5:14). Jehovah eenvoudig in het bijzijn van de afgematte persoon te vragen of hij hem wil helpen inzien hoezeer Jehovah en anderen hem liefhebben, zal beslist al vertroosting schenken. Wanneer een diepbedroefd persoon het vurige, oprechte gebed van een ouderling hoort, zal dit ertoe bijdragen dat zijn vertrouwen wordt gesterkt. Hij kan worden geholpen te redeneren dat als de ouderlingen het vertrouwen hebben dat Jehovah de gebeden zal verhoren die ten behoeve van hem worden opgezonden, hij dat vertrouwen ook kan hebben.
17. Waarom moeten ouderlingen meelevende luisteraars zijn?
17 „Ieder mens moet vlug zijn om te horen, langzaam om te spreken”, staat in Jakobus 1:19. Om afgematte personen te helpen nieuwe kracht te verkrijgen, moeten ouderlingen ook meelevende luisteraars zijn. In sommige gevallen worstelen gemeenteleden misschien met problemen of spanningen waarvoor in dit samenstel van dingen geen oplossing is. Wat zij wellicht nodig hebben, is dus niet het een of andere pasklare antwoord als „oplossing” voor hun probleem, maar eenvoudig een gesprek met een goede luisteraar — niet iemand die hun zal vertellen hoe zij zich behoren te voelen maar iemand die zal luisteren zonder een oordeel te vellen. — Lukas 6:37; Romeinen 14:13.
18, 19. (a) Hoe kan snel zijn om te luisteren een ouderling helpen het te vermijden de last van iemand die afgemat is, nog te verzwaren? (b) Wat is het resultaat wanneer ouderlingen „medegevoel” tonen?
18 Ouderlingen, door snel te zijn om te luisteren, kunt u worden geholpen het te vermijden de last van iemand die afgemat is ongewild te verzwaren. Als een broeder of zuster bijvoorbeeld enkele vergaderingen heeft overgeslagen of het langzamer aan is gaan doen in de velddienst, heeft hij of zij dan werkelijk raad nodig om meer in de bediening te doen of geregelder naar de vergaderingen te gaan? Misschien. Maar beschikt u over het hele beeld? Zijn er toenemende gezondheidsproblemen? Zijn de gezinsverantwoordelijkheden de laatste tijd veranderd? Zijn er andere omstandigheden of spanningen waaronder hij of zij gebukt gaat? Houd in gedachte dat de persoon zich er al heel schuldig over kan voelen dat hij of zij niet meer kan doen.
19 Hoe kunt u de broeder of zuster derhalve helpen? Luister alvorens conclusies te trekken en raad te geven! (Spreuken 18:13) Stel van onderscheidingsvermogen getuigende vragen om de diepste gevoelens van de persoon ’naar boven te halen’ (Spreuken 20:5). Negeer deze gevoelens niet — neem ze in aanmerking. De afgematte persoon moet er misschien opnieuw van worden overtuigd dat Jehovah voor ons zorgt en begrijpt dat onze omstandigheden ons af en toe kunnen belemmeren (1 Petrus 5:7). Wanneer ouderlingen zulk „medegevoel” tonen, zullen afgematte personen ’verkwikking vinden voor hun ziel’ (1 Petrus 3:8; Mattheüs 11:28-30). Wanneer zij deze verkwikking hebben gevonden, zal hun niet verteld hoeven te worden dat zij meer moeten doen; hun hart zal hen ertoe aanzetten alles te doen wat redelijkerwijs in hun vermogen ligt om Jehovah te dienen. — Vergelijk 2 Korinthiërs 8:12; 9:7.
20. Welk vaste besluit dienen wij te nemen, nu het einde van dit goddeloze geslacht zo nabij is?
20 Wij leven beslist in de moeilijkste tijd van de hele menselijke geschiedenis. De druk die op ons wordt uitgeoefend doordat wij in Satans wereld leven, neemt toe naarmate wij verder in de tijd van het einde komen. Houd in gedachte dat de Duivel, als een leeuw die op jacht is, net zolang wacht tot wij uitgeput raken en de moed opgeven, zodat hij ons als een gemakkelijke prooi kan grijpen. Wat kunnen wij dankbaar zijn dat Jehovah de vermoeide kracht geeft! Mogen wij volledig voordeel trekken van de voorzieningen die hij heeft getroffen teneinde ons de kracht te geven om voorwaarts te gaan, alsof hij ons de sterke vleugels van een hoog in de lucht zwevende arend aanbiedt. Nu het einde van dit goddeloze geslacht zo nabij is gekomen, is het niet de tijd om het op te geven in onze wedloop om de prijs — eeuwig leven. — Hebreeën 12:1.
Wat is uw antwoord?
◻ Wat kunnen wij verwachten dat Jehovah als verhoring van onze gebeden zal doen?
◻ Op welke manieren kunnen wij kracht putten uit onze christelijke broederschap?
◻ Hoe helpt Gods Woord ons nieuwe kracht te verkrijgen?
◻ Wat kunnen ouderlingen doen om afgematte personen te helpen nieuwe kracht te verkrijgen?
[Illustratie op blz. 17]
Laten wij, wanneer wij gastvrijheid verlenen, niet degenen vergeten die aanmoediging nodig hebben
[Illustratie op blz. 18]
Ouderlingen kunnen Jehovah vragen afgematte personen te helpen inzien hoe geliefd zij zijn