Doe de nieuwe persoonlijkheid aan en trek die nooit meer uit
‘Bekleedt u met de nieuwe persoonlijkheid.’ — KOL. 3:10.
1, 2. (a) Hoe weten we dat het mogelijk is de nieuwe persoonlijkheid aan te doen? (b) Welke aspecten van de nieuwe persoonlijkheid vind je in Kolossenzen 3:10-14?
‘DE NIEUWE persoonlijkheid.’ Die term komt twee keer voor in de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift (Ef. 4:24; Kol. 3:10). Het duidt op een persoonlijkheid die ‘naar Gods wil is geschapen’. Het is mogelijk om de nieuwe persoonlijkheid te ontwikkelen, want Jehovah heeft mensen naar zijn beeld gemaakt. We kunnen zijn prachtige eigenschappen dus weerspiegelen (Gen. 1:26, 27; Ef. 5:1).
2 Door de onvolmaaktheid die we van onze voorouders hebben geërfd, hebben we soms verkeerde verlangens. We kunnen ook sterk beïnvloed zijn door onze omgeving. Maar met Jehovah’s hulp kunnen we worden zoals hij wil dat we zijn. Om dat te bereiken, is het belangrijk dat we een sterke motivatie hebben. Daarom gaan we verschillende aspecten van de nieuwe persoonlijkheid bespreken waar de apostel Paulus onder inspiratie over schreef. (Lees Kolossenzen 3:10-14.) We gaan ook bespreken hoe we deze aspecten in onze dienst kunnen tonen.
‘GIJ ZIJT ALLEN ÉÉN’
3. Wat is een kenmerk van de nieuwe persoonlijkheid?
3 Na de aansporing te hebben gegeven de nieuwe persoonlijkheid aan te doen, legt Paulus uit dat onpartijdigheid een opvallend kenmerk van de nieuwe persoonlijkheid is. Hij zegt dat er ‘noch Griek noch jood is, besnijdenis noch onbesnedenheid, buitenlander, Scytha, slaaf, vrije’. Waarom hoort er in de gemeente geen onderscheid te zijn op basis van ras, nationaliteit of maatschappelijke status? Omdat ware volgelingen van Christus ‘allen één’ zijn (Kol. 3:11; Gal. 3:28).
4. (a) Hoe horen aanbidders van Jehovah anderen te behandelen? (b) Wat zou een bedreiging kunnen vormen voor de christelijke eenheid?
4 Personen met de nieuwe persoonlijkheid behandelen hun geloofsgenoten en anderen met waardigheid, ongeacht hun ras of achtergrond (Rom. 2:11). Dat kan in sommige delen van de wereld echt een uitdaging zijn. In Zuid-Afrika bijvoorbeeld wonen de meeste Getuigen nog steeds in buurten die oorspronkelijk bestemd waren voor mensen van hetzelfde ras — zwarte woonwijken, blanke wijken of gebieden waar mensen van gemengd ras ooit moesten wonen. Om de broeders en zusters aan te moedigen ‘zich te verruimen’ gaf het Besturende Lichaam in oktober 2013 goedkeuring voor een speciale regeling om de Getuigen te helpen elkaar beter te leren kennen (2 Kor. 6:13). Wat hield die regeling in?
5, 6. (a) Welke regeling werd in een bepaald land getroffen om de eenheid onder broeders en zusters te versterken? (Zie beginplaatje.) (b) Wat zijn de resultaten geweest?
5 De broeders regelden het zo dat in bepaalde weekenden Getuigen van twee gemeenten die niet dezelfde taal of ras hadden, tijd met elkaar doorbrachten. Ze gingen samen in de velddienst, bezochten samen de vergaderingen en gingen bij elkaar op visite. Honderden gemeenten deden hieraan mee. Het bijkantoor ontving veel goede berichten over deze regeling, zelfs van buitenstaanders. Een geestelijke bijvoorbeeld zei: ‘Ik ben geen Getuige, maar ik moet zeggen dat de prediking perfect georganiseerd is bij jullie. Ook is er bij jullie raciale eenheid.’ Wat voor effect had de regeling op de Getuigen?
