-
„Blijf vasthouden wat gij hebt”De Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
„Zij [zullen] zich voor u neerbuigen”
11. Welke zegen belooft Jezus aan de christenen, en hoe werd deze belofte vervuld?
11 Derhalve belooft Jezus hun dat hun activiteit vrucht zal afwerpen: „Zie! Hen die tot de synagoge van Satan behoren, die zeggen dat zij joden zijn en het evenwel niet zijn, maar liegen, zal ik geven — zie! ik zal hen doen komen en hulde voor uw voeten doen brengen en hen doen weten dat ik u heb liefgehad” (Openbaring 3:9). Misschien heeft de gemeente net als in Smyrna het hoofd moeten bieden aan problemen van de zijde der plaatselijke joden. Jezus noemt deze personen „de synagoge van Satan”. Niettemin staan ten minste enkelen van die joden op het punt te beseffen dat hetgeen de christenen omtrent Jezus hebben gepredikt, de waarheid is. Dat zij ’hulde brengen’, zal waarschijnlijk zijn op de wijze die Paulus in 1 Korinthiërs 14:24, 25 beschrijft, namelijk dat zij werkelijk berouw hebben en christenen worden, in het volledige besef van de grote liefde die Jezus heeft betoond door zelfs afstand te doen van zijn ziel ten behoeve van zijn discipelen. — Johannes 15:12, 13.
12. Waarom zal het leden van de joodse synagoge in Filadélfia waarschijnlijk ontsteld hebben te vernemen dat sommigen van hen zich zouden „neerbuigen” voor de plaatselijke christelijke gemeenschap?
12 Het zal leden van de joodse synagoge in Filadélfia waarschijnlijk ontsteld hebben te vernemen dat sommigen van hen ’hulde zouden brengen’ aan de plaatselijke christelijke gemeenschap. Met het oog op het feit dat er ongetwijfeld vele niet-joden in die gemeente zijn, zullen zij precies het tegenovergestelde verwacht hebben. Waarom? Omdat Jesaja had voorzegd: „[Niet-joodse] koningen moeten verzorgers voor u [het volk Israël] worden, en hun vorstinnen voedsters voor u. Met het aangezicht ter aarde zullen zij zich voor u neerbuigen” (Jesaja 49:23; 45:14; 60:14). In dezelfde trant schreef Zacharia onder inspiratie: „Het zal zijn in die dagen dat tien mannen [niet-joden] uit alle talen der natiën zullen vastgrijpen, ja, zij zullen werkelijk de slip vastgrijpen van een man die een jood is, en zeggen: ’Wij willen met ulieden gaan, want wij hebben gehoord dat God met ulieden is’” (Zacharia 8:23). Ja, niet-joden zouden zich voor joden neerbuigen, niet andersom!
13. Wie waren de joden in wie de profetieën die tot het oude Israël waren gericht, in vervulling zouden gaan?
13 Die profetieën waren tot Gods uitverkoren natie gericht. Toen ze werden geuit, nam het vleselijke Israël die eervolle positie in. Doch toen de joden de Messías weigerden te aanvaarden, verwierp Jehovah hen als natie (Matthéüs 15:3-9; 21:42, 43; Lukas 12:32; Johannes 1:10, 11). Op Pinksteren in 33 G.T. verkoos hij in hun plaats het ware Israël Gods, de christelijke gemeente. De leden ervan zijn de geestelijke joden, met de ware besnijdenis van het hart (Handelingen 2:1-4, 41, 42; Romeinen 2:28, 29; Galaten 6:16). Daarna konden individuele vleselijke joden slechts op één manier weer in een goedgekeurde verhouding met Jehovah komen, namelijk door geloof te stellen in Jezus als de Messías (Matthéüs 23:37-39). Klaarblijkelijk zou dit in het geval van enkele personen in Filadélfia nu spoedig gebeuren.a
14. Hoe zijn Jesaja 49:23 en Zacharia 8:23 in deze tijd op betekenisvolle wijze in vervulling gegaan?
14 In deze tijd zijn profetieën zoals Jesaja 49:23 en Zacharia 8:23 op zeer betekenisvolle wijze in vervulling gegaan. Ten gevolge van de prediking door de Johannesklasse zijn grote aantallen mensen door de geopende deur gegaan om de Koninkrijksdienst op zich te nemen.b De meesten van hen zijn afkomstig uit de christenheid, die is samengesteld uit vele religies die ten onrechte beweren tot het geestelijke Israël te behoren. (Vergelijk Romeinen 9:6.) Deze personen, die een grote schare vormen, wassen hun lange gewaden en maken ze wit door geloof te oefenen in het offerandelijke bloed van Jezus (Openbaring 7:9, 10, 14). Door gehoorzaam te zijn aan Christus’ Koninkrijksheerschappij hopen zij de zegeningen ervan hier op aarde te beërven. Zij komen tot Jezus’ gezalfde broeders en ’buigen zich’ geestelijk gesproken voor hen ’neer’ omdat ’zij hebben gehoord dat God met hen is’. Zij verrichten dienst voor deze gezalfden, met wie zij in een wereldomvattende broederschap verenigd worden. — Matthéüs 25:34-40; 1 Petrus 5:9.
-
-
„Blijf vasthouden wat gij hebt”De Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
17 In 1918 moest de uit gezalfde christenen bestaande Johannesklasse — evenals die loyale gemeente in Filadélfia — het hoofd bieden aan tegenstand van de zijde der hedendaagse „synagoge van Satan”. Religieuze leiders der christenheid, die beweerden geestelijke joden te zijn, wisten de regeerders er op sluwe wijze toe te brengen ware christenen te onderdrukken.
-
-
„Blijf vasthouden wat gij hebt”De Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
19. Hoe heeft de Johannesklasse zich gekweten van de verantwoordelijkheden die Jezus in 1919 aan haar toevertrouwde, en met welk resultaat?
19 Vanaf 1919 heeft het gezalfde overblijfsel in navolging van Jezus’ voorbeeld een energieke veldtocht op touw gezet om het goede nieuws van het Koninkrijk wijd en zijd te verkondigen (Matthéüs 4:17; Romeinen 10:18). Als gevolg daarvan zijn sommigen van de hedendaagse synagoge van Satan, de christenheid, tot dit gezalfde overblijfsel gekomen, hebben van berouw blijk gegeven en hebben zich ’neergebogen’ door de autoriteit van de slaaf te erkennen. Ook zij zijn gekomen om Jehovah in eendracht met de ouderen van de Johannesklasse te dienen. Dit bleef doorgaan totdat het volledige aantal van Jezus’ gezalfde broeders bijeengebracht was. Hierna is „een grote schare . . . uit alle natiën” gekomen om zich voor de gezalfde slaaf ’neer te buigen’ (Openbaring 7:3, 4, 9). Te zamen verrichten de slaaf en deze grote schare dienst als de ene kudde van Jehovah’s Getuigen.
-