Weerstand bieden aan de greep die de zonde op het gevallen vlees heeft
„Het bedenken van het vlees betekent de dood, maar het bedenken van de geest betekent leven en vrede.” — ROMEINEN 8:6.
1. Voor welk doel werden mensen geschapen?
„GOD ging ertoe over de mens te scheppen naar zijn beeld, naar Gods beeld schiep hij hem; als man en als vrouw schiep hij hen” (Genesis 1:27). Een beeld is de weerspiegeling van een voorwerp of van een bron. Zo werden mensen geschapen om een weerspiegeling van Gods heerlijkheid te zijn. Door in al hun streven goddelijke hoedanigheden — zoals liefde, goedheid, gerechtigheid en geestelijke gezindheid — tentoon te spreiden, schenken zij de Schepper lof en eer, terwijl zij tevens zelf gelukkig en tevreden zijn. — 1 Korinthiërs 11:7; 1 Petrus 2:12.
2. Hoe miste het eerste mensenpaar het doel?
2 Het eerste mensenpaar, dat volmaakt werd geschapen, was goed toegerust voor deze rol. Als hoogglanzend gepolijste spiegels konden zij Gods heerlijkheid helder en nauwkeurig weerspiegelen. Maar zij lieten toe dat die glanzende helderheid dof werd, bezoedeld raakte, toen zij moedwillig verkozen hun Schepper en God ongehoorzaam te zijn (Genesis 3:6). Daarna konden zij Gods heerlijkheid niet meer volmaakt weerspiegelen. Zij bereikten Gods heerlijkheid niet, en misten daarmee het doel waarvoor zij naar Gods beeld geschapen waren. Met andere woorden: zij zondigden.a
3. Wat is zonde in feite?
3 Dit helpt ons te begrijpen wat zonde — waardoor wordt veroorzaakt dat de mens Gods gelijkenis en heerlijkheid niet zuiver kan weerspiegelen — in feite is. Zonde maakt de mens onheilig, dat wil zeggen, in geestelijke en morele zin onrein en bezoedeld. Alle mensen worden, als nakomelingen van Adam en Eva, in die bezoedelde en onreine toestand geboren, zodat zij niet voldoen aan datgene wat God van hen als zijn kinderen verwacht. Het gevolg? De bijbel legt uit: „Zoals door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, en aldus de dood zich tot alle mensen heeft uitgebreid omdat zij allen gezondigd hadden.” — Romeinen 5:12; vergelijk Jesaja 64:6.
De greep die de zonde op het gevallen vlees heeft
4-6. (a) Hoe bezien de meeste mensen in deze tijd zonde? (b) Wat is het gevolg van hedendaagse zienswijzen ten aanzien van zonde?
4 De meeste mensen in deze tijd vinden zichzelf niet onrein, bezoedeld of zondig. Het woord zonde is uit de woordenschat van de meeste mensen zelfs nagenoeg verdwenen. Zij zullen misschien praten over fouten, misstappen en misrekeningen. Maar hoort men hen over zonde praten? Bijna nooit! Zelfs voor degenen die nog beweren in God te geloven, „bestonden zijn leringen veeleer in een reeks morele geloofsopvattingen dan in een moralistisch wetsstelsel; zij beschouwen ze eerder als de ’10 suggesties’ dan de 10 geboden”, constateert Alan Wolfe, een hoogleraar in de sociologie.
5 Waartoe heeft deze denkwijze geleid? Tot het ontkennen of op zijn minst negeren van het werkelijke bestaan van zonde. Hierdoor is er een generatie van mensen voortgebracht die een sterk verwrongen besef van goed en kwaad hebben, die zich vrij voelen hun eigen gedragsnormen te bepalen en die vinden dat zij niemand verantwoording verschuldigd zijn voor wat zij ook maar verkiezen te doen. Voor zulke mensen is zich niet schuldig voelen het enige criterium op grond waarvan beoordeeld moet worden of een handelwijze juist is of niet. — Spreuken 30:12, 13; vergelijk Deuteronomium 32:5, 20.