6 Noma, een zuster die Xhosa spreekt, was in het begin wat terughoudend om in haar bescheiden onderkomen blanke broeders en zusters uit een Engelse gemeente uit te nodigen. Maar nadat ze met blanke Getuigen in de velddienst was geweest en bij hen thuis was uitgenodigd, zei ze: ‘Het zijn gewoon mensen zoals wij!’ Dus toen het de beurt van de Xhosa-gemeente was om gastvrijheid te verlenen aan de Engelse gemeente, bereidde ze een maaltijd en nodigde wat broeders en zusters uit, onder wie een blanke ouderling. Noma zei: ‘Ik was ervan onder de indruk dat hij bereid was op een krat te zitten.’ Dankzij deze regeling, die nog steeds loopt, hebben veel broeders en zusters nieuwe vrienden gemaakt en zijn ze vastbesloten om zich te blijven verruimen.
TEDER MEDEGEVOEL, GOEDHEID, VRIENDELIJKHEID
7. Waarom blijft het belangrijk medegevoel te tonen?
7 Totdat er een eind komt aan Satans wereld zullen we te maken krijgen met moeilijkheden. Denk maar aan werkloosheid, ernstige ziekten, vervolging, natuurrampen of het verlies van bezittingen door misdaad. Om elkaar te kunnen steunen, moeten we oprecht medegevoel hebben. Intens medegevoel zal ons motiveren vriendelijk voor elkaar te zijn (Ef. 4:32). Deze aspecten van de nieuwe persoonlijkheid zullen ons helpen op Jehovah te lijken en een troost te zijn voor anderen (2 Kor. 1:3, 4).
8. Wat voor goede resultaten kan het hebben als we voor iedereen in de gemeente goed zijn en medegevoel tonen? Geef een voorbeeld.
8 Hoe kunnen we meer medegevoel tonen voor buitenlanders of minderbedeelden in onze gemeente? Door een vriend voor ze te zijn en ze te laten merken dat ze een waardevol deel van de gemeente zijn (1 Kor. 12:22, 25). Neem het voorbeeld van Dannykarl, die van de Filippijnen naar Japan verhuisde. Op zijn werk werd hij minder goed behandeld dan de lokale werknemers. Toen bezocht hij een bijeenkomst van Jehovah’s Getuigen. ‘Bijna iedereen op de bijeenkomst was Japans’, zegt Dannykarl. ‘Toch heetten ze me hartelijk welkom, alsof ik een oude bekende van ze was.’ De broeders en zusters bleven hem vriendelijk behandelen, wat hem hielp vorderingen in de waarheid te maken. Hij liet zich dopen en dient nu als ouderling. Zijn medeouderlingen vinden Dannykarl en zijn vrouw Jennifer echt een zegen voor de gemeente. Ze zeggen over hen: ‘Ze leiden als pioniers een heel eenvoudig leven en stellen het Koninkrijk op de eerste plaats, waardoor ze een prachtig voorbeeld geven’ (Luk. 12:31).
9, 10. Geef voorbeelden van de beloningen die je kunt krijgen als je in de dienst medegevoel toont.
9 Als we de Koninkrijksboodschap met anderen delen, krijgen we de gelegenheid ‘het goede te doen jegens allen’ (Gal. 6:10). Uit medegevoel met immigranten proberen veel Getuigen een andere taal te leren (1 Kor. 9:23). Dat heeft tot veel zegeningen geleid. Tiffany, een pionierster in Australië, leerde Swahili om een Swahiligemeente in Brisbane te ondersteunen. Hoewel het niet makkelijk was om de taal te leren, heeft het haar leven verrijkt. Ze zegt: ‘Als je boeiende dingen wilt meemaken in de dienst, ga dan dienen in een anderstalige gemeente. Dat is als reizen zonder je stad te hoeven verlaten. Je zult op die manier onze wereldwijde broederschap ervaren en van dichtbij de bijzondere eenheid ervan zien.’
