Blijf nu meer dan ooit wakker!
’Laten wij niet doorslapen zoals de overigen, maar laten wij wakker blijven en onze zinnen bij elkaar houden.’ — 1 THESSALONICENZEN 5:6.
1, 2. (a) Wat voor steden waren Pompeji en Herculaneum? (b) Welke waarschuwing negeerden veel inwoners van Pompeji en Herculaneum, en wat was het gevolg?
IN DE eerste eeuw van onze gewone tijdrekening waren Pompeji en Herculaneum twee welvarende Romeinse steden die dicht in de nabijheid van de Vesuvius lagen. Voor rijke Romeinen waren het populaire vakantieoorden. Hun theaters konden plaats bieden aan meer dan duizend toeschouwers en in Pompeji bevond zich een groot amfitheater waar bijna de hele stad een zitplaats kon vinden. Opgravers van Pompeji hebben 118 bars en kroegen geteld, waarvan sommige als gokhuizen of bordelen dienden. Immoraliteit en materialisme heersten alom, zoals uit wandschilderingen en andere resten blijkt.
2 Op 24 augustus 79 G.T. kwam de Vesuvius tot uitbarsting. Vulkanologen geloven dat de eerste explosie, die puimsteen en as op de twee steden liet neerregenen, de inwoners waarschijnlijk niet verhinderd zou hebben te vluchten. Ja, velen schijnen dat gedaan te hebben. Maar anderen, die het gevaar onderschatten of de waarschuwingssignalen gewoon negeerden, verkozen te blijven. Vervolgens, omstreeks middernacht, baande een lawine van oververhitte gassen, puimsteen en stenen zich bulderend een weg door Herculaneum en verstikte alle inwoners die in de stad waren achtergebleven. De volgende morgen vroeg werd iedereen in Pompeji door een soortgelijke lawine gedood. Wat een tragisch gevolg van het feit dat men geen acht had geslagen op waarschuwingssignalen!
Het einde van het joodse samenstel van dingen
3. Welke overeenkomst is er tussen de verwoesting van Jeruzalem en die van Pompeji en Herculaneum?
3 Het ontstellende einde van Pompeji en Herculaneum verzonk in het niet bij de catastrofale verwoesting van Jeruzalem die negen jaar voordien had plaatsgevonden, hoewel die rampspoed door mensen werd teweeggebracht. Deze gebeurtenis, die beschreven wordt als „een van de verschrikkelijkste belegeringen in de hele geschiedenis”, heeft naar verluidt de dood van meer dan een miljoen joden tot gevolg gehad. Maar net als de rampspoed in Pompeji en Herculaneum kwam de verwoesting van Jeruzalem niet zonder waarschuwing.
4. Welk profetische teken gaf Jezus om zijn volgelingen te waarschuwen dat het einde van een samenstel van dingen nabij was, en hoe werd het in de eerste eeuw in eerste instantie vervuld?
4 Jezus Christus had geprofeteerd dat de stad verwoest zou worden en hij voorzei gebeurtenissen die eraan vooraf zouden gaan — verontrustende gebeurtenissen als oorlogen, voedseltekorten, aardbevingen en wetteloosheid. Valse profeten zouden actief zijn, maar het goede nieuws van Gods koninkrijk zou wereldwijd gepredikt worden (Mattheüs 24:4-7, 11-14). Hoewel Jezus’ woorden hun grote vervulling in deze tijd hebben, hadden ze destijds een vervulling in het klein. De geschiedenis maakt melding van een zware hongersnood in Judea (Handelingen 11:28). De joodse geschiedschrijver Josephus vermeldt dat er zich kort voor de verwoesting van Jeruzalem in de omgeving van de stad een aardbeving voordeed. Terwijl het einde van Jeruzalem naderbij kwam, waren er voortdurende opstanden, interne conflicten tussen joodse politieke groeperingen en bloedbaden in verschillende steden met een gemengde joodse en niet-joodse bevolking. Niettemin werd het goede nieuws van het Koninkrijk „in heel de schepping die onder de hemel is” gepredikt. — Kolossenzen 1:23.
5, 6. (a) Welke profetische woorden van Jezus gingen in 66 G.T. in vervulling? (b) Waarom stierven er zo veel mensen toen Jeruzalem ten slotte in 70 G.T. viel?
