Zie het verschil in mensen
‘Jullie zullen het verschil zien tussen een rechtvaardige en een slechte.’ — MAL. 3:18.
1, 2. Met welke uitdagingen heeft Gods volk in deze tijd te maken? (Zie beginplaatjes.)
VEEL professionals in de gezondheidszorg komen in contact met mensen die een besmettelijke ziekte hebben. Ze zorgen voor hun patiënten omdat ze hen graag willen helpen. Maar ze moeten zich wel beschermen zodat ze niet zelf besmet raken met de ziekte die ze proberen te behandelen. Wij zitten in een vergelijkbare situatie. Velen van ons leven en werken met mensen die besmet zijn met houdingen en eigenschappen die in schril contrast staan met christelijke eigenschappen. Dat kan echt een uitdaging zijn.
2 Deze laatste dagen zijn een tijd van morele chaos. Paulus beschrijft in zijn tweede brief aan Timotheüs de eigenschappen van mensen die geen band met God hebben, eigenschappen die in de toekomst alleen maar vaker zouden voorkomen. (Lees 2 Timotheüs 3:1-5, 13.) Hoewel we die slechte eigenschappen misschien schokkend vinden, zouden we toch beïnvloed kunnen worden door het gedrag en de houdingen van de mensen met die eigenschappen (Spr. 13:20). In dit artikel gaan we bespreken hoe de eigenschappen van mensen in de laatste dagen in contrast staan met die van Gods volk. We zullen ook zien hoe we voorkomen dat we met negatieve eigenschappen besmet raken terwijl we mensen in geestelijk opzicht helpen.
3. Naar wie verwijst de opsomming in 2 Timotheüs 3:2-5?
3 Volgens Paulus zouden er in de laatste dagen ‘zware tijden aanbreken die moeilijk te doorstaan zijn’. Hij somde 19 slechte eigenschappen op die de mensen in deze tijd zouden kenmerken. Die opsomming lijkt op de lijst in Romeinen 1:29-31, maar de lijst in zijn brief aan Timotheüs bevat termen die nergens anders in de christelijke Griekse Geschriften voorkomen. Paulus begint zijn lijst van negatieve eigenschappen met de woorden ‘want de mensen zullen . . .’ Toch hebben niet alle mensen die eigenschappen. Christenen hebben heel andere eigenschappen. (Lees Maleachi 3:18.)
JE KIJK OP JEZELF
4. Hoe zou je mensen beschrijven die opgeblazen van trots zijn?
4 Toen Paulus had gezegd dat mensen alleen om zichzelf en om geld zouden geven, voegde hij eraan toe dat ze ook verwaand, arrogant en opgeblazen van trots zouden zijn. Zulke mensen voelen zich vaak beter dan anderen op grond van hun vaardigheden, uiterlijk, rijkdom of status. Ze willen heel graag bewonderd en aanbeden worden. Een Bijbelgeleerde schreef over iemand die helemaal door trots wordt beheerst: ‘In zijn hart is een klein altaar waar hij voor zichzelf neerbuigt.’ Volgens sommigen is trots zo akelig dat zelfs trotse mensen die eigenschap bij anderen niet kunnen verdragen.
5. Hoe zijn zelfs trouwe aanbidders trots geworden?
5 Jehovah heeft een afschuw van trots. Hij haat ‘ogen die trots kijken’ (Spr. 6:16, 17). Trots staat een band met God in de weg (Ps. 10:4). Het is een eigenschap van de Duivel (1 Tim. 3:6). Helaas zijn zelfs trouwe aanbidders van Jehovah met trots besmet geraakt. Koning Uzzia van Juda bijvoorbeeld was jarenlang trouw. ‘Maar’, zegt de Bijbel, ‘toen hij eenmaal machtig was, werd hij trots in zijn hart. Dat werd zijn ondergang. Hij was ontrouw aan Jehovah, zijn God, door de tempel van Jehovah binnen te gaan om wierook te branden op het reukofferaltaar.’ Later viel ook koning Hizkia aan trots ten prooi, hoewel dat maar tijdelijk was (2 Kron. 26:16; 32:25, 26).
