De heilige geest legt getuigenis af met onze geest
‘De geest zelf legt getuigenis af met onze geest dat wij Gods kinderen zijn.’ — ROM. 8:16.
1-3. Welke gebeurtenissen maakten Pinksteren 33 zo’n speciale dag, en hoe was dat al in de Schriften voorspeld? (Zie beginplaatje.)
HET was zondagochtend, ongeveer negen uur. Dit was een speciale dag voor degenen in Jeruzalem. Het was niet alleen sabbat, maar ook een feestdag. Ongetwijfeld waren in de tempel de gebruikelijke ochtendoffers al gebracht. Nu was eindelijk het moment aangebroken dat de hogepriester twee gezuurde broden van de eerste tarwe als beweegoffer zou gaan aanbieden (Lev. 23:15-20). Dit was het begin van de tarweoogst. Het was Pinksteren 33.
2 Ondertussen stond er iets te gebeuren wat nog veel belangrijker zou zijn. Niet in de tempel, maar in een bovenkamer ergens in de stad. Daar waren ongeveer 120 christenen bij elkaar gekomen en ze ‘hielden eensgezind aan in het gebed’ (Hand. 1:13-15). Dat groepje had het voorrecht om iets mee te maken wat sterk verband hield met de offers van de hogepriester tijdens het pinksterfeest. Ook zou er een profetie van Joël in vervulling gaan, die hij ongeveer 800 jaar eerder had uitgesproken (Joël 2:28-32; Hand. 2:16-21). Welke gebeurtenis zou zo belangrijk kunnen zijn?
3 Lees Handelingen 2:2-4. Terwijl die christenen in de bovenkamer waren, werd Gods heilige geest op ze uitgestort (Hand. 1:8). Ze begonnen te profeteren, of getuigenis af te leggen, over de prachtige dingen die ze gezien en gehoord hadden. Al snel verzamelde zich een grote groep mensen. Petrus legde hun uit wat er net was gebeurd en waarom dat zo belangrijk was. Hij zei: ‘Hebt berouw, en laat een ieder van u worden gedoopt in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden, en gij zult als vrije gave de heilige geest ontvangen.’ Ongeveer 3000 personen werden die dag gedoopt en ontvingen zoals beloofd de heilige geest (Hand. 2:37, 38, 41).
4. (a) Waarom zijn de gebeurtenissen met Pinksteren 33 zo belangrijk voor ons? (b) Welke andere belangrijke gebeurtenis vond misschien jaren eerder op dezelfde dag plaats? (Zie eindnoot.)
4 Wat er op die dag in de tempel gebeurde, was een afbeelding van wat er op dezelfde dag in de bovenkamer gebeurde. Dat maakt Pinksteren 33 zo belangrijk voor ons.[1] In de tempel bood de hogepriester namelijk twee gezuurde broden aan Jehovah aan. De hogepriester was een afbeelding van Jezus. De broden beeldden de gezalfde discipelen af, die van de zondige mensheid werden losgekocht om door Jehovah aangenomen te worden als zijn zonen. Zo werd voor enkele ‘eerstelingen’ van de mensheid de weg geopend om uiteindelijk naar de hemel te gaan en deel uit te gaan maken van het Koninkrijk, dat de rest van de gehoorzame mensheid enorm veel zegeningen zal brengen (Jak. 1:18; 1 Petr. 2:9). Dus of we nu uitkijken naar eeuwig leven in de hemel of op aarde, de gebeurtenissen op die dag hebben veel invloed op ons leven.
HOE WORDT IEMAND GEZALFD?
5. Hoe weten we dat niet alle gezalfden op dezelfde manier worden gezalfd?
5 Stel dat jij een van de discipelen in die bovenkamer was. Dan zou je die dag nooit meer vergeten. Je zou er niet aan twijfelen of je met heilige geest was gezalfd, vooral als je ook door een wonder plotseling een andere taal kon spreken (Hand. 2:6-12). Maar niet elke gezalfde wordt op zo’n spectaculaire manier gezalfd. De Bijbel zegt bijvoorbeeld niet dat er tongen van vuur verschenen boven de hoofden van de duizenden die die dag in Jeruzalem werden gedoopt, ook al werden ze toen wel gezalfd (Hand. 2:38). Ook wordt iemand niet altijd op het moment van zijn doop gezalfd. De Samaritanen werden bijvoorbeeld een tijdje na hun doop gezalfd (Hand. 8:14-17). En in het uitzonderlijke geval van Cornelius en zijn gezin vond de zalving zelfs plaats vóór hun doop (Hand. 10:44-48).