5 Ten slotte, in 66 G.T., kwamen de joden tegen Rome in opstand. Toen Cestius Gallus met een leger optrok om Jeruzalem te belegeren, herinnerden Jezus’ volgelingen zich Jezus’ woorden: „Wanneer gij . . . Jeruzalem door legerkampen ingesloten ziet, weet dan dat haar verwoesting nabij gekomen is. Laten dan zij die in Judea zijn, naar de bergen vluchten, en laten zij die in haar midden zijn, eruit trekken, en laten zij die zich in de landstreken bevinden, er niet binnengaan” (Lukas 21:20, 21). De tijd was aangebroken om Jeruzalem te verlaten — maar hoe? Onverwacht trok Gallus zijn troepen terug, waardoor voor christenen in Jeruzalem en Judea de weg werd geopend om Jezus’ woorden te gehoorzamen en naar de bergen te vluchten. — Mattheüs 24:15, 16.
6 Vier jaar later, omstreeks de paschatijd, keerden Romeinse troepen terug onder generaal Titus, die vastbesloten was de joodse opstand de kop in te drukken. Zijn leger omsingelde Jeruzalem en bouwde ’een versterking met puntige palen’, waardoor ontsnapping onmogelijk werd gemaakt (Lukas 19:43, 44). In weerwil van de oorlogsdreiging waren joden in het hele Romeinse Rijk naar Jeruzalem gestroomd voor het Pascha. Nu zaten ze in de val. Volgens Josephus vormden deze onfortuinlijke bezoekers het merendeel van de slachtoffers van de Romeinse belegering.a Toen Jeruzalem ten slotte viel, kwam ongeveer een zevende van alle joden in het Romeinse Rijk om. De verwoesting van Jeruzalem en zijn tempel betekende het einde van de joodse staat en zijn op de Mozaïsche wet gebaseerde religieuze stelsel.b — Markus 13:1, 2.
7. Waarom overleefden getrouwe christenen de verwoesting van Jeruzalem?
7 In 70 G.T. zouden joodse christenen samen met ieder ander in Jeruzalem gedood of tot slaven gemaakt kunnen zijn. Volgens het historische bewijsmateriaal hadden ze echter acht geslagen op de waarschuwing die Jezus 37 jaar voordien had gegeven. Ze hadden de stad verlaten en waren niet teruggekeerd.
Actuele apostolische waarschuwingen
8. Welke noodzaak besefte Petrus, en welke woorden van Jezus had hij waarschijnlijk in gedachten?
8 In deze tijd doemt een vernietiging met nog verder reikende gevolgen op waardoor er een eind gemaakt zal worden aan dit gehele samenstel van dingen. Zes jaar voor de verwoesting van Jeruzalem gaf de apostel Petrus een dringende en actuele raad die vooral van toepassing is op christenen in deze tijd: blijf waakzaam! Petrus besefte dat christenen hun „vermogen om helder te denken” moesten opwekken zodat ze ’het gebod van de Heer’, Jezus Christus, niet zouden veronachtzamen (2 Petrus 3:1, 2). Toen Petrus christenen op het hart drukte waakzaam te zijn, had hij waarschijnlijk in gedachten wat hij Jezus enkele dagen voor Zijn dood tot Zijn apostelen had horen zeggen: „Blijft toezien, blijft wakker, want gij weet niet wanneer de bestemde tijd is.” — Markus 13:33.
9. (a) Welke gevaarlijke houding zouden sommigen ontwikkelen? (b) Waarom is een sceptische houding bijzonder gevaarlijk?
9 In deze tijd vragen sommigen spottend: „Waar is nu de beloofde tegenwoordigheid van hem?” (2 Petrus 3:3, 4) Kennelijk denken die personen dat de dingen nooit werkelijk veranderen maar zo blijven als ze sedert de schepping van de wereld altijd geweest zijn. Zulk scepticisme is gevaarlijk. Twijfels kunnen ons gevoel van dringendheid verzwakken en een dusdanige invloed op ons uitoefenen dat we het pad van genotzucht opgaan (Lukas 21:34). Zoals Petrus bovendien uiteenzet, vergeten zulke spotters de vloed van Noachs dagen, waardoor een wereldomvattend samenstel van dingen werd vernietigd. De wereld veranderde destijds wel degelijk! — Genesis 6:13, 17; 2 Petrus 3:5, 6.
