De zienswijze van de bijbel
Moeten vrouwen hun schoonheid verbergen?
„VROUWEN houden van mode”, zei George Simonton, befaamd modeontwerper en docent aan het Fashion Institute of Technology in New York. Hij legt uit: „Vrouwen willen graag hun individualiteit tot uiting brengen, zelfverzekerd overkomen en er aantrekkelijker uitzien . . . Ik vind dat je daarmee toont dat je respect hebt voor jezelf en voor de mensen met wie je omgaat.” Kleding en uiterlijke verzorging worden inderdaad al lang gezien als middelen waarmee vrouwen hun vrouwelijkheid kunnen uiten, er beter uit kunnen zien en een mate van zelfvertrouwen kunnen krijgen.
Sommigen denken echter om religieuze redenen heel negatief over vrouwen die aandacht aan hun uiterlijk besteden. „Voor een heilige vrouw, zo zij van nature schoon is, . . . moet zij ze [haar schoonheid] voorzeker niet behulpzaam zijn, maar ze integendeel verhinderen”, schreef Tertullianus in de derde eeuw. Over cosmetica zei hij: „Tegen hem [God] immers zondigen zij die hun huid geweld aandoen met zalf, hun wangen bevlekken met rood, hun ogen groter maken met zwartsel.” En gouden en zilveren sieraden beschreef hij als middelen om te verleiden.
In deze tijd hebben velen nog steeds een sterke mening over vrouwen die aandacht aan hun uiterlijk besteden. In sommige religies is het zelfs verboden sieraden, make-up of kleurrijke kleding te dragen. Moet een christelijke vrouw haar schoonheid verbergen, of mag ze iets doen om er beter uit te zien?
Gods zienswijze
In de bijbel wordt niet in detail gesproken over het dragen van sieraden of het gebruik van cosmetica. Toch zijn er genoeg aanwijzingen dat God die dingen of andere manieren om zich mooi te maken, niet veroordeelt.
Toen God bijvoorbeeld beschreef hoe hij Jeruzalem gezegend had, sprak hij over de stad als een vrouw en zei: „Voorts tooide ik u met sieraden . . . en gij werdt zeer, zeer schoon” (Ezechiël 16:11-13). Tot die sieraden, die weliswaar symbolisch waren, behoorden armbanden, een halsketting en oorringen. De bijbel vergelijkt ook „een wijze terechtwijzer”, wiens woorden door een bereidwillige luisteraar ter harte worden genomen, op een positieve manier met persoonlijke gouden sieraden (Spreuken 25:1, 12). Het is redelijk te concluderen dat als de bijbel zulke positieve vergelijkingen maakt, God er niets op tegen heeft dat vrouwen zich met mooie voorwerpen tooien om er beter uit te zien.
Christelijke vrouwen maken zich mooi
Sommige bijbelgedeelten gaan rechtstreeks over dit onderwerp. De apostel Paulus schreef: „Ik [wens] dat de vrouwen zich in welverzorgde kleding sieren.” Als dat met „bescheidenheid en gezond verstand” wordt gedaan, kan het een weerspiegeling zijn van haar eerbied voor God (1 Timotheüs 2:9, 10). Wanneer christelijke vrouwen zich op zo’n bescheiden manier mooi maken, kan dat een gunstig licht werpen op Gods leringen en op de gemeente.
Sommigen brengen hiertegen in dat dezelfde verzen zeggen dat een vrouw zich niet mag sieren met „bijzondere haarvlechtingen en goud of parels of zeer kostbare kleding, maar zoals het vrouwen die belijden God te vereren, past, namelijk door middel van goede werken”. Betekent dit dan dat vrouwen niets ter verfraaiing van hun haar mogen doen en geen sieraden mogen dragen?
Nee, want de bijbel spreekt positief over uiterlijke verzorging. Dus in plaats van bepaalde sieraden te verbieden, moedigde Paulus vrouwen aan zich er vooral op te concentreren zich met christelijke eigenschappen en goede werken te sieren.
Het motief is belangrijk
De apostel Paulus schreef: „Laten wij elkaar . . . niet langer oordelen, maar neemt liever deze beslissing, een broeder geen struikelblok in de weg te leggen noch iets waarover hij kan vallen” (Romeinen 14:13). Hoe is dit van toepassing op onze keuze op het gebied van kleding en uiterlijke verzorging?
Ten eerste zegt Paulus ons dat we elkaar niet moeten „oordelen”. We moeten oppassen dat we ’een broeder geen struikelblok in de weg leggen’. De normen voor wat aanvaardbaar is, verschillen per land en per cultuur. Wat in een bepaalde tijd of streek aanvaardbaar is, is misschien ongepast in een andere tijd of streek. We mogen anderen geen aanstoot geven of hen niet tot struikelen brengen door ons mooi te maken op een manier die in onze cultuur geassocieerd wordt met een verwerpelijke leefstijl. Godvrezende vrouwen zouden zich moeten afvragen: Hoe bezien mensen in de omgeving mijn uiterlijke verschijning? Breng ik leden van de gemeente in verlegenheid door wat ik draag of schamen ze zich over mij? Zelfs als een christelijke vrouw het recht heeft zich op een bepaalde manier te kleden of op te maken, zal ze van dat recht afzien als haar stijl aanstootgevend is. — 1 Korinthiërs 10:23, 24.
Ook kan te veel aandacht voor het uiterlijk een ongezonde houding tot gevolg hebben. Tegenwoordig maken vrouwen in veel landen zich mooi om te flirten en op een onbescheiden manier de aandacht op zichzelf te vestigen. Maar christelijke vrouwen zullen zo’n verkeerde houding absoluut vermijden en zullen proberen in hun doen en laten gezond van verstand en eerbaar te zijn, „zodat er niet schimpend over het woord van God wordt gesproken”. — Titus 2:4, 5.
Godvrezende vrouwen beseffen dat hoewel ze misschien aandacht aan hun uiterlijk besteden, hun echte schoonheid in „de verborgen persoon van het hart” ligt en dus tot uiting komt in hun houding en gedrag (1 Petrus 3:3, 4). De vrouw die qua kledingstijl, gebruik van cosmetica en sieraden verstandige keuzes maakt, wint het respect van anderen en eert haar Schepper.