Een huwelijk dat miljoenen thans levenden tot voordeel strekt
„Jehovah, onze God, de Almachtige, is als koning gaan regeren. . . . Laten wij hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is aangebroken en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt.” — OPENBARING 19:6, 7.
1. Wanneer gaat het profetische lied van Openbaring 19:6-8 gezongen worden, en waarom?
DEZE opwindende woorden maken deel uit van een profetisch overwinningslied. Wanneer zal het zingen ervan beginnen? Na de vernietiging van de eeuwenoude vijandin van Jehovah’s aanbidding — „Babylon de Grote”, de symbolische „grote hoer” die alle vormen van valse religie vertegenwoordigt. Er moet een oordeel aan haar voltrokken worden voor de manier waarop zij God in een verkeerd daglicht heeft gesteld. Hoe heeft zij de mensheid misleid door haar betrokkenheid bij politiek, haar materialistische hebzucht en haar moordzuchtige haat jegens Jehovah’s ware aanbidders! — Openbaring 17:1-6; 18:23, 24; 19:1, 2; Jakobus 4:4.
2. (a) Hoe zal Jehovah de vernietiging van Babylon de Grote bewerkstelligen? (b) Wat zullen de verwoesters van de valse religie doen, in plaats van Jehovah te loven?
2 Weldra zal Jehovah God het de politieke leiders van de wereld in het hart geven haar te vernietigen (Openbaring 17:12, 16, 17). Maar de verwoesters van de valse religie zullen niet meezingen in het grootse overwinningslied. In plaats daarvan zullen zij onder de invloed van Satan, alias Gog, een aanval doen op hen die de ware religie beoefenen, die in vrede leven en zich afgescheiden houden van de slechtheid van deze wereld. — Jesaja 2:2-4; Ezechiël 38:2, 8-12; Johannes 17:14; Jakobus 1:27.
3. Om welke redenen zullen Jehovah’s aardse dienstknechten het hemelse lied meezingen?
3 Deze God-tartende aanval door de politieke heersers zal uitlopen op de strijd van Armageddon, waarin de antireligieuze natiën volledig aan hun eind zullen komen. Vervolgens zal de verdorven invloed van Satan en zijn demonen van de aarde worden weggenomen (Openbaring 16:14, 16; 19:11-21; 20:1, 2). Met harten vervuld van dankbaarheid zullen alle menselijke overlevenden zich aansluiten bij het hemelse koor: „Looft Jah, want Jehovah, onze God, de Almachtige, is als koning gaan regeren” (Openbaring 19:6). Ja, zulke wereldschokkende gebeurtenissen zullen een nieuw tijdperk inluiden. Jehovah zal zijn soevereiniteit hebben gerechtvaardigd en de aarde hebben ontdaan van allen die zijn heerschappij aanvechten. Eindelijk zal de tijd zijn gekomen voor de hemelse bruiloft. Het profetische lied vervolgt: „Laten wij ons verheugen en verrukt zijn, en laten wij hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is aangebroken en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt.” — Openbaring 19:7, 8.
4. (a) Wie worden afgebeeld door het Lam en zijn „vrouw”? (b) Welke vragen worden hier gesteld, en hoe kunnen wij de antwoorden vinden?
4 Het Lam is niemand minder dan de verheerlijkte Jezus Christus, en zijn „vrouw” bestaat uit de voltallige 144.000 getrouwe gezalfde volgelingen die nu met hem in de hemel verenigd zijn. Samen vormen deze hemelse huwelijkspartners het volledige ledental van Gods koninkrijk, dat de mensheid, met inbegrip van hen die uit de dood terugkeren, zal verheffen tot menselijke volmaaktheid (Openbaring 5:8-10; 14:1-4; 20:4, 12, 13; 21:3-5, 9, 10; 22:1-3). Zullen de gebeurtenissen die tot dat gezegende huwelijk moeten leiden, een succesvolle afloop hebben? Hoe kunt u voordeel trekken van dat huwelijk? Laat ons voor de antwoorden op deze vragen gebeurtenissen onderzoeken rond Isaäks huwelijk, zoals wij die opgetekend vinden in Genesis hoofdstuk 24.