10. Met welke woorden moedigt Petrus degenen aan die misschien ongeduldig worden?
10 Petrus helpt zijn lezers geduld aan te kweken door hen eraan te herinneren waarom God vaak niet onmiddellijk tot handelen overgaat. Ten eerste zegt Petrus: ’Bij Jehovah is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag’ (2 Petrus 3:8). Aangezien Jehovah eeuwig leeft, kan hij alle factoren in aanmerking nemen en de gunstigste tijd uitkiezen om handelend op te treden. Vervolgens wijst Petrus op Jehovah’s wens dat mensen overal tot berouw komen. Gods geduld betekent redding voor velen die zouden omkomen als hij overhaast zou handelen (1 Timotheüs 2:3, 4; 2 Petrus 3:9). Maar Jehovah’s geduld betekent niet dat hij nooit tot handelen zal overgaan. ’Jehovah’s dag zal komen als een dief’, zegt Petrus. — 2 Petrus 3:10.
11. Wat zal ons helpen geestelijk wakker te blijven, en hoe zal dit Jehovah’s dag als het ware ’verhaasten’?
11 Petrus’ vergelijking is opmerkelijk. Het is niet gemakkelijk dieven te vangen, maar een wachter die de hele nacht wakker blijft, zal een dief eerder ontdekken dan een wachter die van tijd tot tijd indut. Hoe kan een wachter wakker blijven? Hij kan gemakkelijker waakzaam blijven wanneer hij rondloopt dan wanneer hij de hele nacht zittend doorbrengt. Insgelijks zullen we als christenen geholpen worden wakker te blijven wanneer we geestelijk actief blijven. Petrus drukt ons derhalve op het hart druk bezig te blijven met „heilige gedragingen en daden van godvruchtige toewijding” (2 Petrus 3:11). Zo’n activiteit zal ons helpen ’de tegenwoordigheid van de dag van Jehovah goed in gedachte te blijven houden’. Het Griekse woord dat met „goed in gedachte houdend” is weergegeven, kan letterlijk worden vertaald met „verhaastend” (2 Petrus 3:12; vtn.). Zeker, we kunnen Jehovah’s tijdtafel niet veranderen. Zijn dag zal op zijn bestemde tijd komen. Maar de tijd die er ligt tussen nu en dan zal sneller schijnen te verstrijken als we druk bezig zijn in zijn dienst. — 1 Korinthiërs 15:58.
12. Hoe kunnen we als afzonderlijke personen voordeel trekken van Jehovah’s geduld?
12 Bijgevolg worden allen die denken dat de dag van Jehovah uitblijft, aangemoedigd acht te slaan op Petrus’ raad om geduldig op Jehovah’s bestemde tijd te wachten. Ja, we kunnen de extra tijd die Gods geduld toelaat, verstandig gebruiken. We kunnen er bijvoorbeeld mee voortgaan uiterst belangrijke christelijke hoedanigheden aan te kweken en het goede nieuws te delen met nog veel meer mensen dan anderszins mogelijk zou zijn geweest. Als we wakker blijven, zullen we door Jehovah aan het einde van dit samenstel van dingen „onbevlekt en onbesmet en in vrede” bevonden worden (2 Petrus 3:14, 15). Wat een zegen zal dat zijn!
13. Welke woorden van Paulus aan de christenen in Thessalonika zijn in deze tijd bijzonder passend?
13 Paulus spreekt in zijn eerste brief aan de christenen in Thessalonika ook over de noodzaak wakker te blijven. Hij geeft de raad: „Laten wij . . . niet doorslapen zoals de overigen, maar laten wij wakker blijven en onze zinnen bij elkaar houden” (1 Thessalonicenzen 5:2, 6). Hoeveel te meer is dat thans noodzakelijk, nu de vernietiging van een heel wereldstelsel naderbij komt! Aanbidders van Jehovah leven in een wereld die doortrokken is van geestelijke apathie, en dit kan invloed op hen uitoefenen. Bijgevolg geeft Paulus de raad: „Laten wij onze zinnen bij elkaar houden en het borstharnas van geloof en liefde aan hebben en als helm de hoop der redding” (1 Thessalonicenzen 5:8). Geregelde studie van Gods Woord en geregelde omgang met onze broeders en zusters op de vergaderingen zal ons helpen Paulus’ raad op te volgen en ons gevoel van dringendheid te bewaren. — Mattheüs 16:1-3.
