Spreekt de bijbel zichzelf tegen?
’GOD kan onmogelijk liegen’, verklaart de bijbel (Hebreeën 6:18). Hoe zou zijn boek dus vol kunnen staan met flagrante ongerijmdheden en grove tegenstrijdigheden en desondanks het Woord van God genoemd kunnen worden? Dit zou onmogelijk kunnen. ’Waarom zijn er echter tegenstrijdigheden?’ zult u vragen.
Zoals verwacht kon worden met betrekking tot een boek dat eeuwenlang moeizaam met de hand werd overgeschreven en dat in de loop der tijd in de algemeen gesproken volkstalen vertaald moest worden, zijn er enkele afschrijffouten binnengeslopen. Maar geen van deze zijn van dien aard en zo belangrijk dat ze een twijfelachtig licht werpen op de inspiratie en het gezag van de bijbel in zijn geheel. Door een zorgvuldig onderzoek kan worden aangetoond dat er voor schijnbare tegenstrijdigheden een eerlijke oplossing bestaat. Maar al te vaak hebben mensen die beweren dat de bijbel zichzelf tegenspreekt, zelf geen grondig onderzoek ingesteld maar hebben zij deze mening, die hun is opgedrongen door personen die de bijbel niet wensen te geloven of zich er niet door willen laten leiden, gewoon aanvaard. „Wanneer iemand antwoord geeft op een zaak voordat hij ze hoort, is dat dwaasheid van zijn kant en schande”, waarschuwt de bijbel in Spreuken 18:13.
Af en toe opperen sommigen bezwaar tegen het feit dat bijbelschrijvers het niet altijd eens schijnen te zijn over dingen als getallen, de volgorde van gebeurtenissen, de bewoordingen van aanhalingen, enzovoort. Maar beschouw het volgende eens: Als u verscheidene ooggetuigen van een gebeurtenis zou vragen datgene wat zij hebben gezien op papier te zetten, zouden alle verslagen dan qua bewoordingen en details volledig met elkaar overeenstemmen? Als dit het geval zou zijn, zou u de schrijvers dan niet van samenspanning verdenken? Zo heeft God de bijbelschrijvers ook toegestaan hun eigen specifieke stijl en taal te behouden, terwijl hij erop toezag dat zijn ideeën en daarmee verband houdende feiten nauwkeurig werden doorgegeven.
Aanhalingen uit oudere geschriften kunnen enigszins afwijken van de oorspronkelijke verklaringen, om aan de behoeften en het doel van de nieuwe schrijver te voldoen, terwijl de fundamentele betekenis en gedachte toch behouden blijven. Hetzelfde zou gezegd kunnen worden over de groepering van gebeurtenissen. De ene schrijver kan een strikt chronologische volgorde aanhouden, terwijl een ander de gebeurtenissen zou kunnen rangschikken op grond van de relatie waarin ze tot bepaalde gedachten staan. Weglatingen zouden eveneens verband kunnen houden met de zienswijze van de schrijver en de manier waarop hij het verslag samenvat. Zo sprak Matthéüs over twee blinde mannen die door Jezus werden genezen, terwijl Markus en Lukas slechts één man noemen (Matthéüs 20:29-34; Markus 10:46; Lukas 18:35). Matthéüs’ verslag is niet in strijd met de andere twee verslagen. Matthéüs is gewoon specifieker wat het aantal betreft, terwijl Markus en Lukas uitsluitend aandacht schenken aan de ene man met wie Jezus sprak.
Er bestonden ook verschillende methoden om de tijd te berekenen. In de joodse natie waren twee kalenders in omloop — de godsdienstige en de burgerlijke of landbouwkalender — die beide op een andere tijd van het jaar begonnen. Schrijvers die dezelfde gebeurtenis op een andere maand en dag stellen, zijn misschien alleen maar van een andere kalender uitgegaan. Aangezien oosterse schrijvers zelden melding maakten van gebroken getallen, werden gedeelten van een jaar als een heel jaar gerekend. Ze werden afgerond op het eerstvolgende hele aantal. Merk dit bijvoorbeeld op in de geslachtsregisters die in Genesis hoofdstuk 5 worden vermeld.
„Tegenstrijdigheden” harmoniseren
Maar staan er in de bijbel geen teksten die precies het tegenovergestelde zeggen van wat in andere teksten staat? Laten wij eens enkele teksten beschouwen die door sommige critici van de bijbel zijn aangehaald.
In Johannes 3:22 lezen wij dat Jezus „doopte”, terwijl het verslag iets verderop, in Johannes 4:2, zegt dat ’Jezus zelf niet doopte’. Maar zoals in de rest van de tekst te kennen wordt gegeven, waren Jezus’ discipelen degenen die in werkelijkheid in zijn naam en onder zijn leiding doopten. Dit komt overeen met het geval waarin een zakenman en zijn secretaresse er beiden aanspraak op kunnen maken een bepaalde brief geschreven te hebben.