6. Waardoor had David trots kunnen worden, maar waarom is dat niet gebeurd?
6 Sommigen worden trots omdat ze er goed uitzien, populair zijn, een hoge positie hebben of heel muzikaal of fysiek sterk zijn. David had dat allemaal. Toch bleef hij zijn hele leven nederig. Toen hij Goliath had gedood en met de dochter van koning Saul mocht trouwen, zei hij: ‘Wie ben ik en wat heeft de familie van mijn vader in Israël te betekenen dat ik de schoonzoon van de koning zou worden?’ (1 Sam. 18:18) Wat hielp David nederig te blijven? Hij wist dat hij zijn kwaliteiten, talenten en voorrechten te danken had aan God, die ‘zich diep boog’, of zich vernederde, om aandacht aan hem te besteden (Ps. 113:5-8). David besefte dat hij al het goede dat hij had van Jehovah had gekregen. (Vergelijk 1 Korinthiërs 4:7).
7. Wat zal ons helpen nederig te zijn?
7 Net als David proberen Jehovah’s aanbidders in deze tijd nederig te zijn. We zijn ervan onder de indruk dat Jehovah, de Allerhoogste in het universum, nederig is (Ps. 18:35). We passen de raad toe: ‘Bekleed je daarom met teder medegevoel, goedheid, nederigheid, zachtaardigheid en geduld’ (Kol. 3:12). We weten ook dat ‘liefde niet opschept, niet wordt opgeblazen’ (1 Kor. 13:4). Als we nederig zijn, kunnen mensen daardoor belangstelling voor Jehovah krijgen. Net zoals mannen zonder woorden gewonnen kunnen worden door het gedrag van hun vrouw, zo kunnen andere mensen zich tot God aangetrokken voelen door de nederigheid van zijn volk (1 Petr. 3:1).
HOE JE MET ANDEREN OMGAAT
8. (a) Hoe wordt er tegenwoordig over ongehoorzaamheid aan ouders gedacht? (b) Welk gebod krijgen kinderen in de Bijbel?
8 Paulus beschrijft hoe mensen in de laatste dagen met elkaar zouden omgaan. Hij schreef dat kinderen ongehoorzaam aan ouders zouden zijn. Tegenwoordig wordt zulk gedrag in boeken, films en tv-programma’s vaak geaccepteerd en zelfs aangemoedigd. Maar ongehoorzaamheid ondermijnt de stabiliteit van het gezin, de hoeksteen van de samenleving. Dit principe wordt al heel lang erkend. Zo verloor in het oude Griekenland een man al zijn burgerrechten als hij zijn ouders sloeg. Onder de Romeinse wet was het slaan van je vader net zo ernstig als moord. Zowel in de Hebreeuwse als in de Griekse Geschriften krijgen kinderen het gebod hun ouders te eren (Ex. 20:12; Ef. 6:1-3).
9. Wat zal kinderen helpen hun ouders te gehoorzamen?
9 Kinderen kunnen voorkomen dat ze met de ongehoorzame houding van tegenwoordig besmet raken door na te denken over wat hun ouders voor ze gedaan hebben. Hun gevoel van dankbaarheid wordt versterkt als ze begrijpen dat God, de Vader van ons allemaal, gehoorzaamheid verlangt. Door positief over hun ouders te praten, kunnen ze andere jongeren helpen positief over hun eigen ouders te denken. Natuurlijk kan het voor de kinderen moeilijk worden om vanuit hun hart gehoorzaam te zijn als hun ouders geen natuurlijke genegenheid voor ze hebben. Maar als een kind de oprechte liefde van zijn ouders voelt, kan dat hem motiveren zelfs naar ze te luisteren als hij in de verleiding komt ongehoorzaam te zijn. ‘Ik had vaak de neiging om verkeerde dingen te doen,’ geeft Austin toe, ‘maar mijn ouders stelden redelijke grenzen, legden de redenen voor de regels uit en hielden altijd de communicatie open. Dat heeft me geholpen gehoorzaam te zijn. Ik kon zien dat ze van me hielden, en daardoor wilde ik ze graag blij maken.’