Miljoenen blijven waakzaam
14. Welke statistieken geven te kennen dat velen in deze tijd Petrus’ raad om wakker te blijven opvolgen?
14 Slaan velen in deze tijd acht op de geïnspireerde aanmoediging om waakzaam te blijven? Ja. In het dienstjaar 2002 gaf een hoogtepunt van 6.304.645 verkondigers — een toename van 3,1 procent ten opzichte van 2001 — er blijk van geestelijk waakzaam te zijn door er 1.202.381.302 uur aan te besteden met anderen over Gods koninkrijk te spreken. Voor hen was zo’n activiteit geen terloopse kwestie. Ze stond centraal in hun leven. De houding die velen van hen aan de dag leggen, wordt geïllustreerd door het voorbeeld van Eduardo en Noemi in El Salvador.
15. Welke ervaring uit El Salvador laat zien dat velen geestelijk waakzaam blijven?
15 Enkele jaren geleden namen Eduardo en Noemi nota van Paulus’ woorden: „Het toneel van deze wereld is bezig te veranderen” (1 Korinthiërs 7:31). Ze vereenvoudigden hun leven en gingen in de volletijddienst als pionier. Na verloop van tijd werden ze op vele manieren gezegend en hadden zelfs een aandeel aan het kring- en districtswerk. Hoewel ze met ernstige problemen te kampen hebben gehad, zijn Eduardo en Noemi ervan overtuigd dat ze de juiste beslissing namen toen ze materieel comfort opgaven ten gunste van de volletijddienst. Velen van de 29.269 verkondigers — met inbegrip van 2454 pioniers — in El Salvador hebben er blijk van gegeven een soortgelijke zelfopofferende geest te bezitten en dit vormt één reden waarom dat land vorig jaar een toename van 2 procent in het aantal verkondigers had.
16. Welke houding legde een jonge broeder in Ivoorkust aan de dag?
16 In Ivoorkust werd dezelfde houding aan de dag gelegd door een jonge christelijke man die aan het bijkantoor schreef: „Ik ben dienaar in de bediening. Maar ik kan de broeders en zusters niet aanmoedigen om te pionieren terwijl ik zelf niet een goed voorbeeld geef. Daarom heb ik een goedbetaalde baan opgegeven en werk nu zelfstandig waardoor ik meer tijd heb voor de bediening.” Deze jonge man werd een van de 983 pioniers die dienst verrichten in Ivoorkust, dat vorig jaar 6701 verkondigers rapporteerde, een toename van 5 procent.
17. Hoe toonde een jonge Getuige in België dat ze zich niet door vooroordeel liet intimideren?
17 Onverdraagzaamheid, vooroordeel en discriminatie blijven problemen veroorzaken voor de 24.961 Koninkrijksverkondigers in België. Toch zijn ze ijverig en laten zich niet intimideren. Toen een zestienjarige Getuige tijdens een les over ethiek Jehovah’s Getuigen een sekte hoorde noemen, vroeg ze toestemming de andere kant van de zaak te mogen belichten. Met gebruikmaking van de video Jehovah’s Getuigen — De organisatie achter de naam en de brochure Jehovah’s Getuigen — Wie zijn zij? kon ze uitleggen wie de Getuigen nu eigenlijk zijn. De informatie werd zeer op prijs gesteld, en de week daarop kregen de leerlingen een proefwerk waarin alle vragen gingen over de christelijke religie van Jehovah’s Getuigen.
18. Welk bewijs is er dat economische problemen de verkondigers in Argentinië en Mozambique er niet van hebben afgebracht Jehovah te dienen?
18 De meeste christenen krijgen in deze laatste dagen met ernstige problemen te maken. Toch doen ze hun best zich niet te laten afleiden. In weerwil van de economische problemen waaraan de media uitgebreid aandacht hebben besteed, berichtte Argentinië vorig jaar een nieuw hoogtepunt van 126.709 Getuigen. In Mozambique heerst nog steeds wijdverbreide armoede. Niettemin rapporteerden 37.563 personen dat ze een aandeel aan het getuigeniswerk hadden gehad, een toename van 4 procent. Voor velen in Albanië is het leven moeilijk, maar toch berichtte dat land een voortreffelijke toename van 12 procent en werd er een hoogtepunt van 2708 verkondigers bereikt. Het is duidelijk dat Jehovah’s geest niet wordt belemmerd door moeilijke omstandigheden wanneer zijn dienstknechten de Koninkrijksbelangen op de eerste plaats stellen. — Mattheüs 6:33.