10 Neem ook het voorbeeld van een gezin in Japan. Sakiko, de dochter, vertelt: ‘In de jaren 90 ontmoetten we in de velddienst vaak Braziliaanse immigranten. Als we ze Bijbelteksten in hun Portugese Bijbel lieten zien, zoals Openbaring 21:3, 4 of Psalm 37:10, 11, 29, lazen ze die vol aandacht en kregen soms zelfs tranen in hun ogen.’ Maar het medegevoel van dit gezin ging verder dan dat. ‘Toen we zagen hoe geestelijk hongerig ze waren,’ zegt Sakiko, ‘begonnen we als gezin Portugees te leren.’ Later hielp het gezin mee bij het oprichten van een Portugese gemeente. Door de jaren heen hebben ze veel immigranten geholpen aanbidders van Jehovah te worden. ‘Het kostte veel moeite om Portugees te leren,’ zegt Sakiko, ‘maar de zegeningen maakten het meer dan de moeite waard. We zijn Jehovah enorm dankbaar!’ (Lees Handelingen 10:34, 35.)
BEKLEED JE MET NEDERIGHEID
11, 12. (a) Waarom is het zo belangrijk om met het juiste motief de nieuwe persoonlijkheid aan te doen? (b) Wat zal ons helpen nederig te blijven?
11 Ons motief om de nieuwe persoonlijkheid aan te doen, moet zijn om Jehovah te eren, niet om eer van mensen te krijgen. Houd in gedachte dat zelfs een volmaakte engel zondigde omdat hij toeliet dat hij trots werd. (Vergelijk Ezechiël 28:17.) Dan is het voor onvolmaakte mensen al helemaal moeilijk om ongepaste trots te vermijden! Maar het is wel mogelijk. We kunnen ons met nederigheid bekleden. Wat kan ons daarbij helpen?
12 Om nederig te blijven, is het nodig tijd opzij te zetten om dagelijks te mediteren over wat we in Gods Woord lezen (Deut. 17:18-20). Het is vooral belangrijk na te denken over Jezus’ onderwijs en hoe hij nederig anderen diende (Matth. 20:28). Hij waste zelfs de voeten van zijn apostelen (Joh. 13:12-17). Bid ook regelmatig om heilige geest, zodat je elke neiging om je beter te voelen dan een ander kunt bestrijden (Gal. 6:3, 4; Fil. 2:3).
13. Welke voordelen heeft het als we nederig zijn?
13 Lees Spreuken 22:4. Jehovah verwacht van al zijn aanbidders dat ze nederig zijn. Als je nederig bent, geeft dat veel voordelen. Het helpt je om de vrede en eenheid in de gemeente te bevorderen. Ook zul je onverdiende goedheid van God krijgen. De apostel Petrus zei: ‘Omgordt u allen echter met ootmoedigheid des geestes [nederigheid] jegens elkaar, want God weerstaat de hoogmoedigen, maar hij geeft onverdiende goedheid aan de nederigen’ (1 Petr. 5:5).
BEKLEED JE MET ZACHTAARDIGHEID EN GEDULD
14. Wie is het beste voorbeeld van zachtaardigheid en geduld?
14 Tegenwoordig worden mensen die zachtaardig en geduldig zijn, vaak als zwak bezien. Maar het tegendeel is waar! Deze prachtige eigenschappen vinden hun oorsprong bij de machtigste persoon in het universum. Jehovah is het beste voorbeeld van zachtaardigheid en geduld (2 Petr. 3:9). Denk eens aan hoe hij via engelen antwoord gaf toen Abraham en Lot vraagtekens zetten bij een beslissing van hem (Gen. 18:22-33; 19:18-21). En meer dan 1500 jaar lang verdroeg hij de opstandige Israëlieten (Ezech. 33:11).
15. Welk voorbeeld gaf Jezus als het gaat om zachtaardigheid en geduld?
15 Jezus was ‘zachtaardig’ (Matth. 11:29). Hij ging enorm geduldig om met de zwakheden van zijn volgelingen. Ook kreeg hij te maken met onterechte kritiek van religieuze tegenstanders. Toch bleef hij zachtaardig en geduldig tot aan zijn terechtstelling. Terwijl hij verschrikkelijke pijn leed aan de martelpaal, bad hij of zijn Vader de mannen die zijn terechtstelling uitvoerden wilde vergeven. Hij zei: ‘Zij weten niet wat zij doen’ (Luk. 23:34). Wat een prachtig voorbeeld van zachtaardigheid en geduld onder pijnlijke, zware omstandigheden. (Lees 1 Petrus 2:21-23.)