6. Wat ontvangt iedereen die wordt gezalfd, en wat voor effect heeft dat?
6 Niet elke gezalfde wordt dus op exact dezelfde manier gezalfd. Sommigen komen misschien vrij plotseling tot het besef dat ze gezalfd zijn, terwijl bij anderen dat besef geleidelijk komt. Maar hoe een zalving ook plaatsvindt, elke gezalfde kan zich herkennen in Paulus’ woorden: ‘Door bemiddeling van hem werdt ook gij, nadat gij hadt geloofd, met de beloofde heilige geest verzegeld, die een van tevoren gegeven onderpand van onze erfenis is’ (Ef. 1:13, 14). De heilige geest kan dus als een onderpand, of garantie, aan een christen gegeven worden. Daardoor weet een gezalfde christen absoluut zeker dat hij is uitgekozen om naar de hemel te gaan. (Lees 2 Korinthiërs 1:21, 22; 5:5.)
7. Wat moet elke gezalfde doen om zijn beloning in de hemel te ontvangen?
7 Is een christen die zo’n onderpand heeft gekregen, zeker van zijn toekomst in de hemel? Nee, maar hij is er wel zeker van dat hij is uitgenodigd om naar de hemel te gaan. Of hij die beloning zal krijgen, hangt af van zijn trouw aan Jehovah. Petrus legt uit: ‘Daarom broeders, doet des te meer uw uiterste best om uw roeping en verkiezing voor uzelf vast te maken; want indien gij deze dingen blijft doen, zult gij beslist nooit falen. In feite zal u aldus rijkelijk de ingang worden verschaft in het eeuwige koninkrijk van onze Heer en Redder Jezus Christus’ (2 Petr. 1:10, 11). Elke gezalfde christen moet dus moeite doen om Jehovah trouw te blijven. Als hij dat niet doet, zal hij niets hebben aan zijn uitnodiging om naar de hemel te gaan (Hebr. 3:1; Openb. 2:10).
HOE WEET IEMAND OF HIJ GEZALFD IS?
8, 9. (a) Waarom vinden de meeste mensen het moeilijk te vatten wat er gebeurt als iemand wordt gezalfd? (b) Hoe weet iemand dat hij een hemelse roeping heeft?
8 De meeste aanbidders van Jehovah vinden het moeilijk te vatten hoe iemand precies wordt gezalfd. Dat is normaal, want ze maken het zelf niet mee. Gods oorspronkelijke voornemen was dat alle mensen voor eeuwig op aarde zouden leven (Gen. 1:28; Ps. 37:29). Het is dan ook een uitzonderlijke regeling dat sommigen naar de hemel gaan om als koning en priester te dienen. Als iemand wordt gezalfd, verandert zijn hoop en de manier waarop hij denkt, zodat hij ernaar uitkijkt om in de hemel te leven. (Lees Efeziërs 1:18.)
9 Maar hoe weet iemand dat hij een hemelse roeping heeft? Het antwoord is te vinden in de woorden van Paulus aan de gezalfde christenen in Rome, die waren ‘geroepen om heiligen te zijn’. Hij zei: ‘Gij hebt geen geest van slavernij ontvangen, die wederom vrees veroorzaakt, maar gij hebt een geest van aanneming als zonen ontvangen, door welke geest wij uitroepen: “Abba, Vader!” De geest zelf legt getuigenis af met onze geest dat wij Gods kinderen zijn’ (Rom. 1:7; 8:15, 16). Dus door middel van zijn heilige geest maakt Jehovah iemand duidelijk dat hij is uitgenodigd om in de hemel met Jezus te regeren (1 Thess. 2:12).