19. (a) Waaruit blijkt dat er nog steeds veel met schapen te vergelijken mensen zijn die naar de bijbelse waarheid hongeren? (b) Wat zijn enkele andere details uit het jaarbericht die aantonen dat Jehovah’s dienstknechten geestelijk wakker blijven? (Zie de tabel op blz. 12-15.)
19 Het maandelijkse gemiddelde van 5.309.289 bijbelstudies die vorig jaar wereldwijd werden gerapporteerd, laat zien dat er nog veel met schapen te vergelijken mensen zijn die naar de bijbelse waarheid hongeren. Van het nieuwe hoogtepunt van 15.597.746 personen die de Gedachtenisviering bijwoonden, dienen de meesten Jehovah nog niet actief. Mogen ze in kennis en in liefde voor zowel Jehovah als de broederschap blijven groeien. Het is opwindend te zien dat de „grote schare” „andere schapen” productief blijft terwijl ze samen met hun met de geest gezalfde broeders de Schepper ’dag en nacht in zijn tempel’ dienen. — Openbaring 7:9, 15; Johannes 10:16.
Een les van Lot
20. Wat leren we uit het voorbeeld van Lot en zijn vrouw?
20 Natuurlijk kunnen zelfs getrouwe dienstknechten van God hun gevoel van dringendheid tijdelijk verliezen. Denk eens aan Abrahams neef Lot. Hij vernam van twee engelen die hem bezochten dat God op het punt stond Sodom en Gomorra te verwoesten. Het nieuws kwam niet als een verrassing voor Lot, die „zwaar gekweld werd door het losbandig gedrag van de mensen die de wet trotseerden” (2 Petrus 2:7). Maar toen de twee engelen hem uit Sodom wilden leiden, ’bleef hij talmen’. De engelen moesten hem en zijn gezin bijna de stad uit sleuren. Vervolgens negeerde Lots vrouw de waarschuwing van de engelen om niet achterom te kijken. Haar lakse houding kwam haar duur te staan (Genesis 19:14-17, 26). „Denkt aan de vrouw van Lot”, waarschuwde Jezus. — Lukas 17:32.
21. Waarom is het uitermate belangrijk nu meer dan ooit tevoren wakker te blijven?
21 De catastrofe in Pompeji en Herculaneum en de gebeurtenissen rondom de verwoesting van Jeruzalem, alsook de voorbeelden van de vloed van Noachs dagen en van Lot illustreren allemaal hoe belangrijk het is om waarschuwingen ernstig op te vatten. Als Jehovah’s dienstknechten herkennen we het teken van de tijd van het einde (Mattheüs 24:3). We hebben ons afgescheiden van valse religie (Openbaring 18:4). Net als de eerste-eeuwse christenen moeten we ’de tegenwoordigheid van de dag van Jehovah goed in gedachte houden’ (2 Petrus 3:12). Ja, we moeten nu meer dan ooit tevoren wakker blijven! Welke stappen kunnen we doen, en welke hoedanigheden kunnen we aankweken om wakker te blijven? Die kwesties zullen in het volgende artikel worden besproken.
[Voetnoten]
a Het is onwaarschijnlijk dat Jeruzalem in de eerste eeuw meer dan 120.000 inwoners had. Eusebius berekent dat 300.000 bewoners uit de provincie Judea voor het Pascha van 70 G.T. naar Jeruzalem reisden. De overige slachtoffers moeten uit andere delen van het rijk gekomen zijn.
b Van Jehovah’s standpunt uit bezien werd de Mozaïsche wet in 33 G.T. vervangen door het nieuwe verbond. — Efeziërs 2:15.
Wat zou u antwoorden?
• Welke ontwikkeling stelde joodse christenen in staat aan de verwoesting van Jeruzalem te ontkomen?
• Hoe helpt de in de geschriften van de apostelen Petrus en Paulus vervatte raad ons om wakker te blijven?
• Wie geven er in deze tijd blijk van klaarwakker te zijn?
• Welke les leren we uit het verslag van Lot en zijn vrouw?
[Tabel op blz. 12-15]
BERICHT OVER HET DIENSTJAAR 2002 VAN JEHOVAH’S GETUIGEN OVER DE HELE WERELD
(Zie ingebonden jaargang)
[Illustratie op blz. 9]
In 66 G.T. sloeg de christelijke gemeenschap in Jeruzalem acht op Jezus’ waarschuwing
[Illustraties op blz. 10]
Actief blijven helpt christenen wakker te blijven