LEHABIM
(Le̱habim).
Een naam die in Genesis 10:13 en 1 Kronieken 1:11 onder de nakomelingen van Cham via Mizraïm voorkomt. Aangezien de Hebreeuwse naam een meervoudsvorm is, zijn veel geleerden van mening dat er een stam wordt bedoeld die de naam van een van Mizraïms zonen draagt. (Zie echter MIZRAÏM.) De Lehabim worden over het algemeen met de Libiërs geïdentificeerd en schijnen op zijn minst een van de stammen te zijn geweest die in de oudheid Libië bevolkten. Hoewel de identificatie moeilijk is, zijn zij waarschijnlijk de Loe·vimʹ die elders in de Hebreeuwse tekst worden genoemd, zoals in 2 Kronieken 12:3, waar in de American Standard Version „Lubim” staat en in de meeste Nederlandse vertalingen „Libiërs”.