10, 11. (a) Uit welke eigenschappen blijkt dat mensen geen liefde voor elkaar hebben? (b) Hoeveel liefde hebben ware christenen voor hun naaste?
10 Paulus noemt nog meer slechte eigenschappen waaruit blijkt dat mensen geen liefde voor elkaar hebben. Hij zegt niet alleen dat ze ‘ongehoorzaam aan ouders’ zouden zijn maar ook ondankbaar. Dat is passend, want ondankbare mensen hebben geen waardering voor de goede daden van anderen. Mensen zouden ook ontrouw zijn. Ze zouden voor geen enkele overeenkomst openstaan: ze laten zien dat ze geen vrede willen sluiten met anderen. Ze zouden lasteraars en verraders zijn, die wrede, schadelijke dingen zeggen over mensen en zelfs over God. En er zouden ook kwaadsprekersa zijn, mensen die iets onwaars over iemand zeggen met de bedoeling zijn goede naam en reputatie te schenden.
11 Terwijl er in deze tijd zo weinig liefde is, hebben Jehovah’s aanbidders oprechte liefde voor hun naaste. Dat is altijd al zo geweest. Jezus zei dat naastenliefde, een vorm van agape, het op één na belangrijkste gebod in de wet van Mozes was. Alleen het gebod om God lief te hebben was belangrijker (Matth. 22:38, 39). Jezus zei ook dat ware christenen aan liefde voor elkaar te herkennen zouden zijn. (Lees Johannes 13:34, 35.) Ware christenen zouden zelfs hun vijanden liefhebben (Matth. 5:43, 44).
12. Hoe liet Jezus zien dat hij van mensen hield?
12 Jezus liet zien dat hij echt van mensen hield. Hij ging van stad naar stad om mensen het goede nieuws over het Koninkrijk van God te vertellen. Hij genas de blinden, de kreupelen, de melaatsen en de doven. Hij wekte de doden op (Luk. 7:22). Jezus gaf zelfs zijn leven voor de mensheid, hoewel velen hem haatten. Jezus’ liefde was een volmaakte weerspiegeling van de liefde die zijn Vader toont. Wereldwijd tonen Jehovah’s Getuigen net zo’n liefde voor anderen.
13. Hoe kan de liefde die we tonen anderen helpen Jehovah te willen leren kennen?
13 Als mensen de liefde zien die wij tonen, gaan ze zich misschien tot onze hemelse Vader aangetrokken voelen. Zo werd een man in Thailand geraakt door de liefde die hij op een regionaal congres onder de broeders en zusters zag. Na thuiskomst vroeg hij of hij twee keer per week Bijbelstudie kon krijgen. Hij predikte tot al zijn familieleden, en al een halfjaar na het congres mocht hij voor het eerst in de Koninkrijkszaal het Bijbelleesgedeelte voorlezen. Om te onderzoeken of je liefde voor anderen toont, kun je je afvragen: Doe ik wat ik kan om anderen in mijn familie, in mijn gemeente of in de prediking te helpen? Probeer ik ze te bezien zoals Jehovah ze beziet?
WOLVEN EN LAMMEREN
14, 15. Welke dierlijke trekken hebben veel mensen, maar hoe zijn sommigen veranderd?
14 Mensen in de laatste dagen hebben nog andere eigenschappen waardoor christenen geen omgang met hen zullen hebben. Goddeloze mensen zouden geen liefde voor het goede hebben, of zoals andere vertalingen het zeggen: ze zullen ‘het goede haten’ of ‘afkerig van het goede’ zijn. Ze zouden onbeheerst zijn en wreed. En sommigen zouden roekeloos zijn. Ze handelen impulsief en houden er geen rekening mee welke gevolgen hun daden voor anderen hebben.