10. Wat betekent 1 Johannes 2:27, waar staat dat gezalfde christenen niet onderwezen hoeven te worden?
10 Gezalfden hebben die bijzondere uitnodiging van God gekregen. Dat hoeft door niemand anders bevestigd te worden. Jehovah zorgt ervoor dat ze geen twijfels over hun roeping hebben. De apostel Johannes zei tegen gezalfde christenen: ‘Gij hebt een zalving van de heilige; gij allen hebt kennis.’ Verder zei hij: ‘En wat u betreft, de zalving die gij van hem hebt ontvangen, blijft in u, en gij hebt niet nodig dat iemand u onderwijst; doch zoals de van hem afkomstige zalving u omtrent alle dingen onderwijst, en waarachtig is en geen leugen, en zoals ze u onderwezen heeft, blijft zo in eendracht met hem’ (1 Joh. 2:20, 27). Net als iedereen hebben gezalfden geestelijk onderwijs nodig. Maar ze hebben van niemand de bevestiging nodig dat ze gezalfd zijn. De sterkste kracht in het universum heeft ze dat duidelijk gemaakt!
OPNIEUW GEBOREN WORDEN
11, 12. Wat zou een gezalfde christen zich kunnen afvragen, maar waar twijfelt hij niet aan?
11 Als iemand met heilige geest wordt gezalfd, ondergaat hij enorme veranderingen. Jezus noemde dat proces ‘wedergeboren’ worden of ‘van boven verwekt worden’ (Joh. 3:3, 5; vtn.).[2] Hij legde verder uit: ‘Verwonder u niet omdat ik tot u zei: Gijlieden moet wedergeboren worden. De wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort het geluid ervan, maar gij weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is een ieder die uit de geest is geboren’ (Joh. 3:7, 8). Het is gewoon onmogelijk om aan iemand die het zelf niet heeft meegemaakt, goed uit te leggen wat het is om gezalfd te worden.
12 Iemand die gezalfd is, zou zich kunnen afvragen: Waarom ben ik uitgekozen? Waarom ik en niet een ander? Misschien vraagt hij zich zelfs af of hij wel goed genoeg is voor zo’n verantwoordelijkheid. Maar hij vraagt zich niet af of hij echt is uitgekozen. Hij voelt zich enorm dankbaar en bevoorrecht, en hij kan zich goed inleven in Petrus’ geïnspireerde woorden: ‘Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, want overeenkomstig zijn grote barmhartigheid heeft hij ons door middel van de opstanding van Jezus Christus uit de doden een nieuwe geboorte gegeven tot een levende hoop, tot een onverderfelijke en onbesmette en onverwelkelijke erfenis. Ze is in de hemelen weggelegd voor u’ (1 Petr. 1:3, 4). Als een gezalfde deze woorden leest, weet hij zeker dat zijn hemelse Vader tot hem persoonlijk spreekt.
13. Welke veranderingen maakt iemand die gezalfd is mee, en wat veroorzaakt die veranderingen?
13 Voordat ze dat persoonlijke getuigenis van Gods geest kregen, hadden deze christenen de hoop om eeuwig op aarde te leven. Ze zagen uit naar de tijd dat Jehovah de aarde gaat reinigen en het paradijs gaat herstellen. Ze stelden zich voor hoe het zou zijn om een familielid of vriend te verwelkomen die is teruggekomen uit de dood. Ze konden misschien niet wachten om in het huis te wonen dat ze zelf zouden bouwen en te genieten van de opbrengst van hun eigen boomgaard (Jes. 65:21-23). Waarom zijn ze er anders over gaan denken en waarom hebben ze een andere hoop gekregen? Niet omdat ze niet meer tevreden zijn met de hoop op leven op aarde. Ook niet omdat ze emotionele stress of problemen hebben, of denken dat eeuwig leven op aarde saai is. Het is ook niet omdat ze nieuwsgierig zijn hoe het leven in de hemel zou zijn. Ze zijn er anders over gaan denken doordat Jehovah ze heeft uitgenodigd door middel van zijn heilige geest.
14. Hoe bezien gezalfden hun leven hier op aarde?
14 Is het dan zo dat gezalfden willen sterven? Paulus zei: ‘Wij die in deze tent zijn, zuchten, omdat wij bezwaard zijn; want wij willen het niet uitdoen, maar het andere aandoen, opdat het sterfelijke door het leven verzwolgen moge worden’ (2 Kor. 5:4). Het is niet zo dat dit leven ze niet meer interesseert en dat ze hopen dat er snel een eind aan komt. Ze willen juist van elke dag in Jehovah’s dienst genieten, samen met familie en vrienden. Tegelijkertijd blijven ze denken aan de schitterende dingen die ze in de toekomst gaan meemaken (1 Kor. 15:53; 2 Petr. 1:4; 1 Joh. 3:2, 3; Openb. 20:6).