Een door God gekozen bruid voor Isaäk
5, 6. Waarom stond Abraham erop dat Isaäk geen Kanaänitische zou huwen, en voor wie is dit een voortreffelijke leidraad in deze tijd? (1 Korinthiërs 7:39)
5 Het verslag begint ermee dat Abraham instructies geeft aan de man die zijn huis bestuurde, kennelijk Eliëzer (Genesis 15:2; 24:2). „Ik . . . moet [u] laten zweren bij Jehovah,” zei Abraham, „dat gij voor mijn zoon geen vrouw zult nemen uit de dochters der Kanaänieten, te midden van wie ik woon, maar gij zult naar mijn land en naar mijn bloedverwanten gaan, en gij zult stellig voor mijn zoon, voor Isaäk, een vrouw nemen.” — Genesis 24:3, 4.
6 Waarom stond Abraham erop dat zijn zoon niet een Kanaänitische zou huwen? Omdat de Kanaänieten afstammelingen waren van Kanaän, die door Noach was vervloekt (Genesis 9:25). Bovendien stonden de Kanaänieten bekend om hun ontaarde praktijken, en als belangrijkste punt, zij waren geen aanbidders van Jehovah (Genesis 13:13; Leviticus 18:3, 17-28). Het is begrijpelijk dat Abraham zijn zoon wilde laten trouwen met iemand uit zijn eigen familie, afstammelingen van Sem, die Noachs geïnspireerde zegen had ontvangen (Genesis 9:26). Wat is dit een voortreffelijke leidraad voor christenen die in deze tijd willen trouwen! — Deuteronomium 7:3, 4.
7. Hoe rustte Abraham Eliëzer toe voor zijn toewijzing?
7 Daarom begon Eliëzer aan een reis van meer dan 800 kilometer naar Mesopotamië. Hij was goed toegerust met tien kamelen beladen met geschenken (Genesis 24:10). Bovendien kon hij nadenken over deze geloofversterkende woorden van zijn meester: „Jehovah, de God van de hemel, . . . zal zijn engel voor u uit zenden, en gij zult stellig vandaar een vrouw voor mijn zoon nemen.” — Genesis 24:7.
8, 9. (a) Wat gebeurde er toen Eliëzer de stad Nahor bereikte? (b) Met behulp van welke test zou een geschikte bruid worden uitgezocht?
8 Uiteindelijk bereikte hij de stad Nahor in het noorden van Mesopotamië. Eliëzer liet de vermoeide kamelen neerknielen om te rusten bij een put buiten de stad. Het was de tijd van de dag dat vrouwen water kwamen halen — voorwaar een prima gelegenheid voor Eliëzer om uit te zien naar een mogelijke bruid! Maar wat voor vrouw moest zij zijn? Degeen die het bevalligst was? Nee. Eliëzer was vooral geïnteresseerd in een vrouw met een godvruchtige persoonlijkheid. Dit werd onthuld door het nederige gebed van geloof dat hij nu uitte: „Jehovah, de God van mijn meester Abraham, laat het alstublieft heden voor mijn aangezicht geschieden en betracht liefderijke goedheid jegens mijn meester Abraham. Zie, ik sta nu bij een waterbron, en de dochters van de mannen der stad komen naar buiten om water te putten. Het moet geschieden dat de jonge vrouw tot wie ik zal zeggen: ’Laat uw waterkruik alstublieft neer, opdat ik moge drinken’, en die werkelijk zal zeggen: ’Drink, en ik zal ook uw kamelen drenken’, díe moet gij voor uw knecht, voor Isaäk, bestemmen; en laat mij hieraan weten dat gij loyale liefde jegens mijn meester hebt betracht.” — Genesis 24:11-14.
9 Dat was inderdaad een goede test. Volgens The New Encyclopædia Britannica kan een kameel als hij heel dorstig is, ’in 10 minuten [95 liter] water’ drinken. Nu hoeven Abrahams kamelen niet zó dorstig te zijn geweest, maar de vrouwen van die tijd wisten ongetwijfeld hoeveel water het dier aankon. Het moest beslist een zeer vriendelijke, onzelfzuchtige en ijverige vrouw zijn die aanbood tien vermoeide kamelen van een vreemdeling te drenken.
10, 11. (a) Op welke opmerkelijke manier werd Eliëzers gebed verhoord? (b) Hoe toonde Rebekka wenselijke eigenschappen? (c) Hoe reageerde Eliëzer?
