ABEL-MEHOLA

(A̱bel-Meho̱la) [Waterloop van het dansen].

De woonplaats van Elisa, waar hij aan het ploegen was toen de profeet Elia hem aantrof en hem tot zijn opvolger zalfde. — 1Kon 19:16-19.

Op een eerder tijdstip speelt Abel-Mehola een rol in het verslag van de nederlaag die de Midianieten door Gideons kleine strijdmacht werd toegebracht. Naar verluidt kwamen de Midianieten op hun ontredderde vlucht „tot aan de buitenrand van Abel-Mehola bij Tabbat”. — Re 7:22.

Het verslag over Gideons achtervolging van de Midianieten geeft in werkelijkheid echter te kennen dat zij zich op het moment van de in Rechters 7:22 beschreven omstandigheden, ten W (niet ten O) van de Jordaan bevonden. (Zie Re 7:24.) En met betrekking tot Elia’s reis naar de Wildernis van Damaskus laat het verslag zien dat deze reis niet onmiddellijk plaatsvond maar veeleer enige tijd later door zijn opvolger Elisa werd ondernomen (1Kon 19:15-19; 2Kon 8:7-13). Met het oog hierop blijven sommige geografische werken een plaats ten W en niet ten O van de Jordaan waarschijnlijk achten (The Geographical and Topographical Texts of the Old Testament, door J. Simons, Leiden, 1959; The Geography of the Bible, door D. Baly, 1957; en de Atlas van de Bijbel, door Luc. H. Grollenberg, 1954). Zowel Hiëronymus als Eusebius uit de eerste eeuwen van de gewone tijdrekening identificeerden Abel-Mehola met een plaats die 10 Romeinse mijl (15 km) ten Z van Beth-Sean (ten W van de Jordaan) lag. In het boek The Land of the Bible door Y. Aharoni staat: „Abel-Mehola is nu met grote stelligheid geïdentificeerd met Tell Abu Sus op de [westelijke] Jordaanoever, 15 km ten zuiden van Beth-Sean” (vertaald en geredigeerd door A. Rainey, 1979, blz. 313). De nabijgelegen vlakte van Beth-Sean is bijzonder geschikt voor landbouw op grote schaal. — Vgl. 1Kon 19:19.