-
Jehovah’s volk breekt met onrechtvaardigheidDe Wachttoren 2014 | 15 juli
-
-
(Lees 2 Timotheüs 2:14, 16, 23.) Sommigen in de gemeente promootten afvallige leerstellingen. En het lijkt erop dat anderen controversiële ideeën introduceerden. Misschien waren sommige van die ideeën niet direct strijdig met de Schriften. Maar ze zaaiden wel verdeeldheid. Het resultaat was geruzie over woorden, waardoor er geestelijk gezien een ongezond klimaat ontstond. Daarom benadrukte Paulus dat „dwaze en domme twistvragen” afgewezen moesten worden.
10. Hoe moeten we reageren als we te maken krijgen met afvalligheid?
10 In deze tijd wordt Jehovah’s volk niet vaak geconfronteerd met afvallige ideeën in de gemeente. Maar als we ooit te maken krijgen met onbijbelse leringen — uit welke bron maar ook — dan moeten we die resoluut afwijzen. Het zou onverstandig zijn met afvalligen in discussie te gaan, bijvoorbeeld door met ze te praten, op hun blogs te reageren of op een andere manier met ze te communiceren. Ook al is het onze bedoeling iemand te helpen, zulke contacten gaan in tegen de Bijbelse raad die we net besproken hebben. Als Jehovah’s volk zullen we afvalligheid volledig afwijzen.
11. Wat zou dwaze twistgesprekken kunnen veroorzaken, en hoe kunnen ouderlingen een goed voorbeeld geven?
11 Er zijn nog meer dingen die de vrede van de gemeente kunnen verstoren. Zo zouden verschillende meningen over amusement kunnen leiden tot „dwaze en domme twistvragen”. Als personen amusement zouden promoten dat tegen Jehovah’s morele maatstaven ingaat, mogen ouderlingen dat natuurlijk niet tolereren alleen maar om discussies uit de weg te gaan (Ps. 11:5; Ef. 5:3-5).
-
-
Jehovah’s volk breekt met onrechtvaardigheidDe Wachttoren 2014 | 15 juli
-
-
13 De Bijbelse principes die net zijn genoemd, zijn niet alleen van toepassing op onze keuze van amusement. Ook meningen over kleding en uiterlijke verzorging, gezondheid en voeding en andere persoonlijke zaken kunnen aanleiding geven tot onenigheid. Maar als er geen Bijbels principe wordt overtreden, is het niet verstandig ruzie te maken over zulke dingen, want „een slaaf van de Heer behoeft (...) niet te strijden, maar moet vriendelijk [„tactvol”, vtn.] zijn jegens allen” (2 Tim. 2:24).
-