6 In een praatshow op de televisie bijvoorbeeld werden jonge mensen uitgenodigd hun zienswijze ten aanzien van de zogeheten zeven hoofdzonden te kennen te geven.b Volgens een van de deelnemers was hoogmoed geen zonde, maar terechte trots. Over traagheid zei een ander: „Het is prima om af en toe traag te zijn. . . . Soms is het goed om je gemak te nemen en jezelf eens wat tijd te gunnen.” Zelfs de programmaleider leverde het volgende bondige commentaar: ’De zeven hoofdzonden zijn geen slechte daden, maar veeleer universele menselijke impulsen die hinderlijk kunnen zijn en ook bijzonder aangenaam.’ Ja, samen met de zonde is het schuldgevoel verdwenen, want schuldbesef is tenslotte precies het tegenovergestelde van zich goed voelen. — Efeziërs 4:17-19.
7. Welke uitwerking heeft zonde volgens de bijbel op mensen?
7 In scherpe tegenstelling tot dit alles verklaart de bijbel onomwonden: „Allen hebben gezondigd en bereiken niet de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23). Zelfs de apostel Paulus erkende: „Ik weet dat er in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, niets goeds woont; want het vermogen om te wensen is wel bij mij aanwezig, doch niet het vermogen om dat wat voortreffelijk is uit te werken. Want het goede dat ik wens, doe ik niet, maar het slechte dat ik niet wens, dat beoefen ik” (Romeinen 7:18, 19). Paulus gaf zich hier niet over aan zelfmedelijden. Integendeel, omdat hij ten volle besefte hoe ver de mensheid van Gods heerlijkheid verwijderd was geraakt, was hij zich des te pijnlijker bewust van de greep die de zonde op het gevallen vlees heeft. „Ellendig mens die ik ben!”, verzuchtte hij, „wie zal mij verlossen van het lichaam dat deze dood ondergaat?” — Romeinen 7:24.
8. Welke vragen dienen wij onszelf te stellen? Waarom?
8 Wat is uw zienswijze in deze kwestie? Misschien erkent u dat u als nakomeling van Adam net als ieder ander onvolmaakt bent. Maar welke invloed heeft die kennis op uw denk- en levenswijze? Aanvaardt u het als iets waar nu eenmaal niets aan te veranderen is en blijft u gewoon doen wat uw hart u ingeeft? Of spant u zich voortdurend krachtig in om weerstand te bieden aan de greep die de zonde op het gevallen vlees heeft en streeft u ernaar in alles wat u doet Gods heerlijkheid zo zuiver mogelijk te weerspiegelen? Ieder van ons dient zich hier ernstig om te bekommeren met het oog op de volgende woorden van Paulus: „Zij die in overeenstemming met het vlees zijn, zetten hun zinnen op de dingen van het vlees, maar zij die in overeenstemming met de geest zijn, op de dingen van de geest. Want het bedenken van het vlees betekent de dood, maar het bedenken van de geest betekent leven en vrede.” — Romeinen 8:5, 6.
Het bedenken van het vlees
9. Waarom ’betekent het bedenken van het vlees de dood’?
9 Wat bedoelde Paulus toen hij zei dat ’het bedenken van het vlees de dood betekent’? De uitdrukking „vlees” wordt in de bijbel dikwijls gebruikt ter aanduiding van de mens in zijn onvolmaakte toestand, ’in zonde ontvangen’ als nakomeling van de opstandige Adam (Psalm 51:5; Job 14:4). Paulus spoorde christenen derhalve aan hun zinnen niet op de zondige neigingen, impulsen en begeerten van het onvolmaakte, gevallen vlees te zetten. En waarom niet? Elders vertelde Paulus ons wat de werken van het vlees zijn, en hij voegde er vervolgens de waarschuwing aan toe dat „wie zulke dingen beoefenen, Gods koninkrijk niet zullen beërven”. — Galaten 5:19-21.
