De kostbaarste vloeistof ter wereld
Zelfs als bloedtransfusies terzijde geschoven konden worden als de gevaarlijke en overbodige produkten van een maar al te vaak hebzuchtige bedrijfstak, dan zou dat nog niet verklaren waarom Jehovah’s Getuigen bloedtransfusies weigeren. Hun redenen liggen in een totaal ander vlak en zijn veel belangrijker. Wat zijn die redenen?
EEN druppel bloed wordt zo licht als iets vanzelfsprekends beschouwd. Hij welt op uit een schram of een speldeprik, als een minuscuul, glanzend rood koepeltje, dat wij wegspoelen of afvegen zonder erbij na te denken.
Maar als wij onszelf konden laten krimpen tot wij zo klein waren dat dit koepeltje als een berg boven ons uitstak, zouden wij in de karmozijnen diepten een ongelooflijk complexe en ordelijke wereld aantreffen. In die enkele druppel heerst een drukte van belang door complete legers cellen: 250.000.000 rode bloedcellen, 400.000 witte bloedcellen en 15.000.000 bloedplaatjes, en dat is nog maar een deel van de gelederen. Ingezet in de bloedstroom gaat elk leger aan de slag om zich van zijn specifieke taak te kwijten.
De rode bloedcellen reppen zich door het ingewikkelde netwerk van het bloedvatenstelsel om zuurstof van de longen naar elke cel in het lichaam te transporteren en kooldioxide te verwijderen. Deze cellen zijn zo minuscuul dat een stapel van 500 slechts 1 millimeter hoog zou zijn. Toch zou een stapel van alle rode bloedcellen in uw lichaam een hoogte van 50.000 kilometer bereiken! Na zo’n 120 dagen 1440 maal per dag de tocht door het lichaam gemaakt te hebben, wordt de rode bloedcel uit de circulatie genomen. De ijzerrijke kern wordt efficiënt opnieuw gebruikt, de rest wordt opgeruimd. Elke seconde worden er drie miljoen rode bloedcellen verwijderd, terwijl in het merg hetzelfde aantal nieuwe wordt gevormd. Hoe weet het lichaam dat een rode bloedcel de juiste leeftijd heeft bereikt om afgedankt te worden? Geleerden staan voor een raadsel. Maar zonder dit systeem waarbij de oude rode bloedcellen worden vervangen, zou volgens een scheikundige „ons bloed in een paar weken tijd zo dik als beton zijn”.
Ondertussen surveilleren de witte bloedcellen door het lichaam, op zoek naar ongewenste indringers, die vernietigd worden. De bloedplaatjes verzamelen zich onmiddellijk ter plekke als er ergens een snee zit en brengen het stollingsproces en het afsluiten van de wond op gang. Al deze cellen zweven in een heldere, ivoorkleurige vloeistof die plasma wordt genoemd en zelf honderden bestanddelen telt, waarvan er veel een vitale rol spelen bij het volvoeren van de lange lijst taken van het bloed.
Geleerden slagen er met al hun gezamenlijke intelligentie niet in alles te doorgronden wat het bloed doet, laat staan het na te bootsen. Zou deze wonderbaarlijk complexe vloeistof iets anders kunnen zijn dan het werk van een Meesterontwerper? En spreekt het niet vanzelf dat deze bovenmenselijke Schepper het volste recht heeft om te bepalen hoe zijn scheppingen gebruikt moeten worden?
Jehovah’s Getuigen zijn die mening altijd toegedaan geweest. Zij bezien de bijbel als een brief van onze Schepper waarin hij te kennen geeft hoe wij het beste kunnen leven; het is een boek dat ook van deze bloedkwestie gewaagt. In Leviticus 17:14 staat: „De ziel van elke soort van vlees is zijn bloed” — niet letterlijk natuurlijk, want de bijbel zegt ook dat het levende organisme zelf een ziel is. Het leven van alle zielen hangt echter zo onlosmakelijk samen met het bloed erin en wordt er dermate door in stand gehouden dat bloed terecht wordt beschouwd als een heilige vloeistof die het leven vertegenwoordigt.
Voor sommigen is dat moeilijk te begrijpen. Wij leven in een wereld die maar heel weinig heilig acht. Het leven zelf wordt zelden naar waarde geschat. Het is dan ook geen wonder dat bloed wordt gekocht en verkocht als elk ander goed. Maar wie de wensen van de Schepper respecteert, gaat er niet zo mee om. ’Gij moogt geen bloed eten’, luidde Gods gebod tot Noach en zijn nakomelingen — de hele mensheid (Genesis 9:4). Acht eeuwen later nam Hij dat gebod op in zijn Wet aan de Israëlieten. Weer vijftien eeuwen later bevestigde hij het opnieuw voor de christelijke gemeente: ’Onthoud u van bloed.’ — Handelingen 15:20.
Jehovah’s Getuigen houden zich in de eerste plaats aan die wet omdat zij hun Schepper willen gehoorzamen. Door middel van de offerandelijke dood van zijn eigen geliefde Zoon heeft de Schepper de mensheid al van levenreddend bloed voorzien. Het kan het leven niet slechts voor een paar maanden of jaren, maar voor eeuwig verlengen. — Johannes 3:16; Efeziërs 1:7.
Bovendien zijn de Getuigen doordat zij zich van bloedtransfusies onthouden, voor talloze gevaren behoed gebleven. Steeds meer mensen behalve Jehovah’s Getuigen weigeren thans bloedtransfusies. Langzaam reageert de medische wereld daarop en vermindert het gebruik van bloed. In de Surgery Annual werd het zo onder woorden gebracht: „Het is duidelijk dat de veiligste transfusie die is die niet wordt gegeven.” In het blad Pathologist werd opgemerkt dat Jehovah’s Getuigen al lang betogen dat bloedtransfusies niet raadzaam zijn. Het voegde daaraan toe: „Er is heel wat bewijsmateriaal dat kracht bijzet aan hun bewering, de protesten van bloedbanken ten spijt.”
Op wie zou u het liefst vertrouwen? Op de Alwijze, die het bloed heeft ontworpen? Of op de mensen voor wie bloed handel is geworden?
[Illustraties op blz. 15]
Het bloedvatenstelsel van de mens, met haarvaten (inzet) die zo fijn zijn dat bloedcellen er slechts in een enkele rij door kunnen