10 Nog voordat Eliëzer klaar was met zijn gebed, werd het verhoord, zoals het verslag zegt: „Daar kwam Rebekka naar buiten . . . De jonge vrouw nu was zeer aantrekkelijk van uiterlijk, een maagd, en nog geen man had seksuele gemeenschap met haar gehad; en zij daalde vervolgens af naar de bron en ging haar waterkruik vullen en kwam toen naar boven. Terstond snelde de knecht haar tegemoet en zei: ’Geef mij alstublieft een slokje water uit uw kruik.’ Hierop zei zij: ’Drink, mijn heer.’ Toen liet zij vlug haar kruik neer op haar hand en gaf hem te drinken. Nadat zij hem genoeg had laten drinken, zei zij: ’Ook voor uw kamelen zal ik water putten, totdat ze genoeg gedronken hebben.’ Zij goot dus vlug haar kruik leeg in de drinkbak en liep telkens weer naar de put om water te putten, en zij bleef voor al zijn kamelen putten.” — Genesis 24:15-20.
11 Eliëzer keek „vol verbazing” toe terwijl hij deze wonderbaarlijke verhoring van zijn gebed waarnam. Toen de prijzenswaardige maagd klaar was, beloonde hij haar met een gouden neusring en twee gouden armbanden en vroeg: „Wiens dochter zijt gij?” Toen Eliëzer vernam dat zij Abrahams achternicht was, boog hij zich in eerbiedige aanbidding voor Jehovah neer en zei: „Gezegend zij Jehovah, de God van mijn meester Abraham, die zijn liefderijke goedheid en zijn trouw jegens mijn meester niet achterwege heeft gelaten. Op mijn weg heeft Jehovah mij naar het huis van de broeders van mijn meester geleid.” — Genesis 24:21-27.
12. Hoe werd de zaak bij Rebekka thuis beklonken?
12 Rebekka holde opgewonden naar huis om daar haar relaas te doen. Toen Rebekka’s vader en broer later uit Eliëzers eigen mond hoorden wat het doel van zijn reis was en hoe Jehovah zijn gebed had verhoord, stemden zij er zonder aarzelen mee in dat Rebekka Isaäks vrouw zou worden. „Nu geschiedde het dat toen Abrahams knecht hun woorden had gehoord, hij zich terstond ter aarde neerwierp voor Jehovah. Vervolgens haalde de knecht zilveren voorwerpen en gouden voorwerpen en klederen te voorschijn en gaf ze aan Rebekka; en hij gaf uitgelezen dingen aan haar broer en aan haar moeder.” — Genesis 24:52, 53.
De reactie van de bruid en haar dienaressen
13. Hoe werd bevestigd dat Jehovah’s keus de juiste was?
13 Hoe bezag Rebekka het voorrecht door God uitgekozen te zijn als Isaäks bruid? De volgende dag gebeurde er iets waardoor haar ware innerlijke gevoelens onthuld werden. Nu Eliëzer het doel van zijn reis verwezenlijkt had, wilde hij zonder uitstel naar zijn meester terugkeren. Maar Rebekka’s familie had graag dat de bruid nog ten minste tien dagen bij hen bleef. Daarom werd de kwestie aan Rebekka voorgelegd opdat zij kon zeggen of zij bereid was onmiddellijk te vertrekken. „Ik ben bereid te gaan”, zei zij. Erin toe te stemmen haar familie onmiddellijk te verlaten en naar een ver land te reizen om daar te trouwen met een man die zij nog nooit gezien had, was een voortreffelijke demonstratie van geloof in Jehovah’s leiding. Het bevestigde dat zij de juiste keus was. — Genesis 24:54-58.
14. (a) Door wie werd Rebekka vergezeld? (b) Wat voor reis hadden zij voor de boeg?
14 Rebekka had gezelschap op haar reis. Het verslag licht toe: ’Rebekka en haar dienaressen stonden op en zij reden vervolgens op de kamelen weg’ (Genesis 24:61). Zo begon de karavaan van kamelen aan een gevaarlijke reis van meer dan 800 kilometer door vreemd gebied. „De gemiddelde snelheid van beladen kamelen”, verklaart het boek The Living World of Animals, „is ongeveer [4 kilometer] per uur.” Als Abrahams kamelen die snelheid acht uur per dag handhaafden, zou het meer dan 25 dagen hebben gevergd om hun bestemming in de Negeb te bereiken.
15. (a) Welk voortreffelijk voorbeeld zien wij in Eliëzer, Rebekka en haar dienaressen? (b) Wat wordt door het verhaal voorschaduwd?
