-
Vriendelijkheid: In Gods ogen heel belangrijkDe Wachttoren 2012 | 1 september
-
-
We krijgen ook de raad: „Vergeet de gastvrijheid niet” (Hebreeën 13:2). Het Griekse woord voor „gastvrij” betekent letterlijk „zeer gesteld op vreemden” (1 Timotheüs 3:2; vtn.).
-
-
Vriendelijkheid: In Gods ogen heel belangrijkDe Wachttoren 2012 | 1 september
-
-
Het is interessant dat de apostel Paulus na zijn opmerking over goedheid tegenover vreemden zei: „Daardoor hebben sommigen, zonder het zelf te weten, engelen gastvrij onthaald.” Kunt u zich voorstellen hoe u zich zou voelen als u de kans kreeg om engelen te ontvangen? Maar Paulus zei ook dat die personen dat zelf niet wisten. Hij bedoelde dus dat het onverwachte voordelen voor ons kan hebben als het onze gewoonte is om vriendelijk te zijn voor anderen, ook voor vreemden of mensen die we niet goed kennen.
De meeste Bijbelvertalingen met kruisverwijzingen brengen Paulus’ woorden in verband met de verslagen over Abraham en Lot in Genesis hoofdstuk 18 en 19. In beide gevallen verschenen engelen als vreemden met een belangrijke boodschap. Abraham kreeg te horen dat hij echt een zoon zou krijgen, zoals God had beloofd, en Lot werd verteld hoe hij kon ontkomen aan de verwoesting van Sodom en Gomorra (Genesis 18:1-10; 19:1-3, 15-17).
In de hierboven genoemde Bijbelgedeelten lezen we dat Abraham en Lot allebei vriendelijk waren voor vreemden die in hun gebied kwamen. Natuurlijk was het in Bijbelse tijden de gewoonte en een verplichting om gastvrij te zijn voor reizigers, of dat nu vrienden, familieleden of vreemden waren. In de Wet van Mozes stond dat de Israëlieten de niet-Israëlieten in het land niet mochten vergeten (Deuteronomium 10:17-19). Maar het is duidelijk dat Abraham en Lot meer deden dan wat later door de Wet verplicht werd. Ze deden bijzonder veel moeite om vriendelijk te zijn voor vreemden, en ze werden daarvoor gezegend.
Abrahams vriendelijkheid had niet alleen voordelen voor hem, maar ook voor ons. Abraham en zijn zoon Isaäk speelden namelijk een belangrijke rol in de realisatie van Gods oorspronkelijke bedoeling met de mens. Ze waren belangrijk in de afstammingslijn van de Messias, Jezus. En de goede dingen die ze deden beeldden af hoe Gods liefde en onverdiende goedheid het voor mensen mogelijk zou maken om gered te worden (Genesis 22:1-18; Mattheüs 1:1, 2; Johannes 3:16).
-