Hoe was het mogelijk?
EEN van de paradoxen van de geschiedenis is dat enkele van de zwaarste misdaden jegens de mensheid — slechts geëvenaard door de twintigste-eeuwse concentratiekampen — bedreven werden door dominicaanse of franciscaner paters, leden van twee predikingsorden die verondersteld worden toegewijd te zijn aan de prediking van Christus’ boodschap van liefde.
Het is moeilijk te begrijpen hoe een kerk die de geïnspireerde uitspraak onderschrijft dat „allen die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, . . . vervolgd [zullen] worden”, zelf anderen kon gaan vervolgen (2 Timótheüs 3:12, katholieke Willibrordvertaling). Hoe was het mogelijk?
Allereerst maakte de katholieke leer het mogelijk. Hoe dat zo? Ze kan samengevat worden met de beroemde uitspraak van de katholieke „Sint” Augustinus: „Salus extra ecclesiam non est” (Buiten de kerk bestaat er geen redding). In het onlangs verschenen boek A History of Christianity, door Paul Johnson, wordt over Augustinus gezegd: „Niet alleen aanvaardde hij vervolging, hij werd er zelfs de theoreticus van, en zijn verdedigingen ervan werden later het fundament waarop alle verdedigingen van de Inquisitie berustten.”
In de dertiende eeuw bepleitte „Sint” Thomas van Aquino, bijgenaamd Doctor angelicus (engelendoctor), de doodstraf voor ketterij. The Catholic Encyclopedia verklaarde dit als volgt: „Theologen en juristen baseerden hun houding tot op zekere hoogte op de overeenkomst tussen ketterij en hoogverraad.” Hetzelfde werk geeft toe: „Er kan derhalve geen twijfel over bestaan dat de Kerk aanspraak maakte op het recht gebruik te maken van fysieke dwang tegen hen die naar de officiële regels afvalligen waren.”
Het „recht” van de kerk om ketters te folteren en te verbranden was in feite een afschuwelijk gevolg van de onschriftuurlijke leerstellingen omtrent de hel en het vagevuur. De kerk folterde in de naam van een God van wie ze godslasterlijk beweert dat hij een pijniger is. — Vergelijk Jeremia 7:31; Romeinen 6:23.
De tweede reden waarom de Inquisitie mogelijk was, lag in het feit dat de kerk zich verregaand in de politiek had gemengd. Het middeleeuwse Europa was in feite een totalitaire maatschappij waarin Kerk en Staat, ook al wedijverden ze dikwijls met elkaar, hun krachten verenigden tegen ieder die het waagde kritiek te hebben op priester of vorst. Uit deze overspelige relatie werd de Inquisitie geboren. In de Franse Encyclopædia Universalis lezen wij: „De Inquisitie had haar taak nimmer kunnen volbrengen zonder de medewerking van de burgerlijke autoriteiten, die haar de middelen ter beschikking stelden en de vonnissen ten uitvoer legden.”
Hiermee wil niet gezegd zijn dat de protestanten schone handen hadden. Onpartijdige historische verslagen tonen aan dat zij in onverdraagzaamheid af en toe niet voor de katholieken onderdeden. Ook zij begingen gruwelijke wreedheden in de naam van Christus, en verbrandden zelfs andersdenkenden op de brandstapel, dikwijls met de hulp van de wereldlijke autoriteiten. En de protestantse wreedheden waren mogelijk om dezelfde reden: Ook de protestanten maken deel uit van een religieus stelsel dat in zijn theologie de onschriftuurlijke leer handhaaft van een door God verordende eeuwige pijniging en dat door de eeuwen heen een onreine geestelijke relatie met de wereldlijke machten heeft onderhouden.
Een hedendaagse erfenis
Zou de Inquisitie kunnen terugkomen? Stellig niet, gezien de huidige, op onttrekking aan kerkelijk gezag gerichte maatschappij. The New Encyclopædia Britannica maakt echter de volgende interessante opmerking: „De erfenis van christelijke onverdraagzaamheid en van de methoden die daar ontwikkeld werden (b.v. inquisitie, of hersenspoeling) werkt door in de onverdraagzaamheid van de ideologie en technieken van moderne politieke revoluties.”
Ja, „de erfenis van [afvallig-]christelijke onverdraagzaamheid en van de methoden die daar ontwikkeld werden” is terug te vinden in de hedendaagse wereldlijke onverdraagzaamheid. In sommige landen zijn door de politieke machthebbers al methoden die aan de Inquisitie doen denken, gebruikt tegen vertegenwoordigers van de Katholieke Kerk. Dit is een voorproefje van wat er nog gaat komen.
De bijbel toont aan dat „de koningen der aarde”, ofte wel de wereldheersers, met wie zulke wereldse religies geestelijke „hoererij” hebben bedreven, zich zullen keren tegen het hele wereldrijk van valse religie dat wordt gesymboliseerd door de „hoer”, „Babylon de Grote” (Openbaring 17:1-6). Zij zullen genoeg krijgen van haar inmenging in hun politieke aangelegenheden. God zal zulke antireligieuze elementen gebruiken om zijn oordeel aan dit door en door onrechtvaardige religieuze stelsel te voltrekken. Ze zullen „haar eenzaam maken en naakt, haar vlees verslinden, en haar verbranden met vuur” (Openbaring 17:12, 16-18, Petrus-Canisiusvertaling). Het bloed dat ze vergoten heeft door middel van religieuze oorlogen, kruistochten en inquisities, zal aldus gewroken worden. — Openbaring 18:24; 19:2.
Het betaamt derhalve alle oprechte katholieken en protestanten die zich schamen nog steeds deel uit te maken van een religieus stelsel dat zoveel onschuldig bloed heeft vergoten, acht te slaan op de oproep die God doet: „Gaat uit van haar, mijn volk, indien gij niet met haar in haar zonden wilt delen, en indien gij geen deel van haar plagen wilt ontvangen.” — Openbaring 18:4.
[Inzet op blz. 24]
Het „recht” van de kerk om ketters te folteren en te verbranden was in feite een afschuwelijk gevolg van de onschriftuurlijke leerstellingen omtrent hel en vagevuur