-
FabelInzicht in de Schrift, Deel 1
-
-
FABEL
Een onwaar verhaal, verdichtsel, mythe, verzinsel, onwaarheid; van het Griekse woord muʹthos. Het woord muʹthos komt voor in 1 Timotheüs 1:4; 4:7; 2 Timotheüs 4:4; Titus 1:14; 2 Petrus 1:16.
Het tegenovergestelde van muʹthos is a·le·theiʹa, „waarheid”, ofte wel de duidelijk gebleken, wezenlijke aard van een zaak.
-
-
FabelInzicht in de Schrift, Deel 1
-
-
Christenen dienen fabels te verwerpen. In 1 Timotheüs 1:4 gelast Paulus christenen geen aandacht te schenken aan onware verhalen. Ze kunnen christenen ertoe brengen navorsingen te doen die geen werkelijk nut hebben en kunnen hun geest van de waarheid afwenden. Tot zulke onware verhalen behoren praatjes die worden verbreid door oude vrouwen die zich hun leven lang aan wereldse gewoonten hebben overgegeven. Deze verhalen doen Gods heilige, rechtvaardige maatstaven geweld aan (1Ti 4:6, 7; Tit 1:14). De apostel Petrus stelt in 2 Petrus 1:16 zulke onware verhalen (die niet alleen op fantasie berusten, maar ook kunstig en listig uitgedacht zijn, zodat ze een christen van de waarheid zouden kunnen afwenden) tegenover het ware, op feiten berustende verslag van de transfiguratie, waarvan hij ooggetuige was geweest (Mr 9:2). Paulus voorzei in 2 Timotheüs 4:3, 4 dat er een tijd zou komen waarin de mensen zich willens en wetens van de waarheid zouden afwenden en zich liever tot onware verhalen zouden keren.
-