10. Wat wordt bedoeld met „bedenken”?
10 Maar is er geen groot verschil tussen iets bedenken en het beoefenen? Het is waar dat ergens aan denken niet altijd tot gevolg heeft dat men het ook doet. Bedenken is echter meer dan enkel een voorbijgaande gedachte hebben. Het door Paulus gebruikte Griekse woord is fro·neʹma, en dit woord duidt op „denkwijze, geestesinstelling, . . . oogmerk, aspiratie, streven”. „Het bedenken van het vlees” betekent derhalve dat men zich door de begeerten van het gevallen vlees in bezit laat nemen en laat beheersen, overheersen en aanzetten. — 1 Johannes 2:16.
11. Hoe hield Kaïn zich bezig met het bedenken van het vlees, en wat was het gevolg?
11 Dit wordt goed geïllustreerd door de handelwijze die Kaïn volgde. Toen in Kaïns hart jaloezie en toorn opkwamen, waarschuwde Jehovah God hem: „Waarom zijt gij in toorn ontstoken en waarom is uw gelaat betrokken? Indien gij u tot goeddoen keert, zal er dan geen verheffing zijn? Maar indien gij u niet tot goeddoen keert, ligt de zonde aan de ingang op de loer, en haar sterke begeerte gaat naar u uit; en zult gij, van uw zijde, ze overmeesteren?” (Genesis 4:6, 7) Kaïn stond voor een keuze. Zou hij zich ’tot goeddoen keren’, dat wil zeggen zijn geest, oogmerk en aspiratie op iets goeds richten? Of zou hij zich bezig blijven houden met het bedenken van het vlees en zijn geest richten op de slechte neigingen die in zijn hart schuilden? Zoals Jehovah uitlegde, ’loerde er zonde aan de ingang’, klaar om zich op Kaïn te werpen en hem te verslinden als hij dat zou toelaten. In plaats van weerstand te bieden aan zijn vleselijke begeerte en ze te „overmeesteren”, liet Kaïn zich erdoor overheersen — met een rampzalige afloop.
12. Wat moeten wij doen om niet „het pad van Kaïn” op te gaan?
12 Hoe staat het met ons in deze tijd? Wij zullen beslist niet ’het pad van Kaïn willen opgaan’, zoals sommigen onder de eerste-eeuwse christenen hadden gedaan, over wie Judas een weeklacht uitte (Judas 11). Nooit mogen wij ons gedrag rationaliseren en denken dat een beetje bevrediging van onze eigen verlangens of hier en daar een tikkeltje over de schreef gaan, geen kwaad kan. Integendeel, wij dienen op onze qui-vive te zijn en elke goddeloze en verderfelijke invloed die wellicht ons hart en onze geest is binnengedrongen, te onderkennen en snel te verwijderen voordat deze wortel schiet. Weerstand bieden aan de greep die de zonde op het gevallen vlees heeft, begint van binnenuit. — Markus 7:21.
13. Hoe kan iemand „door zijn eigen begeerte . . . verlokt” worden?
13 Uw blik zou bijvoorbeeld op een schokkende of gruwelijke scène of een bijzonder suggestief of erotisch beeld kunnen vallen. Het zou een afbeelding in een boek of een tijdschrift kunnen zijn, een scène op de televisie of in de bioscoop, een reclameposter op straat of zelfs een werkelijke situatie. Op zichzelf behoeft dat niet verontrustend te zijn, want dat kan — en zal — wel eens gebeuren. Maar hoewel dit beeld of dit tafereel misschien slechts enkele seconden heeft geduurd, kan het de neiging hebben in de geest te blijven hangen en van tijd tot tijd naar boven te komen. Wat doet u wanneer dat gebeurt? Neemt u onmiddellijk maatregelen om weerstand aan die gedachte te bieden en ze uit uw geest te bannen? Of laat u ze in uw geest verwijlen en doorleeft u de ervaring telkens als die gedachte opkomt, misschien opnieuw? In het laatste geval loopt u het risico dat u de keten van gebeurtenissen op gang brengt die door Jakobus wordt beschreven: „Een ieder wordt beproefd doordat hij door zijn eigen begeerte meegetrokken en verlokt wordt. Vervolgens baart de begeerte, als ze vruchtbaar is geworden, zonde; de zonde op haar beurt, wanneer volbracht, brengt de dood voort.” Daarom zei Paulus: „Het bedenken van het vlees betekent de dood.” — Jakobus 1:14, 15; Romeinen 8:6.