HEEFT JEHOVAH JOU UITGENODIGD?
15. Welke factoren spelen niet mee bij de vraag of iemand gezalfd is?
15 Misschien vraag jij je af of je zo’n bijzondere uitnodiging hebt gekregen. Als dat zo is, denk dan eens na over de volgende belangrijke vragen. Ben je een voortrekker in de velddienst? Vind je het heerlijk om Gods Woord te bestuderen en te graven in ‘de diepe dingen Gods’? (1 Kor. 2:10) Zie je dat je prediking door Jehovah gezegend wordt? Leef je echt voor het doen van Jehovah’s wil? Voel je je sterk verantwoordelijk om anderen op geestelijk gebied te helpen? Heb je duidelijk gezien dat Jehovah je in je leven helpt? Als je op al deze vragen volmondig ja kunt zeggen, betekent dat dan dat je een hemelse roeping hebt? Nee. Al Jehovah’s aanbidders kunnen dat zo ervaren, of ze nu wel of niet gezalfd zijn. De heilige geest werkt namelijk op dezelfde manier in alle aanbidders van Jehovah. Trouwens, als je je afvraagt of je gezalfd bent, dan kun je ervan uitgaan dat je dat niet bent. Degenen die Jehovah heeft uitgenodigd, vragen zich niet af of ze gezalfd zijn. Ze weten dat gewoon.
16. Hoe weten we dat niet iedereen die van Jehovah heilige geest krijgt een hemelse roeping heeft?
16 In de Bijbel staan veel voorbeelden van personen die een sterk geloof hadden en op een bijzondere manier gedreven werden door heilige geest, maar geen hemelse roeping hadden. Neem bijvoorbeeld Johannes de Doper. Jezus sprak positief over hem, maar zei over hem dat hij niet naar de hemel zou gaan (Matth. 11:10, 11). Ook David werd gedreven door heilige geest (1 Sam. 16:13). Hij had een diep geestelijk inzicht en hij werd zelfs geïnspireerd om gedeelten van de Bijbel te schrijven (Mark. 12:36). Maar tijdens Pinksteren zei Petrus dat David ‘niet naar de hemelen is opgestegen’ (Hand. 2:34). Deze personen ontvingen allemaal heilige geest waardoor ze geweldige dingen konden doen, maar ze ontvingen niet de roeping om naar de hemel te gaan. Dat betekent niet dat ze niet trouw of bekwaam genoeg waren om in de hemel als koning te regeren. Het betekent gewoon dat ze een opstanding krijgen op aarde (Joh. 5:28, 29; Hand. 24:15).
17, 18. (a) Welk vooruitzicht heeft het merendeel van Gods aanbidders in deze tijd? (b) Welke vragen gaan we in het volgende artikel bespreken?
17 In deze tijd heeft het merendeel van Jehovah’s aanbidders niet een hemelse roeping. Ze hebben hetzelfde vooruitzicht als David, Johannes de Doper en andere trouwe mensen uit de oudheid. Net als Abraham kijken ze ernaar uit om onderdanen van het Koninkrijk te worden (Hebr. 11:10). In deze tijd van het einde is er maar een overblijfsel van de gezalfden hier op aarde (Openb. 12:17). Dat houdt in dat het grootste deel van de 144.000 al in getrouwheid is gestorven.
18 Hoe moeten degenen die niet gezalfd zijn, iemand bezien die zegt een hemelse roeping te hebben? Hoe moet je reageren als iemand in je gemeente voor het eerst van de symbolen gebruikt? Moet je je zorgen maken over de toename in het aantal personen dat zegt gezalfd te zijn? Deze vragen zullen worden beantwoord in het volgende artikel.
^ [1] (alinea 4) Pinksteren viel mogelijk samen met de tijd dat bij Sinaï de Wet werd gegeven (Ex. 19:1). Dus misschien bracht Jezus de gezalfden onder het nieuwe verbond op dezelfde dag van het jaar als toen Mozes het volk Israël onder het Wetsverbond had gebracht.
^ [2] (alinea 11) Zie De Wachttoren van 1 april 2009, blz. 3-11 voor meer informatie over wedergeboren worden.