Dan is er de tekst in Genesis 2:2, waar staat dat God rustte „van al zijn werk”. In tegenstelling hiermee zegt Jezus in Johannes 5:17 dat God „tot nu toe [is] blijven werken”. Maar zoals de context aantoont, gaat het verslag in Genesis specifiek over Gods stoffelijke scheppingswerken, terwijl Jezus op Gods werken met betrekking tot zijn goddelijke leiding en zorg voor de mensheid doelde.
Er lijkt nog een schijnbare tegenstrijdigheid te bestaan wanneer men Exodus 34:7 en Ezechiël 18:20 met elkaar vergelijkt. In de eerste tekst staat dat God „straf voor de dwaling van vaders brengt over zonen en over kleinzonen”, terwijl laatstgenoemde tekst zegt dat „een zoon . . . geen schuld [zal] dragen wegens de dwaling van de vader”. Waarom deze schijnbare tegenspraak? Omdat ze uit hun context gehaald zijn. Onderzoek het omringende materiaal en de achtergrond eens. Dan wordt duidelijk dat toen God er melding van maakte dat niet alleen vaders maar ook zonen en kleinzonen straf zouden ondergaan, hij sprak over hetgeen de Israëlieten als natie zou overkomen als zij tegen hem zondigden en in gevangenschap weggevoerd zouden worden. Maar toen hij zei dat een zoon niet verantwoordelijk gesteld zou worden voor de dwaling van zijn vader, sprak hij over persoonlijke aansprakelijkheid.
Er kunnen verschillen worden aangetroffen, zoals in de verslagen over Jezus’ geboorte in Matthéüs 1:18-25 en in Lukas 1:26-38. Maar wijzen deze op een tegenstrijdigheid?
Hebt u ooit twee biografieën over een en dezelfde beroemdheid gelezen? Zo ja, hebt u dan opgemerkt dat deze biografieën van elkaar verschillen zonder noodzakelijkerwijs tegenstrijdig te zijn? Vaak komt dit door wat persoonlijk indruk heeft gemaakt op de schrijver of door de bronnen die hij heeft gebruikt. Het hangt ook af van wat de schrijver een belangrijk gegeven voor zijn verhandeling vindt, vanuit welke hoek hij het onderwerp benadert en voor welke personen het verslag is bedoeld. Verslagen die werden geschreven met heidense lezers in gedachten, zouden dus verschillen van die welke waren bestemd voor joodse lezers, die bepaalde feiten reeds begrepen en accepteerden.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van passages in de bijbel die op het eerste gezicht met elkaar in strijd lijken te zijn. Worden deze passages echter zorgvuldig beschouwd, waarbij men de zienswijze van de schrijver en de context in gedachte houdt, dan blijken ze helemaal niet tegenstrijdig te zijn doch alleen maar passages die extra onderzoek vergen. De meeste mensen blijven echter in gebreke deze noodzakelijke moeite te doen, aangezien zij het veel gemakkelijker vinden om te zeggen: „De bijbel spreekt zichzelf tegen.”
Ons vertrouwen waard
Gods heilige geest heeft bijbelschrijvers veel vrijheid gegeven in het optekenen van hun verslagen (Handelingen 3:21). Aldus waren zij in staat een levendig en aanschouwelijk beeld te schetsen van wat zij zagen. De onderlinge verschillen tussen hun verslagen bevestigen echter juist de geloofwaardigheid en waarheidsgetrouwheid ervan, omdat er geen beschuldiging geuit kan worden dat ze het produkt zijn van bedrog en samenspanning (2 Petrus 1:16-21). Hoewel de schrijvers verschillende methoden gebruikten om iets duidelijk te maken, wezen zij allen in dezelfde richting en hadden zij hetzelfde doel: mensen tonen wat Jehovah God zal doen om de mensheid gelukkig te maken en wat mensen van hun zijde moeten doen om Gods goedkeuring te genieten. — Spreuken 2:3-6, 9.
De bijbel is een boek dat een beroep doet op ons logische verstand. Hij is van begin tot eind harmonieus. Hij spreekt zichzelf niet tegen. Alle 66 boeken (1189 hoofdstukken of 31.173 verzen volgens de King James Version) verdienen ons volledige vertrouwen. Ja, u kunt de bijbel vertrouwen!
[Kader op blz. 6]
Als u in de bijbel een „tegenstrijdigheid” tegenkomt, zou het dan kunnen zijn dat
◆ u niet op de hoogte bent van bepaalde historische feiten of oude gewoonten?
◆ u verzuimd hebt de context in aanmerking te nemen?
◆ u de zienswijze van de schrijver buiten beschouwing hebt gelaten?
◆ u probeert religieuze misvattingen in overeenstemming te brengen met wat de bijbel in werkelijkheid zegt?
◆ u een onnauwkeurige of ouderwetse bijbelvertaling gebruikt?
[Illustraties op blz. 7]
Matthéüs zei dat twee blinde mannen door Jezus genezen werden. Markus en Lukas noemden er slechts één. Is dit een tegenstrijdigheid?