16. Wat is één manier waarop we zachtaardigheid en geduld kunnen tonen?
16 Hoe kun je zachtaardigheid en geduld tonen? Paulus noemde één manier toen hij zijn geloofsgenoten schreef: ‘Blijft elkaar verdragen en elkaar vrijelijk vergeven als de een tegen de ander een reden tot klagen heeft. Zoals Jehovah u vrijelijk vergeven heeft, doet ook gij evenzo’ (Kol. 3:13). Het vergt inderdaad zachtaardigheid en geduld om dit gebod te gehoorzamen. Maar door vergevingsgezind te zijn, bewaar en bevorder je de eenheid in de gemeente.
17. Waarom zijn zachtaardigheid en geduld zo belangrijk?
17 Je bekleden met zachtaardigheid en geduld is voor christenen niet optioneel. Het is een vereiste voor onze redding (Matth. 5:5; Jak. 1:21). Nog belangrijker, door deze eigenschappen te tonen, eer je Jehovah en help je anderen hetzelfde te doen (Gal. 6:1; 2 Tim. 2:24, 25).
BEKLEED JE MET LIEFDE
18. Wat is het verband tussen liefde en onpartijdigheid?
18 Alle eigenschappen die we tot nu toe besproken hebben, houden nauw verband met liefde. Toen broeders en zusters in de eerste eeuw de rijken voortrokken, zei de discipel Jakobus dat zulk gedrag een schending was van de koninklijke wet dat we onze naaste moeten liefhebben als onszelf. Hij voegde eraan toe: ‘Wanneer gij blijk blijft geven van begunstiging, begaat gij een zonde’ (Jak. 2:8, 9). Liefde zal ons motiveren om discriminatie op basis van iemands opleiding, ras of maatschappelijke status te vermijden. Het is dus niet genoeg om onpartijdig te lijken, het moet echt een deel van onze persoonlijkheid zijn.
19. Waarom is het belangrijk om ons met liefde te bekleden?
19 Liefde is ook geduldig en vriendelijk en ‘wordt niet opgeblazen’ (1 Kor. 13:4). Het vergt echt geduld, vriendelijkheid, goedheid en nederigheid om de Koninkrijksboodschap te blijven prediken (Matth. 28:19). Deze eigenschappen maken het ook makkelijker voor ons om met iedereen in de gemeente op te schieten. Liefde zorgt voor hechte gemeenten die tot eer van Jehovah zijn en die geïnteresseerden aantrekken. De Bijbelse beschrijving van de nieuwe persoonlijkheid eindigt dan ook passend: ‘Bekleedt u bij al deze dingen met liefde, want ze is een volmaakte band van eenheid’ (Kol. 3:14).
BLIJF JEZELF VERNIEUWEN
20. (a) Wat moeten we ons afvragen, en waarom? (b) Naar welke tijd kunnen we uitkijken?
20 Vraag je af: wat kan ik nog meer doen om de oude persoonlijkheid uit te trekken en die nooit meer aan te doen? Smeek Jehovah of hij je hierbij wil helpen en doe je best om elke houding of gewoonte te overwinnen die je zou verhinderen ‘Gods koninkrijk te beërven’ (Gal. 5:19-21). Vraag je ook af: blijf ik mijn mentaliteit vernieuwen? (Ef. 4:23, 24) De nieuwe persoonlijkheid aandoen en aanhouden is een proces dat voor ons allemaal doorgaat tot we volmaakt zijn. Stel je eens voor hoe geweldig het leven zal zijn als iedereen die je kent, bekleed is met de nieuwe persoonlijkheid en Jehovah’s prachtige eigenschappen volmaakt weerspiegelt!
a In de oudheid werden ‘Scythen’ bezien als onbeschaafde mensen.