15 Eliëzer, Rebekka en haar dienaressen vertrouwden volledig op Jehovah’s leiding, een voortreffelijk voorbeeld voor christenen in deze tijd! (Spreuken 3:5, 6) Bovendien vormt het verslag een geloofversterkend profetisch drama. Zoals wij hebben gezien, vormt Abraham een afbeelding van Jehovah God, die zijn geliefde Zoon, de Grotere Isaäk, offerde opdat zondige mensen eeuwig leven zouden verwerven (Johannes 3:16). De toebereidselen voor Isaäks huwelijk kwamen enige tijd nadat hij was gespaard voor de dood op het offeraltaar. Dit was profetisch ten aanzien van de voorbereidselen voor het hemelse huwelijk, welke pas echt begonnen na Jezus’ opstanding.
Het huwelijk van de Grotere Isaäk
16. (a) Hoe beeldt Abrahams knecht op passende wijze Gods heilige geest af? (b) Welke vraag kan men stellen met betrekking tot de geest en de bruid?
16 Eliëzers naam betekent „Mijn God is helper”. Wat zijn naam en handelwijze betreft, vormt hij een passende afbeelding van de heilige geest van de Grotere Abraham, Jehovah God, welke geest Hij naar dit verre land, de aarde, stuurde om een geschikte bruid voor de Grotere Isaäk, Jezus Christus, uit te kiezen (Johannes 14:26; 15:26). De bruidklasse is „de gemeente”, bestaande uit discipelen die door heilige geest zijn verwekt als geestelijke zonen van God (Efeziërs 5:25-27; Romeinen 8:15-17). Zoals Rebekka kostbare geschenken ontving, zo hebben de eerste leden van de christelijke gemeente op de dag van Pinksteren 33 G.T. wonderbaarlijke gaven ontvangen als bewijs van hun goddelijke roeping (Handelingen 2:1-4). Net als Rebekka hebben zij bereidwillig afstand gedaan van alle wereldse en vleselijke banden teneinde uiteindelijk met hun hemelse Bruidegom verenigd te worden. Vanaf de tijd dat individuele leden van de bruidklasse worden geroepen en tot aan hun dood, moeten zij hun geestelijke maagdelijkheid bewaren terwijl zij door Satans gevaarlijke, verleidelijke wereld reizen (Johannes 15:18, 19; 2 Korinthiërs 11:3; Jakobus 4:4). Vervuld van heilige geest richt de bruidklasse getrouw de uitnodiging tot anderen om gebruik te maken van Jehovah’s voorzieningen voor redding (Openbaring 22:17). Volgt u haar voorbeeld door ook gevolg te geven aan de leiding van de geest?
17. (a) Wat beelden de tien kamelen af? (b) Wat dient onze houding te zijn ten opzichte van de bijbel en ten opzichte van op de bijbel gebaseerde publikaties die door de bruidklasse worden verschaft? (Handelingen 17:11)
17 De bruidklasse heeft heel veel waardering voor wat wordt afgebeeld door de tien kamelen. Het getal tien wordt in de bijbel gebruikt om volmaaktheid of volledigheid aan te geven met betrekking tot dingen op aarde. De tien kamelen kunnen vergeleken worden met het volledige en volmaakte Woord van God, door middel waarvan de bruidklasse geestelijke voeding en geestelijke gaven ontvangt (Johannes 17:17; Efeziërs 1:13, 14; 1 Johannes 2:5). Betreffende Rebekka’s drenken van de kamelen gaf De Wachttoren van 15 januari 1949 deze toepassing ten aanzien van de bruidklasse: „Vol liefde beschouwen zij het Woord van God dat hun veel van zijn geest overdraagt. Zij stellen belang in zijn geschreven Woord, dienen het en maken het weer ’fris’, doordat zij er acht op slaan en een oprechte zorg voor de boodschap en het doel er van ten toon spreiden en het wensen te geloven.” Als voorbeeld hiervan heeft het overblijfsel van de bruidklasse het liefdevol mogelijk gemaakt dat miljoenen de beschikking kregen over de frisse, moderne New World Translation of the Holy Scriptures. Toont u, of deze voortreffelijke vertaling nu wel of niet in uw taal voorhanden is, waardering door regelmatig de bijbel samen met door de bruidklasse verschafte studiehulpmiddelen te bestuderen? — 2 Timótheüs 3:16.