15 Velen die voorheen zulke dierlijke trekken hebben getoond, zijn veranderd. Die verandering is heel mooi voorspeld in een Bijbelse profetie. (Lees Jesaja 11:6, 7.) Daarin lezen we over wilde dieren zoals wolven en leeuwen die in vrede leven met tamme dieren zoals lammeren en kalveren. Hoe komt het dat ze in vrede leven? De Bijbel legt uit: ‘Want de aarde zal beslist vervuld zijn van de kennis van Jehovah’ (Jes. 11:9). Omdat dieren niet over Jehovah kunnen leren, is de geestelijke vervulling van deze profetie van toepassing op mensen.
16. Hoe heeft de Bijbel mensen geholpen hun persoonlijkheid te veranderen?
16 Er zijn veel mensen die ooit zo wreed waren als wolven maar nu in vrede met anderen leven. Je kunt hun ervaringen lezen in de rubriek ‘De Bijbel verandert levens’ op jw.org. Degenen die Jehovah hebben leren kennen en hem nu dienen, zijn niet als mensen die een schijn van vroomheid hebben maar de kracht ervan niet blijken te bezitten. Zulke mensen doen alsof ze God aanbidden maar uit hun daden blijkt dat dit niet waar is. Aan de andere kant zijn er onder Jehovah’s volk velen die voorheen wreed waren maar ‘de nieuwe persoonlijkheid hebben aangedaan, die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit’ (Ef. 4:23, 24). Als mensen meer over God te weten komen, gaan ze inzien dat ze naar zijn normen moeten leven. Dat helpt hen veranderingen aan te brengen in hun opvattingen, houding en gedrag. Dat is niet makkelijk, maar het is mogelijk omdat Gods geest degenen helpt die oprecht zijn wil willen doen.
‘KEER JE AF VAN HEN’
17. Hoe kunnen we voorkomen dat we beïnvloed worden door mensen met slechte eigenschappen?
17 Het verschil tussen mensen die God dienen en mensen die hem niet dienen wordt steeds duidelijker. We moeten oppassen dat we niet door de verkeerde houding van anderen worden beïnvloed. Het is verstandig de raad op te volgen om je ‘af te keren’ van degenen die in 2 Timotheüs 3:2-5 worden beschreven. Natuurlijk kun je mensen met zulke slechte eigenschappen niet volledig mijden. Misschien moet je met ze samenwerken, zit je bij ze op school of woon je bij ze. Maar je kunt voorkomen dat je in hun denkwijze wordt meegetrokken en hun eigenschappen gaat navolgen. Hoe? Versterk je band met Jehovah via Bijbelstudie en nauwe omgang met degenen die hem dienen.
18. Welke invloed kan wat we zeggen en doen op anderen hebben?
18 We moeten ook getuigenis geven. Zoek naar mogelijkheden om dat te doen en vraag Jehovah je te helpen om op het juiste moment de juiste dingen te zeggen. Laat anderen weten dat je een van Jehovah’s Getuigen bent. Op die manier zal je goede gedrag God eren en niet jezelf. We hebben geleerd ‘dat we goddeloosheid en wereldse verlangens moeten afwijzen en met gezond verstand, rechtvaardigheid en toewijding aan God in deze wereld moeten leven’ (Tit. 2:11-14). Als we Jehovah navolgen en doen wat hij wil, zullen anderen dat zien. En misschien zeggen sommigen dan zelfs: ‘Wij willen met jullie meegaan, want we hebben gehoord dat God met jullie is’ (Zach. 8:23).
a Het Griekse woord voor ‘kwaadspreker’, ‘lasteraar’ of ‘beschuldiger’ is diabolos. Het wordt in de Bijbel ook gebruikt als titel voor Satan, de goddeloze lasteraar van God.