BAN
Dit woord wordt in bepaalde moderne vertalingen (NBG; NW; WV) gebruikt als weergave van het Hebreeuwse woord cheʹrem, dat in de Nieuwe-Wereldvertaling ook wel wordt weergegeven met „aan de vernietiging prijsgegeven voorwerp”. Het Hebreeuwse woord heeft betrekking op iets wat onherroepelijk aan God gewijd is, niet losgekocht kan worden en derhalve voor een heilig gebruik is afgezonderd, maar wordt het meest gebruikt voor dingen die aldus voor de volledige vernietiging zijn afgezonderd. Het kan betrekking hebben op een afzonderlijke persoon (Ex 22:20; NBG heeft hier: „Wie aan de goden offert, behalve aan den HERE alleen, zal met den ban geslagen worden [„dient aan de vernietiging te worden prijsgegeven”, NW]”; Le 27:29). Ook kan het betrekking hebben op iemands bezittingen (Ezr 10:8); op een dier, een veld of wat maar ook dat aldus voor een heilig gebruik bestemd is (Le 27:21, 28); of op een hele stad en alles wat zich daarin bevindt. — De 13:15-17; Joz 6:17.
De sacrale ban speelt ook in bepaalde profetieën een rol (Mi 4:13; Za 14:11). Een volledige bespreking van het onderwerp vindt men onder GEBANNENE, HET.