BOEKROL, ROL
De gebruikelijke boekvorm in de tijd dat de bijbel werd geschreven. De Schrift werd op rollen of boekrollen van leer, perkament of papyrus geschreven, en ook vele afschriften ervan werden in deze vorm vervaardigd (Jer 36:1, 2, 28, 32; Jo 20:30; Ga 3:10; 2Ti 4:13; Opb 22:18, 19). Een boekrol werd vervaardigd door stroken van bovengenoemd materiaal aaneen te lijmen zodat een lang blad ontstond, dat vervolgens om een stok werd gewikkeld. Bij een zeer lange boekrol werden twee stokken gebruikt. Zo’n boekrol werd dan vanaf beide uiteinden naar het midden toe opgerold. Wanneer iemand in zo’n rol wilde lezen, rolde hij hem met de ene hand af en met de andere hand op totdat hij de gewenste plaats gevonden had. Na het lezen rolde hij de boekrol weer op. — Zie voor bijzonderheden over materiaal, grootte, enzovoort, het trefwoord BOEK.
„De boekrol” legt getuigenis af omtrent Jezus. Jezus Christus kwam naar de aarde om Gods wil te doen, zoals in de Hebreeuwse Geschriften, in „de boekrol”, was voorzegd (Ps 40:7, 8; Heb 10:7-9). In de synagoge van Nazareth opende Jezus de boekrol van Jesaja en las de profetische woorden voor dat hij met Jehovah’s geest gezalfd zou worden om te prediken. Vervolgens rolde hij de boekrol op, gaf ze aan de dienaar terug, ging zitten en verklaarde aan alle aanwezigen: „Heden is deze schriftplaats die gij zojuist hebt gehoord, vervuld” (Lu 4:16-21; Jes 61:1, 2). Aangezien „het getuigenis afleggen omtrent Jezus [datgene is wat] tot profeteren inspireert”, hebben in feite alle boekrollen van de gehele bijbel en de openbare bekendmaking van het goede nieuws dat vervat is in de boekrollen van de christelijke Geschriften, betrekking op de positie en het werk van Jezus Christus in Jehovah’s voornemen. — Opb 19:10.
Johannes schreef aan het einde van zijn evangelie: „Er zijn in werkelijkheid nog vele andere dingen die Jezus heeft gedaan, en ik veronderstel dat, als ze ooit uitvoerig zouden worden beschreven, de wereld zelf de geschreven boekrollen niet zou kunnen bevatten” (Jo 21:25). Johannes trachtte in zijn evangelie niet alles op te schrijven, maar slechts datgene wat voldoende was om zijn hoofdgedachte te staven, namelijk dat Jezus Christus de Zoon van God en Zijn Messias was. Ja, er staat voldoende in Johannes’ „boekrol” alsook in de andere geïnspireerde Geschriften om afdoend te bewijzen dat „Jezus de Christus is, de Zoon van God”. — Jo 20:30, 31.
Symbolisch gebruik. In diverse gevallen wordt het woord „boekrol” in de bijbel symbolisch gebruikt. Zowel Ezechiël als Zacharia zagen een boekrol die aan beide zijden beschreven was. Daar boekrollen gewoonlijk slechts aan één kant beschreven werden, kan het beschrijven van beide zijden op de belangrijkheid, de omvang en de ernst van de in deze boekrollen opgetekende oordelen duiden (Ez 2:9–3:3; Za 5:1-4). In het visioen uit de Openbaring hield degene die op de troon zat, in zijn rechterhand een boekrol met zeven zegels, waardoor het geschrevene verborgen gehouden zou worden totdat het Lam Gods ze opende (Opb 5:1, 12; 6:1, 12-14). Later in het visioen werd Johannes zelf een boekrol aangereikt en kreeg hij de opdracht ze op te eten. Ze smaakte zoet, maar maakte zijn buik bitter. Daar de boekrol open en niet verzegeld was, ging het om iets wat begrepen kon worden. Het was voor Johannes een ’zoete’ ervaring om de daarin vervatte boodschap te ontvangen, maar blijkbaar stonden er bittere dingen in die hij moest profeteren (Opb 10:1-11). Ezechiël had een soortgelijke ervaring met een boekrol die hem werd aangereikt en die ’klaagliederen en gezucht en geweeklaag’ bevatte. — Ez 2:10.
„De boekrol des levens van het Lam”. God heeft geen afgodische aanbidders van het symbolische „wilde beest” als metgezellen van het Lam uitgekozen. Daarom staat „de naam van niet één van hen . . . geschreven in de boekrol des levens van het Lam, dat geslacht werd”, en „sedert de grondlegging der [mensen]wereld” was besloten dat dit zo zou zijn. — Opb 13:1-8; 21:27.
Boekrollen des oordeels en des levens. Johannes zag ook dat er ’boekrollen werden geopend’ en dat de uit de doden opgestane personen „werden geoordeeld op grond van de dingen die in de boekrollen geschreven stonden, overeenkomstig hun daden”. Deze boekrollen bevatten blijkbaar Jehovah’s wetten en instructies met betrekking tot zijn wil voor de mensen tijdens die oordeelsperiode, en door datgene wat in de boekrollen geschreven staat te gehoorzamen op grond van geloof, of niet te gehoorzamen, openbaren zij of zij het verdienen dat hun namen in Jehovah’s „boekrol des levens” worden geschreven of daarin blijven staan. — Opb 20:11-15; zie LEVEN.
’Als een boekrol opgerold’. In Jesaja 34:4 spreekt de profeet een oordeel over de natiën uit met de woorden: „En de hemel moet worden opgerold, net als een boekrol.” Kennelijk zinspeelt Jesaja hier op de wijze waarop een boekrol, nadat men ze gelezen heeft, opgerold en weggelegd wordt. De uitspraak symboliseert derhalve dat iets wat geen nut of waarde meer heeft, weggelegd of weggedaan wordt.