De bruiloft van het Lam nadert
18. Waarom vormen Rebekka’s dienaressen een goede afbeelding van metgezellen van de bruid in deze tijd?
18 In deze laatste dagen van Satans wereld heeft zich bij het overblijfsel van de bruidklasse „een grote schare” gevoegd, te vergelijken met Rebekka’s „dienaressen”. Net als in het geval van Rebekka zijn zij veel en veel talrijker dan de numeriek voltallige bruidklasse van 144.000. Zij zijn de „grote schare” „andere schapen” van Jezus Christus (Openbaring 7:4, 9; Johannes 10:16). Als een loyaal gevolg van de bruid moeten ook zij vrij blijven van besmetting door Satans verdorven wereld. Ook zij moeten reageren op de leiding van Jehovah’s geest en zijn Woord zoals dat hun door de bruidklasse wordt uitgelegd. Maar hun beloning is een andere. Als zij Christus’ bruid loyaal blijven ondersteunen, zullen zij het einde van Satans wereld overleven en de schitterende gelegenheid hebben voor eeuwig in een aards paradijs te leven. — Openbaring 21:3, 4.
19. Wat gebeurde er toen Rebekka en haar dienaressen hun bestemming bereikten?
19 Hebben Rebekka en haar „dienaressen” op voorspoedige wijze hun bestemming bereikt? Ja. De bijbel bericht: „En Isaäk liep tegen het vallen van de avond buiten rond om te mediteren in het veld. Toen hij zijn ogen opsloeg en keek, zie, daar kwamen kamelen aan! Toen Rebekka haar ogen opsloeg, kreeg zij Isaäk in het oog en met een snelle beweging liet zij zich van de kameel afglijden.” Nadat Eliëzer het welslagen van zijn zending had toegelicht, aanvaardde Isaäk Rebekka als zijn vrouw en „kreeg haar lief”. — Genesis 24:63-67.
20. Welke aanleiding tot verheuging wordt voorschaduwd door Isaäks huwelijk?
20 Evenzo kan Jehovah’s doel met betrekking tot de bruid van Christus niet falen (Jesaja 55:11). Weldra zullen, nadat Babylon de Grote is geoordeeld en vernietigd, de laatsten van het overblijfsel van de bruid hun reis voltooien. Hun tijd zal zijn gekomen om gescheiden te worden van hun metgezellen en in een huwelijk verenigd te worden met de Grotere Isaäk in de hemel. Wat een grootse aanleiding voor universele vreugde zal dat zijn! — Openbaring 19:6-8.
21. Wat dienen wij allen te doen terwijl de climax van het hemelse huwelijk dichterbij komt?
21 Ondertussen zegenen miljoenen zich door gehoor te geven aan de bediening van het steeds minder talrijk wordende overblijfsel van de bruid. Voordat al dezen hun aardse loopbaan in de dood zullen hebben geëindigd, zal de verwoesting van het met een hoer te vergelijken wereldrijk van valse religie het begin hebben ingeluid van de „grote verdrukking . . . zoals er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen”. De overgebleven tijd is kort. Als u in leven wilt blijven, is het van het grootste belang een aandeel te hebben aan het volbrengen van de goddelijke geboden! (Matthéüs 24:14, 21; Markus 13:10; Lukas 21:15; Johannes 13:34) Zulke geboden zijn speciaal in onze kritieke tijden van toepassing. Of u dus tot het overblijfsel van de bruid behoort of tot de „grote schare” van haar gevolg, blijf Jehovah gehoorzamen tot zijn eer en tot uw eigen eeuwige geluk. Hoe groots zal het zijn dat de grote schare, waarvan de leden nu reeds als Gods vrienden worden gerekend, zal blijven leven terwijl Jehovah ’alle dingen nieuw maakt’ en miljoenen op een paradijsaarde zich in een stroom van blijvende voordelen zullen verheugen! — Openbaring 21:5; 22:1, 2, 17.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Welke opwindende gebeurtenissen moeten binnenkort plaatsvinden?
◻ Wat garandeert dat de hemelse bruiloft een volledig succes zal zijn?
◻ Waarmee kunnen Eliëzer en de tien kamelen vergeleken worden?
◻ Wie vormen in deze tijd het tegenbeeld van Rebekka en haar dienaressen?
◻ Wat leren wij uit gebeurtenissen die de aanloop tot Isaäks huwelijk vormden?