14. Waar worden wij dagelijks mee geconfronteerd, en hoe dienen wij daarop te reageren?
14 Omdat wij nu eenmaal in een wereld leven waarin seksuele immoraliteit, geweld en materialisme worden verheerlijkt — doordat ze openlijk en breed worden uitgemeten in boeken, tijdschriften, films, televisieprogramma’s en populaire muziek — worden wij elke dag letterlijk gebombardeerd met verkeerde gedachten en ideeën. Hoe reageert u hierop? Laat u zich door dit alles amuseren en vermaken? Of denkt u erover zoals de rechtvaardige Lot, „die zwaar gekweld werd door het losbandig gedrag van de mensen die de wet trotseerden” en die „zijn rechtvaardige ziel gefolterd [heeft] wegens hun wetteloze daden”? (2 Petrus 2:7, 8) Om met succes weerstand te kunnen bieden aan de greep die de zonde op het gevallen vlees heeft, moeten wij vastbesloten zijn net zo te handelen als de psalmist, die zei: „Ik zal mij niets voor ogen stellen wat niet deugt. Het doen der afvalligen heb ik gehaat; het kleeft mij niet aan.” — Psalm 101:3.
Het bedenken van de geest
15. Welke hulp hebben wij om weerstand te bieden aan de greep die de zonde op ons heeft?
15 Wij kunnen geholpen worden weerstand te bieden aan de greep die de zonde op het gevallen vlees heeft, door acht te slaan op wat Paulus vervolgens zei: „Het bedenken van de geest betekent leven en vrede” (Romeinen 8:6). Dus in plaats van ons te laten overheersen door het vlees, moeten wij onze denkwijze door de geest laten leiden en laten gedijen op dingen van de geest. Welke dingen zijn dat? In Filippenzen 4:8 somt Paulus ze op: „Ten slotte, broeders, al wat waar is, al wat van ernstig belang is, al wat rechtvaardig is, al wat eerbaar is, al wat lieflijk is, alles waarover gunstig wordt gesproken, welke deugd er ook is en al wat lof verdient, blijft deze dingen bedenken.” Laten wij de dingen die wij moeten blijven bedenken, eens nader beschouwen om er een beter begrip van te krijgen.
16. Tot het ’blijven bedenken’ van welke hoedanigheden moedigde Paulus ons aan, en wat is bij elk ervan betrokken?
16 Om te beginnen somde Paulus acht morele hoedanigheden op en liet elk daarvan vergezeld gaan van woorden als „al wat”, „alles waarover” en „welke . . . ook”. Deze uitdrukkingen geven te kennen dat christenen niet geboden wordt altijd alleen maar te denken over schriftuurlijke of leerstellige aangelegenheden. Er is een breed scala van onderwerpen of thema’s waarop wij onze geest kunnen richten. Maar waar het om gaat, is dat ze moeten voldoen aan de door Paulus gespecificeerde morele hoedanigheden. Elk van de categorieën van „dingen” die Paulus noemt, verdient onze aandacht. Laten wij ze een voor een beschouwen.
◻ „Waar” houdt meer in dan alleen maar waar of onwaar zijn. Het betekent waarachtig, oprecht en betrouwbaar zijn, iets wat echt is en niet alleen maar echt schijnt. — 1 Timotheüs 6:20.
◻ „Van ernstig belang” heeft betrekking op dingen die waardig en respectabel zijn. Het roept een gevoel van eerbied op en is iets wat verheven, edel en achtenswaard is in plaats van vulgair en platvloers.
◻ „Rechtvaardig” betekent dat iets voldoet aan Gods maatstaf, niet die van de mens. Wereldse mensen houden hun geest bezig met onrechtvaardige plannen, maar wij moeten denken over en behagen scheppen in dingen die in Gods ogen rechtvaardig zijn. — Vergelijk Psalm 26:4; Amos 8:4-6.
◻ „Eerbaar” betekent zuiver en heilig, niet alleen in (seksueel of ander) gedrag maar ook in gedachten en beweegredenen. „De wijsheid van boven is allereerst zuiver”, zegt Jakobus. Jezus, die „zuiver” is, is het volmaakte Voorbeeld dat wij kunnen beschouwen. — Jakobus 3:17; 1 Johannes 3:3.
◻ „Lieflijk” is dat wat anderen tot het betonen van liefde opwekt en inspireert. Wij moeten „op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen” in plaats van onze geest te richten op dingen die haat, bitterheid en twist verwekken. — Hebreeën 10:24.
◻ „Waarover gunstig wordt gesproken” betekent niet alleen wat „gunstig bekendstaat” of „een goede reputatie heeft”, maar ook waar een opbouwende en prijzenswaardige invloed van uitgaat. Wij zetten onze zinnen op dingen die gezond en opbouwend zijn in plaats van vernederend en aanstootgevend. — Efeziërs 4:29.
◻ „Deugd” heeft de grondbetekenis van „goedheid” of „morele uitnemendheid”, maar kan uitnemendheid op elk terrein betekenen. Wij kunnen derhalve waardering hebben voor de waardevolle hoedanigheden, verdiensten en prestaties van anderen, mits ze in overeenstemming zijn met Gods maatstaf.
◻ „Wat lof verdient” is iets werkelijk prijzenswaardigs wanneer die lof van God komt of van een officieel door hem erkende autoriteit. — 1 Korinthiërs 4:5; 1 Petrus 2:14.
De belofte van leven en vrede
17. Welke zegeningen vloeien voort uit „het bedenken van de geest”?
17 Wanneer wij gevolg geven aan Paulus’ aansporing en ’deze dingen blijven bedenken’, zullen wij succesvol zijn in „het bedenken van de geest”. Dit zal ertoe leiden dat wij niet alleen worden gezegend met leven, dat wil zeggen eeuwig leven in de beloofde nieuwe wereld, maar ook met vrede (Romeinen 8:6). Waarom? Omdat onze geest wordt beschermd tegen de kwade invloed van vleselijke dingen en wij minder sterk te maken hebben met de hartverscheurende strijd tussen vlees en geest, zoals die door Paulus werd beschreven. Door de invloed van het vlees te weerstaan, verwerven wij ook vrede met God, „want het bedenken van het vlees betekent vijandschap met God”. — Romeinen 7:21-24; 8:7.
18. Wat voor oorlog voert Satan, en hoe kunnen wij de overwinning behalen?
18 Satan en zijn werktuigen stellen al het mogelijke in het werk om te maken dat wij Gods heerlijkheid niet zuiver weerspiegelen. Zij proberen macht over onze geest te krijgen door die met vleselijke begeerten te bombarderen, wetend dat dit uiteindelijk tot vijandschap met God en tot de dood zal leiden. Maar wij kunnen als overwinnaars uit deze strijd te voorschijn komen. Net als Paulus kunnen ook wij uitroepen: „God zij gedankt door bemiddeling van Jezus Christus, onze Heer!”, omdat hij ons de middelen heeft verschaft om weerstand te bieden aan de greep die de zonde op het gevallen vlees heeft. — Romeinen 7:25.
[Voetnoten]
a Over het algemeen gebruikt de bijbel het Hebreeuwse werkwoord cha·taʼʹ en het Griekse werkwoord ha·marʹta·no om „zonde” aan te duiden. In beide talen betekenen deze woorden „missen”, in de zin van een doel missen of niet bereiken, een doel niet treffen of een doelwit niet raken.
b Volgens de traditie zijn de zeven hoofdzonden hoogmoed, hebzucht, onkuisheid, nijd (afgunst), onmatigheid, gramschap en traagheid.
Kunt u dit uitleggen?
◻ Wat is zonde, en hoe kan ze geleidelijk greep krijgen op het gevallen vlees?
◻ Hoe kunnen wij weerstand bieden aan „het bedenken van het vlees”?
◻ Wat kunnen wij doen ter bevordering van „het bedenken van de geest”?
◻ Hoe leidt „het bedenken van de geest” tot leven en vrede?
[Illustratie op blz. 15]
Kaïn liet zich tot zijn eigen verderf door vleselijke neigingen overheersen
[Illustraties op blz. 16]
Het bedenken van de geest betekent leven en vrede